Kwartierstaat
1 | Jan Pieter Ouweltjes, zn. van Wijb Ouweltjes en Aat Langendoen. Vader van Daniël en Sander. |
Generatie II |
|
2 | Wijbrand (Wijb) Ouweltjes, zn. van Jan Ouweltjes en Aagje Roelofs, tr. met |
3 | Adriana (Aat) Langendoen, dr. van Koos Langendoen en Jansje Jonker |
Generatie III |
|
4 | Jan Ouweltjes, veehouder, tuinder, geb. Oostknollendam 14.11.1891, overl. Schagen 9.3.1976, zn. van Jan Ouweltjes en Neeltje Groot, tr. Oosthuizen 6.10.1918 met |
5 | Aagje Roelofs, geb. Hobrede 12.11.1894, overl. Alkmaar 10.7.1971, dr. van Jan Roelofs en Maria Lampe |
6 | Jacobus Pieter Anthonie (Koos) Langendoen, dagloner, geb. Vlaardingen 3.12.1900, overl. Driehuizen 7.2.1982, zn. van Jan Langendoen en Adriana van der Pijl, tr. Zuid- en Noord-Schermer 6.5.1925 met |
7 | Jannetje (Jansje) Jonker, geb. Schermeer gem. Akersloot 19.8.1903, overl. Heerhugowaard 4.11.1991, dr. van Jacob Jonker en Trijntje van ’t Hof |
Generatie IV |
|
8 | Jan Ouweltjes, pakhuisknecht, fouragehandelaar, caféhouder, kruidenier, geb. Oostknollendam 18.11.1869, overl. Heiloo 21.01.1924, zn. van Jan Ouweltjes en Elizabet Bas, tr. Wormer 7.5.1891 met |
9 | Neeltje Groot, geb. Uitgeest 1.3.1870, overl. Zaandam 10.2.1963, begr. te Heiloo, dr. van Wijbrand Groot en Hillegond Reijne |
10 | Jan Roelofs, bakker te Hobrede, geb. Oosthuizen 30.3.1845, overl. Hobrede 5.10.1909, zn. van Roelof Roelofs en Maartje Joosten, tr. Oosthuizen 18.8.1872 met |
11 | Maria Lampe, geb. Hobrede 26.8.1847, overl. ald. 29.3.1932, dr. van Arend Lampe en Anna Maria Kapel |
12 | Jan Langendoen, schipper, ook wel "Engelse Jan" genoemd omdat hij praktisch zijn hele leven op een Engelse boot voer, geb. Vlaardingen 13.8.1871, overl. ald. 6.3.1945, zn. van Klaas Langendoen en Johanna Maurits, tr. Vlaardingen 9.10.1895 met |
13 | Adriana van der Pijl, geb. Hellevoetsluis 31.1.1873, overl. Vlaardingen 6.3.1910, dr. van Cornelis van der Pijl en Jannetje van Krieken |
14 | Jacobus (Jacob) Jonker, broodbakker op de hoek van de bloemendaler weg en de zuidervaart in de schermeer, geb. schermeer gem. Akersloot 29.7.1865, overl. ald. 11.5.1925, zn. van Kornelis Jonker en Rebekka Adriana Alblas, tr. Akersloot 1.3.1891 met |
15 | Trijntje van 't Hof, geb. Ursem 1.4.1864, bij haar huwelijk wonende in Akersloot, overl. ald. 11.10.1922, dr. van Jacob van 't Hof en Maartje Oud |
Generatie V |
|
16 | Jan Ouweltjes, visser, geb. Oostknollendam gem. Wormer 9.4.1842, overl. ald. 5.11.1920, zn. van Antje Ouwertjes, tr. Wormer 5.2.1865 met |
17 | Elizabet Bas, geb. Markenbinnen gem. Uitgeest 27.6.1842, overl. Oostknollendam gem. Wormer 24.10.1921, dr. van Jacob Bas en Grietje Prins |
18 | Wijbrand Groot, veehouder onder Markenbinnen, geb. Oostknollendam gem. Wormer 11.12.1831, overl. Uitgeest 20.11.1921, zn. van Willem Groot en Guurtje Heijnis, tr. Uitgeest 13.8.1854 met |
19 | Hillegond Reijne, geb. Uitgeest 19.12.1831, overl. Markenbinnen gem. Uitgeest 8.1.1889, dr. van Jan Reijne en Barbera van der Zee |
20 | Roelof Roelofs, schippersknecht, schipper, geb. Amsterdam 10.2.1811, ged. Amsterdam (zuiderkerk, nederd. geref.) 20.2.1811, overl. Oosthuizen 14.12.1895, zn. van Hendrik Roelofs en Heintje van Kampen, tr. Oosthuizen 12.2.1832 met |
21 | Maartje Joosten, geb. Oosthuizen 1.11.1808, ged. ald. (nederd. geref.) 27.11.1808, overl. Oosthuizen 14.2.1900, dr. van Pieter Joosten en Geertje Beets |
22 | Arend Lampe, kleermaker, geb. Hobrede gem. Oosthuizen 16.1.1820, overl. Oosthuizen 10.11.1908, zn. van Coenraad Lampe en Jannetje Wilkes, tr. Oosthuizen 30.8.1846 met |
23 | Anna Maria Kapel, geb. Amsterdam 12.7.1820, overl. Hobrede gem. Oosthuizen 18.12.1893, bij haar huwelijk wonende in Purmerend, dr. van Christiaan Christoffel Kappel en Maartje de Vries |
24 | Klaas Langendoen, schipper, geb. Zwartewaal 1.2.1835, overl. Vlaardingen 8.9.1918, zn. van Jan Langendoen en Pietertje Troost, tr. Vlaardingen 12.8.1863 met |
25 | Johanna Maurits, geb. Vlaardingen 25.2.1837, overl. Leiden 11.2.1901, dr. van Karel Maurits en Petronella Roodenburg |
26 | Cornelis van der Pijl, stoker op een sleepboot, geb. Brielle 8.10.1841, overl. Rotterdam 31.12.1905, zn. van Jacobus van der Pijl en Cornelia Verschoor, tr. Hellevoetsluis 1.11.1865 met |
27 | Jannetje van Krieken, geb. Hellevoetsluis 12.4.1841, overl. Rotterdam 1.5.1938, dr. van Cornelis Marinus van Krieken en Ariaantje Bakker |
28 | Kornelis Jonker, broodbakker aan de zuidervaart onder Akersloot, geb. Driehuizen gem. Zuid- en Noord-Schermer 5.4.1828, overl. Amsterdam 3.2.1902 (ouderdomszwakte), begr. te Driehuizen, zn. van Jan Jonker en Maartje Nool, tr. Zuid- en Noord-Schermer 19.11.1854 met |
29 | Rebekka Adriana Alblas, geb. Driehuizen gem. Zuid- en Noord-Schermer 30.12.1823, overl. Akersloot 13.12.1891, dr. van Jan Alblas en Jannetje Jonges |
30 | Jacob (Jakob) van 't Hof, boerenknecht, dagloner, geb. Akersloot 28.11.1832, bij zijn huwelijk wonende in Oterleek, overl. Alkmaar 11.1.1891, zn. van Klaas van 't Hof en Trijntje Blokker, tr. Zuid- en Noord-Schermer 29.4.1860 met |
31 | Maartje Oud, dienstbode, melkslijtster, geb. Grootschermer gem. Zuid- en Noord-Schermer 1.6.1836, bij haar huwelijk wonende in Heerhugowaard, overl. Alkmaar 12.4.1894, dr. van Maarten Oud en Jaapje Kemp |
Generatie VI |
|
33 | Antje Ouwertjes, later Ouweltjes, geb. Oostknollendam gem. Wormer 23.1.1821, overl. Assendelft 20.2.1895, tr. Assendelft 25.2.1865 met Gijsbert Klokman, dagloner, arbeider, geb. Schardam 7.4.1809, zn. van Jan Klokman en Lijsbet Gijzen, tr. 1e Wormer 26.10.1828 met Neeltje de Jong, dienstbode, geb. Assendelft ca. 1804, overl. Assendelft 9.6.1849, dr. van Maarten de Jong en Grietje Aafjes, tr. 2e Assendelft 12.7.1850 met Jannetje Daan, geb. Krommenie 9.11.1807, overl. Assendelft 18.9.1858, weduwe van Pieter Aafjes, dr. van Hendrik Dirksz Daan en Trijntje Klaas Fonteijn |
34 | Jacob Bas, doopsgezind, boerenknecht, dagloner, hekelaar, landman, geb. Markenbinnen gem. Uitgeest 15.4.1806, overl. ald. 10.3.1874, zn. van Willem Gerritsz Bas en Grietje Jacobs de Ruijter, tr. Akersloot 25.4.1830 met |
35 | Grietje Prins, doopsgezind, geb. Oostgraftdijk 11.4.1809, zn. van Jacob Auwelsz Prins en Ariaantje Roelofs van Natten |
36 | Willem Groot, landman, meelhandelaar, geb. Oostknollendam gem. Wormer 19.3.1802, overl. ald. 27.6.1858, zn. van Jan Wijbrandsz Groot en Aaltje Willems Hoek, tr. Wormer 21.5.1826 met |
37 | Guurtje Heijnis, winkelierster, geb. Wijdewormer 23.10.1806, overl. Oostknollendam gem. Wormer 12.9.1866, dr. van Krijn Pietersz Heijnis en Antje Alderts Groot |
38 | Jan Reijne, doopsgezind, landbouwer te Uitgeest, veehouder te Krommenie, later onder Markenbinnen, geb. Krommenie 15.10.1799, overl. Markenbinnen gem. Uitgeest 27.1.1855, zn. van Klaas Jaspersz Reijne en Neeltje Leguijt, tr. Krommenie 25.4.1824 met |
39 | Barbera (Berber, Barbertje) van der Zee, geb. IJlst 9.3.1805, ged. ald. (nederd. geref.) 24.3.1805, overl. Markenbinnen gem. Uitgeest 19.2.1881, dr. van Heere Douwes van der Zee en Hiltje Jacobs Bootsma |
40 | Hendrik (Henderik) Roelofs (Roellofs) alias Hendrik Roelof Schipper alias Hendrik Schippers, turfschipper, geb. Rotsterhaule 20.9.1782, ged. ald. (nederd. geref.) 29.9.1782, overl. Oosthuizen 18.8.1848, zn. van Roel Hendriks en Eelkje Pieters Zwigt, tr. 1e Amsterdam 8.4.1803 met Grietje Tweehuijsen, ged. Amsterdam (nieuwe kerk, nederd. geref.) 9.7.1780 (getuigen Sijmen van Slooten en Grietje van Slooten), overl. Amsterdam 7.4.1815, waaruit een zoon Roelof (ged. Amsterdam westerkerk 6.11.1803) en een dochter Hijntje (ged. Amsterdam zuiderkerk 18.4.1810), dr. van Hermanus Tweehuijsen en Aaltje van Slooten, tr. 2e Amsterdam 24.4.1833 met |
41 | Heintje (Heijntje) van Kampen, ged. Amsterdam (zuiderkerk, nederd. geref.) 27.5.1778, overl. Oosthuizen 26.11.1868, waaruit een zoon Henderik (ged. Amsterdam nieuwe kerk 18.3.1807), een zoon Doominikis (ged. Amsterdam nieuwe kerk 18.3.1807), een dochter Henderika (ged. Amsterdam oude kerk 25.12.1808) en een zoon Roellof (gedoopt Amsterdam 20.2.1811), dr. van Hendrik Cornelisz van Kampen en Marretje Harnis |
42 | Pieter Joosten, timmerman, geb. Hobrede 11.2.1779, ged. Purmerend (ev. luth.) 14.2.1779 (zie doopregister gerangschikt op voornaam dopeling ald., getuige Hilletje Ottens), overl. ald. 23.12.1847, zn. van Joost Hendrikse en Maartje Klaas Visser, otr. Oosthuizen (gerecht) 29.4.1801, tr. ald. (gerecht) 17.5.1801 met |
43 | Geertje Maartens Beets, ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 5.5.1784, overl. ald. 17.11.1843, dr. Maarten Klaasz Beets en Neeltje Leenderts de Oude |
44 | Johann Heinrich Friedrich Conrad (Coenraad) Lampe, kleermaker, geb. Eldagsen 22.7.1788, overl. Oosthuizen 16.1.1861, zn. van Johann Heinrich Lampe en Anne Maria Louise Kurz, tr. 2e Oosthuizen 29.8.1826 Dirkje Nieuwenhof, geb. Edam 2.7.1795, overl. Oosthuizen 26.3.1837, dochter van Jacob Nieuwenhof en Hermina Fijn, tr. 3e Oosthuizen 18.2.1838 met Maria de Vries (kwartier 47), tr. 1e Purmerend 5.1.1817 met |
45 | Jannetje Wilkers (Wilkes), geb. Purmerend 14.7.1794, ged. ald. (ev. luth.) 20.7.1794 (getuige Willempje Claus), overl. Hobrede gem. Oosthuizen 10.8.1824, dr. van Arend Wilker en Hilletje Munnikhof |
46 | Christiaan Christoffel Kappel (Kapel), smidsknecht, geb. Amsterdam 2.5.1792, ged. ald. (waalse kerk) 6.5.1792 (getuigen Christiaan Sauer en Ana Konionta Weeiandt), overl. Amsterdam 28.4.1835, zn. van Jean Christophe Kappel en Anna Maria Chevalier, tr. Beemster 2.7.1815 |
47 | Maria (Maartje) de Vries, geb. Purmerend 16.7.1787, ged. ald. (ev. luth.) 22.7.1787 (getuige Hilletje de Vries), overl. Oosthuizen 9.12.1851, dr. van Volkert de Vries en Catharina Saalberg, tr. 2e Johann Heinrich Friedrich Conrad Lampe (kwartier 44) |
48 | Jan Langendoen, metselaar, geb. Zwartewaal 18.3.1803, ged. ald. (nederd. geref.) 10.4.1803 (getuige Ariaantje Stellenaar), overl. ald. 19.12.1869, zn. van Cornelis Langendoen en Cornelia Stellenaar, tr. Zwartewaal 31.10.1828 met |
49 | Pietertje Troost, geb. Zwartewaal 18.10.1802, ged. ald. (nederd. geref.) 20.10.1802, overl. ald. 9.12.1871, dr. van Klaas Troost en Maartje van der Hoeven |
50 | Karel Maurits, scheepsmaker, stadsambtenaar, geb. Vlaardingen 21.10.1809, overl. ald. 2.8.1860, tr. Vlaardingen 23.11.1836 met |
51 | Petronella Rodenburg, geb. Vlaardingen 20.6.1815, overl. ald. 4.12.1885, dr. van Dirk Rodenburg en Willemina Verschuur |
52 | Jacobus van der Pijl, in 1834 als vrijwillig matroos der eersteklasse dienende aan boord van zijne majesteits kanonneerboot nummer 14, later schipper voor zeeloodsen, geb. Zwartewaal 21.12.1806, overl. Brielle 25.6.1873, zn. van Lucas Jansz van der Pijl en Cornelia Pieters Valkenier, tr. Zwartewaal 24.4.1834 met |
53 | Cornelia Verschoor, geb. Zwartewaal 29.12.1808, overl. Brielle 15.4.1893, dr. van Willem Cornelisz Verschoor en Leentje Rokus Berkhout |
54 | Cornelis Marinus van Krieken, scheepstimmerman, geb. Hellevoetsluis 24.6.1820, overl. Rotterdam 15.8.1905, tr. Hellevoetsluis 22.5.1840 met |
55 | Ariaantje Bakker, geb. Sliedrecht 22.9.1820, overl. Rotterdam 12.11.1899, dr. van Geertje Bakker |
56 | Jan Jonker, wonende in Driehuizen, schippersknecht, koopman, winkelier, geb. Wormerveer 11.8.1792, ged. ald. (doopsgez.) 28.2.1815, overl. Driehuizen gem. Zuid- en Noord-Schermer 12.4.1834, zn. van Adriaan Jonker en Maartje Cornelis van Nek, tr. Zuid en Noord-Schermer 28.6.1822 met |
57 | Maartje Nool, geb. Zuid en Noord-Schermer 13.11.1802, overl. Driehuizen gem. Zuid- en Noord-Schermer 23.11.1858, dr. van Cornelis Nool en Grietje van der Woude |
58 | Jan Alblas, onderwijzer, winkelier, geb. Hoorn 14.6.1798, overl. Zuid- en Noord-Schermer 9.2.1866, zn. van Jan Arens Alblas en Aafje Jans Gem, tr. Zuid- en Noord-Schermer 12.3.1820 |
59 | Jannetje Jonges (Jongens), geb. Jisp 7.9.1793, ged. ald. (nederd. geref.) 8.9.1793 (getuige Engeltje Toenast), overl. Graft 16.9.1871, dr. van Klaas Cornelisz Jonges en Rebecca Dirks Lakeman |
60 | Klaas van 't Hof, boer, arbeider, schuitenvoerder, geb. Assendelft 22.7.1793, overl. Akersloot 24.6.1871, zn. van Cornelis Dirksz van ’t Hof en Trijntje Klaas Hos, tr. Akersloot 25.4.1819 |
61 | Trijntje Blokker, boerin, geb. Akersloot 2.10.1796, overl. ald. 26.12.1877, dr. van Jan Claasz Blokker en Trijntje Jans Stadegaart |
62 | Maarten Oud, arbeider, geb. Zuid- en Noord-Schermer 29.11.1795, overl. ald. 3.2.1875, zn. van Pieter Oud en Krijntje Kriek, tr. Zuid- en Noord-Schermer 28.4.1822 met |
63 | Jaapje Kemp, geb. Graft 20.4.1799, overl. Zuid- en Noord-Schermer 23.1.1884, dr. van Pieter Kemp en Grietje Eelman |
Generatie VII |
|
66 | Floris Garbrandsz Houwertjes, werkman, visser, geb. Oostknollendam16.10.1783, ged. ald. (nederd. geref.) 19.10.1783, overl. ald. 20.9.1823, zn. van Garbrand Florisz Houwertjes en Aagje Wijbrands Groot, tr. Wormer 27.5.1804 met |
67 | Aagje Gerrits Plooijer, overzetster op het veer tussen Oost- en West-Knollendam, geb. Oostzaan 1.5.1781, ged. ald. (nederd. geref.) 6.5.1781, overl. Oostknollendam gem. Wormer 29.3.1840, dr. van Gerrit Gerritsz Plooijer en Grietje Hendricks Rietvoort |
68 | Willem Gerritsz Bas, doopsgezind, landbouwer, geb. Markenbinnen (registre civique uitgeest) 22.3.1773, overl. ald. 27.12.1824, zn. van Gerrit Willemsz Bas en Geertje Claas Bant, tr. met |
69 | Grietje Jacobs de Ruijter, doopsgezind, boerin, geb. Oostzaan 20.2.1779, overl. Markenbinnen 13.11.1855, dr. van Jacob Jansz de Ruijter en Maartje Gerrits Buijs |
70 | Jacob Auwelsz Prins, landman, geb. 16.10.1779, ged. Oostgraftdijk (doopsgez.) 4.4.1805, overl. Oostknollendam 27.4.1833, zn. van Auwel Pietersz Prins en Neeltje Pieters Kunst, tr. 2e Akersloot 25.4.1830 met Hendrikje Bakker, geb. Uitgeest ca. 1793, weduwe van Dirk Roderwijn, dr. van Maarten Pietersz Bakker en Ariaantje Joon, tr. 1e Wormer 24.12.1802 met |
71 | Ariaantje Roelofs van Natten, geb. Wormer 11.4.1777, ged. ald. (nederd. geref.) 13.4.1777, overl. de Woude gem. Akersloot 12.3.1829, dr. van Roelof Roelofsz van Natten en Lijsbeth Jans van den Heuvel |
72 | Jan Wijbrandsz Groot, geb. Oostknollendam 18.10.1767, ged. ald. (nederd. geref.) 25.10.1767, overl. ald. 28.8.1811 (bijgeschreven in doopboek), zn. van Wijbrand Jacobsz Groot en Hermina Pieters Leusink, tr. Wormerveer 26.1.1796 met |
73 | Aaltje Willems Hoek, veehoudster, geb. Driehuizen, ged. Oterleek (nederd. geref.) 3.2.1771, overl. Oostknollendam 5.7.1829, dr. van Willem Jacobsz Hoek en Trijntje Adams Luijken |
74 | Krijn (Crijn) Pietersz Heijnis, winkelier te Oostknollendam, geb. Grootschermer (registre civique jisp) 26.12.1774, overl. Oostknollendam 16.12.1837, blijkens overlijdensakte een zn. van Pieter Krijnsz Heijnis en Grietje Cornelis Volger, tr. Grootschermer 2.6.1805 met |
75 | Antje Alderts Groot, geb. Oostknollendam ca. 1783, overl. Oostknollendam 13.2.1863, blijkens overlijdensakte een dr. van Aldert Arisz Groot en Guurtje Gerrits Haantjes |
76 | Klaas Jaspersz Reijne (Reijnen), doopsgezind, veehouder te Krommenie aan de heiligeweg, geb. Krommenie 3.5.1773, overl. ald. 10.5.1818, zn. van Jasper Klaasz Reijne en Dieuwertje Kaper, compareert op 6.4.1802, waarbij hij tot voogden over de kinderen Jasper, oud 8 jaar, en Jan, oud 5 jaar, bij zijn overleden vrouw Neeltje Leguit benoemt Cornelis Leguit, wonende te Assendelft, en Pieter Leguit, wonende te Krommenie, waarbij comparant ten behoeve van de kinderen inbrengt een bedrag van 400 gulden en eigenaar zal blijven van de gemene boedel en effecten (ONA Krommenie inv.3097 akte 454 d.d. 6.4.1802), tr. 2e Krommenie 5.2.1805 met Lijsbet Schipper, ged. Heiloo (nederd. geref.) 19.4.1772, overl. Krommenie 5.1.1826, dr. van Pieter Hendriksz Schipper en Hillegond Jans Krom, tr. 1e Krommenie 24.4.1796 (testament zie ONA Krommenie inv.3095 akte 295 d.d. 6.4.1802) met |
77 | Neeltje Leguijt (Leguit), hervormd, geb. Krommenie 18.10.1773, overl. ald. 7.1.1803, dr. van Jan Cornelisz Leguijt en Fokel Pieters Slinger |
78 | Heere (Here, Harre) Douwes, schippersknecht op de vaart, neemt op 2.1.1812 de familienaam Van der Zee aan, geb. Sloten 27.4.1777, ged. ald. (nederd. geref.) 8.5.1777 (getuige Janneke Sijtses), overl. Harlingen 16.1.1840, zn. van Douwe Wiebes en Janke Tjallings,tr. 2e IJlst 1.5.1818 met Helena Odolphy, winkelierster te Harlingen, geb. Wommels 27.7.1775, overl. ald. 31.5.1827, dr. van Jacob Odolphy en Trijntje de Vries, otr. 1e IJlst (civiel) 16.2.1799, tr. ald. (nederd. geref.) 24.2.1799 met |
79 | Hiltje Jacobs Bootsma (Bootma), geb. IJlst 17.12.1778, ged. ald. (nederd. geref.) 20.12.1778 (doophoudster Baukje Buddens Bouma), overl. ald. 3.8.1815, dr. van Jacob Gerbensz Bootsma en Barber Thomas |
80 | Roel Hendriksz alias Roelof Hendrik Schipper, schipper, geb. 7.1.1756, ged. Rotsterhaule (nederd. geref.) 18.1.1756, begr. Amsterdam (westerkerk) 14.5.1807, zn. van Hendrik Roelofs en Hendrikjen Jelles, tr. Oudeschoot 16.3.1777 met |
81 | Eelkjen (Jeltje) Pieters (Pieterse) Zwigt, ged. Hemrik (nederd. geref., dan 6 weken oud) 20.9.1750, overl. Wilnis 14.10.1815, dr. van Pieter Pieters Swigt en Auk Jans |
82 | Hendrik (Henderik, Heijn) Cornelisz van Kampen (van Campen), jongman van Amsterdam, houtzager, ged. Amsterdam (amstelkerk, nederd. geref.) 28.3.1751, overl. ald. 2.4.1816, zn. van Cornelis van Kampen en Margaretha Veerman, op 31.7.1792 compareren Adriana Elskamp, huisvrouw van Jacob de Boer, Alida Smit, Marretje Pieters van Keijlder, weduwe van Barent Smit, Cornelia Smit, en Elsje Erasmus, huisvrouw van Sijbrand Jispes, allen wonende te Amsterdam, de eerste vier getuigen op kattenburg in de groote straat voorbij de derde dwarsstraat, en de laatste getuige op de hoek van de tweede gang in dezelfde straat, die op verzoek van de hoofdofficier van Amsterdam hebben getuigd dat het op 22.7.1792 's middags bij het uitgaan van de kerk omstreeks vier uur gebeurd is dat Heijn van Campen, mede aldaar woonachtig, grotenisse had met de moeder van zijn overleden vrouw, Grietje de Koning genaamd, en met hem in hetzelfde huis woonachtig, dat zij vier eerste getuigen zich op de straat begaven, en de vijfde getuige uit haar venster hing om te zien, en zagen dat Grietje de Koning een latje van het hekje van de bloemenbak afbrak, en Heijn van Campen daarmee tegen zijn been sloeg, en dat Heijn van Campen aan Grietje de Koning met zijn hand een zware slag in het gezicht gaf, waarover, zo het scheen, Eva de Koning, zuster van Grietje de Koning, zeer verstoord werd, en naar Heijn van Campen sloeg, zeggende, laat je hoer maar buiten komen, die zal hebben, waarop Heijn van Campen daarop Eva de Koning met zijn hand een zo zware slag in het gezicht gaf, zodanig dat zij achterover op de straat op de stenen viel en dat Eva de Koning, die gelijk wilde opstaan, voorover viel en later opstond en met bebloed gezicht en een paar blauwe ogen naar de getuigen toegekomen is, en toen de buurvrouw Geertruij Spijer haar wat drinken wilde geven, hetgeen zij weigerde, zeggende naar de diender Klinkspoor te zullen gaan, waarna de getuigen gezien hebben dat Eva de Koning en Grietje de Koning niet door dronkenschap of anderszins aanleiding hebben gegeven voor de ruzie maar dat zij vernomen hebben dat het zijn oorsprong had doordat Heijn van Campen de vrouw, waarmee hij het houdt, Naat genaamd en woonachtig in de klijne kattenburgerstraat voorbij de tweede dwarsstraat, tegen wil en dank van zijn grootje Grietje de Koning, bij wie hij inwoont, in huis wilde brengen, tot slot verklaren de drie eerste getuigen nog dat Eva de Koning in de nacht tussen laatsleden vrijdag en zaterdag zeer benauwd geworden is, hetgeen zij als buren vernamen en bij haar gekomen, zagen dat zij flauw was, wanneer zij 's ochtends om de apotheker Donselaar op de hoogte van de cadijk woonachtig, gezonden hebben en dat de apotheker en chirurgijn Van Beek ondanks aangewende moeite hebben moeten zien dat Eva de Koning op laatsleden zondagochtend omstreeks half tien overleden is (ONA Amsterdam inv.17979 akte 65381 d.d. 31.7.1792), is vader van Margriete ged. Amsterdam (nederd. geref., amstelkerk) 11.1.1775 (get. Kornelis van Kampen, Margriete Veerman), is vader van Heijntie ged. Amsterdam (nederd. geref., zuiderkerk) 27.5.1778 (get. Hendrik Bos, Antie Houtenhousen), is vader van Cornelis ged. Amsterdam (nederd. geref., zuiderkerk) 25.5.1785 (get. Hendrik Bos, Antije Houtenhuijsen), is vader van Wileminia ged. Amsterdam (nederd. geref., oude kerk) 16.11.1788 (get. Willem van Laar, Grietje de Koning), otr. Amsterdam (nederd. geref.) 18.1.1793 (hij weduwnaar van Marretje Harnis, wonende in de kleine kattenburgerstraat voorbij de dwarsstraat, zij oud 25 jaar, wonende in de kattenburgerstraat, geassisteerd met haar vader Jan van Onlangs) met Margaretha van Onlangs, otr. Amsterdam (nederd. geref.) 29.5.1772 (hij oud 21 jaar, wonende op de kadijk, geassisteerd met zijn vader Cornelis van Campen, zij oud 22 jaar, wonende op cattenburg, geassisteerd met haar moeder Grietje de Koning) met |
83 | Marretje (Mattie, Matije, Matje, Marjetje) Harnis (Hernis, Sternes), jongedochter van Amsterdam op cattenburg, ged. Amsterdam (oude kerk, nederd. geref.) 22.5.1750, dr. van Christiaan Harnis en Grietje de Koning |
84 | Joost Hendrik (Joost) Adolph (Adolff, Adolfs, Adolfsz, Adolfze) alias Joost Hendrikse, jongman afkomstig uit het Schaumburgse, lidmaat Purmerend (ev. luth.) 14.3.1758 tezamen met zekere Ernst Adolph, is vader van Klaas Joosten alias Klaas Hendrik Joosten blijkens zijn overlijdensakte geb. Oosthuizen 2.1.1767 blijkens doopregister geb. 2.1.1767 ged. Purmerend (ev. luth.) 4.1.1767 (get. Fredrica Meijers) overl. Oosthuizen 2.12.1823, is vader van Hendrik Joosten blijkens doopregister geb. 3.3.1769 ged. Purmerend (ev. luth.) 5.3.1769 (get. Hilje Diedelhof), is vader van Hendrik Joosten blijkens doopregister geb. 10.6.1770 ged. Purmerend (ev. luth.) 17.6.1770 (get. Hilletje Otten), is vader van Marijtje Joosten blijkens haar overlijdensakte geb. Hobrede omstreeks februari 1767 blijkens doopregister geb. 17.2.1773 ged. Purmerend (ev. luth.) 21.2.1773 (get. Hilke Ottens) overl. Oosthuizen 24.9.1855, is vader van Dirk Joosten blijkens zijn overlijdensakte geb. Hobrede 23.6.1775 blijkens doopregister geb. 17.6.1775 ged. Purmerend (ev. luth.) 25.6.1775 (get. Hilletje Otters) overl. Oosthuizen 25.8.1839, is vader van Pieter Joosten blijkens zijn overlijdensakte geb. Hobrede ca. 1779 blijkens doopregister geb. 11.2.1779 ged. Purmerend (ev. luth.) 14.2.1779 (get. Hilletje Ottens) overl. Oosthuizen 23.12.1847, tr. Purmerend (ev. luth.) 6.7.1766 met |
85 | Maartje (Maritje, Maria, Mari) Klaas (Klaase) Visser, jongedochter afkomstig van Warder, ten tijde van haar hertrouwen wonende te Hobrede, in 1802 doopgetuige bij de doop van een dochter van Dirk Joosten, overl. Oosthuizen 10.1.1808, begr. ald. 14.1.1808, zij hertr. Hobrede (nederd. geref.) 6.1.1788 met Willem Vastwijk, overl. Oosthuizen 13.4.1816, afkomstig van Warder, vanaf 1778 vermeld te Oosthuizen (doopboek nederd. geref. ald.), wonende aan het westeinde ald. (lidmatenboek ald.), weduwnaar van Trijntje Cornelis Duijm |
86 | Maarten Claasz Beets, ged. Kwadijk (nederd. geref.) 10.9.1747, jongman aan de oostringdijk in de Beemster, lidmaat nederd. geref. kerk te Oosthuizen 1788, zn. van Claas Jacobsz Beets en Geertje Maartens Klerk, otr. Beemster (nederd. geref.) 19.4.1772, tr. Oosthuizen (nederd. geref.) 3.5.1772 met |
87 | Neeltje Leenderts de Oude, jongedochter van Oosthuizen, ged. Beemster (nederd. geref.) 29.11.1744, lidmaat Oosthuizen (nederd. geref.) 1788, overl. ald. 27.6.1812, dr. van Leendert Garbrantsz de Oude en Trijntje Jans |
88 | Mr Johann Heinrich (Johann Henrich, Johann Hinrich) Lampe, meesterkleermaker, ged. Eldagsen (ev.luth.) 29.7.1739, overl. Eldagsen 5.2.1814, zn. van Hermann Christoff Lampe en Anna Elisabeth Köhsels, is vader van Maria Louise ged. Eldagsen (ev.luth.) 19.8.1768 (get. Christian Webers, Marc Kaijsers), is vader van Johann Christoph ged. Eldagsen (ev.luth.) 1.5.1771 (get. Johann Hermann Christoph Lampe), is vader van Johann Hinrich ged. Eldagsen (ev.luth.) 2.1.1774 (get. Johann Diedrich Weber, Hinrich Jacob Meier), is vader van Sophie Maria Dorothea Leonore ged. Eldagsen (ev.luth.) 25.10.1776 (get. de vrouw van Johann Henrich Beilers, ofwel Anna Sophie Webers), is vader van Ilse Dorothea Eleonora ged. Eldagsen (ev.luth.) 13.8.1779 (get. Dorothea Webers), is vader van Carolina ged. Eldagsen (ev.luth.) 31.10.1781, is vader van Charlotte Wilhelmine ged. Eldagsen (ev.luth.) 22.1.1783 (get. Charlotte Fürstenau, Wilhelmine Meijer), is vader van Johann Christian Ludolph ged. Eldagsen (ev.luth.) 6.7.1785 (get. Kersting, Kesten, Keller), is vader van Johann Heinrich Friedrich Conrad ged. Eldagsen (ev.luth.) 25.7.1788 (get. Johann Heinrich Bruns, Johann Conrad Kohlmeijer), is vader van Johann Georg ged. Eldagsen (ev.luth.) 25.12.1791 (get. Johann Conrad Pröhl), is vader van Maria Sophie Eleonore ged. Eldagsen (ev.luth.) 10.3.1794 (get. Amalia Boderlich, Maria Eleonore Kurz), is verloofd met Ilse Louise Flentjen die overl. 30.5.1767 begr. Eldagsen (ev.luth.) 3.6.1767, tr. 1e Eldagsen (ev.luth.) 4.10.1767 (hij bijgestaan door Hermann Christoph Lampe, zij door Johann Christian Webers) met Ilse Maria (Maria) Webers, overl. Eldagsen 13.11.1781 op 40-jarige leeftijd, begr. ald. (ev.luth.) 15.11.1781, tr. 2e Eldagsen 24.2.1782 met |
89 | Anne Maria Louise (Marie Louise, Maria Louise) Kurz, leeft 5.1.1817 |
90 | Arnd Henrich (Arend, Arent) Wilker (Wilkes), jongman uit Dielingen, geb. 18.11.1745, ged. Dielingen (ev.luth.) 21.11.1745 (get. Arnd Henrich Türemann, Margreth Ilsabein Räbekers), lidmaat Purmerend (ev. luth.) 20.8.1774, overl. Purmerend 10.1.1808 (dan 60 jaar oud, ongehuwd, wonende aan de padjedijk, nalatende 5 kinderen), zn. van Johann Friderich Wilcker en Anna Ilsabein Apike alias Wilckers, is vader van Frerik ged. Purmerend (ev.luth.) 8.2.1776 (get. Willemptje Astman, haar familienaam onzeker), is vader van Willempje ged. Purmerend (ev.luth.) 16.2.1777 (get. Willempje Claus), is vader van Hendrik ged. Purmerend (ev.luth.) 1.11.1778 (get. Willempje Claus), is vader van Antje ged. Purmerend (ev.luth.) 15.10.1780 (get. Willempje Claus), is vader van Frederik ged. Purmerend (ev.luth.) 20.4.1783 (get. Willempje Claus), is vader van Antje ged. Purmerend (ev.luth.) 17.10.1784 (get. Willempje Claus), is vader van Frederik ged. Purmerend (ev.luth.) 6.12.1786 (get. Willempje Claus), is vader van Jan ged. Purmerend (ev.luth.) 15.3.1789 (get. Willempje Claus), is vader van Cornelis ged. Purmerend (ev.luth.) 5.7.1791 (get. Willempje Claus), is vader van Jannetje ged. Purmerend (ev.luth.) 20.7.1794 (get. Willempje Claus), is vader van Frederik Willem ged. Purmerend (ev.luth.) 30.4.1797 (get. Cornelia van Ree), tr. Purmerend (nederd. geref.) 20.11.1774, tr. ald. (ev. luth.) 20.11.1774 met |
91 | Hilletje Munnikhof (Munnikhoff), jongedochter uit de Beemster, lidmaat Purmerend (ev. luth.) 27.6.1771, overl. Purmerend 3.2.1807 (dan 55 jaar oud, gehuwd, nalatende 5 kinderen), dr. van Hendrik Munnikhoff en Grietje Janszen |
92 | Jean Christophe (Jean Christoph, Jean Christoffel, Johan Christoff) Kappel (Kapel), wonende in Amsterdam en later in Monnickendam, geb. Frankfurt am Main 2.7.1740, overl. Monnickendam 19.3.1819, is vader van Antoinette Elisabeth geb. Amsterdam 11.3.1783 ged. ald. (franse kapel, rooms kath.) 11.3.1783 (get. Gille Henri Michelai, Elisabeth Choupie), is vader van Anna Maria geb. Amsterdam 20.9.1784 ged. ald. (franse kapel, rooms kath.) 20.11.1784 (get. Jacob Raven), is vader van Anne Marie geb. Amsterdam 1.3.1786 ged. ald. (franse kapel, rooms kath.) 1.3.1786 (get. Jean Baptiste Areins, Anna Maria Areins geb. Louis), is vader van Marie geb. Amsterdam 24.9.1787 ged. ald. (franse kapel, rooms kath.) 24.9.1787 (get. Angelbert Marchal, Marie Delsaux), is vader van Jeanne Elisabet geb. Amsterdam 21.5.1789 ged. ald. (nieuwe waalse kerk, waals herv.) 24.5.1789 (get. Jean Allexis Chevaliet, Jeanne Elisabet Chevaliet), is vader van Christiaan Christoffel geb. Amsterdam 2.5.1792 ged. ald. (nieuwe waalse kerk, waals herv.) 6.5.1792 (get. Christiaan Sauer, Anna Konionta Weeiandt), tr. met |
93 | Marie Anne (Anna Maria) Foukau (Voekole) alias Chevalier, ged. Lunéville (rk) 22.11.1749, overl. Monnickendam 7.7.1823, dr. van Gentien (Jean) Foucault alias Chevalier en Anne Marie Voignier, blijkens haar overlijdensakte een dr. van Jean Foukau en Anna Maria Chaullier en geb. Lunéville 12.3.1753 maar dat is maar ten dele juist |
94 | Volkert (Folkert) Harmsen de Vries, geb. Neufunnixsiel, ged. Funnix (ev. luth.) 26.2.1730, wordt op 30.3.1752 lidmaat van de ev. luth. gemeente in Purmerend, is dan tuinmansknecht op Alewijns plaats in de Beemster (lidmatenreg. Purmerend ev. luth.), watermolenaar in de derde molen van de draaijoordergang in de Beemster, overl. Beemster 30.12.1811, zn. van Volkert (Folkert) Harms (Harmse) en Himke (Hemke) Hillrichs (Volkerts), is vader van Hilletje ged. Purmerend (ev.luth.) 16.10.1763, is vader van Willem ged. Purmerend (ev.luth.) 19.5.1765 (get. Helena Mulder), is vader van Dirk ged. Purmerend (ev.luth.) 23.8.1767 (get. Helena Mulder), is vader van Trijntje ged. Purmerend (ev.luth.) 20.7.1769 (get. Helena Mulders), is vader van Margrietje ged. Purmerend (ev.luth.) 6.4.1772 (get. Margrietje Jadikes), is vader van Lijsbet ged. Purmerend (ev.luth.) 31.7.1785 (get. Hilletje de Vries), is vader van Maria ged. Purmerend (ev.luth.) 22.7.1787 (get. Hilletje de Vries), is vader van Volkert ged. Purmerend (ev.luth.) 1.2.1.1789 (get. Hilletje de Vries), is vader van Elsje ged. Purmerend (ev.luth.) 8.9.1791 (get. Trijntje de Vries), tr. 1e Purmerend (ev. luth.) 4.4.1762 met Lijsbet Willemse alias Lijsbet de Vries, jongedochter van Oostfriesland, otr. 2e Purmerend (ev. luth.) 17.10.1784, tr. Beemster (nederd. geref., met aantekening in het ev. luth. trouwregister van Purmerend) 31.10.1784 met |
95 | Catharina Saalberg (Salemberg, Salembien, Zaalburg), watermolenaresse, geb. Esens (D) 26.8.1758, overl. Beemster 18.9.1836, zuster van Taade (Thade, Taade) Saalberg die is overl. Purmerend 12.9.1828, dr. van Johann Stephan Saalberg en Elsche Margretha Taden |
96 | Cornelis Ariensz Langendoen, geb. Zwartewaal 30.9.1770, ged. ald. (nederd. geref.) 7.10.1770 (getuige Stijntje Bakkers), zn. van Arij Langendoen en Maertje Jans van Eijs, tr. 2e Zwartewaal 17.8.1811 met Cornelia van Zwanenburg, bij haar trouwen dienstmaagd, dr. van Cornelis van Zwanenburg en Margritie Smit, otr. 1e Zwartewaal (gerecht) 8.4.1796, tr. ald. (gerecht) 30.4.1796 met |
97 | Cornelia Jans Stellenaar, geb. Zwartewaal 22.6.1772, ged. ald. (nederd. geref.) 28.6.1772 (getuigen Pieter Kortenbout, Margrietje Smit), overl. ald. 12.11.1809, dr. van Jan Jansz Stellenaar en Pietertje Krijne Kortenbout |
98 | Klaas Cornelisz Troost, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 7.10.1764 (getuige Maartje Pieters van Bodegom), overl. Zwartewaal 11.6.1805, bij zijn huwelijk wonende in Zwartewaal, zn. van Cornelis Troost en Neeltje van Hamburg, otr. Zwartewaal (kerk, gerecht) 6.9.1800, tr. ald. (kerk, gerecht) 25.9.1800 met |
99 | Maartje Jans van der Hoeven, geb. Zwartewaal 26.3.1769, ged. ald. (nederd. geref.) 2.4.1769 (getuigen Johannes Kortenbout, Elisabeth Kortenbout), overl. Zwartewaal 25.5.1805, dr. van Jan Jansz van der Hoeven en Pietertje Krijne Kortenbout, otr. 1e Zwartewaal (nederd. geref.) 30.3.1792 met Willem van der Zee |
100 | Pieter Karelsz Maurits, scheepsmaker, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 26.8.1781 (getuige Aaltje Pieters 't Hek), overl. ald. 11.5.1864, zn. van Karel Maurits en Johanna van Adrichem, otr. Vlaardingen (gerecht) 8.11.1805 met |
101 | Anna Pieters Bruggeling, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 25.2.1781 (getuige Neeltje Lammesse de Jong), overl. ald. 10.8.1851, dr. van Pieter Barendsz Bruggeling en Neeltje Jacobs de Jong |
102 | Dirk Dirksz Rodenburg, bouwman, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 27.10.1776 (getuige Trijntje van Zanten), overl. ald. 26.1.1855, zn. van Dirk Rodenburg en Arentje van Zanten, otr. Vlaardingen (gerecht) 21.5.1803 met |
103 | Willemijna Gijsbrechts Verschuur, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 7.7.1782 (getuigen Lambertus van der Laar en Trijntje Verschuur), overl. ald. 9.8.1835, dr. van Gijsbrecht Kasparsz Verschuur en Reimpje Aalberts Vink |
104 | Lucas Jansz van der Pijl, visser, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 8.6.1777 (getuigen Lucas van Emden en Hendrina de Man), overl. Zwartewaal 23.4.1840, zn. van Jan Korse van der Pijl en Hilletje van Embden, tr. Zwartewaal 18.10.1797 met |
105 | Cornelia Pieters Valkenier, ged. Maassluis (nederd. geref.) 22.3.1778, overl. Zwartewaal 3.9.1835, dr. van Pieter Valkenier en Adriaantje Lagerstee |
106 | Willem Cornelisz Verschoor, geb. Zwartewaal 31.7.1785, ged. ald. (nederd. geref.) 7.8.1785, zn. van Cornelis Jansz Verschoor en Nelletje Willems Poldervaart, tr. Zwartewaal 12.12.1807 met |
107 | Leentje Rokus Berkhout, geb. Zwartewaal 17.9.1786, ged. ald. (nederd. geref.) 24.9.1786, overl. Heenvliet 19.7.1811, begr. Zwartewaal 23.7.1811, dr. van Rokus Dirksz Berkhout en Johanna Kastelein |
108 | Cornelis Daniël van Krieken, jongman van IJsselstein, ged. IJsselstein (nederd. geref.) 17.9.1783, commandeur bij de marine, koopt op 9.4.1809 van Jan de Jong een huis in de nieuwstraat te Hellevoetsluis (trouwboek Hellevoetsluis gerecht), overl. Hellevoetsluis 29.11.1859, zn. van Daniël van Krieken en Catharina van Rhee, otr. Hellevoetsluis (gerecht) 1.1.1809 tr. ald. (gerecht) 15.1.1809 met |
109 | Jannetje Jans Kievit, jongedochter van Goedereede, geb. Goedereede 22.11.1785, ged. ald. (nederd. geref.) 7.12.1785 (getuige Aagje Johannesse van der Beek), overl. Hellevoetsluis 20.1.1860, dr. van Jan Krijnse Kievit en Jannetje Arens Witte |
111 | Geertje Bakker, geb. Sliedrecht 10.7.1796, ged. ald. (nederd. geref.) 19.7.1796, dr. van Pieter Ariensz Bakker en Ariaantje Gerrits Bot |
112 | Adriaan Jonker, doopsgezind, begr. Wormerveer 7.5.1803 (grafnr. 136), blijkens het huwelijkscontract van zijn dochter Neeltje Jonker met Pieter Korver te Uitgeest op 3.5.1829 is hij een zn. van Jan Baartsz Jonker en Neeltje Jacobs Dinkel (haar naam is onjuist, voor juiste filiatie zie ONA Wormerveer inv.5745 akte 25 d.d. 19.1.1793), verkoopt op 1.12.1791 aan Simon Pietersz Root wonende te Krommenie een huis en erf staande en gelegen te Krommenie op t weijver belend ten westen Jan Klaasz Ooms ten oosten Klaas Baltusz voor een bedrag van 250 gulden (ORA Krommenie 1413 fol.166 d.d. 1.12.1791), koopt op 2.2.1792 van Alewijn van Richteren een huis staande en gelegen te Wormerveer aan de weg en de zaan, belend ten zuiden Cornelis Kuijper en ten noorden Vasterd Vas, voor een bedrag van 2000 gulden, op voorwaarde dat hij de woning voor brandschade zal verzekeren (RA Westzaan inv.1612 fol.46v d.d. 2.2.1792), is vader van Jan geb. ca. 1792 die volgt, is vader van Neeltje geb. 26.10.1794 ged. ald. (nederd. geref.) 23.11.1794 overl. Zuid- en Noord-Schermer 30.12.1833 tr. Uitgeest met Pieter Korver, is vader van Klaas, broodbakkersknecht, geb. ca. 1797 overl. Oude Niedorp 10.7.1821, is vader van Trijntje geb. Wormerveer 27.12.1798 ged. ald. (nederd. geref.) 1.1.1799 tr. Wieringerwaard 18.4.1824 met Jan Vonk, tr. Wormerveer (nederd. geref., huwelijkscontract zie GAZ NA 1791, fol.182, testament fol.185) 21.8.1791 met |
113 | Maartje Cornelis van Nek, ged. Wormerveer (nederd. geref.) 26.3.1758, begr. ald. 10.6.1802 (grafnr. 136), weduwe van Jacob Klaasz Dekker (GAZ NA 1791, fol.181), dr. van Cornelis Jansz van Nek en Antje Willems Huijberts |
114 | Cornelis Pietersz Nool, katholiek, ged. Noordeinde (rk) 11.7.1761 (get. Guurtie Wanders), overl. ald. 30.4.1842 (in zijn overlijdensakte staat vermeld dat hij op het moment van overlijden 67 jaar oud was en een zn. was van Pieter Nool en Maartje Bakker maar omdat noch een huwelijk tussen Pieter en Maartje noch een doop ca. 1767 is aangetroffen wordt verondersteld dat deze gegevens onjuist zijn; voorts een vermelding in de registre civique van zijn geboortedatum, te weten 1.6.1762, het beroep van landbouwer uitoefende, wat eveneens niet lijkt te passen), zn. van Pieter Cornelisz Nool en Grietje Wanders, tr. met |
115 | Grietje Klaas van der Woude, ged. Driehuizen (nederd. geref.) 29.1.1764, overl. ald. 11.9.1826, dr. van Klaas Cornelisz van der Woude en Hendrikje Hendriks Duijnmaijer |
116 | Jan Arijsz Alblas, burgemeester te Schermerhorn, geb. Muiden 13.10.1776 (registre civique schermerhorn vermeldt 11.10.1776), overl. Schermerhorn 5.5.1828, zn. van Arij Alblas en Adriana Sentes, tr. met |
117 | Aafje Jans Gem, ged. Hoorn (nederd. geref.) 11.3.1774, overl. Schermerhorn 29.5.1861, dr. van Jan Jacobsz Gem en Trijntje Jans Geusebroek |
118 | Klaas Cornelisz Jonges, ged. Jisp (nederd. geref.) 27.3.1746 (getuige Neeltje Jans), overl. ca. 1802, zn. van Cornelis Klaasz Jonges en Grietje Cornelis, tr. 1e Jisp (gerecht) 13.10.1781, tr. ald. (gerecht) 28.10.1781 met IJtje (Eitje) Heijje (Hein, Haijje, Heijtes), jongedochter van Jisp, otr. 2e Jisp (nederd. geref.) 22.1.1791, tr. ald. (nederd. geref.) 7.2.1791 met |
119 | Rebecca Dirks Lakeman, boerin, ged. Jisp (nederd. geref.) 6.3.1768, overl. Jisp 15.2.1847, dr. van Dirk Lakeman en Jannetje Witbaart, otr. 2e Jisp (gerecht) 14.1.1791, tr. ald. (gerecht, nederd. geref.) 30.1.1803 met Hendrik van Straaten, jongman van Jisp, tr. 3e Jisp 4.12.1814 met Klaas Pranger, landman, geb. Wormer 17.2.1788, ged. Westzaandam (ev. luth.) 17.2.1788 (getuige Jannetje Jansz), overl. Jisp 1.10.1872, zn. van Hendrik Pranger en Marijtje Hak, hij tr. 2e met Antje Baars, doopsgezind, dienstbode, geb. Wormer 13.8.1815, dr. van Jan Baars en Bregtje Groen |
120 | Cornelis Dirksz van 't Hof, ged. Assendelft (nederd. geref.) 25.6.1758, zn. van Dirk Gerritsz van 't Hof en Maartje Cornelis Verdonk, tr. 1e Assendelft impost 10.5.1783 met Jannetje Cornelis Smit, tr. 2e Assendelft impost 11.2.1792 met |
121 | Trijntje Klaas Hos, ged. Assendelft (nederd. geref.) 25.12.1769, dr. van Claes Pietersz Hos en Antje Pieters Oot |
122 | Jan Claasz Blokker, geb. Akersloot (registre civique ald.) 30.3.1766, ged. ald. (nederd. geref.) 31.3.1766 (getuige Katharina Helderman), schuitenmaker, landman, overl. ald. 27.12.1830, zn. van Klaas Blokker en Maartje Admiraal, tr. Akersloot 15.10.1791 met |
123 | Trijntje Jans Stadegaart, ged. Akersloot (nederd. geref.) 17.9.1769, overl. ald. 8.3.1828, dr. van Jan Stadegaart en Trijntje Duijtseboer |
124 | Pieter Cornelisz Oud (Out), geb. (registre civique zuid-schermeer) 6.12.1767, ged. Grootschermer (nederd. geref.) 13.12.1767, overl. Zuid- en Noord-Schermer 18.1.1847, zn. van Cornelis Pietersz Out en Antje Jacobs Heijnis, tr. met |
125 | Krijntje (Crijntje) Maartens Kriek, ged. Grootschermer (nederd. geref.) 14.6.1772, overl. Zuid- en Noord-Schermer 13.8.1849, dr. van Maarten Jansz Kriek en Antje Aartes Hensberg |
126 | Pieter Klaasz Kemp, bakker, ged. Graft (nederd. geref.) 20.11.1757, overl. ald. 20.3.1817, zn. van Klaas Dirksz Kemp en Trijntje Ollebrants, otr. Graft civiel 18.9.1784 met |
127 | Grietje Jacobs Eelman, ged. Graft (nederd. geref.) 11.3.1764, overl. ald. 7.10.1828, dr. van Jacob Pietersz Eelman en Impje Cornelis |
Generatie VIII |
|
132 | Garbrant (Garment) Florisz Houwertjes, visser, ged. Assendelft (nederd. geref.) 16.3.1760, woont aanvankelijk in Oostknollendam, koopt op 6.11.1783 Grietje Bijvoet de weduwe van Cornelis Jansz Pot en diens erfgenamen een huis, erf, koestal en hooiberg te Krommenie op t weijver oversloot belend ten westen en ten oosten de weduwe van Jan Oosterhoorn alsmede 7 morgen 184 roeden land gelegen in de westzaner polder onder de banne van Krommenie voor een bedrag van 375 gulden gereed geld (ORA Krommenie 1413 fol.123 d.d. 6.11.1783), overl. Krommenie 16?.6.1800, zn. van Floris Garbrandsz Houwertjes en Maartje Pieters Korver, tr. Wormerveer 2.6.1782 met |
133 | Aagje Wijbrands Groot, ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 28.8.1757, impost begr. Krommenie 6.5.1795, dr. van Wijbrand Jacobsz Groot en Hermina Pieters Leusink. |
134 | Gerrit Gerritsz Plooijer, jongman van de kerkbuurt, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 15.9.1756, overl. ald. 25.11.1833, zn.v. Gerrit Gerritsz Plooijer en Aagje Alberts Cat, otr. Oostzaan (nederd. geref.) 3.11.1780, tr. ald. (nederd. geref.) 19.11.1780 met |
135 | Grietje Hendriks Rietvoort, jongedochter van de kerkbuurt, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 28.1.1759, overl. ald. 6.4.1820, dr. van Hendrik Reijniersz Rietvoort en Antje Jans Schouten |
136 | Gerrit Willemsz Bas, geb. ca. 1746, wonend in Markenbinnen, zn. van Willem Jacobsz Bas en Aagje Jans Waagmeester, tr. 2e Graft impost 6.7.1780 met Trijntje Klaas Knegt, jongedochter van Oostgraftdijk, tr. 3e Uitgeest impost 23.9.1781 met Sijtje Jans van 't Hof, weduwe van Markenbinnen, begr. ald. 7.11.1781, tr. 1e Uitgeest impost 19.8.1770 met |
137 | Geertje Claas Bant, ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 5.11.1741, begr. Markenbinnen 3.7.1777, dr. van Claas Cornelisz Bant en Grietje Reijers |
138 | Jacob Jansz de Ruijter, wonende in het zuideinde van Oostzaan, ged. Purmerland (nederd. geref.) 28.7.1750, begr. Oostzaan impost 23.10.1782 (aangifte door Albert de Ruijter), zn. van Jan Albertsz de Ruijter en Grietje Jacobs Zomer, tr. 1e Oostzaan (nederd. geref.) 22.5.1774 met Geertje Jans bij 't Vier, jongedochter van het zuideinde, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 16.10.1746, impost begr. ald. 18.12.1777 (aangifte door Hendrik Sopjes), dr. van Jan bij ’t Vier en Trijntje Klaas Kat, tr. 2e Oostzaan (nederd. geref.) 26.4.1778 met |
139 | Maritje Gerrits Buijs, jongedochter van het weerpad, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 13.9.1752, dr. van Gerrit Claesz Buijs en Trijntje Hendriks |
140 | Auwel Pietersz Prins, geb. ca. 1758, ged. De Rijp (doopsgez.) 21.3.1779, overl. Oostgraftdijk in het Camerhop 27.10.1787, begr. Graft 31.10.1787, zn. van Pieter Auwelsz Prins en Maartje Jans Waagmeester, otr. Graft civiel 6.4.1776, tr. ald. 21.4.1776 met |
141 | Neeltje Pieters Kunst, boerin, ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 23.5.1756, ged. De Rijp (doopsgez.) 25.3.1781, overl. Jisp 20.1.1831, dr. van Pieter Maartens Kunst en Grietje Adriaans Wortel, zij hertr. met Jelle Cornelisz Maas |
142 | Roelof Roelofsz van Natten, ged. Wormer (nederd. geref.) 5.5.1743, zn. van Roelof Roelofsz van Natten en Ariaantje Nannings, tr. 1e met Lijsbeth Hendriks Groot, ged. Wormer (nederd. geref.) 19.3.1741, dr. van Hendrik Cornelisz Groot en Hester Engels, tr. 2e met |
143 | Lijsbeth Jans van den Heuvel, ged. Wormer (nederd. geref.) 3.1.1741, dr. van Jan Hendriksz van den Heuvel en Neeltje Klaas |
144 | Wijbrand Jacobsz Groot, geb. Oostknollendam 10.9.1733, ged. ald. (nederd. geref.) 13.9.1733 (getuige Stijntje Adriaans), overl. ald. 2.9.1794 (aantekening in doopboek Knollendam), zn. van Jacob Aldertsz en Guurtje Sijmons, tr. met |
145 | Hermina Pieters Leusink, ged. Lochem (nederd. geref.) 7.12.1732, overl. Oostknollendam 3.12.1794 |
146 | Willem Jacobsz Hoek alias Wortel (RAA RA 6341, fol.8), ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 13.12.1744, begr. Stompetoren 7.4.1800, zn. van Jacob Willemsz Hoeck en Maartje Gerrits Wortel, tr. 2e Zuidschermer (nederd. geref.) 10.8.1783 met Neeltje Bancras (Bankerds), ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 14.11.1762, overl. Schermeer gem. Akersloot 8.9.1831, dr. van Bancras Cornelisz en Aaltje Pieters Visser, zij hertr. Zuid- en Noord-Schermer impost 13.2.1801 met Pieter Opdam, geb. Noord-Scharwoude ca. 1763, overl. Noord-Schermeer, impost begr. Schermerhorn 12.3.1807 (aangifte Cornelis Bankras), tr. 1e (nederd. geref.) Stompetoren 29.10.1768 met |
147 | Trijntje Adams Luijken, ged. Stompetoren (nederd. geref.) 1.3.1751, overl. in de Noord-Schermeer voor 13.1.1783 (RAA RA 6341, fol.8), dr. van Adam Jurgensz en Maartje Jans |
148 | Pieter Krijnsz Heijnis, geb. Grootschermer 13.11.1738, zn. van Krijn Jansz Heijnis en Maartje Pieters Schram, tr. met |
149 | Grietje Cornelis Volger, ged. Stompetoren (nederd. geref.) 2.9.1742, dr. van Cornelis Dirksz Volger en Guurtje Klaas |
150 | Aldert Arisz Groot, ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 28.4.1754, overl. ald. 11.4.1809, zn. van Aris Aldertsz en Grietje Aris, tr. met |
151 | Guurtje Gerrits Haantjes, ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 22.2.1756, dr. van Gerrit Gerritsz Haantjes en Antje Jans van Straten |
152 | Jasper Klaasz Reijne, doopsgezind, geb. Krommenie 2.3.1740, koopt op 28.8.1772 voor een bedrag van 155 gulden van Pieter Sparreboer een huis erf ald. staande en gelegen op de heijlige wegh belend de koper ten westen en Cornelis Swart ten oosten (ORA Krommenie 1413 fol.151v d.d. 28.8.1772), overl. ald. 11.1.1782, begr. ald. 15.1.1782, zn. van Klaas Jaspersz Reijne en Agie Huijbers, tr. (mutueel testament zie ONA Krommenie inv.3075 akte 651 d.d. 15.12.1772) met |
153 | Dieuwertje Jacobs Kaper, geb. Krommeniedijk 28.3.1748, ged. ald. (doopsgez.) 27.3.1769, overl. Krommenie 2.5.1803 (verdronken), begr. ald. 4.5.1803, dr. van Jacob Simonsz Kaper en Niesje Baarts |
154 | Jan Cornelisz Leguijt, ged. Beemster (nederd. geref.) 11.3.1736, overl. ald. 16.2.1796, zn. van Cornelis Jansz Leguijt en Trijntje Jans de Vries, otr. Beemster 15.2.1761 met |
155 | Fokeltje Pieters Slinger, ged. Beemster (nederd. geref.) 9.8.1739, overl. Assendelft 16.2.1796, dr. van Pieter Jansz Slinger en Aagje Jans Binnenwijzen |
156 | Douwe Wiebes (Wijbes), geb. ca. 1743, laat tussen 1769 en 1774 kinderen dopen te Balk, laat in 1777 een kind dopen te Sloten, vanaf 1780 vermeld te IJlst, overl. IJlst 23.1.1808 (dan 64 jaar oud, zie huwelijksbijlagen dochter Wijbkjen Douwes van der Zee, tr. IJlst 8.5.1819 met Siebren Hanzes van der Bank), tr. 2e IJlst (gerecht) 11.3.1787 met Iebeltje Ottes, tr. 3e IJlst (nederd. geref.) 5.12.1790 met Feijkjen Jans Bouma, tr. 1e met |
157 | Janke Tjallings (Tjiallings), overl. IJlst ca. 1786 |
158 | Jacob Gerbensz Bootsma, ged. IJlst (nederd. geref.) 8.9.1754, zn. van Gerben Walles Bootsma en Hiltje Jacobs Bootsma, otr. Schoterland (nederd. geref.) 26.11.1775, tr. IJlst (nederd. geref.) 3.12.1775, zij met consent van haar vader Thomas Wijpkes (trouwen civiel IJlst, inv.2, d.d. 16.11.1775) met |
159 | Berber Thomas (Toomas), afkomstig van Heerenveen, geb. ca. 1755, vanuit de doopsgezinde gemeente tot de hervormde gemeente van IJlst toegelaten op 15.11.1778 |
160 | Hendrik Roels, op 15.5.1749 met attestatie van Beetsterzwaag naar Rotsterhaule (lidmatenreg. Sintjohannesga-Delfstrahuizen-Rohel-Rotsterhaule nederd. geref.), ged. Heerenveen (nederd. geref.) 7.5.1719, overl. Rotsterhaule 31.10.1759, zn. van Roelof Jans en Antje Johannes Born, tr. Sintjohannesga (nederd. geref.) 29.3.1750 met |
161 | Hendrikje (Hendrikjen, Henrijkjen) Jelles, geb. 28.5.1722, ged. Doniawerstal (nederd. geref.) 7.6.1722, belijdenis 11.2.1751 (lidmatenreg. Sintjohannesga-Delfstrahuizen-Rohel-Rotsterhaule nederd. geref.), dr. van Jelle Hendriks en Seike Jans, zij tr. 2e Sintjohannesga (nederd. geref.) 25.12.1761 met Jacob Harmens, op 14.12.1761 met attestatie van Giethoorn naar Rotsterhaule (lidmatenreg. Sintjohannesga-Delfstrahuizen-Rohel-Rotsterhaule nederd. geref.) |
162 | Pijter Pijters Swigt, is vader van Jan ged. Hemrik-Lippenhuizen-Terwispel (nederd. geref., het kind 3 weken oud) 5.5.1748, is vader van Eelkjen ged. Hemrik-Lippenhuizen-Terwispel (nederd. geref., het kind 6 weken oud) 20.9.1750, tr. met |
163 | Auk (Aauk) Jans |
164 | Cornelis (Cornelus) van Kampen (van Campen, van Kappen, van Kempen), houtzager, jongman van Bennekom, bij zijn huwelijk wonende te Vianen, na zijn huwelijk wonende te Utrecht buiten de wittevrouwenpoort, vermeld ald. vanaf 7.9.1740 (doopboek nederd. geref. ald.), vanaf 28.3.1751 vermeld te Amsterdam (doopboek nederd. geref. ald.), wonende aan de cadijk ald., leeft 3.8.1770 (doopboek nederd. geref. Amsterdam), zn. van Willem Hendricksen van Campen en Willemijn Gerrits Roseboom, zijn doop is niet aangetroffen ald., waarschijnlijk ten gevolge van de vele omissies die het doopboek rijk is en dat achter in het doopboek door latere getuigenissen slechts deels is rechtgezet, is vader van Willemijntje ged. Vianen (nederd. geref.) 10.1.1737, is vader van Willem ged. Vianen (nederd. geref.) 17.8.1738, is vader van Johannus Willem ged. Vianen (nederd. geref.) 19.8.1739, is vader van Willem ged. Utrecht (nederd. geref.) 7.9.1740, is vader van Willemina ged. Utrecht (nederd. geref.) 10.11.1743, is vader van Hendrina ged. Amsterdam (nederd. geref., amstelkerk) 12.6.1748 (get. Gerrit van Campen, Willemina Roseboom), is vader van Hendrik ged. Amsterdam (nederd. geref., amstelkerk) 28.3.1751 (get. Gerrit van Campen, Arnolda van Campen), otr. Vianen (nederd. geref.) 31.4.1735, tr. Utrecht (nederd. geref.) 8.5.1735 met |
165 | Margaretha (Margrietie, Grietje, Margrieta, Mallegrietie, Grietie, Margrita) Veerman (Vermaen, Verman, Voerman), jongedochter van Jaarsveld, ten tijde van haar huwelijk wonende te Vianen, begr. Amsterdam (Karthuizer kerkhof) 20.11.1787 |
166 | Christiaen Willem (Christiaan) Harnis (Harnesch, Harmens), afkomstig van Eisleben (nabij Leipzig), geb. ca. 1703, wonende op marken (voormalig eiland binnen de stadsgrenzen van Amsterdam, ook valkenburg genoemd, ter hoogte van de huidige markensteeg), is vader van Hans Christiaan ged. Amsterdam (ev.luth.) 8.12.1728 (get. Martinus Bernart Keerse, Cathrina Langenbergh), is vader van Johannes Christiaan ged. Amsterdam (ev.luth.) 15.8.1732 (get. Johannes Bormeester, Catrina de Wolf), is vader van Johan Christiaan ged. Amsterdam (ev.luth.) 12.1.1734 (get. Johan Hendrik Hockom, Philippina van der Baden), otr. Amsterdam (nederd. geref.) 21.7.1730, dan weduwnaar van Anna Maria Eekers, met Maria Wenkhuijs (Winkhuijse), jongedochter van Osnabrück, geb. ca. 1703, ten tijde van haar huwelijk wonende te Amsterdam op de kadijk en geassisteerd door Maria Eekers, otr. Amsterdam neder. geref.) 18.12.1732 (Christiaan dan wonende bij de weesperpoort) met Eva Jans, geb. ca. 1708 wonende op kattenburg en bijgestaan door haar vader Jan Bart, nadien relatie met |
167 | Grietje (Grietie) de Koning (de Konig, de Kooning), ged. Amsterdam (zuiderkerk, nederd. geref.) 13.10.1728, overl. Amsterdam 17.3.1802 (vrouwenziekenhuis van het sint pietersgasthuis), dr. van Jan de Koning en Marritie Martens, krijgt nadien een relatie met Hendrik Bos, waaruit Hendrik ged. Amsterdam (nederd. geref., oude kerk) 14.12.1753 (get. Jan de Koning, Mietje Martens) |
172 | Klaas (Claas) Jacobsz Beets, wonende in de Beemster onder Kwadijk, ged. Beemster (nederd. geref.) 29.9.1709, begr. Kwadijk (nederd. geref.) 20.4.1764, zn. van Jacob Claasz Beets en Grietje Maartens, tr. met |
173 | Geertje Maartens Klerk, ged. Beemster (nederd. geref.) 8.3.1722, begr. Kwadijk (nederd. geref.) 2.9.1758, dr. van Maarten Jans Klerk en Maartje Jans |
174 | Leendert Garbrantsz de Oude, wonende in de Beemster aan de rijperweg tussen de middenweg en de nekkerweg, nadien in Middenbeemster, ged. Beemster (nederd. geref.) 11.2.1714, zn. van Garbrant Sakelsz de Oude en Maartje Leenderts, tr. 2e met Aegje Vos (lidmatenregister Beemster nederd. geref. anno 1746), doch in het doopboek wordt zij steevast Aafje Jacobs genoemd, tr. 1e met |
175 | Trijntje Jans Donker, ged. Kwadijk (nederd. geref.) 30.11.1721, belijdenis Beemster (nederd. geref.) 5.9.1742, begr. Beemster (nederd. geref.) 19.8.1747, na haar overlijden worden Claas Kock (later genoemd Klaas Jansz Kock) en Jan Garmentsz (later genoemd Jan Garbrantsz de Oude) aangesteld als voogden (weesboek Beemster fol.134), dr. van Jan Harmensz Donker en Neeltje Outgers |
176 | Mr Herman Christoff (Herman Christoph, Christoff) Lampe (Lampen), meesterkleermaker, is in 1755 51 jaar oud en heeft dan thuis wonen een zoon van 16 jaar oud en een dochter van 22 jaar oud (volkstelling Eldagsen, het zal gaan om de dochter Cathrina Magdalena begr. Eldagsen 24.1.1767 en om zoon Johan Heinrich), overl. 19.10.1775, begr. Eldagsen (ev.luth.) 21.10.1775, zn. van Hans Hinrich Lampen en Magdalena Elisabeth Ohlendorff, is vader van Cathrina Magdalena ged. Eldagsen (ev.luth.) eerste pinksterdag 1725 (get. de moeder van vader en de vrouw van Thomas Katz), is vader van een dochtertje begr. Eldagsen (ev.luth.) 4.6.1725, is vader van Ilsabe Catrina begr. Eldagsen (ev.luth.) 26.11.1728 (2 jaar 8 maanden oud), is vader van een zoon begr. Eldagsen (ev.luth.) 24.1.1730 (2 jaar oud), is vader van Johan Heinrich ged. Eldagsen (ev.luth.) 2.9.1739 (get. de zwager van vader genaamd Johan Heinrich D.), tr. Eldagsen (ev.luth.) 1723 met Maria Elisabeth Hues, begr. Eldagsen (ev.luth.) 5 trin. (rond augustus) 1729, afkomstig van Wülfingen, dr. van Ernst Christoff Hues schoolmeester en organist ald., tr. Eldagsen (ev.luth.) 20.1.1730 zij bijgestaan door Herman Köhsels) met |
177 | Anna Elisabeth Köhsels (Kösel), ged. Eldagsen (ev.luth.) 23.10.1706, begr. Eldagsen (ev.luth.) 12.12.1748 (overleden in het kraambed, dan 31 jaar oud maar dat kan niet kloppen), dr. van Hermen Kösel |
180 | Johann Friderich (Johan Friderich, Friderich Henrich) Timann (Tieman) alias Wilcker (Wilcke), geb. 23.12.1716, ged. Dielingen (ev.luth.) 27.12.1716 (get. Johan Eberh. Timann, Johan Fridr. Pohlmeijers alias Langelohn, Margaretha Elsabein Pohlmeijers geb. Bucks), begr. Dielingen (ev.luth.) 29.5.1760 (is dan 43 jaar), dr. van Johann Henrich Timann alias Strackenbroock en Catharina Maria Pohlmeijers, is vader van Henrich Philip ged. Dielingen (ev.luth.) 13.9.1744 (get. Henrich Philip Pohlmeijer, Johann Henrich Apke, Margaretha Elisabeth Meijers), is vader van Arnd Henrich ged. Dielingen (ev.luth.) 21.11.1745 (get. Arnd Henrich Türemann, Margreth Ilsabein Räbekers), is vader van Eberhardina Margretha ged. Dielingen (ev.luth.) 17.3.1748 (get. Anna Margretha Vornholz, Eberhardina Greteke Ohneweders, Johann Friderich Strackenbroock), is vader van Catharina Maria ged. Dielingen (ev.luth.) 31.3.1750 (get. Agnesa Maria Pohlmeijers, Anna Catharina Tiemanns, Cord Herm. Kruse), is vader van Cord Henrich ged. Dielingen (ev.luth.) 28.11.1751 (get. Cord Henrich Hasekampf, Cord Henrich Weber, Catrin Marg. Meijers), is vader van Clamer ged. Dielingen (ev.luth.) 15.2.1754 (get. Clamer Tiemann), is vader van Johann Henrich ged. Dielingen (ev.luth.) 9.1.1757 (get. Johann Clamor Gräver), is vader van Frans Friderich ged. Dielingen (ev.luth.) 20.1.1760 (get. Frans Friderich Schlüter), tr. Dielingen (ev.luth.) 24.9.1742 met |
181 | Catharina Ilsabein (Catrin Ilsabein) alias Anna Ilsabein (Anna Elisabeth) Apike alias Wilckers (Wilckern), geb. 12.1.1724, ged. Dielingen (ev.luth.) 16.1.1724 (get. Anna Elsabein Apiken, Anna Elsabein Martens, Johann Greber), begr. Dielingen (ev.luth.) 29.11.1787 (dan oud 64 jaar), dr. van Johann Hermann Apike alias Wilcker en Anna Elsabein Wilcker |
182 | Hendrik Munnikhoff (Munnik), wonende in de Beemster, is vader van Antje ged. Purmerend (ev.luth.) 4.6.1752 (get. Willempje Janze Heus vrouw van Jan van 't Morg?), is vader van Jan ged. Purmerend (ev.luth.) 29.6.1754 (get. Willempje Timijer vrouw van Jan Timijer), is vader van Frederik ged. Purmerend (ev.luth.) 21.12.1757 (get. Willempje Tiemijer), is vader van Hendrik ged. Purmerend (ev.luth.) 25.12.1759 (get. Willemje Janzen), mogelijk gelijk aan of een broer van Hans Hendrik Munnik (lidmatenreg. Purmerend ev. luth. 6.4.1754) of Joost Hendrik Munnickhoff (lidmatenreg. Purmerend ev. luth. 5.4.1757) die beiden afkomstig waren uit het graafschap Schaumburg, tr. met |
183 | Grietje Janszen alias Grietje Munnikhoff |
186 | Gentien (Jean) Foucault (Foucot, Fouquaut) alias Chevalier (Chevallier), ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 5.3.1711, zn. van Gentien Foucault en Marie Furet, is vader van Jean Alexis ged. Lunéville (rk) 6.3.1739 (get. Alexis Belcourt, Marie Richard), is vader van Magdelaine ged. Lunéville (rk) 11.8.1740 (get. Claude Pinger, Magdelaine Ury), is vader van Marguerite ged. Lunéville (rk) 11.5.1742 (get. George Bonneman, Marguerite Pelot), is vader van Marie ged. Lunéville (rk) 18.3.1744 (get. Joseph Meuse, Marguerite Rebour), is vader van Elizabeth ged. Lunéville (rk) 12.8.1745 (get. Nicolas Guillaume, Elizabeth Hupert), is vader van Marie Barbe ged. Lunéville (rk) 24.9.1748 (get. Lowi compte Domski gentil homme du Roy de Pologne ofwel Ludwik Karol Dambski die als kamerheer aan het hof te Lunéville diende onder Stanislas Lesczynski koning van Polen en hertog van Lotharingen en die een zn. was van Kazimierz Jozef (Casimir) Dambski (Domski) die gouverneur was van het graafschap Sieradz en senator was van het koninkrijk Polen, Marie Barbe Bartillye), is vader van Marie Anne ged. Lunéville (rk) 22.11.1749 (get. André Destrebet, Marie Joly), is vader van Claude ged. Lunéville (rk) 14.1.1751 (get. Claude Berg, Magdelaine Herga), is vader van Anne Charlotte ged. Lunéville (rk) 30.11.1753 (get. Antoine Thomassy, Anne Charlotte Boucry), is vader van Jean Alexis ged. Lunéville (rk) 21.7.1755 (get. Jean Alexis Foucot, Marie Anne Claude), is vader van Jean Louis ged. Lunéville (rk) 22.8.1757 (get. Jean Alexis Foucot, Anne Marie le Moine), tr. Lunéville (rk) 22.3.1738 (hij een zn. van Jean Foucault en Marie Furet behorend tot de parochie Saint-Dyé-sur-Loire, zij een dr. van François Voignier en Claudette Voittincourt) met |
187 | Anne Marie (Anne) Voignier (Vigni, Voigny, Voinier, Vernit, Voitey, Voygnie), ged. Lunéville (rk) 7.8.1717 (get. Claude Voittincourt, Anne Mourout), dr. van François Voignier en Claudette Voittincourt |
188 | Folkert Harms, schipper, ged. Funnix (ev. luth.) 4.10.1685, overl. Neufunnixsiel 13.10.1731, zn. van Harmen Dirks en Froweke Folkerts, tr. Funnix (ev. luth.) 30.5.1711 met |
189 | Himke (Hiemke) Hillrichs, ged. Funnix (ev. luth.) 17.10.1686,overl. 15.6.1751, dr. van Hilrich Dirks en Gretcke Roolfs |
190 | Johann Stephan Saalberg, houthandelaar, geb. Radevormwald 9.11.1731, ged. ald. (ev. luth.) 18.11.1731, overl. Klosterschoo 5.8.1793, zn. van Henricus Saalberg en Catharina Elisabeth Sambring, tr. 2e Dunum 29.4.1778 met Helena Christophers, geb. Thunum ca. 1738, overl. Nord Dunum 5.8.1793, tr. Burhafe (kerk) 18.8.1757 met |
191 | Elsche Margretha Taden, geb. Nord Dunum 21.8.1739, overl. ald. 23.10.1775, dr. van Thade Mammen en Eijte Janssen |
192 | Arij Cornelisz Langendoen, ged. Oostvoorne (nederd. geref.) 28.7.1737 (getuige Magteltje Arends), bij zijn huwelijk wonende in ’t Nieuwland, zn. van Cornelis Claasz Langendoen en Jannetje Jans Verdam, otr. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.4.1769, tr. ald. (nederd. geref.) 7.5.1769 met |
193 | Maria (Maertje) Jans van Heijsen, later van Eijs, bij haar huwelijk wonende in ’t Nieuwland, ged. Zuidland (nederd. geref.) 26.1.1749, overl. Zwartewaal 16.1.1809, dr. van Jan Jacobsz van Heijsen en Maartje Cornelis Breeman |
194 | Jan Jansz Stellenaar, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 11.5.1738 (getuige de moeder), zn. van Jan Leendertsz Stellenaar en Ariaantje Kornelis Lantmeter, otr. Zwartewaal (nederd. geref.) 19.9.1760, tr. ald. (nederd. geref.) oktober 1760 met |
195 | Pietertje Krijne Kortenbout, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.7.1739 (getuige Trijntje Wilms van der Hoeve), dr. van Krijn Jansz Kortenbout en Aagje Jans Kruijne |
196 | Cornelis (Krelis) Leijiersz Troost, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 6.12.1733 (getuige Lena Cornelis Vermaet), zn. van Leijier Troost en Margrietie Vermaat, otr. Spijkenisse (nederd. geref.) 2.5.1759 met |
197 | Neeltje Claas van Hamburg, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 19.12.1734 (getuige Neeltie Jans Buijck), dr. van Claas Jansz van Hamburg en Maartje Pieters van Bodegom |
198 | Jan Jansz van der Hoeve, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 10.2.1726 (getuige Pietertje Pieters den Beenk), overl. ald. 11.10.1797, zn. van Jan Willemsz van der Hoeve en Maartje Cornelis Tuijnders, tr. Zwartewaal 19.4.1750 met |
199 | Pietertje Jans Kortenbout, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 14.11.1728 (getuige Trijntje Wilms van der Hoeve), overl. ald. 7.12.1813, dr. van Johannis Jansz Kortenbout en Maartje Jans Kuijper |
200 | Karel (Carel) Maurits (Morits, Mouweris, Mouweres), kleermaker, geb. ca. 1753, overl. Vlaardingen 28.5.1801, otr. Vlaardingen (gerecht) 15.10.1778, tr. ald. (gerecht) 1.11.1778 met |
201 | Johanna Jans van Adrichem (van Adrighem, van Adrechem), geb. Rotterdam (nederd. geref.) 1.2.1750 (get. Cornelis Pietersz van Adrijgem, Geertje van Dam), overl. Vlaardingen 21.2.1826, weduwe van Alexander Pense van der Aa, dr. van Jan Pietersz van Adrichem en Marijtje Starrenburgh |
202 | Pieter Barendsz Bruggeling, zeeman, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 22.5.1746 (getuigen Cornelia Venebos en Cornelis van Assendelft), overl. ald. 10.12.1825, zn. van Barend Bruggeling en Anna van Assendelft, tr. Vlaardingen (nederd. geref.) 6.7.1777 met |
203 | Neeltje Jacobs de Jong, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 31.12.1752 (getuigen Caatje Plaveij, Maria van der Voijs), dr. van Jacob Lambrechtsz de Jong en Jannetje Jorisse Quandt |
204 | Dirk Pietersz Rodenburg (Roodenburg), bouwman, jongman van Vlaardingen, bij zijn huwelijk wonende te Maassluis aan de kaalistraat, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 4.1.1739 (getuige Trijntje Rodenburg, de vader abusievelijk vermeld als Pieter Dirksz Rodenburg), zn. van Pieter Willemsz Rodenburg en Trijntje Jans Zegwaart, otr. Maassluis (nederd. geref.) 1.5.1763, tr. ald. (nederd. geref.) 15.5.1763 met |
205 | Arentje (Arendtje) Dirks van Zanten (van Santen), jongedochter van de Lier, ged. De Lier (nederd. geref.) 2.9.1736 (getuige Ariaentje de Graaf), ten tijde van haar huwelijk wonende te Maassluis aan de korte boomestraat, dr. van Dirk Volkers van Santen en Maartje Tijsse de Graaf |
206 | Gijsbrecht (Gijsbert) Kasparsz Verschuur, arbeider, ged. Culemborg (nederd.geref.) 11.9.1740 (in de marge: extract hiervan gegeven den 6en november 1778), overl. Vlaardingen 1.3.1818, zn. van Kaspar Meuse Verschuur en Willemijntje Jacobs van der Vloet, tr. Vlaardingen (nederd. geref.) 16.5.1779 met |
207 | Reimpje Aalberts Vink, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 5.6.1746 (getuige Reimtje Manneken), overl. ald. 25.4.1803, dr. van Albert Kornelisz Vinck en Jacoba Paulus Varenburg |
208 | Jan Korse van der Pijl, zeeman, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 13.2.1754 (getuige Cornelia van der Ree), overl. Vlaardingen 3.12.1831, zn. van Kors Janse van der Pijl en Machteld Cornelis van der Ree, otr. 2e Vlaardingen 12.11.1802 (gerecht) met Willempje (Willemtje) van den Bos, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 3.11.1765 (get. Sara Jans, Annetje van den Bos), overl. Vlaardingen 20.6.1817, weduwe van Paulus van Rijn, dr. van Dirk van den Bos en Trijntje Woensdrecht, tr. 3e Vlaardingen 3.6.1818 met Fijtje Hoogenboom, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 20.7.1774 (get. Lidia Jooste Schriel), weduwe van Lambert van Oeveren, in 1831 wonende in Boskoop, dr. van Cornelis Hoogenboom en Cornelia de Kok, tr. 1e Vlaardingen (nederd. geref.) 18.12.1774 met |
209 | Hillegonda (Hilletje, Heiltje) van Embden (van Emden), ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 22.5.1746, dr. van Lucas van Embden en Hendrina de Man, tr. Vlaardingen (nederd. geref.) 22.3.1767 met Andries Janse Nederdijk |
210 | Pieter Valkenier, ged. Maassluis (nederd. geref.) 13.12.1750, bij zijn huwelijk wonende in de korte bogaartstraat, overl. op zee 28.1.1815 (SAVPR, inv.1217 akte 277 dd. 8.9.1817), zn. van Cornelis Cornelisz Valckenier en Ariaentie Pieters Vroom, otr. Maassluis 13.10.1776, tr. ald. (nederd. geref.) 1.12.1776 met |
211 | Ariaantje Lagerstee, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.7.1752, bij haar huwelijk wonende in de veerstraat te Maassluis, overl. Zwartewaal 15.1.1835, dr. van Jacobus Abrahamsz Lagestee en Lijntje Ariens Buitendijk, hertr. Zwartewaal 9.11.1817 met Arij Allerliefste, overl. Zwartewaal 1.8.1826, zn. van Crelis Arijsz Allerliefste en Marijtje Willems van Son |
212 | Cornelis Jansz Verschoor, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.11.1754, zn. van Jan Arendse Verschoor en Neeltje Dingemans Zwarteveld, otr. Vierpolders (nederd. geref.) 24.3.1779 met |
213 | Neeltje Willems Poldervaart, jongedochter van Briels Nieuwland, ged. Vierpolders (nederd. geref.) 21.7.1754 (getuige Pleuntje Willems), dr. van Willem Engelsz Poldervaart en Lijsbet Jans Beijer |
214 | Rokus Dirksz Berkhout, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.1.1757, zn. van Dirk Gerritsz Berkhout en Judik Rokus van Eijk, tr. Zwartewaal 2.11.1783 met |
215 | Johanna Bastiaans Kastelein, geb. Zwartewaal 11.3.1764, ged. ald. (nederd. geref.) 18.3.1764, overl. Heenvliet 16.4.1811, begr. Geervliet 19.4.1811, dr. van Bastiaan Arisz Kastelein en Leentje van der Linden |
216 | Daniel Cornelisz van Krieken, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 21.1.1756 (get. Daniel van Krieken, Adriaan Decker), bij zijn huwelijk wonende in IJsselstein, overl. Herwijnen ca. 1805 (zie huwelijksbijlagen van zoon Gijsbert van Krieken, gehuwd te Herwijnen op 14.7.1819 met Jantje van Zandwijk), zn. van Cornelis van Krieken en Geertruij van Treuveren, tr. 2e Herwijnen 24.3.1793 met Catharina Vervoorn, geb. Loenen ca. 1768, dr. van Gijsbert Vervoorn en Sara Catharina van Kerkwijk, otr. 1e Utrecht (nederd. geref) 26.4.1782, tr. IJsselstein (nederd. geref.) 12.5.1782 met |
217 | Catharina van Rhee, jongedochter van Utrecht, ged. Utrecht (domkerk, nederd. geref.) 14.11.1755, dr. van Antonie van Rhee en Elisabeth van der Elst |
218 | Jan Krijnse (Crijnse) Kievit (Kivit, Kievet, de Kievit, de Kiewit), jongman van Goedereede, ged. Goedereede (nederd. geref.) 3.9.1752, tijdens zijn eerste huwelijk wonende te Goedereede, tijdens zijn tweede huwelijk wonende te Hellevoetsluis, zn. van Krijn Cornelisz Kievit en Aagje van der Beek, tr. 2e Goedereede impost 2.1.1787 (zie aantekening impost trouwen Hellevoetsluis aan het eind van het jaar 1788) met Cornelia Klaas Mol (Moll), ged. Hellevoetsluis (nederd. geref.) 15.7.1764 (getuige Cornelia Hossebos), overl. ald. 25.6.1831, dr. van Klaas (Nicolaas) Mol en Dingena (Dingenum) Zeedijk, zij otr. 2e Hellevoetsluis (gerecht) 5.4.1801, tr. ald. (gerecht) 12.4.1801 met Jan de Jong, jongman van Friesland, beurtschipper, overl. Hellevoetsluis 15.9.1834 (akte vermeldt dat hij van Moordrecht afkomstig is maar dat is onjuist), otr. 1e Goedereede (nederd. geref.) 10.5.1782, tr. ald. (nederd. geref.) 2.6.1782 met |
219 | Jannetje Arens Witte, jongedochter van Goedereede, ged. Goedereede (nederd. geref.) 9.4.1758, impost begr. ald. 3.12.1785 (zie ook aantekening impost begr. ald. 11.11.1783), dr. van Aren Dirkse Witte en Cornelia Jans de Eerzaamen |
222 | Pieter Ariensz Bakker, geb. Sliedrecht 14.11.1764, ged. ald. (nederd. geref.) 24.11.1764 (getuigen Jannetje Bastiaans Baan en Jan Pietersz Bakker), zn. van Arien Pietersz Bakker en Geertje Arends van Vuuren, tr . Sliedrecht (gerecht) 4.3.1791 met |
223 | Ariaantje Gerrits Bot, jongedochter van Niemansdvriend, ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 17.11.1764 (getuigen Neeltje Rokus Baan en Rokus Baan), geb. ald. 15.11.1764, overl. ald. 18.10.1826, dr. van Gerrit Pietersz Bot en Cornelia Rokus Baan |
224 | Jan Baartsz Jonker (Joncker), doopsgezind, zn. van Baert Dirksz Jonker en Trijn Jans, is vader van een dood ter wereld gekomen kind impost begr. Westzaan pro deo 21.10.1771 (aangifte door de vader), is vader van Baart Jansz Jonker impost begr. Westzaan pro deo 6.6.1775 (aangifte door de diakonen van de waterlands doopsgezinde gemeente te Wormerveer), woont te Wormerveer in het huis dat eerder toebehoorde aan zijn ouders en dat omstreeks 1773 in handen komt van de waterlands doopsgezinde gemeente ald. (OA Westzaan inv.193 fol.394), otr. Jisp (gerecht) 5.5.1753, otr. Westzaan (gerecht) 6.5.1753, tr. Jisp (gerecht) 20.5.1753 met Beertje Jans Butter, afkomstig van Jisp, weduwe van Frederik Arisz Koper (zie voorts ONA Wormerveer inv.5731 akte 54 d.d. 26.5.1754; aangaande verdeling van het nagelaten goed van Beertje Jans Butter onder het naaste bloed uit haar eerste en tweede huwelijk), otr. Westzaan (gerecht) 6.3.1757 tr. ald. (gerecht) 10.3.1757 (mutueel testament zie ONA Westzaan inv.5451 akte 143 d.d. 23.3.1757) met Aaltje Cornelis Ooms, jongedochter van Wormerveer, otr. Westzaan (gerecht) 16.1.1761 tr. ald. (gerecht) 1.2.1761 met |
225 | Neeltje Adriaans Mol alias Smit, geb. Krommenie 1734 (lidmatenreg. DG fol.70), dr. van Ariaen Gerritsz Mol en Antje Jacobs, zuster van Jacob Areijansz Mol alias Smit, wiens weduwe Sijtje Jans de Jong aan haar nagelaten dochter Trijntje Jans Jonker, wonende te Westzaan, aan haar nagelaten zoon Dirk Jansz Jonker, wonende te Wormerveer, ieder een bedrag nalaat van 50 gulden, en haar zoon Arijan Jonker tot haar enige en algemene erfgenaam stelt, waarbij hij wordt verplicht om drie maanden na haar begrafenis de nagelaten bedragen uit te keren (ONA Wormerveer inv.5745 akte 25 d.d. 19.1.1793), doch in een herzien testament wordt aan Adriaan Jonker een bedrag nagelaten van 50 gulden (ONA Krommenie inv.3091 akte 65 d.d. 15.6.1798) |
226 | Cornelis (Crelis) Jansz van Nek (van Neck), ged. Purmerend (nederd. geref.) 2.10.1735, belijdenis ald. (nederd. geref.) 28.2.1755, dan wonende op de bult ald., komend met attestatie van Purmerend naar Wormerveer ca. 1757, wonende op het derde patje ald. (lidmatenboek Wormerveer nederd. geref.), overl. Wormerveer 20.11.1789, zn. van Jan Cornelisz van Neck en Neeltje Everts, is vader van Maartje ged. Wormerveer (nederd. geref.) 26.3.1758, is vader van Neeltje ged. Wormerveer (nederd. geref.) 13.4.1760, is vader van Magteltje ged. Wormerveer (nederd. geref.) 9.5.1762, is vader van Jan ged. Wormerveer (nederd. geref.) 4.3.1764, is vader van Maarten ged. Wormerveer (nederd. geref.) 26.3.1767, is vader van Jan geb. Wormerveer 26.11.1772 ged. ald. (nederd. geref.) 29.11.1772, is vader van Pieter geb. Wormerveer 28.8.1775 ged. ald. (nederd. geref.) 3.9.1775, tr. Wormerveer (nederd. geref.) 24.7.1757 met |
227 | Antje Willems Huijberts alias Toorn, jongedochter van Wormerveer |
228 | Pieter Kornelisz Nolis (Nool), ged. Noordeinde (rk) 11.1.1723 (get. Marritje Pieters Nolis), zn. van Kornelis Pietersz Nolis en Marritje Dirkx Velserboer, wonend in Grootschermer, treedt op 15.8.1755 samen met Jan Fransz op als getuige in een testament van de in de noordeindermeer wonende Otto Jansz Draijer die is getrouwd met Maartje Cornelis, is vader van Maartie ged. Noordeinde (rk, dit is thans statie De Rijp) 15.1.1751 (get. Guurtie Wanders), is vader van Trijntje ged. Noordeinde (rk) 3.6.1752 (get. Trijntie Jaspers), is vader van Neeltie ged. Noordeinde (rk) 5.4.1754 (get. Engeltie), is vader van Joannes ged. Noordeinde (rk) 18.4.1756 (get. Guurtie Wanners), is vader van Dirck ged. Noordeinde (rk) 28.2.1759 (get. Heindrick Jansz), is vader van Cornelis ged. Noordeinde (rk) 11.7.1761 (get. Guurtie Wanders), tr. (rk) Noordeinde 11.10.1750 met |
229 | Grietje Wanders (Wanners), zuster van Guurtie Wanders (zij was gehuwd met Cornelis Adriaensz van der Kuijl; het is vooralsnog onduidelijk wie de ouders waren van Grietje en Guurtie, vermoedelijk zijn ze op enig moment in de noordeindermeer beland, het valt verder op dat bij beide zussen kinderen van Jan Hendricksz, die gehuwd was met Marritje Sijmens, die eveneens woonachtig waren in de noordeindermeer, doopgetuige waren) |
230 | Klaas Cornelisz van der Woude, geb. (registre civique zuid-schermeer) 14.4.1771, landbouwer, wonend in de noordeindermeer (RAA RA 6341, fol.68, 18.2.1805), zn. van Cornelis Jansz van der Woude, tr. 1e met Jannetje Pieters Braak, tr. 2e met |
231 | Hendrikje Hendriks Duijnmaijer, begr. Driehuizen 4.5.1796, dr. van Hendrik Teunisz en Grietje Hendriks |
232 | Arij Alblas, schoolmeester te Muiden, rijksontvanger te Edam, ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 18.8.1754, overl. Edam 12.10.1828, zn. van Teunis Alblas en Adriana Kooij, tr (nederd. geref.) Muiden 29.5.1774 met |
233 | Aarjen (Adriana) Sentes, ged. Kolhorn (nederd. geref.) 27.10.1754, overl. Edam 12.1.1818 (volgens overlijdensakte dan 63 jaar oud), dr. van Jan Cornelisz Speck alias Sentes en Trijntje Claas Kaat |
234 | Jan Jacobsz Gem, jongman van Hoorn wonende agter op t sant, ged. Hoorn (nederd. geref.) 17.10.1741 (getuige Antje Gem), overl. voor 14.8.1781, zn. van Jacob Claasz Gem en Sijtje Jans, otr. Hoorn (nederd. geref., hij geassisteerd met Jacob Gem zijn vader, zij geassisteerd met Jan Jacobsz Geusebroek haar vader) 13.7.1765, tr. ald. (nederd. geref.) 28.7.1765 met |
235 | Trijntje Jans Geusebroek, jongedochter van Hoorn wonende op de zeedijk, ged. Hoorn (nederd. geref.) 15.8.1743, dr. van Jan Jacobsz Geusebroek en Aafje Lammers Vroom |
236 | Cornelis (Crelis) Klaasz (Claasz) Jonges (Neeltjes, Jongens), ged. Jisp (nederd. geref.) 5.12.1703 (getuige Neeltje Pietters), zn. van Claas Jansz Neeltjes en Neel Pieters, otr. Jisp (nederd. geref.) 6.5.1741, tr. ald. (gerecht) 21.5.1741 met |
237 | Grietje (Grietjen) Cornelis (Crelis) Wagenaar, jongedochter van Jisp, ged. Oostzaandam (nederd. geref.) 8.5.1721, dr. van Cornelis Cornelisz Wagenaar en Antje Jacobs |
238 | Dirk Willemsz Memelman alias Lakeman, geb. Beemster 1.5.1736, ged. Purmerend (ev. luth.) 6.5.1736 (getuige Annetje Barentsz), begr. Jisp 3.4.1789, zn. van Willem Lammertsz Memelman en Rebecca Frans, otr. 1e Purmerend (gerecht) 7.1.1759, tr. ald. 21.1.1759 met Diewertje Marcus, weduwe uit de Wormer, otr. 2e Jisp 7.1.1767, tr. ald. 22.11.1767 met |
239 | Jannetje (Jannetjen) Gerrits Witbaard (Witbaart, Witbeert) alias Phaate, ged. Jisp (nederd. geref.) 24.2.1743 (getuige Jannetje Pieters), overl .ald. 17.3.1820, dr. van Gerrit Gerritsz en Anne Sijmons |
240 | Dirk Gerritsz van 't Hof, geb. ca. 1728, zn. van Gerrit Cornelisz van 't Hof en Bregje Dirks de Graaff, tr. Assendelft impost 16.12.1752 met |
241 | Maartje Cornelis Verdonck alias de Oude |
242 | Claes Pietersz Hos alias de Oudste, ged. Assendelft (nederd. geref.) 14.11.1734, overl. ald. 30.4.1788, zn. van Pieter Claasz Hos en Guurtje Gerrits Timme, tr. Assendelft 30.3.1760 met |
243 | Antje Pieters Oot, ged. Assendelft (nederd. geref.) 19.12.1734, overl. ald. 28.1.1805, dr. van Pieter Maartsz Oot en Guurtje Cornelis Houtkoper |
244 | Klaas (Claas) Blokker, overl. Akersloot 15.12.1799, schepen ald. 1782, zn. van Jan Frederiksz Blocker en Katharina Helderman, koopt van Jan en Cornelis Schotvanger wonende te Beverwijk 219 roe bouwland in de groote polder voor 42 gulden (ORA Akersloot inv.120 fol.250 d.d. 2.5.1759), tr. Akersloot impost 20.9.1760 (testament zie ONA Alkmaar inv.985 akte 38 d.d. 30.11.1799: de eerzame Klaas Blokker en de eerbare Maartje Cornelis Admiraal verklaren, met instandhouding van hun testamentaire dispositie voor de schepenen van Akersloot d.d. 17.8.1788, dat na hun dood zal toekomen aan hun zoon Jan Blokker een huis en erf genaamd het oijevaarsnest, staande en gelegen op de dam bij de sluis, een wagenhuisje en erf, staande bij de sluijsbuurt, belend met Cornelis Dekker ten zuiden en Klaas Blokker ten noorden, alsmede twee rietbussen, afkomstig van de erven Gerrit Maartensen, en dat voor een somma van 100 gulden, en aan Cornelis Blokker een huismanswoning en erf, staande en gelegen in de kijffpolder bij de sluijs, een halve akker zaadland gelegen op dorregeest onder de banne van Uitgeest, belend met Maarten Schee ten zuiden en de erven Cornelis Klaase Met ten noorden, een akker zaadland mede ald. gelegen, belend met Cornelis Maijne ten zuiden en de erven Cornelis Stet ten noorden, twee akkers zaadland, mede ald. gelegen, belend met Cornelis Kluft ten zuiden en Pieter Jacobsz Brasser ten noorden, twee akkers zaadland, gelegen in de vrije hoeff bij den dom te Akersloot, belend met Willem Rozenbergh ten zuiden en de weduwe van Sijmon Hofland ten noorden, een stuk weiland genaamd 't half morgen, gelegen in binnegeester, belend de weg ten westen en 't half morgen ten oosten, twee akkers gelegen in 't groote polder op de startinger geest, belend een wesje aff bofje genaamd zedres, groot 90 roeden, gelegen in kijfpolder, een stuk land genaamd de pomp werff, groot 777 roeden, een stuk weiland, gelegen in kijfpolder, belend met Dirk Stadegaart ten westen en noorden en de dijk ten oosten, en dat voor een somma van 1100 gulden, te betalen binnen de tijd van 11 jaar; de schepenakte d.d. 17.8.1788 lijkt verloren te zijn gegaan) met |
245 | Maartje Cornelis Admiraal, jongedochter van Koedijk, ged. Koedijk (nederd. geref.) 1.12.1737, overl. Akersloot 1.2.1812 (dan 74 jaar oud), dr. van Cornelis Claesz Admiraal en Trijntje Pieters |
246 | Jan Gerritsz Stadegaard (Stadegaart), schepen Akersloot 1758, 1760-62, impost begr. ald. 16.4.1787 (6 gulden), tr. Akersloot 4.4.1754 met Dieuwertje Sijmons, begr. Akersloot impost 1.5.1755 (3 gulden), tr. 2e Akersloot 4.9.1756 (huwelijkse voorwaarden zie ORA Akersloot inv.126 d.d.d 17.9.1756, in het bijzijn van Agtie Claas weduwe van Gerrit Stadegaart en moeder van de bruidegom, Joost Ariensz Smit en Dirk Ariensz Smit) met |
247 | Trijntje Dirks Duijtseboer, afkomstig van de Zuid-Schermeer, dr. van Dirk Jansz Duijtscheboer en Trijntje Ariens Smit |
248 | Cornelis Pietersz Out (Oudt), ged. Scharwoude (nederd. geref.) 13.1.1743 (get. Trijntje Dirks), wonende in Grootschermer (RAA OA 121 e.v.), overl. voor 9.10.1775, zn. van Pieter Out en Geertje Dirks Slot, tr. met |
249 | Antje Jacobs Heijnis, geb. Grootschermer 2.9.1739, overl. Zuid- en Noord-Schermer 6.10.1826, dr. van Jacob Jansz Heijnis en Geertje Dirks Boer |
250 | Maarten Jansz Kriek, mollenvanger (RAA RA 45, anno 1783), overl. Grootschermer 19.11.1784, zn. van Jan Arendsz Kriek en Krijntje Maartens, tr. met |
251 | Antje Aartes Hensberg, ged. Schardam (nederd. geref.) 16.11.1749, overl. Zuid- en Noord-Schermer 18.1.1832, dr. van Aart Franse en Stijntje Hendriks Bouman, tr. 2e Grootschermer 4.12.1785 met Jan Klaasz van der Woude alias Jan uijt de Hut, overl. voor 18.2.1805 (RAA RA 6341), tr. 3e met Sijmen Bouwman, dagloner, geb. Schermerhorn (registre civique zuid-schermer) 30.12.1763, overl. Grootschermer gem. Zuid- en Noord-Schermer 24.2.1833, weduwnaar van Guurtje Dirks Hogenbirk (Hogenberg), zn. van Gerrit Bouwman en Maartje Schoenmaker |
252 | Klaas Dirksz Kemp, ged. Graft (nederd. geref.) 30.11.1718, belijdenis Graft (nederd. geref.) 4.1.1739, impost begr. ald. 17.4.1781, koopt een huis en erf gelegen op de dam te Graft, waarvoor hij op 4.2.1768 een hypotheek aangaat bij Jan van Galen ter hoogte van 100 gulden (RAA RA 6458), zn. van Dirk Albertsz Kemp en Ariaantje Klaas, otr. Graft civiel (hij bijgestaan door zijn vader Dirk Kemp, zij door haar stiefvader Sijmon Maartensz) 21.3.1739 met |
253 | Trijntje Ollebrants, ged. Graft (nederd. geref.) 20.7.1721, belijdenis Graft (nederd. geref.) 4.1.1739, impost begr. ald. 17.1.1786, dr. van Ollebrand Jansz Bergen alias Koorn en Impje Kars |
254 | Jacob (Jaap) Pietersz Eelman, ged. Graft (nederd. geref.) 29.10.1724, zn. van Pieter Jacobsz en Grietje Pieters, betrekt bij zijn huwelijk het huis gelegen op het verwersbuurtje dat tot dan toebehoorde aan zijn schoonvader, koopt op 4.1.1770 een huis en erf op de baangaard te Graft van de weduwe van Cornelis Horius (RAA RA 6450) en dat hij drie jaar later verkoopt aan Pieter Pietersz (RAA RA 6450 4.3.1773), leent op 1.6.1775 een bedrag van 95 gulden aan David Hen en Hertog Isaacq inzake de koop van een huis en erf op het verwersbuurtje te Graft (RAA RA 6458), verkoopt op 10.6.1779 een huis en erf op het verwersbuurtje te Graft (in 1770 nog in het bezit van Jan Blaauw en Gerrit van Assum en dus kennelijk daarna toegekomen aan Jacob Pietersz) aan Dirk Cornelisz de Boer (RAA RA 6450), impost begr. ald. 20.5.1782, is vader van Pieter ged. Graft (nederd. geref.) 11.10.1752, is vader van Maartje ged. Graft (nederd. geref.) 19.2.1755, is vader van Grietje ged. Graft (nederd. geref.) 8.2.1756, is vader van Cornelis ged. Graft (nederd. geref.) 9.2.1760, is vader van Grietje ged. Graft (nederd. geref.) 17.10.1762, is vader van Grietje ged. Graft (nederd. geref.) 11.3.1764, is vader van Pieter ged. Graft (nederd. geref.) 16.3.1766, is vader van Crelisje ged. Graft (nederd. geref.) 30.7.1767, otr. Graft civiel en impost 30.10.1751 (hij met consent van zijn moeder en bijgestaan door zijn neef Kornelis Klaasz en zij door haar oom Albert Minnes) met |
255 | Impje Cornelis, ged. Graft (nederd. geref.) 15.12.1723, belijdenis Graft (nederd. geref.) 12.1.1744, leent op 3.1.1788 een bedrag van 50 gulden aan Jacob de Graeff inzake de koop van een huis en erf op annejan sappes buurt, dr. van Cornelis Melles en Marij Cornelis |
Generatie IX |
|
264 | Floris (Flooris) Garbrantsz (Garmentsz) Houwertjes (Houwerties), wonende in Assendelft, winkelier ald., kerkmeester ald. (GAZ OA Assendelft inv.139d, anno 1754, ibid., anno 1755), impost begr. Assendelft 21.7.1767, zn. van Garbrand Florisz Houwertjes en Jannetje Jans, tr. 1e Assendelft kerk 16.8.1739 met Maritje Jans, afkomstig van Koog aan de Zaan, tr. 2e Assendelft 4.8.1754 met |
265 | Maartje Pieters Korver, dr. van Pieter Gerritsz Korver en Grietje Engels Peet (RA Assendelft inv.1992, d.d. 22.5.1761: Gerrit, Engel en Claas Pietersz Corver mitsgaders Floris Garbrandsz Houwertjes, aangestelde sequesters in de gesequestreerden boedel van de overleden Pieter Gerritsz Corver en zijn vooroverleden huisvrouw) |
266 | |
267 | |
268 | Gerrit (Gerret) Gerritsz (Gerretsz) Plooijer alias Crommenie, jongman van het weerpadt, ged.Oostzaan (nederd. geref.) 23.9.1731, zn. van Gerrit Michielsz Plooijer en Magtel Alberts, otr. Oostzaan (nederd. geref.) 4.6.1756, tr. ald. (nederd. geref.) 20.6.1756 met |
269 | Aagje Alberts Cat (Kat), jongedochter van het weerpadt, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 18.11.1725, dr. van Albert Dirksz Cat en Trijntje Ariaans |
270 | Hendrik Reijniersz Rietvoort, geb. 21.7.1723, ged. Purmerend (ev.luth.) 25.7.1723 (getuige Grietje Harmensz), bij zijn huwelijk vermeld als jongman wonende in het zuidend van Oostzaan, doch is dan nog meelmolenaar in Den Ilp, koopt op 30.4.1750 een huis, erf en enig land in Den Ilp van Jacob Bosschieter en Cornelis Jansz Wijn (WA RA 3648), dat hij twee jaar later weer verkoopt aan Susanna van de Capelle (WA RA 3648, 19.2.1752), koopt op 6.3.1767 een boeier inclusief zeil en treil van Jan Zoonen, veerschipper te Akersloot (ORA Akersloot inv.120 fol.306 d.d. 6.3.1767), begr. Oostzaan impost 17.2.1802 (aangifte door armvoogden), zn. van Reijnier Rietvoort en Femmetje Jans, otr. Oostzaan (nederd. geref.) 5.11.1747, tr. ald. (nederd. geref.) 12.11.1747 met |
271 | Antje Jans Schouten, jongedochter van de kerkbuurt in Oostzaan, begr. Oostzaan impost 15.11.1800 |
272 | Willem Jacobsz Bas, jongman van Markenbinnen, zn. van Jacob Engelsz Bas, op 5.2.1737 compareren Jan Vredenburgh, wonende te Markenbinnen, en Arien Egmont, wonende te Oostknollendam, als voogden over de kinderen van wijlen Abel Egmont en Aeghje van der Busse, beide tot Markenbinnen overleden, die verkopen aan Willem Jacobsz Bas, wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen ald., het erf groot 61 roeden, belend Jan Fulpsz ten westen en Jan de Boer ten oosten (ORA Uitgeest inv.212 fol.316 d.d. 5.2.1737), op 12.12.1747 compareert Jacob Dirksz, wonende te Markenbinnen, die verkoopt aan Willem Bas, mede ald. wonende, een huis en erf staande ne gelegen ald., belend Pieter Haen ten westen en de koper ten oosten (ORA Uitgeest inv.213 fol.172 d.d. 12.12.1747), koopt op 25.5.1751 van Claas Aamkersen, wonende te Krommeniedijk, een stuk land liggende in de markerpolder, groot 751 roeden en genaamd in robberts, belend Antje Pieters ten oosten en ten westen (ORA Uitgeest inv.213 fol.215 d.d. 25.5.1751), tr. Uitgeest impost 9.10.1734, tr. ald. (gerecht) 24.10.1734 met |
273 | Aagje Jans Waagmeester, jongedochter van Markenbinnen, dr. van Jan Jacobsz Waagmeester en Trijntje Dirks, op 21.5.1761 compareren Cornelis Houtkoper en Cornelis Kuijper, wonende op Oost-Graftdijk, die bekennen voor een bedrag van 145 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas, wonende te Markenbinnen, een stuk land gelegen in de markerpolder, groot 1280 roeden, belend ten oosten de kinderen van Aris Dik en ten westen Dirk Rongse (ORA Uitgeest inv.214 fol.103 d.d. 21.5.1761), op 13.5.1763 compareren de erfgenamen van Sijmon Cooij, tot Markenbinnen overleden, die bekennen voor een bedrag van 110 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas een stuk land gelegen in de wouderpolder, genaamd dam weer, groot 992 roeden, belend ten westen de castercommer akker en ten westen Pieter van Dijk (ORA Uitgeest inv.214 fol.145v d.d. 13.5.1763), op 13.5.1763 compareren de erfgenamen van Jacob Michielsz, overleden te Markenbinnen, die bekennen voor een bedrag van 50 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas, een stuk land gelegen in de markerpolder, groot 331 roeden, belend ten oosten Dirk Zikkesz en de commert ten zuiden (ORA Uitgeest inv.214 fol.146 d.d. 13.5.1763), op 21.5.1767 compareert de weduwe van Willem Louwe die bekent voor een bedrag van 115 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas een stuk land gelegen in de markerpolder genaamd de gore, groot 529 roeden, belend Jacob Crijnsz ten oosten en de mols sloot ten westen (ORA Uitgeest inv.214 fol.219v d.d. 21.,5.1767), op 21.5.1767 compareert Heijndrik Dirksz Uijl die bekent voor een bedrag van 145 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas een stuk land gelegen in de markerpolder genaamd schouten ven, groot 1524 roeden, belend Jacob Crijnsz ten oosten en de ervern Gerrit Coning ten westen (ORA Uitgeest inv.214 fol.222 d.d. 21.5.1767), op 2.2.1768 compareren Jacob en Dirk Huijbertsz die bekennen voor een bedrag van 33 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas een stuk land gelegen in de markerpolder, genaamd smits ven, groot 172 roeden, belend ten westen Aaltje Smit en ten oosten Jacob Crijnsz (ORA Uitgeest inv.214 fol.234v d.d. 2.2.1768), op 26.4.1770 compareert de weduwe van wijlen Pieter Paart, wonende te Markenbinnen, die bekent voor een bedrag van 120 gulden verkocht te hebben aan de weduwe van Willem Bas een huis en erf staande tot Markenbinnen, het erf groot 72 roeden, belend ten oosten Pieter de Boer en ten westen Claas Coning (ORA Uitgeest inv.214 fol.281v d.d. 26.4.1770) |
274 | Claes Cornelisz Bant, molenaar in een molen van de rijpergang in de Beemster, begr. Beemster 10.5.1782, zn. van Cornelis Claesz Bant en Geertje Klaas, tr. 2e met Geertje Cornelis, weduwe uit de Purmer, begr. Beemster 17.5.1782, tr. 1e met |
275 | Grietje Reijers, impost begr. Beemster 22.3.1749 |
276 | Jan Albertsz de Ruijter (de Ruter, Ruijter), jongman van Purmerland, begr. Oostzaan impost 14.9.1790 (aangifte door Bastiaan van Zuijl), begr. ald. (nederd. geref.) 16.9.1790, zn. van Albert Dircksz Ruijter en Eefje Dirks, koopt op 25.4.1744 van Jacob Korver wonende in Ilpendam een huis en erf te Purmerland bewesten de gouw (WA RA 3647 p.257 d.d. 25.4.1744), koopt op 25.4.1744 van de erfgenamen van Pieter Jansz Knoeijer een stuk land groot 1 deijmt 50 roeden gelegen in de 12e weer (WA RA 3647 p.275), koopt op 13.6.1744 van Albert Beemster, regerend burgemeester van Purmerland, een stuk land groot 1 deijmt 125 roeden (WA RA 3647 p.294 d.d. 13.6.1744), verkoopt op 25.4.1767 –hij woont dan reeds in Oostzaan- aan Hendrik Stam wonende in Purmerland een huis en erf ald. bezuiden de kerk en bewesten de gouw (WA RA 3647 p.381 d.d. 24.4.1767), verkoopt op 16.5.1767 aan Jacob Beemster oud burgemeester te Purmerland twee stukken land te Purmerland bezuiden de kerk en beoosten de gouw in de 12e weer, samen groot 2 deijmt 175 roeden (WA RA 3647 p.384 d.d. 16.5.1767), otr. 1e Purmerland (nederd. geref.) 2.4.1740, tr. ald. (nederd. geref.) 17.4.1740 met Aagje Gerrits, jongedochter van Purmerland, otr. 2e Purmerland (nederd. geref.) 24.11.1743, tr. ald. (nederd. geref.) 8.12.1743 met Lijsbet Alberts Beemster, jongedochter van Purmerland, otr. 3e Purmerland (nederd. geref.) 10.4.1745, tr. ald. (nederd. geref.) 25.4.1745 met |
277 | Grietje Jacobs Zomer (Zomers, Soomers), jongedochter van Purmerland, ged. Kwadijk (nederd. geref.) 31.1.1723, begr. Oostzaan impost 4.12.1765, dr. van Jacob Somer en Lijsebet Pieters |
278 | Gerrit Claasz (Klaasz) Buijs, jongman van de Haal, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 6.5.1717, zn. van Claas Jansz Buijs en Maritje Dirks, otr. Oostzaan (nederd. geref.) 3.5.1743, tr. ald. (nederd. geref.) 19.5.1743 met |
279 | Trijntje Heijndriks, jongedochter van de kerkbuurt |
280 | Pieter Auwelsz Prins, geb. vermoedelijk Graft 19.8.1724, overl. Oostgraftdijk 1778, zn. van Auwel Pietersz Prins en Jannetje Jans, tr. Uitgeest (gerecht) 17.3.1743 met |
281 | Maartje Jans Waagmeester, afkomstig van Markenbinnen, overl. Oostgraftdijk in het Camerhop 12.3.1793, impost begr. ald. 14.3.1793, dr. van Jan Jacobsz Waagmeester en Trijntje Dirks |
282 | Pieter Maartensz Kunst, jongman van West-Graftdijk, op 7.3.1754 compareren Jacob Schipper Dirksz en Maarten Coster als voogden over de twee minderjarige kinderen van Arian Wortel, en Pieter Maartensz gehuwd met Grietje Arians, gezamenlijk erfgenamen van wijlen Cornelis Louwe, voor de ene helft, en Pieter Dirksz Olij, wonende te Graft, uit krachte van testament van Diwertje Dirks, weduwe van Cornelis Louwe en zuster van Pieter Dirksz Olij, die verklaren middels publieke veiling voor een bedrag van 547 gulden aan Jan Maartensz Bakker verkocht te hebben een stukje land genaamd sternjeland, groot 16 aglen 4 roeden, liggende in de banne van Graft in roesteland, belend ten oosten Adriaan Voogd en ten westen Jan Jansz Bakker (ORA Graft inv.6439 fol.75v d.d. 7.3.1754), zij verkopen in de hoedanigheid op 7.3.1754 voor een bedrag van 206 gulden 11 stuivers 4 penningen aan Jacob Claasz Willigrijp, wonende te West-Graftdijk, een stukje land genaamd alkes kamp, groot 5 aglen 6 roeden 9 voeten, liggende in de banne van Graft aan de dijk beoosten West-Graftdijk, belend ten oosten de zeevarende buulvoogden en ten westen Jacob Voogd (ORA Graft inv.6439 fol.76 d.d. 7.3.1754), verkopen in die hoedanigheid voor een bedrag van 136 gulden aan Jan Cornelisz Avis, wonende te West-Graftdijk, een stukje land genaamd 't breed, groot 5 achlen 13 roeden, liggende in de banne van Graft op de langesloot, belend ten oosten Jacob Voogd en ten westen Jan Gerritsz IJperen (ORA Graft inv.6439 fol.76v d.d. 7.3.1754), Pieter verwerft in het jaar 1756 uit de nalatenschap van Cornelis Louwen en Dieuwer Dircks Olij diens huis en land te West-Graftdijk, vermeld ald. in de gaarregisters van 1756 (OA Graft inv.381 anno 1756), koopt op 5.4.1770 een huis en erf te West-Graftdijk van Gerrit Boeregeest (RA Graft inv.6450 d.d. 5.4.1770), koopt op 1.2.1776 een huis en erf te West-Graftdijk naast het eerdere huis gelegen (RA Graft inv.6450 d.d. 1.2.1776) en dat zijn vrouw op 7.10.1779 verkoopt aan Jan Cornelisz Backer (RA Graft inv.6450 d.d. 7.10.1779), impost begr. ald. 12.1.1778, voogd over zijn kinderen is Maarten Maartensz Kunst (RA Graft inv.6496 d.d. 7.11.1780) die was gehuwd met Antje Klaas Kamp en die eerst in Alkmaar en later te Castricum woonden, is vader van Maartje ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 2.9.1753, is vader van Neeltje ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 23.5.1756, is vader van Adriaan ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 12.11.1758, is vader van Ariaantje ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 5.10.1760, is vader van Aafje ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 17.10.1762, is vader van Guurtje ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 4.3.1770, is vader van Maarten ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 20.9.1772, tr. Graft impost 10.4.1751 met |
283 | Grietje Adriaans Wortel, jongedochter van West-Graftdijk, ged. zowel Zuidschermer als West-Graftdijk (nederd. geref.) 5.12.1728, belijdenis te West-Graftdijk 29.9.1747, impost begr. West-Graftdijk 20.1.1780, dr. van Adriaan Pietersz Wortel en Neeltje Cornelis |
284 | Roelof Roelofsz van Natten, ged. Wormer (nederd. geref.) 10.3.1724, zn. van Roelof van Natten en Guurtje Crelis Kuijper, tr. met |
285 | Ariaantje Nannings, ged. Jisp (nederd. geref.) 27.6.1700 (getuige Antje Pietters), weduwe van Jan Cornelisz Kuijper, dr. van Nanning Willemsz Stertius en Trijntje Dircks |
286 | Jan Hendriksz van Heuvel, later van den Heuvel, weduwnaar van Wormer, mogelijk identiek aan Jan Hendricksz jongman uit Munsterland die tr. Wormer (gerecht) 9.2.1732 met Trijn Crelis, tr. Wormer impost 17.1.1733 met |
287 | Neeltje Klaas, jongedochter van Wormer |
288 | Jacob (Japik) Aldertsz alias Jacob Groot, afkomstig van Oostknollendam, ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 25.7.1700 (getuige Siltje Kornelis), zn. van Aldert Jacobsz en Aeght Gerrits,tr. Wormer (gerecht) 10.5.1727 met |
289 | Guurtje Sijmons alias Guurtje Stoffels, afkomstig van Oostknollendam, is samen met haar man lidmaat te Oostknollendam in 1729, getuige bij doop van een kind van Sijmon Jansz Stoffelsz en Aefje Krelis (doopboek Knollendam 9.1.1729), leeft 28.9.1760 (doopboek Knollendam nederd. geref.), zij tr. 2e Knollendam (nederd. geref.) 7.10.1753 met Jan Ariensz Egmond, ged. Knollendam 10.9.1713 (getuige Risje Pieters Egmond), weduwnaar van Marijtje Jans Leek, zn. van Adriaan (Arie) Pietersz Egmond en Lobberig (Lobbrig, Lobregt) Jans Koorn |
290 | Peter Lusink (Leussink), ged. Lochem (nederd. geref.)12.9.1706 (get. de moeder zelf), zn. van Coert Lösinc en Henders Janssen, tr. Lochem 10.9.1730 met |
291 | Anna Brabander, ged. Lochem (nederd. geref.) 22.7.1708,dr. van Arent Brabender en Willemken Slagmans |
292 | Jacob Willemsz Hoek (Hoeck) alias Jacob Speelhuijs alias Wortel, jongman van de Schermeer, overl. voor 24.1.1764 (RAA RA 6340), zn. van Willem Cornelisz Hoek, voogden over de kinderen zijn Poulus Jansz in de Egmondermeer en Pieter Gerritsz Wortel in de Schermeer, is mogelijk een broer van Grietje Willems afkomstig uit de Heerhugowaard die otr. Alkmaar (nederd. geref., grote kerk) 2.4.1747 met Poulis Jansz afkomstig uit de Egmondermeer onder stadsjurisdictie, is vader van Maertje ged. Stompetoren (nederd. geref.) 15.4.1743, is vader van Willem ged. Zuid-Schermer (nederd. geref.) 13.12.1744, is vader van Cornelis ged. Zuid-Schermer (nederd. geref.) 20.3.1746, is vader van Diewer ged. Stompetoren (nederd. geref.) 14.6.1747, is vader van Aariaentie ged. Stompetoren (nederd. geref.) 25.12.1748, is vader van Pieter ged. Stompetoren (nederd. geref.) 30.8.1750, tr. Zuidschermer (nederd. geref.) 29.1.1741 met |
293 | Maartje (Maartjen) Gerrits Wortel, ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 21.11.1720, dr. van Gerrit Pietersz Wortel en Sijbrig Pieters |
294 | Adam Jurgensze, afkomstig van Paderborn, wonende in de bedijkte Schermeer aan de laanweg, is weesmeester in de banne Zuid-Schermer (RAA RA 6340, 8.2.1768), compareert op 3.3.1757 tezamen met zijn vrouw Maartje Jans als enige testamentaire erfgenamen van wijlen Sijmon Velthuijs in de Schermer, waarbij zij eisen van David Josephsz, vleeshouwer te Graft, om betaling van 155 gulden 7 stuivers en 8 penningen wegens koop van een aantal kalveren en een koe die gedaagde in het jaar 1757 van Sijmon Velthuijs gekocht (ORA Graft inv.6431 d.d. 3.3.17857 scan 173), bekent op 5.4.1757 tezamen met zijn vrouw Maartje Jans schuldig te zijn aan Hendrik Koedijk, wonende te Alkmaar, een bedrag van 1000 gulden, waaraan zij verbinden een huismanswoning met een kavel land staande en gelegen in de schermeer aan de laanweg in de polder M, zijnde de kavel op de kaart getekend met no.25, belend ten noorden de erve van Dirk Zuurbier en ten zuiden de laanweg, ten westen de zuidervaart en ten oosten het verloren togtje, alsmede twee kavels land gelegen als voren mede aan de laanweg no.14 en 15, belend ten oosten mevr. de weduwe van de edele Cornelis Sevenhuijsen en ten westen Jan de Wilt c.s. ten noorden de togt en ten zuiden de laanweg, alsmede hun personen en goederen (RA Schermeer inv.6358 fol.106 d.d. 5.4.1757 en fol.114 d.d. 16.1.1762), ruilt op 15.6.1762 met Abraham Cornelisz een stuk land groot anderhalf morgen gelegen in de matten voor een stuk land in de matten groot twee morgen (RAA RA 6313), bekent samen met zijn vrouw op 29.11.1766 een schuld van 3000 gulden aan Matthijs Ringers, waaraan zij verbinden hun huismanswoning met twee kavels op de kaart als no.25 en twee kavels no.15 en no.16 (sic), alsmede de gerechte helft in een huismanswoning met 37 morgen land waar van 32 morgen liggen aan de laanweg in de polder M en getekend met no.16 en 17 (RA Schermeer inv.6358 fol.125 d.d. 29.11.1766; dit goed was op 6.1.1731 in het bezit van Neeltie Claes, weduwe van Pieter Tewisz van der Laen, zie ORA Schermeer inv.6351 scan 289; zie tevens ibid. 86), verkoopt op 1.12.1769 aan Cornelis Limburg wonende in de stad Alkmaar de helft in 35 aggelen 3 vierling 2 3/4 metjes gelegen in de matten (RAA RA 6314), is vader van Arien ged. Stompetoren (nederd. geref.) 25.9.1746, is vader van Trijntie ged. Stompetoren (nederd. geref.) 21.3.1751, tr. Stompetoren (nederd. geref.) 25.9.1746 met |
295 | Maartje (Maartie) Jans, tr. Stompetoren (nederd. geref.) 5.4.1739 als weduwe met Klaas Cornelisz Veldhuis, jongman van de Schermeer, mogelijk was zij voordien gehuwd met Allert Cornelisz, welk stel op 20.3.1728 trouwt te Stompetoren, hij afkomstig uit de Schermeer en zij uit Hobrede, en uit welk huwelijk Neeltje en Jan worden geboren in de jaren 1728 en 1731) |
296 | Krijn Jansz Heijnis, zn. van Jan Krijnsz Heijnis, verkoopt op 11.5.1734 aan de voogden van Jan Pietersz Borst een stukje land in de buremader koge groot 2 agele 19 roeden 7 voet (RAA RA 138), verkoopt op 11.5.1744 aan Sijmon Mooij een huis en erf te Grootschermer (RAA RA 138), handelt op 9.11.1761 namens zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk, die erfgenamen zijn van hun oom Jacob Pietersz Schram (RAA RA 6340), tr. 2e Grootschermer 28.1.1753 met Antje Cornelis Bul, tr. 1e met |
297 | Maartje Pieters Schram, overl. voor 8.1.1753 wanneer Jacob Pietersz Schram en Sijmon Moijman, oom en behuwd oom van de kinderen, aangesteld worden als voogden (RAA RA 6340), dr. van Pieter Jacobsz Schram |
298 | Cornelis (Crelis) Dirksz Volger, jongman uit de Schermeer, ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 9.3.1704, neemt op 14.12.1731 de molenaarsfunctie op benedenmolen GH over van zijn vader (Waterschap Schermeer inv.8 d.d. 14.12.1731), zn. van Dirk Cornelisz Volger en Lijsbet Pieters, is vader van Lijsbet ged. Stompetoren (nederd. geref.) 28.1.1731, is vader van Pieter en Dirk ged. Stompetoren (nederd. geref.) 4.5.1732, is vader van Arien ged. Stompetoren (nederd. geref.) 13.2.1735, is vader van Klaes ged. Stompetoren (nederd. geref.) 16.11.1738 (de moeder Guurtje Jans), is vader van Lijsbet ged. Stompetoren (nederd. geref.) 6.11.1740, is vader van Grietje ged. Stompetoren (nederd. geref.) 2.9.1742, is vader van Sijmon ged. Stompetoren (nederd. geref.) 29.3.1744, is vader van Jan ged. Stompetoren (nederd. geref.) 25.4.1746, is vader van Pieter ged. Stompetoren (nederd. geref.) 11.8.1748, tr. Stompetoren (nederd. geref.) 8.1.1730 met |
299 | Guurtje Klaas (Klaes, Claas), jongedochter uit de Schermeer |
300 | Aris Aldertsz, afkomstig van Oostknollendam, ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 9.7.1713 (getuige Siltje Cornelis), zn. van Aldert Jacobsz en Aagt Gerrits, otr. 1e Wormer (gerecht) 31.5.1749 met Maartje (Marijtje) Aris, jongedochter van Graft, impost begr. Wormer 9.1.1751 (aangifte door Reijer Reijersz), otr. 2e Wormer (gerecht) 26.2.1751, tr. Oostknollendam (nederd. geref., getrouwd te Markenbinnen) 14.3.1751 met |
301 | Grietje Aris alias Grietje Hendriks, weduwe afkomstig van Wormer |
302 | Gerrit Gerritsz Haantjes (Haan), wonende in Oostknollendam, ged. Wormer (nederd. geref.) 21.5.1713, overl. ald. 12.12.1778, zn. van Gert Gertsz Haantjes en Guurtje Tijsen, tr. 1e Oostknollendam (nederd. geref.) 17.5.1737 met Jannetje Jans, jongedochter van Oostknollendam, tr. 2e Oostknollendam (nederd. geref.) november 1744, impost Akersloot 23.10.1744 met |
303 | Antje Jans van Straten (van Straaten), ged. Wormer (nederd. geref.) 10.9.1719, dr. van Jan Claasz van Straten en Dieuwer Claas Cronenburch |
304 | Klaas (Claas) Jaspersz Reijne alias Backer , doopsgezind, heemraad Assendelver dijk, begr. Krommenie impost 19.7.1755, zn. van Jasper Hendricksz Backer en Guurtje Jans, op 1.5.1733 compareren Claas Jansz van Assum, Gerrit van Assum, Dirck van Assum, en Claas Jaspersz Backer als voogden van Maartje Jans van Assum, volgens akte van voogdij gepasseerd voor notaris Jacob Beets d.d. 21.5.1732, die bekenden voor een bedrag van 608 gulden 12 stuivers aan Cornelis Gerritsz Wit verkocht te hebben een stuk land gelegen bezuiden de heijlige weg, groot 716 roeden, belend ten zuiden Harmen Groot en ten noorden Claas Jasperse en zusters (ORA Krommenie inv.1408 fol.280v d.d. 1.5.1733), op 27.5.1733 compareren Johannes Visser, wonende tot Krommenie, en Claaes Blaeuw, wonende tot Uitgeest, als gemachtgden van de erfgenamen van Dirk Cornelisz Waeter en Antje Jans, op de busk overleden, volgens procuratie van 1.1.1733 gepasseerd voor notaris Jacob Beets, die voor een bedrag van 360 gulden verkopen aan Claes Jasperse Reijne en zijn zusters een stuk land liggende in de polder van den broek, groot 950 roeden met desselfs uiterdijk groot 342 roeden belend Claes Clasen? ten noorden en de kopers ten zuiden (ORA Uitgeest inv.212 fol.228 d.d. 27.5.1733), op 19.8.1735 compareert Willem Cornelisz Boere die bekent aan Claas Jasperse Backer verkocht te hebben een stuk land gelegen op de indijk, genaamd 1/2 in guurt mijsenven, groot 911 roe, belend ten zuiden Jan Tuijk en ten noorden Wouter Corver (ORA Krommenie inv.1409 fol.78 d.d. 19.8.1735), op 27.9.1737 compareren Pieter Backer en Claas Roodt die bekennen voor een bedrag van 12 gulden aan Claas Jasperse Reijne verkocht te hebben een hoekje land liggende aan het eind van de melksloot, genoemd 't rondeland, groot 104 roe en belend ten zuiden de koper en ten nooden de indijk (ORA Krommenie inv.1409 fol.145 d.d. 27.9.1737), op 9.5.1738 comparert Pieter Wouterse Corver, tot Zaandam wonende, procuratie hebbende van zijn moeder Maartje Cornelis Meusse, weduwe en boedelhoudster van zaliger Wouter Corver, als mede voogdesse van de minderjarige kinderen bij hem geprocreeerd, die bekende voor een bedrag van 600 gulden aan Claas Jasperse Backer verkocht te hebben een stuk land gelegen bewesten de indijk, groot 911 roe, belend ten noorden Willem Boere en ten zuiden de koper, alsmede een stuk land groot 691 roeden, belend ten zuiden Jan Duijn en ten noorden de kinderen van Engel Crook en ten westen de weduwe Middelhoven, alsmede drie stukjes land beoosten de vaart, het ene groot 235 roeden en belend ten noorden de weduwe van Jan de Boer en ten zuiden een riedacker, het tweede een dribien groot 162 roeden belend ten zuiden Dirk Arisse Schoen en ten oosten Aris Janse Roodt, het derde groot 207 roeden beoosten de watering, belend ten westen Garment Dirckse en ten oosten [sic] (ORA Krommenie inv.1409 fol.179v d.d. 9.5.1738), op 9.5.1738 compareert Claes Jasperse Backer die bekent voor een nihil bedrag aan Cornelis Claesen Backer verkocht te hebben twee akkers land gelegen beoosten de vaart en bewesten de watering, het ene groot 235 roeden en belend ten zuiden de weduwe van Jan de Boer en ten zuiden de riedacker, het tweede groot 162 roeden, belend ten zuiden de weduwe Dirk Arisse Schoen en ten oosten Aris Janse Roodt (ORA Krommenie inv.1409 fol.180 d.d. 9.5.1738), op 13.2.1739 compareren Gerrit Metselaar, Jacob Cramer en Claas Arentse Bloem, als executeuren van het testament van wijlen Sijmon de Lange, de bekennen aan Claas Jasperse Reijne verkocht te hebben een stuk land gelegen op de indijk, genaamd willem piets ven, groot 266 roe, belend ten zuiden Jan de Bakker en ten noorden Dirk Dekker (ORA Krommenie inv.1409 fol.201 d.d. 13.2.1739), op 8.5.1739 compareert Dirck Decker die bekent voor een bedrag van 1483 gulden verkocht te hebben aan Claas Jasperse Reijne twee stukken land gelegen in de banne van Krommenie bewesten de indijk, groot tezamen 2966 roeden, belend ten zuiden de weduwe Middelhoven en ten noorden Vrederik Backer (ORA Krommenie inv.1409 fol.212v d.d. 8.5.1739), op 10.4.1740 compareert Gerrit Pietersen die bekent voor een bedrag van 110 gulden aan Neeltje Remme, weduwe van Jan Jasperse Backer verkocht te hebben (later geaccepteerd door Claas Jasperse Reijne) een stukje land gelegen achter Krommeniedijk int wouderpolder, groot 157 roeden en belend ten oosten Dirk Ragel en ten westen de koopster (ORA Krommenie inv.1409 fol.234v d.d. 10.4.1740), op 31.5.1742 compareert Nan Pietersen Oomes, wonende te Krommenie, die bekent verkocht te hebben aan Claas Jasperse Reijne een erf gelegen op 't mat waar een huis op heeft gestaan, belend ten oosten Allert Claasz Visser en ten westen Sijmon Huijbertsen Backer (ORA Krommenie inv.1410 fol.27v d.d. 8.6.1742), op 24.5.1743 compareert Jacob Aldersen die bekent voor een bedrag van 10 gulden aan Claas Jasperse Reijne verkocht te hebben een leeg erf waar een huis op gestaan heeft op de heijlige weg, belend ten oosten Cornelis Jacobsz Groot en ten westen Claas Jansen Molenaar (ORA Krommenie inv.1410 fol.54v d.d. 24.5.1743), op 24.5.1743 compareert Claas Jasperse Reijne die bekent voor een bedrag van 10 gulden 7 stuivers aan Dirk Out, wonende te Wormerveer, verkocht te hebben een akker land gelegen beoosten de vaart en beoosten de watering dicht bij Wormerveer, groot 207 roeden, belend ten westen Garment Dirksz en ten oosten [sic] (ORA Krommenie inv.1410 fol.55 d.d. 24.5.1743), op 24.5.1743 compareert Claes Jasperse Reijne die bekent voor een bedrag van 60 gulden aan Goosen Oosterhoorn verkocht te hebben een erf gelegen op 't mat, belend ten oosten de weduwe van Allert Clasen en ten westen Sijmon Huijberse Backer (ORA Krommenie inv.1410 fol.55v d.d. 24.5.1743), op 25.2.1746 compareert Claas Jasperse Reijne die bekent voor een bedrag van 50 gulden aan Cornelis Jacobsz Groot verkocht te hebben een schroot van een leeg erf, gelegen naast het huis van de koper op de heijlige weg, ter breedte van 5 voet en strekkende van de voorsloot tot de achtersloot toe (ORA Krommenie inv.1410 fol.126 d.d. 25.2.1746), op 30.4.1747 compareert Claas Jasperse Reijne die bekent voor een bedrag van 535 gulden 5 stuivers aan Engel Huijsman verkocht te hebben een gedeelte van een stukje land genaamd het tarwelant, te weten het oosstend gelegen bezuiden de heijligewegsloot, groot 145 roeden, belend ten oosten Durk Sloot en ten westen de verkoper (ORA Krommenie inv.1410 fol.187v d.d. 30.4.1747), op 6.3.1750 compareert Claas Jasperse Reijne die bekent voor een bedrag van 75 gulden aan Cornelis Jacobse Groot verkocht te hebben een erfje of worf gelegen op de heijlige wegh, groot 34 roeden, belend ten oosten de koper en ten westen de zelve (ORA Krommenie inv.1410 fol.247v d.d. 6.3.1750), op 20.3.1750 compareert Dirk Pietersz Vis die bekent voor een bedrag van 117 gulden verkocht te hebben aan Claas Jasperse Reijne een huis en erf gelegen op de heijlige wegh, belend ten oosten de koper en ten westen Gerrit Harmense (ORA Kromemnie inv.1410 fol.248 d.d. 20.3.1750), op 20.3.1750 compareert Claas Jasperse Reijne die bekent voor een bedrag van 85 gulden verkocht te hebben aan Dirk Vis een huis en erf gelegen op de heijlige wegh, belend ten oosten de erven Gerrit Molenaar en ten westen een ledig erf (ORA Krommenie inv.1410 fol.248v d.d. 20.3.1750), op 29.4.1751 compareert Claas Ropsendaal die bekent voor een bedrag van 50 gulden aan Claas Jasperse Reijne verkocht te hebben een huis en erf staande en gelegen op de heijligeweg, belend ten oosten de koper en ten westen Jan Joop (ORA Krommenie inv.1410 fol.288 d.d. 29.4.1751), op 29.4.1752 compareren Jan Duijn als curateur nevens Claas Jaspersz Reijne die bekennen van de boedel van Jan Tuijk verkocht te hebben aan Claas Jaspersz Reijne een huis en erf in 't vlietsend, belend ten zuiden Jan Mets en ten noorden Claas Jansz, het erf groot 93 roeden (ORA Krommenie inv.1411 fol.11v d.d. 29.4.1752), op 7.6.1772 compareren Jasper Claasz Reijne, voor 1/3 deel, Huijbert Claasz Reijne voor 1/3 deel en Guurtje Claas Reijne voor 1/3 deel, de enige nagelaten kinderen en enige erfgenamen van hun overleden ouders Claas Jaspersz Reijne en Aagje Huijbers, indertijd echtelieden te Krommenie en ald. overleden, die het door hun ouders nagelaten goed verdelen, waarbij Jasper ten deel is gevallen een huis en erf, staande en gelegen tot Krommenie op de heijlige weg, belend ten oosten Pieter Claasz Sparreboer en ten westen Jan Swart, alsmede de volgende landerijen in de banne van Krommenie een stuk land genaamd 't zaandammerland met de molenwef daaraan, tezamen groot 754 roeden, belend ten zuiden Cornelis de Wit en ten noorden de kerksloot, alsmede een stuk land genaamd guurt mijses ven, groot 1822 roeden, belend ten zuiden Willem Boere en Cornelis de Wit en ten noorden de weduwe van Garbrand Hazeven, alsmede een stuk land genaamd de loed, groot 750 roeden, belend ten oosten de clamdijksloot en ten westen Claas Hoven, alsmede een stuk land genaamd schoteventje, groot 367 1/2 roeden, belend ten noorden Cornelis de Wit en ten zuiden Pieter Vasters, alsmede een stuk land genaamd het ronde landje, groot 104 roeden, belend ten noorden de eigenaar en ten zuiden Pieter Vastert, alsmede een stuk land genaamd comen akkers ven, groot 888 roeden, belend ten noorden Cornelis Hof en ten zuiden de weduwe Garbrand Hazeven, alsmede een stuk land gelegen in de broek onder de banne van Uitgeest, genaamd de twaalf maat met zijn uiterdijk, tezamen groot 2242 1/2 roeden, belend ten zuiden Pieter Dirksz en ten noorden Claas Hogerboom, waarbij Huijbert Claasz Reijne ten deel is gevallen een huis, erf, werf en verdere getimmerte, staande en gelegen tot Krommenie op de heijlige weg, belend ten oosten Jacob Cruijt en ten westen Guurtje Reijne, mits onder deze expresse conditie dat zijn zuster Guurtje Claas Reijne daarin zal mogen en moeten blijven wonen in het voorhuis, en dan haar gerief en gebruik van regenwater uit de achterbak tot haar volkomen genoegen alzo zal mogen hebben zonder enig tegenzeggen, en verder indien Huijbert Claasz Reijne dit perceel niet langer beliefde te bewonen en naar elders metterwoon vertrok, dat als dan zijn zuster Guurtje Claas Reijne het zelve en door niemand anders, indien zij het begeert te hebben voor de som van 800 gulden zal mogen weder in eigendom overnemen, alsmede de landerijen gelegen in Krommenie, te weten een stuk land genaamd het heijlige wegje, groot 492 1/2 roe, belend ten zuiden de heijlige weg en ten noorden Cornelis de Wit, een stuk land genaamd zeemaans ven, groot 1305 1/2 roeden, belend ten zuiden de eigenaar en ten noorden de weduwe Garbrand Hazeven, een stuk land genaamd jan joostes ventje, groot 595 roeden, belend ten zuiden en noorden de eigenaar, een stuk land genaamd willem piets ven, groot 266 roeden, belend ten noorden de eigenaar en ten zuiden Guurtje Claas Reijne, een stuk land genaamd willem piet smids ven, groot 610 roeden, belend ten noorden de eigenaar en ten zuiden de weduwe Garbrand Hazeven, een stuk land genaamd besjes ven, groot 1232 roeden, belend ten noorden Simon Groen en ten zuiden de eigenaar, en twee stukken land gelegen in de broek onder de banne van Uitgeest van Siewer, groot 2659 roeden, belend ten noorden de werve Claas de Wit en ten zuiden Guurtje Claas Reijne (dit land heeft een vrije overgang voor vee en men kan over het land en de uiterdijk aan Guurtje Claas Reijne aanbedeeld), en waarbij Guurtje Claas Reijn ten deel is gevallen een huis, erf en werf van Dirk Vis, staande en gelegen tot Krommenie op de heijlige weg, belend ten oosten Huijbert Claasz Reijne en ten westen de weduwe van Gerrit Harmensz Bakker, doch indien Guurtje Claas Reijne niet genegen is om dit perceel langer in eigendom te houden, dat als dan haar broeder hetzelve voor de som van 800 gulden in eigendom zal mogen aan- en overnemen, indien dezelve het als dan belieft, alsmede het gebruik en inwoning van het voorhuis en de achter regenbak, in het huis aan Huijbert Claasz Reijne aanbedeeld, zolang dezelve ongehuwd zal zijn, mits hetzelve ordentelijk te bewonen en wel te onderhouden en repareren, alsmede de navolgende landerijen in de banne van Krommenie, te weten een stuk land genaamd de ven van aaltje gauwis, groot 1213 roeden, belend ten noorden de erve Claas de Wit en ten zuiden de vermaningsven, een stuk land genaamd tarweland, groot 404 roeden, belend ten noorden Pieter Kuijper en ten zuiden de werven, de overwerf met de tuin groot 50 roeden, belend ten noorden de eigenaar en ten zuiden de heijlige weg, een stuk land gelegen in de banne van Uitgeest genaamd neel reijnes, groot 1900 roeden, belend ten zuiden Willem Hazeven en ten noorden Johannes Visser (dit land moet een vrije overgang lijden voor vee en mensen van en ten behoeve van het land aan Huijbert Claasz Reijne aanbedeeld), het stuk land bij de brug, groot 1027 roeden, belend ten zuiden Willem Hazeven en ten noorden Huijbert Claasz Reijne, en de uiterdijk bij het veerhuis op de busch, groot 342 roeden, belend ten zuiden Willem Hazeven en ten noorden Pieter Baarsz Wennis (dit land moet een vrije overgang lijden voor vee en mensen tot behoeve van het land aan Huijbert Claasz Reijne aanbedeeld) (ONA Krommenie inv.3075 akte 625 d.d. 17.6.1772), is vader van Jasper geb. 2.3.1740 (lidmatenreg. DG Krommenie), is vader van Huijbert geb. 5.4.1742 (lidmatenreg. DG Krommenie), is vader van Guurtje geb. 18.11.1747 (lidmatenreg. DG Krommenie), tr. Krommenie impost 6.3.1739 met |
305 | Aegje (Agie) Huijbers (Huijberts), afkomstig van Koedijk, geb. ca. 1712, overl. 24.11.1768, begr. Krommenie impost 24.11.1768, dr. van Huijbert Bouwensz Slommer en Ariaantje Poulus Doets, op 14.10.1757 compareert Jan Brouwer, die bekent voor een bedrag van 18 gulden verkocht te hebben aan Aagje Huijberts, weduwe van Claas Jaspersz Reijne, hetwelk door haar zoon Jasper Claasz en Jacob Cruijt voor haar is geaccepteerd, een leeg erf gelegen op de kerksloot, groot 33 roeden, belend ten westen de koopster en ten oosten Claas Swart (ORA Krommenie inv.1411 fol.133 d.d. 14.10.1757), op 4.5.1759 compareert Aagje Huijberts, weduwe van Claas Jasperse Reijne, die bekent voor een bedrag van 200 gulden verkocht te hebben aan Claas Jansz, wonende te Krommenie, een huis en erf staande en gelegen in 't vlietsend, belend ten zuiden Jan Mets en ten noorden de koper (ORA Krommenie inv.1411 fol.160v d.d. 4.5.1759), op 1.5.1761 compareert Aagje Huijberts, weduwe van Claas Jasperse Reijne, die bekent voor een bedrag van 70 gulden verkocht te hebben aan Jan Swart, wonende te Krommenie, een huis en erf staande en gelegen op de heijlige weg, belend ten oosten de verkoopster en ten westen Jan Pieterse Joop (ORA Krommenie inv.1411 fol.197v d.d. 1.5.1761), op 1.2.1765 compareert Simon Huijbertsz Backer, wonende te Krommenie, die bekent voor een bedrag van 318 gulden 18 stuivers 4 penningen verkocht te hebben aan Aagje Huijberts, weduwe van Claas Jasperse Reijne, een stukje land genaamd in de ven van aaltje gaves, groot 1213 roeden gelegen op de indijk, belend ten zuiden de vermaningsven en ten noorden burgemeester Claas de Wit (ORA Krommenie inv.1411 fol.302v d.d. 1.12.1765), op 11.11.1769 compareert Jan Oosterhoorn, wonende te Krommenie, die bekent voor een bedrag van 252 gulden 7 stuivers 8 penningen verkocht te hebben aan Aagje Huijberts, weduwe van Claas Jasperse Reijne, hetwelk door haar zoon Jasper Claasz is geaccepteerd, een stukje land groot 695 roeden gelegen aan de indijk te Krommenie genaamd jan joostes ventje, belend ten zuiden en noorden de koopster (ORA Krommenie inv.1413 fol.72v d.d. 11.11.1768) |
306 | Jacob Simonsz Kaper, geb. ca. 1712, overl. Krommenie 30.10.1750, begr. Krommeniedijk, zn. van Simon Jacobsz Kaper en Neeltje Jans, op 23.3.1757 worden ls voogden over zijn nageklaten kinderen aangesteld Jan Dirksz van Cralingen te Koog en Jan Cornelisz Bak op den Horn (ORA Krommenie inv.1481 d.d. 23.3.1757; Jan Dirksz van Cralingen was gehuwd met Aafje Sijmons Caper en Jan Cornelisz Bak was een neef van Niesje Baarts), op 12.10.1763 wordt ten behoeve van nagelaten kinderen van wijlen Niesje Baarts en Jacob Kaper, te weten Baart oud 23 jaar, Neeltje oud 20 jaar, Jacob oud 18 jaar en Dieuwer Jacobs Caper oud 15 jaar, door de aangestelde voogden Frederik Bak, Jan Bak en Jacob Heere, een inventaris van de nagelaten goederen opgesteld, te weten twee huizen met hun erven, staande en gelegen te Krommeniedijk, belend ten oosten Jacob Amkerse en ten westen Claas Pieterse Breeuwer, met een overwerf daar oversloot gelegen, groot 100 roe, belend aan Jan Kaars en Jacob Amkerse, voorts een partij huisraad (ORA Krommenie inv.1495 fol.37 d.d. 12.10.1763), op 17.1.1764 compareren Simon Jacobsz Caper, meerderjarig jongman, tezamen met de weesmeesters als aangestelde voogden over Baart Jacobsz Caper, Neeltje Jacobs Caper, Jacob Jacobsz Caper en Dieuwer Jacobs Caper, die volgens akte van voogdij d.d. 17.8.1763 en authorisatie van 4.1.1764 als erfgenamen van hun overleden ouders Jacob Caper en Niesje Baartse, beide overleden te Krommeniedijk, verkopen aan Claas Rosendaal, wonende te Krommenie, een obligatie ten name van Neel Jans d.d. 15.3.1743 ter waarde van 1000 gulden, en hebben zij comparanten het recht van eigendom verkregen als legatarissen van hun overleden peetje Aafje Sijmons Caper, en van haar geërfd van haar moeder Neeltje Jans, zijnde de originele belegster, en vervolgens met wijlen haar broeder Jacob Caper, vader van de transportanten, gescheiden en aan haar Aafje Sijmons Caper onderling aanbedeeld, volgens testamentaire dispositie van Aafje Sijmons Caper gepasseerd voor notaris Michiel Beets te Zaandam op 11.1.1756 (ONA Krommenie inv.3071 akte 240 d.d. 17.1.1764; zie voorts akte 243 d.d. 19.1.1764), op 31.1.1766 compareren Simon Caper en Baart Caper, voor henzelf, Frederik Bak, Jan Bak en Jacob Heere, als weesmeesters aangesteld als voogden over de minderjarige kinderen van Jacob Caper en Niesje Baartse, beide op Krommeniedijk overleden, die verklaren voor een bedrag van 420 gulden verkocht te hebben aan Jacob Heere een huis en erf, staande en gelegen op Krommeniedijk, belend ten oosten Hendrik Carstens en ten westen Simon Hoogland, met een overwerf daarvoor gelegen, groot 100 roeden, belend ten westen Jan Caars en ten oosten Hendrik Cartstens (ORA Krommenie inv.1412 fol.17 d.d. 31.1.1766), zij verkopen in die hoedanigheid op 31.1.1766 voor een bedrag van 235 gulden aan Simon Hoogland een huis en erf staande en gelegen te Krommeniedijk, belend ten westen Claas Pietersz Breeuwer en ten oosten Jacob Heere (ORAS Krommenie inv.1412 fol.17v d.d. 31.1.1766), tr. Krommenie impost 23.6.1736 met |
307 | Niesje Baarts, overl. Krommenie 15.8.1763, begr. Krommeniedijk, dr. van Baart Dirkse en Dieuwer Garmets, op 2.3.1751 compareert Niesje Baarts, weduwe van Jacob Kaper, wonende te Krommeniedijk, die bekent voor een bedrag van 700 gulden verkocht te hebben aan Jacob Fransen Cool, wonende tot Zaandam, een damschuit, lang 50 voet, wijd 11 voet, hol na advenant, met zeilen, treilen en verdere aanhorigheden vandien (ORA Krommenie inv.1410 fol.281 d.d. 2.3.1.1751), op 23.3.1757 compareert Niesje Baartse, wonende te Krommeniedijk, weduwe van Jacob Caper en bij hem hebbende vijf onmondige kinderen, genaamd Sijme oud 20, Baart oud 17, Neeltje oud 13, Jacob oud 12 en Dieuwer oud 9 jaar, die verklaarde aan haar kinderen ten overstaan van Jan Dirksz van Cralingen, wonende te Koog, en Jan Cornelisz Bak, wonende in de Horn, als aangestelde voogden, bewijs van vaders erf te doen aan contante pennignen aan ieder een som van 10 gulden, tezamen een som van 50 gulden, op voorwaarde dat de bewezen som onder de moeder zal blijven berusten tot de kinderen mondig zijn, daaraan verbindende haar woonhuis, staande en gelegen te Krommeniedijk, belend ten westen Neel Jans en ten oosten de weduwe van Maarten Kok en voorts haar persoon (ORA Krommenie inv.1494 fol.214 d.d. 23.3.1757) |
308 | Cornelis Jansz Leguijt, ged. Beemster (nederd. geref.) 16.1.1707, wonende in de Beemster aan de middelweg, in Middenbeemster, aan de jisperweg, en aan de dijk bij De Rijp (lidmatenboek Beemster nederd. geref.), zn. van Jan Cornelisz Leguijt en Geertje Cornelis van der Meer, tr. met |
309 | Trijntje Jans de Vries, ged. Beemster (nederd. geref.) 19.8.1708, dr. van Jan Andriesz de Vries en Geertje Hendriks |
310 | Pieter Jansz Slinger, wonende in de Beemster aan de rijperweg en nadien aan de volgerweg, mogelijk een zn. van Neeltje Pieters Molenaar die hertr. met Claes Cornelisz Wennis (WA ORA Ilpendam inv.3645, fol.1v d.d. 10.9.1712), tr. 1e ca. 1722 met Grietjen Thijmens, ged. Beemster (nederd. geref.) 13.12.1699, dr. van Thijmen Sijmonsz en Trijn Jans wonende aan de zuiddijk (weesboek Beemster fol.294), begr. Beemster 17.12.1722, tr. 2e met |
311 | Aagje Jans Binnenwijzen, mogelijk een dr. van Jan Cornelisz Binnenwijzent ged. Purmerend (nederd. geref.) 5.1.1672 als zn. van Cornelis Dirxz Binnenwijsent en Fokel Pieters |
316 | Gerben Walles Bootsma, ged. IJlst (nederd. geref.) 6.11.1720, meester scheepstimmerman ald., zn. van Walle Wijtses Bootsma en Pijtje Ageus Wiarda, tr. IJlst (nederd. geref.) 19.1.1744 met |
317 | Hiltje Jacobs Bootsma, afkomstig van IJlst, dr. van Jacob Asses en IJmkjen Wijbes (bijlagen civiel trouwboek IJlst, inv.2, zonder datum) |
318 | Thomas Wijpkes, afkomstig van Heerenveen, lidmaat geworden ald. (doopsgezind) 31.1.1742, belijdenis ald. 2.2.1742, op 30.1.1774 kandidaat kerkvoogd ald., overl. ald. 15.3.1789, zn. van Wijpke Wijpkes en Rink Thomas, tr. Heerenveen (nederd. geref.) 8.1.1741 met |
319 | Geertje (Gettje, Geert, Geerte) Aeles (Ales), afkomstig van Heerenveen, lidmaat geworden ald. (doopsgezind) 24.2.1738, belijdenis doopsgezinde gemeente Heerenveen 2.2.1742, overl. ald. 27.10.1782 |
320 | Roelof Jans, afkomstig van Nieuweschoot, tr. Heerenveen 27.9.1711 met |
321 | Antje Johannes Born, afkomstig van Heerenveen, dr. van Johannes Goderts Born en Geertje Heinsius |
322 | Jelle Hendriks, afkomstig van Oldeouwer, overl. Rosterhaule juni 1762 (lidmatenreg. Sintjohannesga-Delfstrahuizen-Rohel-Rotsterhaule nederd. geref.), hertr. met Fedtje Arents, overl. Rotsterhaule 20.9.1763 (lidmatenreg. Sintjohannesga-Delfstrahuizen-Rohel-Rotsterhaule nederd. geref.), tr. Doniawerstal (nederd. geref.) 26.12.1717 met |
323 | Seike (Sijke) Jans, afkomstig van Sintjohannesga |
328 | Willem Hendricksen (Hendriks, Hendricks, Hendericksen) van Campen, is vader van Gerrit ged. Bennekom (nederd. geref.) 17.3.1713, is vader van Naleken ged. Bennekom (nederd. geref.). 13.3.1716, is vader van Brantje ged. Bennekom (nederd. geref.) 6.10.1718, wordt bij zijn trouwen bijgestaan door zijn zwager Jan Aartsen gehuwd met Geertie Hendricks (zie trouwregister Bennekom nederd. geref. 6.11.1700), tr. Bennekom (nederd. geref.) 19.4.1711 met |
329 | Willemijn Gerrits Roseboom alias Willemijn Aarten, ged. Bennekom (nederd. geref.) 13.12.1691, dr. van Cornelis van Campen en Margrietje Veerman, dr. van Gerrit Aerts Roseboom en Brantie Hendricks, laat op 17.1.1728 in verband met het overlijden van haar man en ten behoeve van hun kinderen Cornelis, Gerrit, Naleken en Brantje, waarbij zij wordt bijgestaan door haar toekomende bruidegom Dirck Cornelissen als haar gecoren momber aan de ene zijde en door Geurt Henricksz en Henrick Gerritsz als omen en bloedmombers van de vier kinderen aan de andere zijde, een inventaris opmaken van hun gezamenlijk goed, te weten een huis, hof en ongeveer 3 ? bouwland gelegen aan de dijckgraeff, een halve ? hooiland in de veencampen in de rietcampjes onder Wageningen, en een halfschepel ? op de brink tegenover de deur, gereedschap, kookgerei, kleding, koren (gedorst en ongedorst), bed en bedlinnen, en schulden aan onder meer de erfgenamen van Claartjen Hendriks (ORA Veluwe inv.493 no.97 f.621 d.d. 26.5.1729) |
334 | Jan de Koning (de Koning, de Koningh, de Kunijgh, de Kooneng, de Konink), wonende te Amsterdam, is vader van Jan ged. Amsterdam (oosterkerk, nederd. geref.) 4.6.1724 (get. Jan Martensen, Martie Anderis), is vader van Grietje ged. ald. (zuiderkerk, nederd. geref.) 13.10.1728 (get. Marten Jansen, Grietie Arnordus), is vader van Catrina ged. Amsterdam (oosterkerk, nederd. geref.) 3.6.1731 (get. Henderik en Catrina de Wolf), is vader van Annatie ged. Amsterdam (zuiderkerk, nederd. geref.) 17.3.1734 (get. Hans Verman, Grietie Martens), is vader van Eva ged. Amsterdam (nederd. geref., oude kerk) 18.4.1738 (get. Christiaan Harmens, Eva Jans), tr. met |
335 | Marritie (Maria, Maretie, Mitie, Mareijtie) Martens, mogelijk een dr. van Marten Jansen en Grietie Arnordus (doopboek nederd. geref. Amsterdam, d.d. 13.10.1728) |
344 | Jacob (Japik) Claasz Beets, ged. Beets (nederd. geref.) 7.1.1685, wonende in de Beemster, vermeld ald. aan de middelweg en nadien bij Hobrede, zn. van Claes Jacobsz Beets en Reijnuw Wouters, tr. met |
345 | Grietje Maartens |
346 | Maarten Jansz Klerk (Clerk, Clercq), wonende in de Beemster, vermeld ald. aan de oosthuijserwegh, ged. Beets (nederd. geref.) 23.1.1689, begr. Oosthuizen (nederd. geref.) 12.6.1750, zn. van Jan Adriaensz Klerck en Grietje Maertens, tr. 1e met Marij Jans van Hem, begr. Beemster (nederd. geref.) 11.1.1716, otr. 2e Kwadijk (nederd. geref.) 27.11.1718, tr. ald. (nederd. geref.) 11.12.1718 met |
347 | Maartje (Maartjen, Maertje) Jans, jongedochter van Kwadijk, overl. voor 3.1.1741, na haar overlijden worden als voogd over haar drie kinderen aangesteld de ooms Ziebrant Haas en Claas de Boer, aan wie op 5.3.1743 ieder 850 gulden wordt toebedeeld (weeskamerarchief Beemster, ORA 4083 nr. 86) |
348 | Garbrant Sakelsz de Oude, wonende in Middenbeemster, ged. Beemster (nederd. geref.) 24.10.1677, zn. van Sakel Garbrantsz en Engeltje Takes, tr. 1e met Maartje Jans (weeskamer Beemster nr.231, voogden over de kinderen zijn Mattheus Danielsz en Pieter Hendriks), tr. 2e met |
349 | Maartje Leenderts |
350 | Jan Harmensz Donker, wonende in de Purmer (lidmatenlijst Kwadijk nederd. geref. 1707-1724), begr. Kwadijk (nederd. geref.) 21.4.1730, zn. van Harmen Jansz Doncker, otr. 2e Kwadijk (nederd. geref.) 9.7.1724, tr. ald. (nederd. geref.) 23.7.1724 met Trijn Klaas, tr. 1e met |
351 | Neeltje Outgers (Attes) Slinger, geb. Purmer, ged. Monnickendam (nederd. geref.) 4.7.1683, overl. 1723 (lidmatenboek Kwadijk nederd. geref.), begr. Kwadijk (grafsteen nederd. geref. kerk ald.), dr. van Outger Jansz Slinger en Lijsbet Jans |
352 | Mr Hans Hinrich Lampen, meestertimmerman, ged. Eldagsen (ev.luth.) 15.6.1660 (hij is dan 29 weken oud), begr. Eldagsen (ev.luth.) 9.3.1721 (hij is dan 61 1/2 jaar oud), zn. van Berend Lampen en Ilsabe Devesen, is vader van Ilse Margaretha ged. Eldagsen (ev.luth.) 30.9.1692, is vader van Catharina Elisabeth ged. Eldagsen (ev.luth.) 1.11.1695, is vader van Jobst Henning ged. Eldagsen (ev.luth.) 13.2.1705 (get. Stella Bertens de moeder van vader), tr. Eldagsen (ev.luth.) 28.6.1689 met |
353 | Magdalena Elisabeth Ohlendorff, begr. Eldagsen (ev.luth.) 27.4.1733 |
354 | Hermen (Harmen, Herman, Hermann, Harmen Peter, Harmen Peters, Herman Peter) Kösel (Kösell, Kösels, Köses, Köseln), brouwer te Eldagsen, is vader van Ilse Catharina ged. Adensen (ev.luth.) 29.7.1687 (get. H. Wahrendorffs, Paul Grimmens vrouw, Arend Elvers), is vader van Hinrich Christoffer ged. Adensen (ev.luth.) 3.2.1688 (get. Hinrich Opperman, Christoffel Kösel, Hinrich Schinken von Borgstammen), is vader van Margretha Maria ged. Adensen (ev.luth.) 22.2.1691 (get. Ilse Margreta Rodemeijers, Benedictus Gehrken, Curdt Rodezwohls), is vader van Benedictus ged. Adensen (ev.luth.) 7.5.1693 (get. Benedicte Gehrken, Henrich Bortfelds), is vader van Peter Moritz ged. Adensen (ev.luth.) 3.11.1695 (get. o.a. Moritz Wagenaer), is vader van Arend Hinrich ged. Adensen (ev.luth.) 4.3.1698 (get. H. Henrich Wahrendorff, Arend Devens van Eldagsen, Herman Krepens junior), is vader van Julius Conrad Herman ged. Adensen (ev.luth.) februari 1701 (get. o.a. Julius Kupfer, Conrad Caspar Rodemeijer), is vader van Christian ged. Adensen (ev.luth.) 27.2.1705 (get. Jacob Timmermans), is vader van Anna Elisabeth ged. Eldagsen (ev.luth.) 23.10.1706 (get. de zuster van vader), is vader van Ernst Christoffer ged. Eldagsen (ev.luth.) 29.10.1708 (get. Christoffer Amelunk de zwager van vader), is vader van Maria Elisabeth ged. Eldagsen (ev.luth.) 19.1.1711 (get. Hans Vosding en de moeder van de vader) is vader van Cathrina Maria ged. Eldagsen (ev.luth.) 13.4.1715 (get. Anna Maria Brinckmans en de moeder van de vader), is vader van Maria Elisabeth ged. Eldagsen (ev.luth.) 14.11.1717 (get. Catharina Maria Beders de zuster van de moeder, Hans Müller, Hermann en Benedix Kösel vader en broeder), tr. Eldagsen (ev.luth.) 5.2.1714 met jongedochter Cathrina (Catrina) Brinkmans, begr. Eldagsen (ev.luth.) 14.1.1715 (overl. in het kraambed, 28 jaar oud), tr. Eldagsen (ev.luth.) 28.11.1715 met Anna Margretha Beders, afkomstig uit de niedren vorstadt bij Eldagsen, tr. Adensen (ev.luth.) 26.10.1686 met Maria Oppermans, tr. met |
355 | NN, begr. Eldagsen (ev.luth.) 3.3.1713 (zij is dan 37 jaar oud), mogelijk gaat het om Maria Oppermans maar dan klopt de leeftijd bij overlijden niet |
360 | Johann Henrich Timann (Tiemann) alias Strackenbroock, geb. 28.2.1685, ged. Dielingen (ev.luth.) 3.3.1685 (get. Johan Hinrich Schmid), begr. Dielingen (ev.luth.) 13.2.1738 (dan 54 jaar oud), zn. van Gerd Hinrich Tieman en Anna Catharina Meijers alias Tiemans, is vader van Johann Friderich ged. Dielingen (ev.luth.) 27.12.1716 (get. Johan Eberh. Timann, Johan Fridr. Pohlmeijers alias Langelohn, Margaretha Elsabein Pohlmeijers geb. Buoks), is vader van Catharina Agnesa ged. Dielingen (ev.luth.) 19.2.1725 (get. Anna Cath. Timanns geb. Berckmeijers, Agnesa Maria Pohlmeijers, Arnd Henrich Tünemann), is vader van Clamer ged. Dielingen (ev.luth.) 6.1.1728, is vader van Margareth Elisabeth ged. Dielingen (ev.luth.) 21.12.1732 (get. Catharina Margaretha Albers geb. Upmeijers), is vader van Catharina Maria ged. Dielingen (ev.luth.) 21.12.1732 (get. Margaretha Agnesa Pohlmeijers), tr. Dielingen (ev.luth.) 6.2.1715 met |
361 | Catharina Maria (Maria) Poelmeijer (Pohlmeijers), geb. 28.1.1690, ged. Dielingen (ev.luth.) 12.2.1690, begr. Dielingen (ev.luth.) 30.12.1732, dr. van Cord Poelmeijer en Agnese Maria Poelmeijers |
362 | Johann Hermann Apike (Apken) alias Wilckers, zn. van Johan Tysing alias Apike en Jennike Schmides, is vader van Anna Maria ged. Dielingen (ev.luth.) 11.6.1721 (get. Anna Magdalena Grebers), Arnd Henrich ged. Dielingen (ev.luth.) 11.6.1722 (get. Johann Arnd Meijers, Joh. Heinrich Apike, Anna Christina Grebers), is vader van Catharina Elsabein ged. Dielingen (ev.luth.) 16.1.1724 (get. Anna Elsabein Apiken, Anna Elsabein Martens, Johann Greber), is vader van Catharina Margaretha ged. Dielingen (ev.luth.) 6.10.1726 (get. Catharina Margaretha Grebers), is vader van Gerd Henrich ged. Dielingen (ev.luth.) 9.10.1729 (get. Joh. Gerd Meijer, Claus Henr. Gräber, Anna Marg. Aapken), is vader van Johann Hermann ged. Dielingen 18.1.1733 (get. Hermann Tönies Vornholtz, Johann Clamer Apke, Marg. Elsabein Gräbers), tr. Dielingen (ev.luth.) 13.11.1720 met |
363 | Anna Elsabein (Anna Elisabeth) Wilckers (Wilker) alias Apcken, geb. 9.12.1687, ged. Dielingen (ev.luth.) 11.12.1687 (get. Ilsab. Meijers), begr. Dielingen (ev.luth.) 26.12.1760, dr. van Johann Hinrich Wilker en Anna Meijers alias Wilker |
372 | Gentien Foucault (Foucaut), wijnbouwer, overl. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 16.6.1718 (aangifte door zijn broer Simon Foucault en door zijn zwager Germain Furet, Gentien was toen naar hun zeggen 40 jaar oud), zn. van Simon Foucaut en Françoise Givais, is vader van Marie ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 31.1.1703 (get. Silvain Proulleau, Marie Buiet), is vader van Gentien ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 27.12.1704 (get. Theodore Grou, Renée Malibaet), is vader van Magdeleine ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 10.1.1706, is vader van Jeanne ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 23.3.1708 (get. Jean Roulleux, Jeanne Lucas), is vader van Gentien ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 5.3.1711 (get. Charle Bernier, Marie Chasseneau), is vader van Marguerite ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 8.4.1713 (get. Charle Chevigny, Marguerite Richon), is vader van Françoise ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 31.5.1715 (get. Pierre Marlat, Françoise Archanbait), is vader van een zoontje ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 31.7.1717 dat kort daarna is overl, tr. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 7.2.1702 (hij een zn. van Simon Foucaut en Françoise Givais, zij een dr. van Germain Furet en Renée Durand, get. o.a. Ettienne Foucaut zijn neef, Simon Foucaut zijn broer, Germain Furet haar broer) met |
373 | Marie Furet (Furette), dr. van Germain Furet en Renée Durand, zij hertr. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 7.2.1724 met Jean Augeard |
374 | François Voinier (Vognier), ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 10.4.1695 (get. François Dufty, Marie Contal), overl. Lunéville (rk) 28.8.1721, zn. van Henry Voinier en Anne Bayart, is vader van Anne Marie ged. Lunéville (rk) 7.8.1717 (get. Claude Voittincourt, Anne Mourout), tr. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 28.5.1715 (hij een zn. van meesterbakker Henry Voyniet en Anne Bayart, zij een dr. van meesterschoenmaker Claude Vatincourt en Anne Marie la Grone, get. benedictijn Joseph Play, hoefsmid Jean Voynier, haar vader Claude Vatincourt, François Gobert, Jean Thouvenin) met |
375 | Claudette (Claude) Voittincourt (Vatincourt), dr. van Claude Vatincourt en Anne Marie la Grone |
376 | Harmen Dirks, tr. Funnix (ev. luth.) 3.12.1680 met |
377 | Froweke Folkerts, zij tr. 2e Funnix (ev. luth.) 13.7.1698 met Johan Hayungs |
378 | Hilrich Dirks, zn. van Dirck Hillrichs, tr. Funnix (ev. luth.) 14.11.1678 met |
379 | Gretcke Roolfs |
380 | Henricus (Henric) Saalberg, zn. van Henricus Saalberg en Gerdruthen Boelefeldt, tr. Radevormwald (ev. luth.) 22.12.1729 met |
381 | Catharina Elisabeth Sambring, dr. van Johannes Sambring |
382 | Tade (Thade) Mammen, geb. Warnsath 15.10.1702, overl. Nord Dunum 5.3.1755, zn. van Mamme Arends en Agnesa Taden, tr. 1e voor 1731 met Elsche NN, overl. Nord Dunum 9.1.1738, tr. 2e Nord Dunum (kerk) 4.11.1738 met |
383 | Eijte (Ete) Janssen, geb. Adorf ca. 1705, overl. Nord Dunum 24.6.1774, tr. 2e Nord Dunum (kerk) 8.2.1759 met Arend Hinrich Hünefeld, afkomstig van Mettingen |
384 | Cornelis Claasz Langendoen, ged. Oostvoorne (nederd. geref.) 24.10.1706 (getuige Jannetje Wittese, huisvrouw van David Jorisse), zn. van Claas Wittese Langendoen en Wijntje Arens Droogendijk, koopt op 11.5.1736 van Leentje Claas Langendoen die weduwe is van Jacob Jacobsz de Geus een woning etc. met boomgaard op de hevering te Oostvoorne bij de korenmolen (SAVPR toegang 41 inv.337 regest 704 d.d. 11.5.1736), verkoopt op 17.1.1747 dit huis aan Abraham Brouwer, tegen overname van een schuldbrief ten behoeve van de diaconie te Oostvoorne nog inhoudende 150 gulden (SAVPR toegang 41 inv.338 regest 778 d.d. 17.1.1747), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 19.12.1734 met |
385 | Jannetje Jans van der Lugt (van der Lucht), later Verdam, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.2.1713, dr. van Magteltje Arents Luijendijk, filiatie blijkt uit het feit dat Antje van Leur, dr. van Christiaan Christiaansz van Leur en Marietje Arents Luijendijk, als doopgetuige optreedt bij kinderen van Cornelis Claasz Langendoen en Jannetje Jans. Jannetje Jans is buiten echt geboren, in een testament dat haar moeder ten tijde van haar zwangerschap van haar tweede kind heeft opgesteld samen met haar echtgenoot Jacob Willems van Roon draagt Jannetje de familienaam van der Lucht (SAVPR, inv.1040 toegang 110 d.d. 21.8.1730), zij zou deze kunnen hebben aangenomen ten tijde van het eerste huwelijk van haar moeder, met Aren van der Lugt; evenzeer mogelijk, hoewel minder waarschijnlijk, is dat Jannetje een dochter is van Jan Kornelisz van der Lugt, de vader van Aren van der Lugt; vanaf ca. 1750 draagt Jannetje de familienaam Verdam (doopboek Zwartewaal). |
386 | Jan Jacobsz van Heijsen (van Heijssen, van Hijssen), ged. Maasdam (nederd. geref.) 16.11.1721 (getuige Lena Jans Barendrecht), zn. van Jacob Bastiaansz van Heijsden en Maria Jans Barendrecht, bij zijn huwelijk wonende in Zuidland, otr. Zuidland (kerk) 27.7.1748, tr. ald. (nederd. geref.) 11.8.1748 met |
387 | Maartje Kornelis Breeman, ged. Abbenbroek (nederd. geref.) 8.12.1726 (getuige Maartje van Putten), bij haar huwelijk wonende in Zuidland, dr. van Kornelis Breeman en Jobje Arents Herweijer, hertr. met Dingeman Vlaming, zij verkopen aan Arij de Hoogh wonende in Zuidland een huis, schuur en erf in het langeslop waarbij wordt bepaald dat verkopers tot 1.5.1783 in het “kamertie” mogen blijven wonen (SAVPR toegang 23 inv.11 regest 419) |
388 | Jan Leendertsz Stellenaar, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.1.1719 (getuige Lena Jans Stellenaar), overl. voor 11.5.1738, zn. van Leendert Jansz Stellenaar en Maartje Jans van der Meer, tr. met |
389 | Ariaantje Kornelis Landmeter, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 18.9.1718, dr. van Kornelis Pietersz Landmeter en Jannetje Claas Admiraal |
390 | Krijn (Crijn) Jansz Kortenbout (Cortenbout), ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.10.1701 (getuige Ariaantje Jans), zn. van Jan Jansz Kortenbout en Pietertje Pieters den Beenk, bekent op 5.1.1744 aan Cornelis Preuit, meester zeilmaker te Zwartewaal, een schuld van 700 gulden, waarvoor hij hypotheek geeft op zijn huis en erf te Zwartewaal op het zuideinde, belend ten zuiden Willem Stellenaer, Witte Joppe en Frank Preuit, en ten noorden Abraham Schenk (RZ Zwartewaal inv.2 d.d. 5.1.1744), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.8.1728 (get. Jan Jansz Kortenbout, Pietertje Pieters den Beenk), is vader van Johannis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.8.1731 (get. Jan Vrijdag, Trijntje Wilms van der Hoeve), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.3.1733 (get. Teuntje Jans Kruijne), is vader van Pieter ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 25.7.1734 (get. Trijntje van der Hoeve, Jan Kruijne den Ouden), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.1.1736 (get. Teuntje Jans Kruijne), is vader van Pietertje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.7.1739 (get. Trijntje Wilms van der Hoeve), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.1.1742, is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.8.1744 (get.Crijn Cortenbout [sic], Marijtje Landsers), tr. (nederd. geref.) Zwartewaal 27.5.1727 met |
391 | Aagje Jans Kruijne, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.6.1707 (getuigen Andries Jeugt, Aagje Witte), dr. van Jan Jansz Kruijne en Jannetje Kornelis Buere |
392 | Leijier (Leijjier, Legier, Leiier, Lier) Dirksz Troost, ged. Nieuw-Beijerland (nederd. geref.) 13.8.1702 (getuige Lijsbeth Jans Troost), zn. van Dirk Leijiersz Troost en Lijsbeth Jans Jongeknegt, otr. Spijkenisse (nederd. geref.) 23.10.1727, tr. ald. (nederd. geref.) 16.11.1727 met |
393 | Margreta (Margrietje) Cornelis Vermaat, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 5.10.1704 (getuige Trijntie Cornelis Ploeger), dr. van Cornelis Jansz Vermaat alias Bos, en Margriet (Grietie) Barrevelt |
394 | Claas Jansz van Hamburg, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 11.3.1708 (getuige Neeltie Jans Buijck), zn. van Jan Claasz van Hamburg en Annitje Bastiaans Naijerboer, otr. Spijkenisse (nederd. geref.) 6.11.1728, tr. ald. (nederd. geref.) 28.11.1728, maar zonder toestemming van de vader van de bruid (zie huwelijksakte), met |
395 | Maartje Pieters van Bodegom, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 1.1.1705 (getuige Ida Bodegoms), dr. van Pieter Cornelisz van Bodegom en Maertie Maartens Bornklerk |
396 | Jan Willemsz van der Hoeve, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.9.1689 (getuige Maartje Pieters), zn. van Willem Jansz van der Hoeve en Pietertje Pieters den Beenk, koopt op 13.10.1721 voor een bedrag van 300 gulden van Aurelius Pietersz Hertogh, wonende in de stad Brielle, een huis en erf staande en liggende te Zwartewaal aan de westzijde van de dubbeldestraet, belend ten zuiden het dorpsslop en ten noorden Maerten Cornelisz Arkenbout (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 13.10.1721), tr. Zwartewaal 4.5.1715 (testament zie RA Zwartewaal testamenten d.d. 2.1.1735 in aanwezigheid van Crijn Jansz Cortenbout en Tomas Tuijnders) met |
397 | Maartje Kornelis Tuijnders, ged. Zuidland (nederd. geref.) 3.11.1686 (getuigen Sijtje Bastejaans en Jannetje Leenderts), dr. van Kornelis Einoutsz Tuinder en Ariaantje Kornelis |
398 | Johannis Jansz Kortenbout, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.1.1707, zn. van Jan Jansz Kortenbout en Pietertje Pieters den Beenk, bekent op 25.11.1730 tezamen met Barent Jansz Kuijper aan Cornelis Abrahamsz Nieuland een schuld van 1000 gulden, waarvoor zij hypotheek geven op een huis en erf in Zwartewaal op de noorddijk, belend ten zuiden Cornelis Jacobsz Wiggert en ten noorden Jan van der Linde (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 25.11.1730), koopt op 29.9.1731 van Barent Jansz Kuijper de helft in het voornoemde huis voor een bedrag van 200 gulden (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 29.9.1731), is vader van Pietertje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) Trijntje Wilms van der Hoeve), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.8.1731 (get. Barent Janse Kuijper, Neeltje Barents van der Velde), is vader van Lijsbet ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.8.1734 (get. Neeltje Barents van der Velde, Jan Jillisse Kuijper), is vader van Bastiaan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 10.2.1737 (get. Trijntje Willems van der Hoeve), is vader van Lijsbet ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 20.9.1739 (get. Neeltje Dirkse van der Sluijs, Jan Willemsz van der Hoeve), is vader van Barent ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.4.1742 (get. Ariaantje Ariens Lakekas), is vader van Arijaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.11.1744 (get. Joris Hooijhaus, Trijntje van der Hoeve), is vader van Jillis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 24.9.1747 (get. de vader), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 18.9.1728 met |
399 | Maartje Jans Kuijper, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.2.1705, dr. van Jan Jillisz Kuijper en Neeltje Barents van der Velde |
402 | Jan Pietersz van Adrichem (van Adrigem), jongman afkomstig van Vlaardingen, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 26.11.1724 (get. Lijsbet van Dorp, Neeltje Proost), zn. van Pieter van Adrichem en Annetje van Dorp, bij zijn huwelijk wonende in Kralingen, in 1750/53 wonende in de kipstraat en in 1757 op de dijk ald., otr. Kralingen 16.8.1748, tr. ald. 8.9.1748 met |
403 | Marijtje Arents Starrenburg (Starrenburgh), van Hillegersberg, geb. ca. 1724 (RA Hillegersberg inv.2052 d.d. 26.10.1732: Marijtje oud omtrent 8 jaren), dr. van Arij Jansz Starrenburg en Lijntje Dirks Olshoorn, bij haar huwelijk wonende in Kralingen, in 1762 wonende in de ketelaarsgang, otr. Rotterdam 7.1.1762, tr. ald. 23.2.1762 met Teunis van der Aa, afkomstig van Oudewater |
404 | Barend (Barent) Bruggeling, sjouwer, zeeman, ged. ’s-Gravenhage (nieuwe kerk, nederd. geref.) 26.4.1716, zn. van Harmanus Bruggeling en Grietgen de Soet (get. Abraham en Maria de Soet, wordt 9.1.1740 poorter van Vlaardingen, otr. Vlaardingen (nederd. geref.) 19.9.1739, tr. ald. (nederd. geref.) 4.10.1739 met |
405 | Annetje (Anna) Jacobs van Assendelft, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 3.6.1715 (get. Cornelia van Assendelft, Anna de Heldt), dr. van Jakobus Cornelisz van Assendelft en Ariaentje Jans van Waerden |
406 | Jacob (Japik) Lambrechtsz de Jong, slachter, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 22.1.1727 (get. Jannetje van Lewen, Marijtje Jacobs de Jong), zn. van Lambrecht Jacobsz de Jong en Maritje Grabels Hogendam, is vader van Neeltje ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 31.12.1752 (get. Caatje Plaveij, Maria van der Voijs), is vader van Maria ged. Vlaardingen (neder. geref.) 16.12.1753 (get. Geertje Ar. de Jong), is vader van Lambregt ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 12.3.1755 (get. Heiltje van Noort), otr. Vlaardingen (nederd. geref.) 12.8.1752, tr. ald. (nederd. geref.) 27.8.1752 met |
407 | Jannetje Jorisse Quant (Quante, Quanter, Kwant, Quandt), jongedochter van Vlaardingen, ged. Schiedam (kath.) 28.5.1732, get. Alewijn van der Vaert, Anna Bredervelt), ouders wonende te Vijfsluizen, dr. van Joris Cornelisse Quant en Dirkje Jans Houbraken, filiatie blijkt evident uit diverse notariele akten waarin zij samen met haar man en haar ouders wordt genoemd (ONA Schiedam inv.846 blz.401 inventaris, ibid. blz. 449 procuratie, ibid. blz.684 rekening) |
408 | Pieter Willemsz Rodenburg, jongman van Vlaardingerambacht, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 15.8.1691 (get. Trijntie Pieters), zn. van Willem Leendertsz Rodenburgh en Dirckie Aris, otr. Vlaardingen (gerecht) 23.4.1729, tr. Vlaardingen (nederd. geref.) 8.5.1729 met |
409 | Trijntje Jans Zegwaart (Segwerd, Segwaert, Segwaart), jongedochter van Vlaardingerambacht, dr. van Jan Cornelisz Segwaert en Geertje Gielen Opmeer |
410 | Dirk Volkers (Folkers) van Santen, ged. Tricht (nederd. geref.) 11.1.1705 (getuige Jantje Cornelis), zn. van Folkert Pietersz en Grietje Dirks, tr. De Lier (nederd. geref.) 29.4.1736 met |
411 | Maartje Tijsse de Graaf, jongedochter van De Lier, dr. van Tijs Jansz de Graaf en Arentje Rodenburg |
412 | Kaspar (Caspar, Casper) Meuse (Meus) Verschuur (Verschuer), ged. Culemborg (nederd. geref.) 23.9.1697, zn. van Meus Casparsz van der Schuur en Trijntje Ariens van den Ham, otr. ald. (nederd. geref.) 3.11.1725 met |
413 | Willemken (Willempje, Willemijntje, Willemeijn) Jacobs (Kobus) van der Vloet, bij haar huwelijk wonende te Culemborg, ged. Herwijnen (nederd. geref.) 14.3.1697, dr. van Jacobus van der Vloet en Dirsken Eijmerts Bergakker |
414 | Aalbrecht (Albert, Aalbert) Kornelisz Vink, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 27.7.1721 (getuigen Jacob Vink, Margarita van den Ende en Alida Vink), overl. ald. mei 1764, zn. van Kornelis Aelbrechtsz Vinck en Agatha Daniëls Langstraat, otr. Vlaardingen (nederd. geref.) 5.4.1743, tr. ald. (nederd. geref.) 14.4.1743 met |
415 | Jakoba Paulus Varenburg, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 14.5.1722 (getuigen Jakob Manneke, Annetje Hoogstraten, Katrina Manneke), dr. van Paulus Varenburg en Reijmpie Cornelis Manneke |
416 | Kors (Korstiaan) Janse van der Pijl, baander (touwslager), zeeman, ged. Asperen (nederd. geref.) 14.3.1717 (get. Josijna Onderwater), begr. Vlaardingen augustus 1765, zn. van Jan Korssen van der Peijl en Grietje Krijns van Vollenhove, filiatie blijkt uit aanwezigheid van Maria de Lozij -ook genoemd Maria Loosje of Marijtje van der Loos, ged. Asperen (nederd. geref.) 6.12.1714 en wier moeder een halfzuster was van de moeder van Kors van der Pijl- bij de doop van kinderen van zowel Kors Janse van der Pijl als van Crijn Jansz van der Pijl, is vader van Grietje ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 19.2.1741 (get. Aaltje van de Ree), is vader van Geertruij ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 21.8.1743 (get. Aaltje Cornelis van de Ree), is vader van Grietje ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 22.1.1744 (get. Aaltje van de Ree), is vader van Grietje ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 13.3.1746 (get. Teuntje van Velde), is vader van Jan ged. Vlaardingen (nedered. geref.) 12.11.1747 (get. Aaltje van de Ree), is vader van Jan ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 12.1.1749 (get. Gerrit Vooburg, Cornelia van de Ree), is vader van Grietje ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 30.5.1750 (get. Pieter Gerritsz Voorburg, Arijaantje van der Pijl), is vader van Jan ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 14.11.1751 (get. Adriana van der Pijl), is vader van Jan ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 13.2.1754 (get. Cornelia van de Ree), is vader van Cornelis ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 13.11.1757 (get. Aaltje van der Ree), tr. Vlaardingen (nederd. geref.) 27.11.1740 met |
417 | Machteld (Magteld) Cornelis van der Ree, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 1.5.1720, begr. ald. 15.3.1800, dr. van Cornelis Korsz van der Ree en Geertruij Maartens Versluijs |
418 | Lucas (Lukas) van Embden (van Emden), jongman van Delft oosteinde, keurslijfmaker te Vlaardingen, ged. Delft (nederd. geref.) 20.9.1718 (get. Dirck Kelderman, Maria Potters), zn. van Roelant van Emden en Hillegonda Kelderman, is vader van Roelandt ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 31.1.1740 (get. Roelant van Emden, Hillegonda Kelderman), is vader van Roelant ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 10.9.1741 (get. Roelant van Embden, Hillegonda Kelderman), is vader van Maria ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 30.12.1742 (get. Michiel van Velde, Anna de Man), is vader van Johannes ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 30.9.1744 (get. Arnoldus de Hoogh, Johanna van Embden), is vader van Hillegonda ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 22.5.1746 (get. Roelant van Emden, Hillegonda van Emden), is vader van Johanna ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 12.5.1748 (get. Roelant van Embden, Hillegonda van Embden), is vader van Agata en Alida ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 8.8.1750 (get. Joannes van Emden, Jacob Bonholm, Alida Kelderman), is vader van Alida ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 8.8.1751 (get. Roelant van Emden, Alida Kelderman), is vader van Hendrika ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 20.2.1754 (get. Paulus van Embden), is vader van Paulus ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 9.10.1755 (get. Paulus van Emden, Hendrina Spanjerberg), otr. 2e Vlaardingen (gerecht) 3.3.1780, tr. ald. 19.3.1780 met Neeltje Prins, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 15.12.1726, weduwe van Jan van der Weijde, dr. van Crijn Pietersz Prins en Neeltje Arents Boon, otr. 1e Delft (nederd. geref.) 25.4.1739 met |
419 | Hendrina de Man, jongedochter wonende te Delft oosteinde |
420 | Cornelis Cornelisz Valckenier, ged. Maassluis (nederd. geref.) 16.8.1711, zn. van Cornelis Cornelisz Valckenier en Grietje Lambrechts Boutesteijn, tr. Maassluis (nederd. geref.) 29.9.1737 met |
421 | Ariaentie Pieters Vroom, bij haar huwelijk wonende op de zuiddijk, ged. Maassluis (nederd. geref.) 14.9.1712, dr. van Pieter Abrahamsz Vroom en Maartje Ariens Dijck |
422 | Jacobus Abramsz Lagestee, geboren in Strijen, bij zijn huwelijk wonende in Zwartewaal, zn. van Abraham Janse Lageste en Jannigje Ariens van der Giessen, tr. Numansdorp (nederd. geref.) 7.4.1733 met |
423 | Lijntje Ariens Buitendijk, ged. Numansdorp (nederd. geref.) 23.2.1713 (getuige Ariaentge Arijens Buitendijk), dr. van Arij Arijens Buitendijk en Ariaentge Arijens Molendijk |
424 | Jan Arense (Arendse) Verschoor (Schoor, Verschor), jongman van Pernis, ged. Pernis (nederd. geref.) 23.1.1718, zn. van Arij Jansz Verschoor en Leentje Jans 't Hard, is vader van Arij ged. Pernis (nederd. geref.) 8.3.1744 (getuige Klaesje), is vader van Dingeman ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 30.1.1746 (getuigen Dingeman Swarteveld, Arentje Swarteveld), is vader van Leendert ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 18.1.1750 (getuigen Dingeman Zwartvel, Neeltje Schoor), is vader van Willem ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 17.9.1752 (getuige Lijntje Jans Bragger), is vader van Cornelis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.11.1754, otr. Pernis (gerecht) 17.4.1743, tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.5.1743 met |
425 | Neeltje Dingemans Zwarteveld (Zwartvel, Zwartfelt), ged. Vlaardingen 2.12.1716 (get. Claes Arijensz Krijger, Nelletje Jacobs Swarteveldt, Lijntie Jacob Swarteveldt), bij haar huwelijk wonende in Zwartewaal, dr. van Dingeman Jacobsz Zwarteveld en Willempje Ariens Krijger |
426 | Willem Engelsz Poldervaart, jongman uit Nieuwland, ged. Vierpolders (nederd. geref.) 15.1.1708 (getuige Susannetje Dircks), zn. van Engel Cornelisz Poldervaart en Pleuntje Willems van Roon, tr. Vierpolders (nederd. geref.) 22.4.1732 met |
427 | Lijsbet Jans Beijer, jongedochter uit Nieuwland, ged. Vierpolders (nederd. geref.) 23.3.1710 (getuige Willemtje Jans), dr. van Jan Jansz Beijer en Nelletje Jans Vermeer |
428 | Dirk Gerritsz Berkhout, gerechtsbode, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.6.1726 (getuige Grietje Jans Smitskam), overl. voor 1776, zn. van Gerrit Arentsz Berkhout en Ariaantje Dirks van der Hoek, koopt op 18.9.1755 voor een bedrag van 450 gulden van Joost Jansz Pille als erfgenaam van zijn moeder Sara Jooste van der Waal, wonende te Zwartewaal, een huis en erf staande te Zwartewaal aan de oostzijde van de noorddijk, belend ten zuiden Pieter Lantsert en ten noorden de dorps boompad (RA Zwartewaal inv.2 fol.112 d.d. 18.9.1755), bekent op diezelfde dag aan Cruijn van Toll, wonende op de heenvlietse dam een schuld van 500 gulden, waarvoor hij het aangekochte huis en erf in hypotheek geeft (RA Zwartewaal inv.2 fol.113 d.d. 18.9.1755), is vader van Rokus ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.1.1757 (get. Jannetje Rokus van Eijk), is vader van Gerrit ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.6.1760 (get. Jannetje Kruine), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 7.6.1750 met |
429 | Judik Rokus van Eijk, dr. van Rokus Heindriksz van Eijk en Annetje Arens Bakker |
430 | Bastiaan Arisz Kastelein, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.3.1734, zn. van Arij Bastiaansz Kastelein en Nelletje Pieters van Putte, is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 20.12.1761 (get. Ariaantje Kastelein), is vader van Johanna ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 18.3.1764 (get. Ariaantje van der Linden), otr. (nederd. geref.) Zwartewaal 20.3.1761, tr. ald. (nederd. geref.) mei 1761 met |
431 | Leentje van der Linden, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.7.1740 (get. Maartje Dekkers), dr. van Jacob Jansz van der Linde en Anna Leenderts Dekker |
432 | Cornelis van Krieken, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 26.3.1731 (get. Dirck Monsuer, Maria van Roojen), begr. Arkel 8.1.1806, zn. van Daniel Petersz van Krieken en Jannigje van Rooijen, otr. Gorinchem (nederd. geref.) 26.12.1754, tr. ald. (nederd. geref.) 12.1.1755 (testament zie ONA Gorinchem akte 610 d.d. 31.12.1755) met |
433 | Geertruij van Treuveren, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 13.1.1734 (get. Dirck Boot, Geertruij van den Burgh), dr. van Willem van Treuveren en Zijke Boot |
434 | Antonie (Antonij, Anthonij, Antoni, Andtonie, Anthonie) van Rhee, jongman van Maurik, ged. Maurik (nederd. geref.) 25.11.1725, zn. van Cornelis van Rhee, vanaf 1751 wonende te Utrecht aan ’t steenweg achter de buurkerk, vanaf 1768 wonende aan de lange nieuwstraat ald., otr. Asperen (nederd. geref.) 16.4.1750, otr. Utrecht (nederd. geref.) 19.4.1750, tr. Asperen (nederd. geref.) 10.5.1750 met |
435 | Elisabeth (Elisabettha, Elizabet, Elisabet, Elizabeth, Elisabetta) van der Elst, jongedochter van Asperen, ged. Asperen (nederd. geref.) 12.5.1726, dr. van Jacobus van der Elst en Neeltje van den Berg |
436 | Krijn (Crijn) Cornelisse Kievit (Kievid, Cieviet), jongman van Goedereede, ged. Goedereede (nederd. geref.) 26.3.1721 (getuige Jannitje Arent Bogerman), zn. van Cornelis Domisse Kievit en Maertje Krijns Vlietlant, otr. Goedereede (nederd. geref., impost) 18.4.1749, tr. ald. (nederd. geref.) 11.5.1749 met |
437 | Aagje (Aegje, Aegie) van der Beek (Verbeek, Beek, van der Beeck), jongedochter van Bleiswijk, wonende te Goedereede, dr. van Jan Jacobsz van der Beek en Dirkje Ariens van der Wilk, haar doop te Bleiswijk niet aangetroffen, mogelijk is zij Aaftje Jans van der Beek ged. Bleiswijk (nederd. geref.) 10.6.1726 (getuige Maartje Broer) |
438 | Aren (Arent, Arend) Dirkse Witte, jongman van Goedereede, ged. Goedereede (nederd. geref.) 1.12.1726 (getuige Martijntje Arenz van Wage, zn. van Dirk Arenze Witte en Lintje Arens van Wage, otr. Goedereede (nederd. geref.) 14.6.1755, tr. ald. (nederd. geref.) 6.7.1755 met |
439 | Cornelia (Kornelia) Jans den Eersame (de Eerzamen, d’Eerzamen, d’Eerzaame), jongedochter van Goedereede, ged. Goedereede (nederd. geref.) 25.6.1752 na voorgegane belijdenis des geloofs, impost begr. ald. 8.7.1768, dr. van Jan Cornelisz de Eersamen en Jannetje Arents van der Baan |
444 | Arien Pietersz Bakker, ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 23.5.1728 (get. Aart Ariens Hofman, Cundertje Pieters Visser), zn. van Pieter Jansz Bakker en Neeltje Cornelis Bisschop, tr. Niemandsvriend (gerecht) 26.12.1760 met |
445 | Geertje Ariens van Vuren, jd. van Leerbroek, ged. Leerbroek (nederd. geref.) 7.7.1729 (getuige Marij Bouwens wonende in het Laageinde van Middelkoop), dr. van Arien Lambertsz van Vuren en Aaltje Jans van der Waaij |
446 | Gerrit Pietersz Both (Bot), ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 29.8.1734 (getuigen Gijsbert Gerritsz Both, Neeltje Gerrits Both), zn. van Pieter Gerritsz Both en Lijntje Gijsberts van den Brande, tr. Sliedrecht (gerecht) 30.4.1762 met |
447 | Cornelia Rokus Baan, ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 3.11.1737 (getuigen Abram Koenen Huijsman, Anna Abrams Huijsman), dr. van Rokus Baanen Baan en Ariaantje Abrams Huijsman |
448 | Baert Dirksz Jonker (Joncker), impost begr. Westzaan 20.11.1752 voor 6 gulden, zn. van Dirk Jansz Jonker en Duijfje Baerts, is eigenaar van graf 216 op het kerkhof van de gereformeerde kerk te Wormerveer dat op 13.1.1781 overgaat op de weduwe van Klaas Baartsz Jonker en naderhand op Tijmen Stelling gehuwd met Neeltje Klaas Jonker, is vermoedelijk een broer van Jacob Dirksz Jonker alias Smit (graf 166), Grietje Dirks Jonker (graf 169) en Antje Dirks Jonker impost begr. Westzaan 21.2.1762 voor 3 gulden als huisvrouw van Jacob Claesz Biel, koopt op 14.1.1723 voor een bedrag van 550 gulden van Maarten Jacobsz van Neck een huis en erf staande en gelegen te Wormerveer op de schans belend ten westen Dirk Jansz Puijdik en ten oosten Jan de Wit (RA Westzaan inv.1597 fol.133v d.d. 14.1.1723), op 25.10.1729 compareert Pieter Metthijen, wonende te Wormerveer, weduwnaar en erfgenaam van Guertje Jans Knollendam, zijn overleden huisvrouw, die mede erfgenaam is geweest van haar vader Jan Dirksz Knollendam en in zulks eigenaar voor de helft van een obligatie, die hij bekent getransporteerd te hebben aan zijn zwager Baart Dircksz Jonker, mede wonende te Wormerveer, de helft in de obligatie ten laste van de magistraten en gedeputeerden van de steden van Westfriesland op de naam van Jan Isbrantsz, groot in kapitaal 260 gulden, gedateerd 1.11.1672 fol.1993 verso, welke obligatie aan Dirk Claasz Gorter en Jan Klaasz Smit als voogden over de kinderen van Jan Dirksz Knollendam is getransporteerd door Teunis Winding en Pieter Pel, beide wonende in De Rijp, gepasseerd onder de hand van dato 12.6.1713, als houders en eigenaars van de obligatie bij transport van Jacob Klaasz Relk in dato 12.5.1712 (ONA Wormerveer inv.6419 akte 104 d.d. 25.10.1729), koopt op 18.7.1737 voor een bedrag van 110 gulden van Pieter Cornelisz Heijn wonende te Koog een stukje land groot 164 roe en een stukje land groot 292 roe, beide gelegen te Wormerveer achter de kerk, het eerste belend ten zuiden Dirk Sijmonsz Jaapies en ten noorden Dirk Braaf, en het laatste belend ten zuiden Walig Janz en ten noorden Cornelis Bakker (RA Westzaan inv.1600 fol.345 d.d. 18.7.1737), koopt op 6.5.1738 van Dirk Sijmonsz Jaapjes een stukje land groot 160 roe, gelegen voor de molen de haas, belend ten zuiden IJsbrand Poulusz en ten noorden de koper (RA Westzaan inv.1600 fol.417v d.d. 6.5.1738), koopt op 15.3.1742 voor een bedrag van 106 gulden 12 stuivers van Claas Vas als voogd van Jan Vas voor wie hij instaat en de rato caverende voor de minderjarige zoon van Jacob Claasz Wennis, Claas Jacobsz Wennis en Maritje Vasters Vas, tot Wormerveer, een stuk land groot 322 roeden gelegen achter Wormerveer, belend ten zuiden de kinderen van Jan Bakker en ten noorden de Waterlandse vermaning (RA Westzaan inv.1601 fol.292v d.d. 15.3.1742), koopt op 6.3.1744 voor een bedrag van 21 gulden 18 stuivers 12 penningen van Claas Sloof, wonende te Wormerveer, een stukje land gelegen beoosten de vaart in de banne van Krommenie, ten zuiden Tijs Waij en ten noorden de koper (ORA Krommenie inv.1410 fol.88 d.d. 6.3.1744), koopt op 6.3.1744 voor een bedrag van 43 gulden van Jan Baertsz Schoute, wonende in de middel te Westzaan, een stukje land gelegen beoosten de vaart in de banne van Krommenie op de cromme watering, groot 288 roeden, belend ten noorden de watering en ten zuiden Claas Pietersz Bart (ORA Kormmenie inv.1411 fol.80v d.d. 6.3.1744), koopt op 30.4.1744 voor een bedrag van 28 gulden van Jan Baert, wonende te Krommenie, een stukje land groot 146 roeden, gelegen achter Wormerveer op de swart sloot, belend ten zuiden Jan Ooms en ten noorden Sijmon Schermer (RA Westzaan inv.1602 fol.40v d.d. 30.4.1744), is eigenaar van poedermolen de tuinman (voor het vermalen van stijfsel tot pruikenpoeder) waarvoor hem op 25.2.1752 een windbrief wordt verleend (bron?) en die op 18.1.1753 door zijn nagelaten weduwe wordt geveild en daarna in handen komt van Dirk Schenk (ORA Westzaan inv.1732 d.d. 8.1.1753),op 6.1.1764 compareren Jan Jonker en Claas Jonker, beide wonende tot Wormerveer, die bekennen aan Jan Dircksz Root, mede ald., verkocht te hebben vier stukjes land gelegen in 't oostervelt bij het noordend van Wormerveer, te samen groot 1117 roeden, te weten een stukje goot 340 roeden, belend ten zuiden Jan Molenaar en ten noorden Jan Vriende, een stukje groot 429 roeden, belend ten zuiden de koper, een stukje groot 195 roeden, belend ten zuiden Tijs Waeij en ten noorden de koper, een stukje groot 288 roeden op het crom van de watering, belend ten noorden de watering en ten zuiden de weduwe van Claes Pieterse Bart (ORA Krommenie inv.1411 fol.262 d.d. 6.1.1764), otr. Westzaan (gerecht) 22.6.1721, tr. ald. (gerecht) 13.7.1721 met |
449 | Trijn Jans, jongedochter van Wormerveer, dr. van Jan Dircksz Knollendam |
450 | Adriaen (Ariaen) Gerritsz Mol, jongman van Krommenie, zn. van Gerrit Ariansz en Guurtje Claas, tr. Krommenie impost 9.5.1722, tr. ald. (gerecht) 24.5.1722 met |
451 | Antje Jacobs, jongedochter van Krommenie, overl. Krommenie 29.11.1768 (lidmatenreg. DG fol.70) |
452 | Jan Cornelisz van Neck, wonende in de Necker polder en vanaf ca. 1734 in de Purmer, ged. Purmerend (nederd. geref.) 30.7.1702, begr. ald. (nederd. geref.) 17.5.1736, zn. van Cornelis Pietersz en Neeltje Jans, otr. Purmerend (nederd. geref.) 13.2.1729, tr. ald. (nederd. geref.) 27.2.1729 met |
453 | Neeltje Everts van Dijk, jongedochter van Avenhorn, dr. van Evert van Dijk, otr. 2e Purmerend (nederd. geref.) 16.2.1738, tr. ald. (nederd. geref.) 2.3.1738 met Cornelis Harmensz Groen, weduwnaar van Wormer, zij laten op 19.12.1738 een kind dopen te Wormer en op 16.7.1741 een kind dopen te Ursem (doopboek nederd. geref. ald.) |
456 | Kornelis Pietersz Nolis (Nool), huisman (boer) in de noordeindermeer, later wonend te Grootschermer (verponding Zuid-Schermer 1733), ged. Noordeinde (rk, thans statie De Rijp) 28.7.1686, overl. na 1764, zn. van Pieter Kornelisz Nolis en Neeltje Taams, koopt op 24.1.1720 van Teunis Klaasz Lok en Neeltje Kornelis en met goedkeuring van de weesmeesters een huis en erf in de noordeindermeer nabij de ringsloot, dat eerder op 13.3.1690 door Klaas Teunisz is gekocht (RAA RA 6344, fol.14), verkoopt op 2.9.1720 voor zichzelf en mede namens zijn moeder Neel Taams en zwager Aariaan Katten getrouwd met zijn zuster Maartjen Pieters, aan Barent Jansz, huisman in de bedijkte Schermeer, kavel nr. 18 in de noordeindermeer dat eerder zijn vader Pieter Kornelisz Nolis toebehoorde (RAA RA 5344, fol.15 en 16), verkoopt op 13.2.1722 het twee jaar eerder gekochte huis aan de ringsloot in de noordeindemeer aan Pieter Louwes, koopman te Noordeinde, maar deze koop wordt een aantal dagen later nietig verklaard (RAA RA 5344, fol.17), is vader van Pieter ged. Noordeinde (rk) 11.1.1723 (get. Marritje Pieters Nolis), tr. Noordeinde (rk, thans statie De Rijp) 15.1.1713 met |
457 | Marritje Dirkx Velserboer, ged. Noordeinde (rk, thans statie De Rijp) 13.3.1687 (get. Guertie Ariaens), dr. van Dirck Dircksen en Neeltie Claes |
460 | Cornelis Jansz van der Woude, ged. Beemster (nederd. geref.) 2.9.1703, zn. van Jan Roelofsz en Susanna Vrericx, is vader van Antje begr. Beemster (nederd. geref., kraamkindje) 16.9.1732 (wonende in 't woud), is vader van Jan begr. Beemster (nederd. geref., kraamkindje) 14.11.1736 (in 't woud), is vader van Zusanna begr. Beemster (nederd. geref., 1 jaar oud) 15.6.1739 (in 't woud), tr. met Trijntje Jans, begr. Beemster (nederd. geref.) 10.9.1732, tr. zekere Dirkje, waaruit een zoon Gerrit ged. Driehuizen (nederd. geref.) 26.1.1744 |
462 | Hendrik Teunisz Duijnmaijer (Duijn), wonende in Driehuizen, verkoopt een huis aldaar op 26.8.1737 aan Arian Kreb (RAA OA 138), vanaf omstreeks 1737 wonende in de woude (buurtschap nabij Driehuizen), begr. Driehuizen 19.3.1750, zijn kinderen verkopen op 3.3.1768 een stuk land in het westen van de banne van Graft aan de dijk, groot ruim 12 aglen en genaamd dircken kamp (RAA RA 6450) dat daarvoor aan zijn schoonvader toebehoorde, mogelijk een zn. van Theunis Dircksz alias van de Laen en Vrouwtien Jans (vermeld in trouwboek Akersloot 2.2.1698), tr. met |
463 | Grietje Hendriks, ged. Driehuizen (nederd. geref.) 30.1.1695, begr. ald. 23.10.1758, dr. van Hendrick Jansz Sumhagen en Wendeltje Gerrits |
464 | Teunis Alblas, afkomstig van Cillaarshoek, ged. ald. (nederd. geref.) 5.5.1720 (getuige Willemtje Tomas de Boo), zn. van Teunis Jansz Alblas en Dirkje Tomas de Bo, tr. (nederd. geref.) Nieuwerkerk aan den IJssel 25.6.1752 met |
465 | Adriana Kooij, ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 21.2.1734 (getuige Anna Jans Kerkhof), dr. van Arij Kooij en Grietje Jongebreur |
466 | Jan Cornelisz Speck alias Sentes (Zentis), ged. Kolhorn (nederd. geref.) 16.8.1716, zn. van Cornelis Jacobsz Speck en Aarjen Jans Sentes, koopt op 8.1.1754 van Jan Oudedijk, wonende op Kolhorn, voor een bedrag van 120 gulden een strooboed staande op 't coggewater op Kolhorn naast het erf van de weduwe en erven van Michiel Kaan (ORA Barsingerhorn inv.5810 d.d. 8.1.1754), verkoopt op 23.5.1783 aan Jacob Aldertsz Caper een tjalkschip met zijn zeil en treil, ankers en touwen en verdere toebehoren (ORA Barsingerhorn inv.5811 d.d. 23.5.1783, verkoper noemt zich dan Jan Cornelisz Zentis), is vader van Cornelis ged. Kolhorn (nederd. geref.) 12.12.1751, is vader van Cornelis ged. Kolhorn (nederd. geref.) 12.4.1753, is vader van Aarjen ged. Kolhorn (nederd. geref.) 27.10.1754, is vader van Aagje ged. Kolhorn (nederd. geref.) 10.10.1756, is vader van Lijsbet ged. Kolhorn (nederd. geref.) 27.5.1759, tr. met |
467 | Trijntje Claas Kaat, ged. Kolhorn (nederd. geref.) 17.12.1720, dr. van Claes Cornelisz Kaat en Aechje Jans Bood |
468 | Jacob Claasz Gem, jongman van Hoorn wonende op t vissers eilant, ged. Hoorn (nederd. geref.) 17.7.1718, zn. van Claes Pietersz Gem en Maretje Juriaans, otr. Hoorn (nederd. geref., hij geassisteerd met Claes Pietersz Gem zijn vader, zij geassisteerd met Jan Willemsz Kaiser haar vader) 15.11.1738, tr. ald. (nederd. geref.) 30.11.1738 met |
469 | Sijtje (Zijtje) Jans Keijser, jongedochter van Hoorn wonende op t zant, ged. Hoorn (nederd. geref.) 10.7.1718 (getuige Meijnuwtje Andries), dr. van Jan Willemsz Keijser en Trijntje Abrams |
470 | Jan Jacobsz Geusebroek, jongman van Hoorn wonende op de modderbakke, ged. Hoorn (nederd. geref.) 25.11.1708, zn. van Jacob Claesz Geusebroek en Trijntje Jans, otr. 2e Hoorn (nederd. geref., hij bijgestaan door Samuel Eldern Gram zijn zwager, zij bijgestaan door Beschier van Brussel haar vader) 11.5.1754, tr. ald. (nederd. geref.) 26.5.1754 met Grietje Beschier (Benhier) van Brussel, jongedochter van Hoorn wonende in de gravestraat, ged. Hoorn (nederd. geref.) 14.8.1725, dr. van Beschier (Passchier) Jansz van Brussel en Aertje (Aartje) Hendriks, otr. Hoorn (nederd. geref., hij geassiteerd door Jacob Claesz Geusebroek zijn vader, zij geassisteerd door Bregje Tamis haar moeder) 8.12.1736, tr. ald. (nederd. geref.) 23.12.1736 met |
471 | Aafje (Aefje) Lammers Vroom, jongedochter van Hoorn wonende op de nieuwendam, ged. Hoorn (nederd. geref.) 30.12.1707, dr. van Lammert Hermensz Vroom en Bregje Tames |
472 | Claas Jansz Neeltjes alias de Jonge, wonende Jisp nabij de sluis (doopboek nederd. geref. Jisp 1.9.1709), tr. Jisp (nederd. geref.) 27.1.1692 met |
473 | Anna Claas van Bergen, ged. Jisp (nederd. geref.) 24.9.1673, dr. van Claes Jansz van Bergen en Neel Pieters |
474 | Cornelis Cornelisz Wagenaar, aanvankelijk wonende in Oostzaandam, op 24.11.1726 met attestatie toegetreden tot nederd. geref. kerk van Purmerend en dan wonende in Neck, zn. van Cornelis Cornelisz Swan en Grietje Coupri (GAZ NA 5923, fol.31 24.2.1730), is vader van Cornelis ged. Oostzaandam (nederd. geref.) 7.1.1720, is vader van Grietje ged. Oostzaandam (nederd. geref.) 8.5.1721, is vader van Jannetje ged. Oostzaandam (nederd. geref.) 12.10.1724, is vader van Cornelis ged. Purmerend (nederd. geref.). 30.12.1727, is vader van Neeltje ged. Purmerend (nederd. geref.) 8.12.1729, is vader van Cornelis ged. Purmerend (nederd. geref.) 17.6.1732, is vader van IJtje ged. Purmerend (nederd. geref.) 7.7.1735, tr. met |
475 | Antje Jacobs |
476 | Willem (Wilm) Lammertsz (Lambertsz) Memelman (Meemelman), afkomstig van Menslage, daarna wonende in de Beemster, lidmaat ev. luth. Purmerend anno 1709, otr. Purmerend (ev.Luth.) 28.10.1725, otr. Purmerend (gerecht) 28.10.1725, tr. ald. 11.11.1725 met |
477 | Rebecca Frantz (Frans), ged. Purmerend (ev. luth.) 1.10.1705, leeft 18.6.1769 (doopboek ev.Luth. Purmerend), dr. van Franz Hendrichsen en Maria Dirks |
478 | Gerrit Gerritsz, ged. Jisp (nederd. geref.) 28.11.1706 (getuige Marij Jans), zn. van Gerrit Faasz en Jannetje Vrericks, otr. Jisp 10.1.1733, tr. ald. 25.1.1733 met |
479 | Anne (Antje) Sijmons, ged. Jisp (nederd. geref.) 8.5.1707 (getuige Grietje Sijmons), dr. van Sijmon Andriesz en Lijsje Gerrits |
480 | Gerrit Cornelisz van 't Hof alias Bolle, heemraad Buitenhuizen 1738 (OA Assendelft inv.139b), armvoogd ald. (GAZ OA Assendelft inv.139c, anno 1755; ibid., anno 1756; ibid., anno 1759; ibid., anno 1760; ibid., anno 1763; ibid., anno 1764), koopt op 16.5.1727 van Willem IJsacksz een huis en erf staande in het zuideinde belend ten noordoosten t land van Pieter Gerritsz ten zuidwesten de kinderen van Neeltje Maartens Heijnen, voor een bedrag van 240 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 16.5.1727), verkoopt op 30.9.1729 tezamen met Pieter Jansz Tavenier, Willem Claasz Coopman en Willem Gerritsz Kantje, zich sterk makend voor de meerdere erfgenamen van Cornelis Willemsz, aan Sijmon Garbrantsz een huis en erf in het zuideinde van Assendelft, belend ten noordoosten Joost Dirkz en ten zuidwesten het huis van Claas Cnapen, voor een bedrag van 102 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 30.9.1729), verkoopt in die hoedanigheid op 30.9.1729 aan Willem Claasz Coopman een twaalfde deel in een stuk land genaamd heijntjes ven groot 14 en een halve roeden, alsmede de dijk camp in jonge claas weer groot 426 roeden, belend ten noordoosten Gerrit Claas en ten zuidwesten Jan Lourusz, alsmede t halve breetje in horn weer groot 223 en een halve roeden belend ten noordooosten Joost Claasz en ten zuidwesten de kinderen van Droogje, alsmede de spijkercamp in horn weer groot 110 en een vijfde roeden, alsmede een twaalfde deel in de uijterdijk over heijntjes ven groot 41 en een halve roeden, alsmede een zesde deel in crane broek groot 16 roeden, voor een bedrag van 20 stuivers (RA Assendelft inv.2018 d.d. 30.9.2729), koopt op 5.8.1735 van Casparus Cramer, Marijtje Jans, Jakob Engelsz, Claas Gerritsz Jas, als gezamenlijke erfgenaman van Gerrit Claasz Jas en Meijnsje Engels een stuk land genaamd de lege ven in buijtenhuijse voor een bedrag van 126 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 5.8.1735), koopt op 15.8.1738 van Claas Grootsant een stuk land gelegen in buijtenhuijse genaamd de uurven groot 922 roeden belend ten noordoosten de zeedijk ten zuidwesten de weduwe van Gerrit Willemsz vant Hof, alsmede de uijterdijk groot 100 roeden belend ten noordoosten de dijkgraaf en heemraden en ten zuidwesten Cornelis en Pieter Wildeboer, voor een bedrag van 1 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 15.8.1738), koopt op 12.5.1741 van Jan Jakobsz Kleijn in huwelijk hebbende Engeltje Dirks Overdijk, alsmede voor Jan Dirksz Boet en Cornelis Willemsz Overdijk tezamen wettige aangestelde voogde van Neeltje Dirks Overdijk, een stuk land genaamd vrou beerten ven groot 2049 en een halve roeden, alsmede de uijterdijk over vrou beerten land groot 120 roeden, alsmede de uijterdijk over galen ven groot 78 roeden (RA Assendelft inv.2019 d.d. 12.5.1741), koopt op 12.5.1741 van de schepenen van Assendelft een stuk land genaamd paardecamp groot 194 roeden (RA Assendelft inv.2019 d.d. 12.5.1741), impost begr. Assendelft 20.2.1776, zn. van Cornelis Willemsz van 't Hoff alias Bolle en Griet Jans, tr. Assendelft impost 19.1.1727 met |
481 | Bregje Dirks de Graaff, dr. van Dirk Jansz de Graaff alias Spieringh, en Dieuwer Willems |
484 | Pieter Claasz Hos, jongman van Westzaan, wonende in Assendelft bij de kerkbuurt, kerkmeester ald. (GAZ OA Assendelft inv.139d, anno 1743), armvoogd ald. (GAZ OA Assendelft inv.139c, anno 1750; ibid., anno 1751; ibid., anno 1754; ibid., anno 1755), ged. Westzaan (nederd. geref.) 24.10.1706 (getuige Neltje Pieters), koopt op 23.1.1733 van Claas Jakobz Admiraal een huis en erf staande en gelegen bij de kerkbuurt te Assendelft belend ten noordoosten Jannitje Jaspers en ten zuidwesten Reijnier Gerrius voor een bedrag van 375 gulden (RA Assendelft inv.2018 fol.166 d.d. 23.1.1733), koopt op 14.2.1738 van Jan Dirkz Boet als last hebbende van zijn zuster Trijntje Dirks Boet en huis en erf staande en gelegen benoorden de kerk te Assendelft belend ten noordoosten het land van Cornelis Best c.s. tot Zaandijk en ten zuidwesten de koper zelf voor een bedrag van 225 gulden (RA Assendelft inv.2018 fol.232v d.d. 14.2.1738), verkoopt op 5.5.1741 aan Willem Gerritsz vant Hof een stuk land genaamd het ventje in anna jans weer groot 786 en een halve roeden voor een bedrag van 200 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.26 d.d. 5.5.1741), verkoopt op 6.10.1747 tezamen met Dirk Havikz als curateurs door de gezamenlijke crediteuren gesteld in de boedel van Jan Havikz Timme overleden te Assendelft aan Engel Knaape, Willem Jansz, Barent de Jong, Barent Werendlijn en Jakob Verweel een huis en erf met een timmermanshelling en schuur cum annex die aan Jan Havikz toebehoorde, alsmede een hoekje land achter het huis waar de timmermanshelling en de schuur deels op staan groot 150 roeden, belend ten zuidwesten Heijndrick van Rinsum ten noordoosten Pieter Jakobz Timme, voor een bedrag van 1000 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.85 d.d. 6.10.1747), zn. van Klaas Baartsz Hos en Trijn Pieters, tr. Assendelft impost 9.6.1731 met |
485 | Guurtje Gerrits (Gerrets) Timme, jongedochter van Assendelft, verklaart op 2.5.1760 tezamen met Havik Janse Timme, Huijbert Janse Sluijs in huwelijk hebbende Antje Jans Timme wonende te Westzaan, Wouter Janse Veenis en Jacob Gerritsz Jongejans als voogden over de minderjarige ergenamen van Dirk Haviks, bij openbare veiling te verkopen verkocht te hebben aan Flooris Engelse Coopman een huis en erf staande en gelegen te Assendelft belend ten zuidwesten Engel Knaape en ten noordoosten het land van Jacob Maarts, alsmede een stukje land genaamd de crofties in t blokweer groot 338 roeden, een stukje land genaamd het vijver campie in t blokweer groot 314 roeden, een stuk land genaamd het zuijder half madt in gerrit heijndricks weer groot 258 roeden, voor een totaalbedrag van 600 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.204v d.d. 2.5.1760), verklaart in die hoedanigheid op 2.5.1760 bij openbare veiling te verkopen verkocht te hebben aan Jan Jacobsz Busscher een stuk land gelegen te Assendelft genaamd de catte kamp in alkes weer groot 934 roeden, alsmede een stuk land genaamd t madt in alkes weer groot 678 roeden, voor een totaalbedrag van 212 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.204v d.d. 2.5.1760), verklaart op 2.5.1760 in die hoedanigheid bij openbare veiling te verkopen verkocht te hebben aan burgemeester Havik Gerritsz Root voor rekening van zijn zoon Gerrit Haviksz een stuk land genaamd t zuider madt in de hemme groot 240 roeden, een stukje land genaamd heijnen hem groot 444 roeden, voor een totaalbedrag van 42 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.205 d.d. 2.5.1760), verklaart op 2.5.1760 in die hoedanigheid bij openbare veiling te verkopen verkocht te hebben aan Mr Pieter Spaans een stuk lan gelegen te Assendelft genaamd de suijer splitten in willem tijssen weer groot 443 roeden voor een bedrag van 30 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.205 d.d. 2.5.1760), koopt op 12.5.1762 bij openbare veiling te verkopen van Mr Emanuel Ras een stuk land genaamd de groote ven in t vroon weer groot 2277 roeden, een stuk land genaamd crullen ventje in crullen weer groot 1205 roeden, een stuk land genaamd gerrit nomen ventje op de kaijk groot 195 roeden, een stuk land genaamd het voorventje in het vroonweer groot 1448 roeden, groot tezamen 5125 roeden, voor een totaalbedrag van 600 gulden (RA Assendelft inv.2019 fol.237v d.d. 12.5.1762), dr. van Gerrit Havixsz en Duijfje Cornelis |
486 | Pieter Maartsz Oot alias Bruijn, koopt op 6.3.1732 van Adrijaan Cornelisz Houtkoper een huis en erf gelegen in het zuideinde van Assendelft, belend ten noordoosten het land van Claas en Dirk Willemsz Overdijk en ten zuidwesten de weduwe van Claas Janz IJff, voor een bedrag van 300 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 6.3.1732), begr. Assendelft impost 12.11.1776, zn. van Maarten Pietersz Oot (verponding Assendelft 4 fol.48) en Trijntje Pieters Bruijn, is vader van Maarten ged. Assendelft (nederd. geref.) 28.1.1733 (get. Trijntje Pieters Bruijn), is vader van Andtje ged. Assendelft (nederd. geref.) 19.12.1734 (get. Trjntje Pieters Bruijn), tr. Assendelft impost 23.2.1732 (zij vermeld als Geertje Cornelis terwijl zij in de doopregisters wordt vermeld als Geertje Jans) met |
487 | Geertje Jans, jd. van Schermerhorn |
488 | Jan Frederiksz (Fredrickse) Blocker (Blokker), zn. van Vredrick IJdesz Blocker en Antje Timons, wonende in de sluisbuurt te Akersloot (verponding Akersloot 1732), bekent op 4.10.1730 aan zijn schoonvader Claes Helderman een bedrag schuldig te zijn van 800 gulden waarvoor hij zijn huis, erf, scheepstimmerwerf bij de akersloter sluis in onderpand geeft, belend ten oosten de meer, ten noorden Govert Koning, ten zuiden de vaarsloot en ten westen Aarjan Govertsz (ORA Akersloot inv.119 fol.255 d.d. 22.1.1733; locatie ter hoogte van tegenwoordige kruising van de Hemweg en de Boschweg te Akersloot), koopt van Arian Klasen een erfje gelegen op de sluis, groot 23 roe, voor 20 gulden (RAA RA 120, fol.129v 2.5.1741), koopt op 2.5.1741 voor een bedrag van 10 gulden 10 stuivers van Cornelis Blecker, wonende in de egmondermeer en gehuwd met Aagje Burts die in eerder huwelijk gehad heeft Pieter Slecker, voor 1/5 deel, Dirk Bursz wonende tot Alkmaar, Dirk Blom wonende te Akersloot, Dirk Slecker wonende tot Limmen en Jan Appel wonende te Akersloot, als testamentaire voogden van de nagelaten dochter van Pieter Slecker bij Aagje Burs, voor 4/15 deel, Cornelis van der Velde, wonende in de egmondermeer, in huwelijk gehad hebbende Neeltje Pieters, voor 4/15 deel, Dirk Ariensz, wonende te Oterleek, in huwelijk gehad hebbende Neeltje Pieters, voor 4/15 deel, een deel in een stukje land gelegen in klaas horen, belend de dijk ten noorden en ten oosten, met Vos gemeen (ORA Akersloot in.120 fol.126 d.d. 2.5.1741), koopt op 2.5.1741 voor een bedrag van 20 gulden van Arien Klasen, wonende te Akersloot, een erfje gelegen op de sluijs, groot 23 roeden, belend ten oosten Govert Koning en ten westen de koper (ORA Akersloot inv.120 fol.129 d.d. 2.5.1741), koopt op 2.5.1741 voor een bedrag van 10 gulden per jaar zo lang de verkoopster leeft van Maartje van Straaten een huis en erf in de kerkbuurt van Akersloot, belend Sijmen Oost ten oosten en het dorp ten westen (ORA Akersloot inv.120 fol.130 d.d. 2.5.1741), begr. Akersloot impost 12.2.1759, tr. Akersloot impost (hij afkomstig van De Rijp, zij van Akersloot|) 10.2.1730, vertrokken met betoog van De Rijp naar Akersloot op 19.2.1730 met |
489 | Catharina Helderman (Heldermans, Kelderman), jongedochter van Akersloot, impost begr. Akersloot 25.10.1773, dr. van Claes Helderman en Trijntje Matthijs |
490 | Cornelis Claesz Admiraal alias Moolenaar, jongman van de woggelemmer buurt onder Alkmaar, ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 26.12.1704, zn. van Claes Dircksz Admiraal en Aefien Joosten, koopt op 2.5.1735 van Jan Dircksz Clooster, wonende in de banne van Bergen tot Oostdorp, een stuk weiland gelegen in de zuijder reeker polder, groot 3 1/2 morgen, belend Claes Backer ten zuiden, Jan Goolen ten noorden en de beuredijk ten westen (ORA Bergen inv.2173 fol.84 d.d. 2.5.1735), koopt op 25.1.1736 van Jan Pietersz Goolen, wonende tot Oostdorp, een stuk land gelegen in de zuijder reeker polder, groot 350 roeden, belend de koper ten zuiden en oosten en de dijk ten westen (ORA Bergen inv.2173 fol.90v d.d. 25.1.1736), is vader van Claas ged. Koedijk (nederd. geref.) 18.10.1733, is vader van Aafje ged. Koedijk (nederd. geref.) 9.1.1735, is vader van Maartje ged. Koedijk (nederd. geref.) 1.12.1737, tr. met |
491 | Trijntje Pieters, jongedochter van Koedijk, ged. Koedijk (nederd. geref.) 1.1.1709, dr. van Pieter Jansz Olijwaijer en Maartje Pieters, op 5.10.1740 compareert Trijntie Pieters, wonende te Koedijk, die verklaart haar kinderen, te weten Claas oud 6 jaar, Aefie 5 jaar, en Maartie Cornelis, oud 3 jaar, onder protectie van de weeskamer te hebben gebracht, en voor vaders erf te bewijzen in presentie van Dirk Claasz Admiraal wonende in de banne van Akersloot als oom en Jan Willemsz de Jongh, aangesteld als voogden over de kinderen, te bewijzen de helft van een stuk weiland, groot ruim 4 morgen, gelegen in de zuijder reker onder Bergen, belend Cornelis Timmerman te noorden en de weg ten westen, op 9.12.1745 compareren Jan Nierop, schepen van Koedijk, en Dirk Claasz IJfjes, wonende tot Boekel, als voogden over de nagelaten kinderen van Cornelis Claasz verwekt bij Trijntje Pieters, wonende tot Koedijk, die hebben ingebracht een achtste deel in de erfenis van Silletje Claas, in de Heerhugowaard overleden, bestaande in de helft van een losrentebrief van 1000 gulden ten laste van het gemenelandts comptoir der stad Alkmaar, staande op naam van Anna Jans in de Diepsmeer, verschijnende jaarlijks en in dato 1.4.1693, geregistreerd folio 2648, volgens scheiding tussen de erfgenamen van Silletje Claas gepasseerd voor notaris Claas Zuijdscherwoud op 9.11.1745, welke rentebrief gemeen is met Pieter Schermer en Pieter IJfjes als voogden [van] Lijsbeth Jans, het minderjarige kind van Jan Schermeer (ORA Koedijk inv.6246 fol.34 d.d. 9.12.1745) |
492 | Gerrit Tijssen Stadegaart (Stadegaar), ged. Akersloot (kath.) 22.3.1700 (getuige Annetje Gerrits), zn. van Thijs Gerritsz Stadegaart en Ariaantje Jans Sluijs, schepen Akersloot 1730-40, 1742-47, armvoogd ald. 1745, begr. ald. impost 6.3.1748, bezit twee huizen aan de waterzij te Akersloot (verponding Akersloot 1732), koopt op 21.5.1738 voor een bedrag van 30 gulden van de armvoogden van Akersloot een erf gelegen in het binnegeester polder, belend de koper ten oosten, de gemene weg ten westen en Dirk Schuijtemaker ten noorden (ORA Akersloot in.120 fol.74 d.d. 21.5.1738), verkoopt op 8.5.1743 aan Willem Schermer, wonende te Akersloot, een stuk land gelegen int groote polder en genaamd 't lant van pit anne, groot 1120 roeden, belend ten westen Pieter Kappeteijn en ten oosten de heereweg (ORA Akersloot in.120 fol.152 d.d. 8.5.1743), koopt op 8.5.1743 van Henderik Lelievelt, wonende tot Alkmaar, en Willem Schermer, wonende tot Akersloot, een stukje land gelegen in binnegeester polder, groot 1107 roeden, belend de koper ten noorden en de diaconie ten zuiden, alsmede een stukje met 2 akkers, samen groot 508 roeden, belend ten noorden Willem Biersteker (ORA Akersloot inv.120 fol.153 d.d. 8.5.1743), koopt op 16.6.1745 voor een bedrag van 36 gulden van de weduwe Albertus van Soest, wonende tot Alkmaar, een huis en erf staande en gelegen in de kerkbuurt, belend Jan Backer ten noorden en de gemene weg ten zuiden, te weten het blaase huijs en erf buiten en behalve de kelder regt van de bierstal houdt, alsmede enen drisie gelegen in de kerkbuurt, belend een landje ten noorden en ten zuiden de lagedues (ORA Akerslooot inv.120 fol.166v d.d. 16.6.1745), koopt op 1.12.1745 voor een bedrag van 32 gulden van de gereformeerde kerk een huis en erf staande en gelegen in de kerkbuurt, belend Barent Willemsen ten oosten en de koper ten westen (ORA Akersloot inv.120 fol.168 d.d. 1.12.1745), verkoopt op 7.6.1747 voor een bedrag van 95 gulden aan Baarrent Hendriksen een huis en erf staande en gelegen in de kerkbuurt, belend de gemene weg ten oosten en ten zuiden, uitgezonderd de kelder met een vrije notweg tot dezelve kelder aan naar de kerklaan (ORA Akersloot inv.120 fol.173v d.d. 7.6.1747), koopt op 19.7.1747 voor een bedrag van 30 gulden van Dirk Groen een akker land, belend de armen ten zuiden en Jan Jansen ten noorden in binnegeester polder (ORA Akersloot inv.120 fol.174v d.d. 19.7.1747), verkoopt op 19.7.1747 voor een bedrag van 25 gulden aan Dirk Groen een stukje land gelegen int groote polder, belend de geest ten noorden en de kerkmeer ten westen, groot 449 roeden (ORA Akersloot inv.120 fol.175 d.d. 19.7.1747), tr. met |
493 | Aagje Klaas, begr. Akersloot impost 1.5.1771 |
494 | Dirck Jansz Duijtscheboer (Duijtseboer), ged. Driehuizen (nederd. geref.) 7.3.1700, op belijdenis aangenomen te Schermerhorn 18.12.1733, daarna vertrokken naar de Schermeer, koopt op 8.5.1733 tezamen met Pieter Teeuwisz, beide woonachtig in Westmijzen, van Barent Jansz een akker land genaamd piet alke lands acker, belend ten zuiden en noorden de diakonen tot Schermerhorn (RA Schermerhorn inv.6311 d.d. 8.5.1733), is samen met Sijmon Kramer en Cornelis Raven voogd over de kinderen van Dirk Jansz Swan (RAA RA 6340, 9.10.1742), impost begr. Schermeer 20.1.1745 (aangifte door Teunis Pieterse), zn. van Jan Cornelisz Duijtscheboer en Trijn Dirks, tr. ca. 1731 (huwelijkse voorwaarden zie ONA Zuid- en Noordschermer inv.6568B d.d. 5.10.1731) met |
495 | Trijntje Ariens Smit, ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 20.4.1710, behorend tot de kerk van Driehuizen, ingekomen met attestatie bij de kerk van Schermerhorn op 23.9.1731, dr. van Arien Jansz Smit en Neeltje Joosten (RAA NA 457, akte 120), zij hertr. Jan Gerritsz Stadegaart |
496 | Pieter Out (Oud, Oudt), met attestatie van Texel naar Scharwoude (nederd. geref.) 17.10.1737, schoolmeester ald., vertekt nadien naar Grootschermer (vermoedelijk was dit omstreeks 1746 aangezien op 30.11.1746 schoolmeester Pieter Joosten afk. uit Rustenburg tot de nederd. geref. kerk te Scharwoude toetreedt), dorpsbode te Grootschermer (RAA RA 6325, 18.4.1750; RA 44, anno 1758-59), dorpswaker (RAA RA 45, anno 1780), wonend ald.(verponding Zuidschermer), wordt in 1746 vermeld inzake een financiële transactie (RAA RA 138), koopt 12.2.1747 een huis van Sijmon Laan te Grootschermer (RAA OA 138), overl. na 8.10.1775, is vader van Maartje ged. Scharwoude (nederd. geref.) 22.3.1739 (get. Trintje Dirks), is vader van Crelis ged. Scharwoude (nederd. geref.) 13.1.1743 (get. Trijntje Dirks), is vader van Jacob ged. Scharwoude (nederd. geref.) 11.7.1745 (get. Trin Crelis), is vader van Neeltje geb. [sic] Grootschermer (nederd. geref.) 15.1.1752, is vader van Jakob geb. Grootschermer (nederd. geref.) 31.1.1755, tr. met |
497 | Geertje Dirks Slot, vroedvrouw (RAA RA 6341, fol.27; RA 45), ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 6.5.1717, lidmaat Scharwoude (nederd. geref.) 30.6.1740, nadien vertrokken naar Grootschermer, overl. voor 8.10.1787, dr. van Dirk Jacobsz Slot en Crelisje Pieters |
498 | Jacob Jansz Heijnis (Heijn), wonende te Grootschermer, koopt op 24.12.1734 van Dirck Sijmonsz een huis en erf ald. en dat hij op 19.2.1737 verkoopt aan Dirk Cornelisz Boom (RAA RA 138), koopt op 9.2.1737 bij veiling van de erven Cornelis Visser een huis en erf ald. (RAA RA 138), leeft 1764, is vader van Aaltje geb. [sic] Grootschermer (nederd. geref.) 1.4.1752, tr. Grootschermer (nederd. geref.) 18.10.1733 met |
499 | Geertje Dirks de Boer |
500 | Jan Arentsz Kriek, wonende te Grootschermer (verponding Zuid-Schermer 1729), zn. van Arent Adriaansz Kriek en Aegtje Jans, tr. met |
501 | Krijntje Maartens |
502 | Aart (Aard) Franse (Franze, Fransen), zn. van Frans Aartsz, aangenomen tot de nederd. geref. kerk te Schardam op 18.3.1744, lidmaat ald. 1788, is vader van Frans ged. Schardam (nederd. geref.) 2.7.1741, is vader van Trijntje ged. Schardam (nederd. geref.) 2.9.1742, is vader van Maartje ged. Schardam (nederd. geref.) 27.10.1743, is vader van Hiltje ged. Schardam (nederd. geref.) 8.11.1744, is vader van Frans ged. Schardam (nederd. geref.) 28.11.1745, is vader van Japik ged. Schardam (nederd. geref.) 1.6.1747, is vader van Antje ged. Schardam (nederd. geref.) 16.11.1749, is mogelijk verwant aan Hiltje Frans gehuwd met Abram Cornelisse die op 18.3.1744 een dochter Trijntje laten dopen in de nederd. geref. kerk te Schardam, op 23.1.1759 compareert Dirk Reijersz Visser, als in huwelijk hebbende Maritje Claas, die bekennen schuldig te zijn aan Trijntje en Geert Aartsz, twee minderjarige kinderen van Aart Fransz, wonende tot Schardam, een bedrag van 80 gulden (ORA Hoorn inv.4561 fol.268v d.d. 23.1.1759), op 31.1.1763 compareren Aard Fransz gehuwd met Stijntje Bouwman, wonende te Schardam, voor 1/3 deel, Grietje Jans, weduwe van Dirk Bouwman, wonende ald., moeder en onder haar educatie hebbende haar minderjarige dochter Loijntje Dirk Bouwman, staande huwelijk verwekt bij haar overleden man verwekt, voor 1/3 deel, Claas Duijts, wonende te Purmerland, vader, en onder zijn educatie hebbende zijn drie minderjarige kinderen staande huwelijk verwekt bij Maritje Bouwman, ald. overl., voor het laatste 1/3 deel, gelijden op 24.1.1763 voor een bedrag van 70 gulden verkocht te hebben aan Jan Benjemen, wonende onder Enkhuizen, een huis en erf staande en gelegen te Oudendijk, belend Jan Purmer ten westen en Cornelis Kliemer (ORA Hoorn inv.4562 fol.24 d.d. 24.1.1763), tr. Oudendijk (nederd. geref.) 26.8.1736 met |
503 | Stijntje (Trijntje) Hendriks Bouman, aangenomen tot de nederd. geref. kerk te Schardam op 18.3.1744, lidmaat ald. 1788, dr. van Hendrik Dircksz Bouman en Maritje Jacobs |
504 | Dirk Albertsz Kemp alias Dirk Kempsz alias Dirk Albertsz Bakker, afkomstig van Mijdrecht, ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 11.10.1685, zn. van Albert Dirksz Kemp en Blesijne Claes, bakker te Graft, armvoogd ald. (1718), belijdenis Graft (nederd. geref.) 15.12.1722, ouderling van de gereformeerde kerk ald., koopt op 24.10.1712, dan nog wonende in Meijert (Mijdrecht), van Gerrit Pietersz Karman een huis en erf met bakkerij op de bangert en gelegen naast het weeshuis ald. (RAA RA 6445) en leent op diezelfde dag van Gerrit Pietersz Karman inzake de koop van het huis een bedrag van 775 gulden (RAA RA 6458), verkoopt op 16.1.1764 zijn huis, erf en bakkerij gelegen op de baangaard aan de noordzijde van de straat te Graft, inclusief schuit en boomgaard aan de overzijde van de sloot (RAA RA 6449), is enig erfgenaam van zijn broer Claas Hendricksz Schellingerhout die bakker was te Mijdrecht (RAA NA 1623, akte 330 24.11.1736), is vader van Albert ged. Graft (nederd. geref.) 8.10.1713 begr. ald. (nederd. geref., grafnr.314) 22.10.1713, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.314) 20.8.1714, is vader van Bleesijna ged. Graft (nederd. geref.) 12.9.1717 begr. ald. (nederd. geref., grafnr.314) 6.10.1717, is vader van Klaas ged. Graft (nederd. geref.) 27.11.1718, is vader van Bleesijna ged. Graft (nederd. geref.) 13.4.1720, is vader van Bleesina ged. Graft (nederd. geref.) 6.2.1724, is vader van Marij ged. Graft (nederd. geref.) 23.6.1726, is vader van Maartje ged. Graft (nederd. geref.) 29.2.1727, is vader van Albert ged. Graft (nederd. geref.) 19.11.1730, is vader van Neeltje ged. Graft (nederd. geref.) 9.8.1733, is vader van Albert ged. Graft (nederd. geref.) 21.4.1736, otr. 1e Graft civiel (hij bijgestaan door Albert Dirksz Kemp zijn vader en zij door haar broer Gerrit Karman; huwelijkse voorwaarden ONA Graft inv.1619 akte 129 d.d. 18.9.1713) 4.3.1713 met Engeltje Pieters Karman, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.314) 9.9.1714, otr. 2e Graft civiel (hij bijgestaan door IJsbrant Kat en zij door Teunis Jans; testament ONA Graft inv.1624, akte 515 16.7.1741) 26.2.1717 met |
505 | Ariaantje (Adriaantje) Klaas, jongedochter van De Rijp, ged. ald. (nederd. geref.) 17.6.1696, met attestatie naar Graft op 14.3.1717, belijdenis Graft (nederd. geref.) 15.12.1722, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.314) 13.10.1746, wordt als nicht en erfgename van Machteld Kornelis Vink genoemd in diens testament, tezamen met onder anderen Machteld’s neef Pieter Claasz Visser wonende in De Rijp en Machteld’s neef Jan Pietersz Vink wonende in Graft (RAA NA 1623, akte 242 10.12.1733), dr. van Klaas Pietersz Visscher en Marij Taams |
506 | Ollebrand Jansz Bergen alias Koorn, zn. van Jan Olbrantsz Bergen en Guurte Pieters, blijkens huwelijksinschrijving een broer van Pieter Jansz Koorn, die op zijn beurt bij zijn huwelijksinschrijving wordt bijgestaan door zijn oom Claes Vlottes, en broer van Marij Jans Koorn gehuwd met kaaskoper Pieter Schoen (RAA RA 6448, 6.8.1744; NA 4508, akte 483 17.6.1744, RA Graft 6431 19.9.1744 tot 27.12.10.1746), overl. voor 23.2.1734 (ORA Graft inv.6495 fol.187 d.d. 23.2.1734: Impje Kars, weduwe van wijlen Ollebrand Jansz Koorn, moeder van Guurtje 15 jaar, Trijntje 13 jaar, Jan 9 jaar [sic], Cornelis 4 jaar, Neeltje 2 jaar, hun voogd Pieter Olij), is vader van Guurtje ged. Graft (nederd. geref.) 13.10.1715, is vader van Guurtje ged. Graft (nederd. geref.) 21.8.1718, is vader van Trijntje ged. Graft (nederd. geref.) 20.7.1721, is vader van Jannitje ged. Graft (nederd. geref.) 1.12.1724, is vader van Diewer ged. Graft (nederd. geref.) 29.4.1728, is vader van Kornelis ged. Graft (nederd. geref.) 31.7.1729, is vader van Neeltje ged. Graft (nederd. geref.) 30.3.1732, otr. Graft civiel en impost (hij bijgestaan door zijn broer Pieter Koorn, zij door haar vader Kars Kornelisz) 13.4.1715 met |
507 | Impje Kars, jongedochter van Graft, ged. Noordeinde (rk, thans statie De Rijp) 19.12.1694 (get. Guert), dr. van Kars Kornelisz en Trijntjen Cornelis, zij otr. Graft civiel (hij bijgestaan door Sijmen Smit zijn neef, zij door Jan Karses haar broeder) 13.2.1734, tr. ald. nederd. geref. met Tijmon Maartens, jongman van Schermerhorn |
508 | Pieter Jacobsz, jongman van Graft, belijdenis Graft (nederd. geref.) 15.12.1722, otr. Graft civiel (zij bijgestaan door haar vader Pieter Klaasz) 22.8.1722 met |
509 | Grietje Pieters, dr. van Pieter Klaasz |
510 | Kornelis Melles (Mellis), woont te Graft op het venje (ONA Graft inv.1624 akte 420 d.d. 3.3.1739), zn. van Melle Cornelisz en Maartje Maertens, otr. Graft civiel (hij bijgestaan door zijn vader Melle Kornelisz, zij bijgestaan door haar broer Albert Kornelisz) 27.2.1723 met |
511 | Marij Kornelis, dr. van Cornelis Minnesz en Impje Alberts |
Generatie X |
|
528 | Garbrant (Garment) Florisz Houwertjes, wonende te Assendelft, koopt op 24.1.1710 van Jan Claesz Groot een huis en erf ald. belend ten noordoosten de onmondige kinderen van Pieter Ouwerijk en ten zuidwesten Jan Cornelisz Kocken voor een bedrag van 245 gulden (RA Assendelft inv.2016 fol.236 d.d. 24.1.1710), impost begr. Assendelft 4.10.1737, zn. van Floris Jansz Houwertjes en Catelijntje Jans, tr. ald. impost 22.4.1702 met |
529 | Jannetje Jans, impost begr. Assendelft 9.1.1753 |
530 | Pieter Gerritsz Korver (Corver, Kurver), wonende in de woudbuurt in Assendelft, koopt op 28.4.1741 van Heijndrick Jansz de Boer wonende te Zaandijk gehuwd met Beertje Pieters de Jong, Jan Jacobsz Kuijper gehuwd met Grietje Pieters de Jong, Pieter Pietersz de Jong, Heijndrick Pietersz de Jong en Gerrit Pietersz de Jong een half huis en erf ald. belend ten noordoosten de weduwe van Heijndrick van t Hoff, alsmede een stukje land daar annex gelegen groot 220 roe, voor een bedrag van 550 gulden (RA Assendelft inv.2019 d.d. 28.4.1741), koopt op 11.5.1742 van Jan IJsaksz Peet een stuk land gelegen in boets weer groot 432 roeden voor een bedrag van 25 gulden (RA Assendelft inv.2019 d.d. 11.5.1742), verkoopt op 8.5.1744 tezamen met Daniel Smit gehuwd met Anna Heijndricks Korver wonende in Zaandam, zich sterk makend voor Ermpje Gerrits Korver voor de ene helft, en Theunis Cornelisz Schipper wonende in Uitgeest voor de andere helft, tezamen erfgenamen van Claas Pietersz Korver en Dieuwer Jans beide tot Assendeft overleden, aan Jan Dirkz Baarten een huis en erf in de kerkbuurt te Assendelft, belend ten noordoosten Davit Jakobz en ten zuidwesten Jacob Verweel, onder voorwaarde dat de twee stukken land achter het huis vrij pad moeten hebben naar de heerenweg voor mensen en beesten, voor een bedrag van 190 gulden (RA Assendelft inv.2019 d.d. 8.5.1744), verkoopt in die hoedanigheid op 8.5.1744 aan Mr Heijndrik Crinkel een stuk land genaamd de boveeg, gelegen achter het huis van Jan Maarte Roeleven groot 798 roeden, alsmede een stuk land daaraan vast genaamd de binnendelft groot 446 roeden, onder voorwaarde dat Jan Dirk Baarten vrij overpad verleent (RA Assendelft inv.2019 d.d. 8.5.1744), verkoopt in die hoedanigheid op 8.5.1744 aan Barend Werendlijn een stuk land genaamd het ventje achter claas ghijssen groot 704 roeden, onder voorwaarde dat Jan Dirk Baarten vrij overpad verleent (RA Assendelft inv.2019 d.d. 8.5.1744), verkoopt in die hoedanigheid op 8.5.1744 aan Gerrit Claasz Suijker en Claas Claasz de Nouwes een stuk land genaamd de 2 akkers in jan maarte roeleven weer groot 442 roeden, alsmede het breetje in [...] weer groot 442 roeden, voor een bedrag van 23 gulden (RA Assendelft inv.2019 d.d. 8.5.1744), impost begr. Assendelft 11.3.1761, zn. van Gerrit Pietersz Korver, tr. Assendelft impost 13.12.1724 met |
531 | Grietje Engels Peet, dr. van Engel Isacksz Peet en Maritje Willems |
532 | |
533 | |
534 | |
535 | |
536 | Gerrit (Gerret) Michielsz (Maghielsz) Plooijer (Ploijer, Plooijjer) alias Krommenie (Krommie), begr. Oostzaan (nederd. geref.) 11.7.1758, zn. van Michiel Pietersz Plooijer en Aaltje Jelles, op 14.4.1760 is de grafkist verplaatst van de kerk naar het kerkhof ald., op 23.11.1731 compareert Gerrit Mighielse Ploijer, wonende te Oostzaan, die bekent voor een bedrag van 325 gulden aan Willem Jasperse verkocht te hebben een huis en erf, staande en gelegen te Krommenie op de heijlige weg, belend ten oosten Marij weduwe van Jan Bak en ten westen Jan IJsaksen (ORA Kroemmenie inv.1409 fol.211v d.d. 23.11.1731), tr. met |
537 | Magtel (Maghtel) Alberts, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 27.9.1699, begr. ald. (nederd. geref.) 14.6.1739, dr. van Albert Tijmonsz en Aeltie Gerrits |
538 | Albert Dirksz Cat, tr. met |
539 | Trijntje Ariaans |
540 | Reinier Gerritsz Rietvoort (Reijnier van Rietvoort), afkomstig uit het ambt Neuenburg in Oldenburgerland en dienende bij een commies (administratief ambtenaar) ald., heeft zich daarna vermoedelijk in Den Burg op Texel gevestigd, wordt lidmaat van de Evangelisch Lutherse gemeente in Alkmaar op 19.5.1714, is lidmaat ev. luth. gemeente Purmerend anno 1717, woont vermoedelijk te Kwadijk, bezit huis ald. (verponding 1730), bezit een kerkgraf ald. (historische vereniging Oud-Quadyck, grafnr. 143), overl. voor 3.4.1739 (WA ORA Ilpendam inv.3647 d.d. 3.4.1739), mogelijk verwant aan de zusters Aaltje Rietvoort afkomstig uit Grabstede (lidmatenregister Ev.Luth. Purmerend anno 1719) en Anna Gerrits Rietvoort afkomstig van Zetel (lidmatenregister ald. anno 1746), otr. Purmerend (gerecht) 2.5.1716, tr. ald. (gerecht) 17.5.1716 met |
541 | Femmetje (Femke, Vemtje) Jans Elderbroek alias Mouters, ged. Purmerend (ev.luth.) 21.8.1695, lidmaat ev. luth. gemeente Purmerend anno 1709 en 1717, koopt in 1739 voor 2750 gulden een windkorenmolen en een huis en erf staande in Den Ilp bewesten de gouw van de erfgenamen van Jan Volkertsz en Maritje Reijers voor de ene helft en van Wigger Pietersz voor de andere helft (WA RA 3647, 30.4.1739), woont in 1744 te Medemblik waarbij ze haar bezit in Den Ilp verkoopt aan haar zoon Gerrit Reijniersz Rietvoort (WA RA 3647, 23.5.1744), dr. van Jan Hendriksen de Mouter en Grietje Hermanns |
544 | Jacob Engelsz Bas (Bass), ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 27.9.1676 (getuige Merrie Lavijns), impost begr. Uitgeest 27.5.1730 (aang. Gerrit Coning), zn. van Engel Cornelisz Bas en Guertje Lavijns, wonende te Markenbinnen, betaalt schot ald. in 1712/20/24, op 30.4.1699 compareert de opzieners van de vermaning te Knollendam die bekennen verkocht te hebben aan Jacob Engelsz Bas, wonende te Westknollendam, een huis en erf staande en gelegen tot Westknollendam, belend ten oosten Aaf Dircks en ten westen Jacob Jacobsz (ORA Westzaan inv.1592 fol.56v d.d. 30.4.1699), op 28.5.1709 compareert Michiel Pietersz, wonende te Oostknollendam, en Cornelis Arisz Dick, wonende aan de westzijde van Knollendam, die bekennen verkocht te hebben aan Jacob Engelsz Bas, wonende te Westknollendam, een stuk land genaamd de paardecamp, gelegen in de wouderpolder en groot 121 roeden, belend ten zuiden Garmit en ten noorden Jacob Louwe, en de tweede comparant een gedeelte erf om een huis op te bouwen, ter grootte van 42 1/2 roeden in de vijvercamp gelegen in de uijtgeester buijtenlanden bij de Knollendammer oliemolen, tezamen voor een bedrag van 51 gulden 17 stuivers 8 penningen (ORA Uitgeest inv.210 fol.48v d.d. 28.5.1709), op 27.4.1714 compareren Dirck Jacobsz Bus, Jan Jacobsz Bus en Jacob Engelsz Bas, mede erfgenamen van Cornelis Jacobsz Priester en de rato caverende voor de verdere erfgenamen, die bekenden voor een bedrag van 392 gulden aan Claas Heijndrickx Raapkunst verkocht te hebben een huis en erf staande en liggende tot Krommeniehorn, belend ten oosten Jan Etten en ten westen Sijmon Poulusz, alsmede een voorwerf groot 33 roe gelegen voor het huis en erf, belend ten oosten Jan Etten en ten westen Willem Tuijck (ORA Krommenie inv.1406 fol.107 d.d. 27.4.1714), op 10.5.1715 compareert Jacob Jacobse Busch, wonende te Knollendam, die voor een bedrag van 150 gulden aan Jacob Engelse Bas, mede ald. woonachtig, verkoopt drie stukken land gelegen beoosten de vaart, het ene genaamd coijntjes en peert, groot 576 roe, belend ten zuiden Dirk Aarse van Wormerveer en ten noorden de erfgenamen van Aaf Dirks, het ander genaamd d'goore, groot 272 roe, belend ten zuiden de kinderen van Piet Duijt en ten noorden Cornelis Dirkse Muts, het derde genaamd albertus, groot 249 roe, belend ten zuiden Baart Stop en ten noorden Cornelis Dirksen Muts (ORA Krommenie inv.1406 fol.140 d.d. 10.5.1715), op 4.5.1718 compareert Aagje IJsbrants, meerderjarige dochter wonende te Markenbinnen, die voor een bedrag van 200 gulden verkoopt aan Jacob Engelsz Bas, wonende op Knollendam, een huis en erf staande en gelegen op Markenbinnen, het erf groot 16 roeden, belend ten oosten Mies Willems weduwe en ten westen Pieter Gerritsz (ORA Uitgeest inv.211 fol.28v d.d. 4.5.1718), op 1.8.1720 compareert Jacob Engelsz Bas, wonende te Markenbinnen, die voor een bedrag van 350 gulden verkoopt aan Jacob Dircksz Busch, wonende te Knollendam, een huis en erf staande en gelegen bij de molens van Knollendam, het erf groot 42 1/2 roeden, belend ten westen Dirck Jacobsz Busch en ten oosten de zaan (ORA Uitgeest inv.211 fol.81 d.d. 1.8.1720), op 4.1.1725 compareert Jacob Dircksz Busch, wonende te Knollendam, die verkoopt aan Jacob Engelsz Bas, wonende te Markenbinnen, een stukje land genaamd de paardecamp, groot 120 roeden, belend de koper ten noorden en Gerrit Potjes ten zuiden (ORA Uitgeest inv.211 fol.187 d.d. 4.1.1725), op 15.5.1725 compareert Jan de Niesjes, wonende te Markenbinnen, die verkoopt aan Jacob Engelsz Bas, mede wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen te Markenbinnen, belend ten oosten de koper en ten westen Hendrick Dirksz Uijl (ORA Uitgeest inv.211 fol.208v d.d. 15.5.1725), op 13.5.1727 compareert Claas Pietersz, wonende te Markenbinnen, de rato caverende voor zijn zuster Maartje Pieters, die verkopen aan Jacob Engelsz, mede wonende te Markenbinnen, een stuk land gelegen in de markerpolder, genaamd knechts oever, groot 23 snees, belend ten noorden Guijrt Tijssen en ten zuiden brooms (ORA Uitgeest inv.212 fol.29 d.d. 13.5.1727), compareert op 25.11.1729, dan wonende te Markenbinnen, en bekent dan verkocht te hebben aan Jan Jacobsz Busch, wonende te Westknollendam, twee stukjes land gelegen beoosten de vaart naast het looghuijs, het ene groot 576 roe, belend ten noorden de koper en ten zuiden de riedlantjes, het andere groot 272 roe en belend ten noorden Cornelis Dirckse Roodt en ten zuiden de kinderen van Jan Dirckse Roodt (ORA Krommenie inv.1409 fol.123 d.d. 25.11.1729), op 24.5.1730 compareert Jacob Engelsz, wonende te Markenbinnen, die verkoopt aan Pieter Miesz, mede ald. wonende, de twee paardekampjes gelegen in de wouderpolder, tezamen groot 241 roeden, belend Jacob Louwen ten noorden en Gerrit Potjes ten zuiden (ORA Uitgeest inv.212 fol.152 d.d. 24.5.1730), op 30.12.1739 compareren Diewer Crelis, weduwe van Jan Jacobsz Busch, voor de ene helft, Garbrant Cruijdt, Jacob Dirksz Busch, Jacob Jacobsz Bas en Claes Zijmens, voor henzelf en instaande voor de verdere erfgenamen van Jan Jacobsz Busch, voor de andere helft, die voor een bedrag van 174 gulden verkopen aan de diakonie van Knollendam een stuk land liggende in de carremelkspolder, genaamd de buijtendijksven, groot 517 roeden, belend Jan Huijbertsz weduwe ten zuiden en Jacob Busch ten noorden (ORA Uitgeest inv.213 fol.28 d.d.d 30.12.1739), op 8.1.1740 compareren Claas Sijmonsz Dik, Garbrant Kruijt, Jacob Bas, Pieter Maartsen, Jan Dircksz Busch en Jacob Jansz Ris als voogd van de kinderen van Cornelis Jacobse Bas, Jacob Dircksz Busch, alle erfgenamen van Jan Jacobsz Busch, voor henzelf en instaande voor de mede erfgenamen en alle tezamen mede de rato caverende voor Dieuwer Cornelis, weduwe van gemelde Jan Jacobsz Busch, tot Knollendam, die gezamenlijk voor een bedrag van 69 gulden 9 stuivers verkopen aan Cornelis Pietersz Jager, mede tot Knollendam, vier stukjes land, alle gelegen beoosten de vaart, het ene genaamd de twee bien, groot 469 roeden, de tweede genaamd cees cuijpers, groot 491 roeden, de derde coijntjes en pieter peert samen 576 roeden, de vierde de goore, groot 272 roeden (ORA Krommenie inv.1410 fol.225 d.d. 8.1.1740), zijn verkopen in die hoedanigheid op 8.1.1740 voor een bedrag van 42 gulden 12 stuivers aan Dirk Janse Prins, wonende tot Knollendam, een akker land gelegen beoosten de vaart in het karmelks westerpolder, groot 645 roeden, belend ten zuiden Pieter Lelij en ten noorden de banscheiding (ORA Krommenie inv.1410 fol.226 d.d. 8.1.1740), is vader van Jacob impost begr. Westzaan 29.10.1701 (nihil), hertr. Uitgeest impost 10.2.1720 (mutueel testament zie ONA Krommenie inv.3049 akte 223 d.d. 12.12.1720) met Neeltje (Neel) Dircks, jongedochter van Markenbinnen, otr. Westzaan impost 27.3.1699 (beiden wonende in Westknollendam) met |
545 | Guirtje Jacobs, dr. van Jacob Jacobsz Busch en Aef Dircx |
546 | Jan Jacobsz Waagmeester (Waegmeester, Waaghmeester), wonende te Markenbinnen, betaalt schot ald. 1712, zn. van Jacob Pietersz Waegmeester, op 23.6.1716 compareren Pieter Reijersz, Jan Reijersz en de kinderen van Dirck Reijersz, alle erfgenamen van wijlen Reijer Jansz, die bekennen vooor een bedrag van 330 gulden verkocht te hebben aan Jan Waaghmeester een huis en erf staande en gelegen op Markenbinnen, belend Claas Gerritsz Cooninghs kinderen ten westen en de vaarsloot ten oosten (ORA Uitgeest inv.210 fol.230 d.d. 23.6.1716), op 7.5.1720 compareren de gecommitteerde raden van de staen van Holland die voor een bedrag van 3 gulden verkopen aan Jan Waegmeester, wonende te Markenbinnen, de hofstede van Teunis Maartsz, groot 103 roeden, belend ten oosten Maarten Beets en ten westen Jan Spat (ORA Uitgeest inv.211 fol.69 d.d. 7.5.1720), op 27.5.1750 compareert Jan Jacobsz Waegmeester, de rato caverende voor Lijsbet Sijmons, weduwe van Jacob Jansse Waegmeester, beide wonende te Markenbinnen, die bekennen voor een bedrag van 30 gulden verkocht te hebben aan Willem Entingh, mede wonende ald., een huis en erf staande ald., het erf groot 83 roeden, belend Aris Uijl ten noorden en de diakonie ten zuiden (ORA Uitgeest inv.213 fol.202v d.d. 27.5.1750), op 25.5.1751 compareren de erfgenamen van wijlen Jan Jacobsz Waegmeester, overleden tot Markenbinnen, die bekennen voor een bedrag van 57 gulden verkocht te hebben aan Jan Jansz Waegmeester, een huis en erf staande ald., met een akkertje groot 103 roeden, belend Gerrit Coningh ten westen en de nieuwe sloot ten oosten (ORA Uitgeest inv.213 fol.208 d.d. 25.5.1751), zij verkopen in die hoedanigheid op 25.5.1751 voor een bedrag van 96 gulden aan Jacob Pietersz Waagmeester, mede wonende te Markenbinnen, een stukje land liggende in het markerpolder en genaamd smitsven, groot 531 roeden, belend Cornelis Louwen ten zuiden en Andries Baartsz ten noorden (ORA Uitgeest inv.213 fol.208v d.d. 25.5.1751), zij verkopen in die hoedanigheid op 25.5.1751 voor een bedrag van 106 gulden aan Willem Bas, wonende te Markenbinnen, een stuk land liggende in de markerpolder en genaamd in crafs, groot 766 roeden, belend de koper ten oosten en Gerrit Coningh ten westen (ORA Uitgeest inv.213 fol.2099 d.d. 25.5.1751), zij verkopen in die hoedanigheid op 25.5.1751 aan Willem Bas een stuk land liggende in de markerpolder, genaamd in rijkers, groot 353 roeden, belend ten zuiden Gerrit Coning ten noorden en Aris Uijl ten zuiden (ORA Uitgeest inv.213 fol.209v d.d. 25.5.1751), tr. Uitgeest impost 30.3.1709 met |
547 | Trijntje Dirks, afkomstig van de Starnmeer |
548 | Cornelis Claesz Bant (Band), ged. Koog aan de Zaan (nederd. geref.) 18.11.1692, begr. Kwadijk 5.12.1759, is vader van Maartje ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 27.8.1713 (get. Neeltje Klaas), is vader van Grietje ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 27.10.1715 (get. Neeltje Klaas), is vader van Willem ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 15.11.1716 (get. Rebecca Band), is vader van Krelis Pals-rok ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 21.4.1720, is vader van Jan Palsrok ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 4.10.1722, zn. van Claes Cornelisz Warmenhuijzen en Maria Jans Bant, tr. |
549 | Geertje Claes, ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 11.2.1691, is zuster van Neeltje Klaas gehuwd met Cornelis Koster wonende te Oosthuizen, dr. van Claes Cornelisz Kammert en Hillegont Jans |
552 | Albert (Albart) Dircksz Ruijter (de Ruijter), ged. Purmerend (nederd. geref.) 11.10.1676, wonende te Purmerland, diaken ald., koopt op 2.2.1704 van Jan Jacobsz Tal wonende te Purmerland een werf bezuiden de kerk en bewesten de gouw (ORA Ilpendam 3644 fol.7r d.d. 2.2.1704), verkoopt op 16.2.1709 samen met zijn broer Jan Dircksz Ruijter wonende in de Wormer aan Cornelis Dircksz Aeijer wonende in Purmerland een stuk land achter het windt groot 275 roede (ORA Ilpendam 3644 fol.136v d.d. 16.2.1709), koopt op 14.11.1711 van Gijsbert Claasz Groot, oud-burgemeester en vroedschap van Purmerland een huis en erf ald. bezuiden de kerk en beoosten de gouw (ORA Ilpendam 3644 fol.243v d.d. 14.11.1711), zijn erfgenamen verkopen op 25.4.1744 aan Cornelis Dirksz wonende in Purmerland een huis en erf te Purmerland beoosten de gouw, aan Albert Beemster wonende in Purmerland een stuk land groot 2 deijmt 125 roeden, aan Willem de Bakker wonende in Purmerland een stuk land groot 1 deijmt 100 roeden, aan Pieter Claasz Groot wonende in Purmerland een stuk land groot 300 roeden, aan Pieter Duijfs wonende in Purmerland een stuk land groot 225 roeden, aan Lourens de Ruijter wonende in Purmerland een stuk land groot 2 deijmt 250 roeden, deze stukken land allen gelegen in de 12e weer ald., en aan Sijmon Swart wonende in Purmerland een stuk land groot 180 roede gelegen in de 13e weer (ORA Ilpendam 3647 p.258 d.d. 25.4.1744), zn. van Dirck Albertsz Ruijter en Lijsbeth Jans, tr. met |
553 | Eefje Dirks, verkoopt op 14.10.1716 –zij is dan weduwe- aan Cornelis Duijfs, baljuw der heerlijkheid van Purmerland, een ledig ef ald. bezuiden de kerk en beoosten de gouw (ORA Ilpendam 3645 fol.104v d.d. 14.10.1716) |
554 | Jacob Somer (Soomer), jongman van Kwadijk, wonende ald. in het westeinde (lidmatenreg. Kwadijk nederd. geref. anno 1717), ouderling en armvoogd ald., begr. Kwadijk (nederd. geref.) 30.5.1733, otr. Kwadijk (nederd. geref.) 12.2.1713, tr. ald. (nederd. geref.) 26.2.1713 met |
555 | Lijsebet (Lijsbet) Pieters, jongedochter van Kwadijk, overl. 1729 (lidmatenreg. Kwadijk nederd. geref.) |
556 | Claas Jansz Buijs, wonend in de haal, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 21.9.1687, zn. van Jan Jansz Buijs en Maartje Gerrits, tr. met |
557 | Maritje Dirks |
560 | Auwel Pietersz Prins, doopsgezind, wonend in het camerhop in 1742 in de starnmeer (RAA NA 4500, 1.3.1742 en 18.4.1742), ged. De Rijp (nederd. geref.) 10.10.1683, impost begr. Graft 5.7.1762, zn. van Pieter Auwelsz Prins en Maartje Meijnderts Pelt, tr. de Rijp impost 16.6.1716 met |
561 | Jannetje Jans |
562 | |
563 | |
566 | Adriaan (Arien) Pietersz Wortel, jongman uit de Schermeer aan de zuidervaart, impost begr. Graft 24.12.1733, zn. van Pieter Cornelisz Wortel en Maertje Hendricks, koopt op 15.12.1727 van de erfgenamen van Jan Cornelisz Oleven een huis, boet en schuur staande op de dijk van de Schermeer voor het veer van Graftdijk (RAA RA 6351), is op 11.2.1730 betrokken in de verdeling van de vaste goederen van Jan Cornelisz Bosch wonende te West-Graftdijk die weduwnaar is van Aafje Baarts aldaar overleden enerzijds en Cornelis Cornelisz Louwe mede wonende te West-Graftdijk en Adriaan Pietersz Wortel wonende in Schermeer als getrouwd met Neeltje Cornelis Louwe anderzijds, waarbij wordt bepaald dat Jan Cornelisz Bosch verkrijgt een stuk land genaamd de strook groot 2 aggelen, een stuk land genaamd koekenmeet groot 9 aggelen, een stuk land bij de derde watermolen groot 14 1/2 aggelen bij de Dijksloot, allen gelegen bij West-Graftdijk, en een derde in 9 morgen land in de bedijkte Schermeer aan de boekelerweg, dat Cornelis Cornelisz Louwe verkrijgt een huis en erf te West-Graftdijk en een stukje land groot 4 aggelen, en dat Cornelis Cornelisz Louwe en Adriaan Pietersz verkrijgen een derde in een huismanswoning met 15 morgen land in de bedijkte Schermeer aan de Zuidervaart en een twaalfde in 38 morgen in de Schermeer aan de westdijk bij Rustenburg (RAA NA 492, akte 28 11.2.1730), overl. voor 13.2.1737, voogd over de kinderen zijn Gerrit Pietersz Wortel en Maarten Koster beide in de Schermeer en Cornelis (Cornelisz) Louwen wonende te West-Graftdijk (RAA RA 131, fol.68v 13.2.1737), zijn kinderen verkopen op 8.12.1758 een stuk land genaamd bij het verlaat of bulland groot 4 aglen, 22 roe en 1 voet, een stuk land genaamd grietteland of ’t vierkantje groot 4 aglen 20 roe, en tenslotte een stuk land genaamd koekemeet groot groot 9 aglen, allen gelegen bij West-Graftdijk (RAA RA 6449), otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 5.7.1716, tr. ald. (nederd. geref.) 19.7.1716 met |
567 | Neeltje Cornelis, ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 29.7.1696, dr. van Cornelis Louwen en Aafje Baarts |
568 | Roelof (Roeloff) van Natten (van der Natten, van der Nat), geb. ca. 1694 (ONA Wormer inv.5655 akte 95 d.d. 29.7.1738), op 9.7.1719 met attestatie van Utrecht naar Wormer (lidmatenreg. Wormer nederd. geref.), woont in 1733 te Wormer aan de openbare weg na de heere laen, is een broer van Pieter van Natten (van der Nat), soldaat in het regiment van luitenant generaal de baron van Palland, gouverneur van Venlo, die otr. Venlo 19.7.1722 met weduwe Helena (Lena) van de Pas, en otr. Utrecht (nederd. geref.) 14.11.1728, tr. ald. (nederd. geref.) 3.12.1728 met Cathrina/Catrijntje/Catrina van der Heijden alias van Woersele (van dat stel de kinderen Roelov ged. Utrecht nederd. geref. 27.10.1730, Roeloff ged. Utrecht nederd. geref. 17.4.1735, Johanna Margareta ged. Doesburg (nederd. geref.) 9.1.1739, Meggelijn ged. Zutphen (nederd. geref.) 31.8.1740, Cornelius ged. Zutphen (nederd. geref.) 20.5.1743, Helena ged. Utrecht (nederd. geref.) 30.6.1744, Catrina hertr. otr. Utrecht 27.4.1749, tr. ald. (nederd. geref.) 15.5.1749 met Johannes van Vollenhoove, weduwnaar van Johanna van Bergh), is vader van Dieuwer en Roelof ged. Wormer (nederd. geref.) 17.11.1720, is vader van Roelof en Machteltje ged. Wormer (nederd. geref.) 22.1.1723, is vader van Roelof ged. Wormer (nederd. geref.) 10.3.1724, is vader van Cornelis ged. Wormer (nederd. geref.) 21.1.1727, is vader van Magteld ged. Wormer (nederd. geref.) 10.5.1730, is vader van Machteltje ged. Wormer (nederd. geref.) 7.6.1733, tr. Wormer impost 2.12.1719 met |
569 | Guurtje (Guirtie) Crelis Kuijper, ged. Wormer (nederd. geref.) 21.8.1695, belijdenis ald. 31.3.1720 (lidmatenreg. Wormer nederd. geref.), dr. van Cornelis Claasz Kuijper en Diewert Jans |
570 | Nanning Willemsz Stertius (Stertjes, Staretjes, Startjes), zn. van Willem Cornelisz Startjes en Ariaentien Nannings, verkoopt op 19.9.1691 tezamen met Jan Lubbertsz, beide wonende te Jisp, als man en voogd van Sijmetje Antonijs weduwe van zaliger Cornelis Willemsz Startjes en enige erfgenaam van haar kind bij Cornelis geprocreëerd, aan Jacob Teunisz, weesmeester te Oostgraftdijk, een stuk land genaamd de noot, groot 9 aglen 4 roeden, gelegen in de banne van Graft in de blokker, belend ten oosten de kerksloot of Jan Meijndertsz Salsm weduwe, ten westen Allert Heijnis, ten zuiden de armvoogden van Oostgraftdijk en ten noorden 't oudijk (ORA Graft inv.xxxx fol.20v d.d. 19.9.1691), otr. 2e Jisp 22.9.1703, tr. ald. 25.10.1703 met Barta (Bartha) Robijn (Robbijn), otr. 3e Jisp 30.3.1714, tr. ald. 22.4.1714 met Geertjen Henricks, jongedochter van Purmerend, otr. 1e Beets (nederd. geref.) 15.9.1689, tr. Jisp 22.9.1686 met |
571 | Trijntje (Treijntie) Dircks, jongedochter van Beets |
576 | Aldert (Allert, Allerd) Jacobsz (Jakobz, Jakobsz, Jacobz, Jakob, Jakobse), tr. Oostknollendam (nederd. geref.) 18.12.1689 met |
577 | Aeght (Aacht, Aagt, Aagtje, Aagte) Gerrits (Gerritz, Gerrids), ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 7.10.1674 (getuige Anna Aris), dr. van Gerrit Arisz en Celitje Crelis |
580 | Coert (Koenraet) Lösinc (Lusink), wonende in Lochem, ged. ald. (nederd. geref.) 24.3.1670 (get. Jan Haeijkinc, Werner Haeijkinc, Griete Eecmans), zn. van Jan Lösink en Geesken Theunis, tr. Lochem 27.8.1699 met |
581 | Henders (Henrica) Janssen, ged. Lochem (nederd. geref.) 8.9.1678 (get. Jan Prijser en Cunne Dijckincs), dr. van Jan te Breckvoort en Geesken Plackhaer |
582 | Arent Brabender, ged. Lochem (nederd. geref.) 24.10.1669 (get. de vader), zn. van Herman Brabender en Lummeken Rerincs |
583 | Willemken Slagmans, ged. Lochem (nederd. geref.) 15.1.1679 (get. de vader en Grietje Slaghmans), dr. van Herman Slaghman en Jenneken ten Boomcamp |
584 | Willem (Wilm) Cornelisz Hoek, zn. van Cornelis Willemsz Hoek, treedt op 4.5.1730 tezamen met Dirk Aarjensz Plompert op als voogd over de nagelaten kinderen van Pieter Ruijter, in zijn leven secretaris in de banne van Oterleek (RA Oterleek inv.6275 fol.124 d.d. 4.5.1730), was gehuwd met Neel Jans die op 19.11.1733 wordt genoemd als weduwe van Wilm Hoek en die dan getrouwd is met Cornelis Maertensz Cool (RA Oterleek inv.6275 fol.146 d.d. 19.11.1733; zie ook inv.6276 fol.50 d.d. 14.2.1743) |
586 | Gerrit Pietersz Wortel, jongman van de zuidervaart, zn. van Pieter Cornelisz Wortel en Maertje Hendricks, lidmaat Zuidschermer (nederd. geref.) 1726 en 1728, koopt op 5.4.1732 van Jurgen Gerritsz Steenbrinck de gerechte helft in een huis en erf waarvan de wederhelft de koper reeds toebehoort, staande aan de zuidervaart in de Schermeer bij de voetbrug naar de mattemerweg (RAA RA 6352), gaat op 27.2.1734 een erfpacht aan voor de noordelijke helft van een huis en erf op kavel L nr. 21 in de Schermeer (gelegen op de zuidhoek van de laanvaart en de zuidervaart) dat toebehoort aan de heer Lambert Wijnkoop in Hoorn (RAA RA 6352), tr. Stompetoren (nederd. geref.) 18.2.1718 met |
587 | Sijbrig (Sijbregt) Pieters, jongedochter van de zuidervaart, lidmaat Zuidschermer 1726 en 1728, begr. Schermeer 15.12.1750 |
592 | Jan Krijnsz Heijnis, vermeld verponding Zuid- en Noord-Schermer 1705, zn. van Krijn Jacobsz Heijnis |
594 | Pieter Jacobsz Schram, vermeld verponding onder Grootschermer 1705/27, overl. voor 1733, zn. van Jacob Jacobsz Schram, tr. met |
595 | Maertje Jans Swager, overl. voor 1714 (grafregister nederd. geref. kerk Grootschermer anno 1710, alsmede grafregister over periode 1714-1775) |
596 | Dirck Cornelisz Volger (van de Volger), wordt op 11.3.1711 aangesteld als molenaar op de molen waar Cornelis Maertensz Snijer molenaar was (Waterschap Schermeer inv.6 d.d. 11.3.1711), wordt op 29.3.1713 aangesteld als molenaar op de benedenmolen GH ten westen van de zuidervaart waar Dirck Bobeldijck molenaar was (Waterschap Schermeer inv.6 d.d. 29.3.1713), wordt op 14.3.1722, dan nog steeds molenaar ald., betaald voor het slechten (gladmaken) van de boekelerweg (Waterschap Schermeer inv.7 d.d. 14.3.1722), is blijkens lidmatenboek Stompetoren nederd. geref. anno 1729 wonende aan de zuidervaart westzijde, draagt op 14.12.1731 zijn molenaarsfunctie op benedenmolen GH over aan zijn zoon Cornelis Dircksz (Waterschap Schermeer inv.8 d.d. 14.12.1731), zn. van Cornelis Cornelisz van de Volger, is vader van Cornelis ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 9.3.1704, tr. met |
597 | Lijsbet Pieters, treedt tezamen met haar man op 26.10.1710 met belijdenis des geloofs toe tot de nederd. geref. kerk te Stompetoren |
600 | |
601 | |
604 | Gerrit (Gert) Gerritsz (Gertsz) alias Gerrit Haantjes (Haen), jongman van Wormer, ged. Wormer (nederd. geref.) 16.2.1676, zn. van Gerrit Eggesz en Trijn Pieters, is vader van Jan ged. Wormer (nederd. geref.) 23.11.1698, is vader van Guurtje ged. Wormer (nederd. geref.) 7.10.1701, is vader van Tijs ged. Wormer (nederd. geref.) 17.6.1703, is vader van Egge ged. Wormer (nederd. geref.) 14.10.1705, is vader van Trijntje ged. Wormer (nederd. geref.) 18.3.1711, is vader van Gerrit ged. Wormer (nederd. geref.) 21.5.1713 (get. Egge Haentjes, Aagt Jacobs), tr. (impost) Wormer 12.1.1697 (15 gulden voor Gerrit Haentjes, nihil voor Guurtje Tijssen) met |
605 | Guurtje (Guertie) Tijssen (Tijs, Tijsse), jongedochter van Jisp, ged. Jisp (nederd. geref.) 21.9.1675 (getuige Neel Jans), overl. Wormer 13.5.1730, dr. van Tijs Heijntie Jelles en Aecht Jacobs |
606 | Jan Klaasz van Straten, ged. Jisp (nederd. geref.) 1.12.1695 (getuige Griet Sijmons), zn. van Klaas Gertsz van Straten en Antje Pieters, otr. Jisp 15.10.1718, tr. ald. 30.10.1718 met |
607 | Dieuwer (Dieuwertjen) Claas Cronenburgh (Kronenburg) |
608 | Jasper Hendricksz Reijne alias Backer, begr. Krommenie impost 9.3.1711, zn. van Hendrick Jansz Reijnen en Trijn Jaspers, compareert op 3.5.1694 als procuratie hebbende van de verdere erfgenamen van Jan Arentsz, die voor een bedrag van 16 gulden 13 stuiver verkocht hebben aan Cornelis Jacobsz Iskis alias Kleijne Keijningh een stuk land gelegen over de vaert, genaamd de havercamp en groot 267 roe, belend ten noorden de kinderen van Jacob Jansz en ten zuiden Cornelis Molenaer (ORA Krommenie 1404 fol.146 d.d. 3.5.1694), op 9.1.1700 compareert Aerjan Jansz, voor hemzelf voor 14/4 deel, instaande en de rato caverende voor zijn twee zusters Neel en Griet Jans voor de helft, en voor zijn zwager Jasper Heijndriksz voor 1/4 deel, die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Willemsz, wonende op groot dorregeest, een stuk land liggende in dielevermeer groot 2 meer moogens, belend ten oosten de koper, ten westen Cornelis Jansz Outhoij, ten zuiden westsalingen (ORA Uitgeest inv.209 fol.82v d.d. 9.1.1700), op 11.5.1701 compareert Dirk Heijndriksz die bekent voor een bedrag van 925 gulden 4 stuivers 6 penningen verkocht te hebben aan Jasper Hendriksz Reijne een stuk land gelegen in de broek, genaamd sijmen heijnen ven, groot 1027 roeden, alsmede een stuk land liggende ald. genaamd het kleijne venje, groot 950 roeden, belend ten noorden Neeltje Pieters en ten zuiden en Jan Poulusz (ORA Uitgeest inv.209 fol.136 d.d. 11.5.1701), op 27.5.1706 compareert Jasper Hendricxe Backer, wonende te Krommenie, die bekent voor een bedrag van 282 gulden verkocht te hebben aan Neel Jans uijt de Boomen, een stuk land gelegen in de wouderpolder, groot 1253 1/2 roeden, genaamd breemsven, belend ten oosten Jacob Schoen en ten westen rijperlandt (ORA Uitgeest inv.209 fol.228v d.d. 27.5.1706), op 27.5.1707 compareert Jasper Heijndrickz Backer, de rato caverende voor zijn snaar (behuwd zuster) Griet Jans uijtte Bome, die bekende voor een bedrag van 300 gulden aan Arent Jansz uijtte Bome verkocht te hebben een huis en erf, staande en gelegen tot Krommeniedijk, belend ten oosten de kinderen van Baart Kat en ten westen de erfgenamen van Liesbet Heijndricx, op voorwaarde dat zij in het huis mag blijven wonen zolang zij leeft, en, mocht zij ziekelijk of blind mogen worden en een meijsie van nooden hadde, hetzelve mede bij haar zal mogen wonen zonder enige huur te betalen (ORA Krommenie inv.1405 fol.251v d.d. 27.5.1707; op 4.4.1709 compareert Griet Jans, als erfgename van Neel Jans, geassiteerd met haar zwager Jasper Heijndricksz Backer, die ter openbare veiling presenteert een partij koeien, lammeren, dierenvoer, boerengereedschap en rolrederswaren, zie ORA 1438 d.d. 4.4.1709 scan 75), op 28.3.1732 compareren Grietje Claes, weduwe van Claes Spinder, Gerrit Spinder, Jacob Cruijt, Pieter Sevenhuijsen en Dirk Janse Wennis te Wormerveer, de rato caverende voor zijn moeder Trijntje Gerrits, voor haar en voor de verdere [sic] instaande, die bekenden tezamen voor een bedrag van 418 gulden 17 stuivers aan Claes Jasperse en zijn zusters verkocht te hebben 5/6 deel in een stuk land, in het geheel 1305 1/2 roe, belend ten zuiden de kopers en ten noorden Claas de Jong (ORA Krommenie inv.1409 fol.226v d.d. 28.3.1732), op 30.7.1736 compareren Claas Jaspers Reijne, ter eenre, en Dirk Cornelisse Decker als in huwelijk hebbende gehad Trijntje Jaspers, en als enige erfgenaam van zijn zoon Cornelis Dirkse Decker, bij Hillegont geteeld, ter andere zijde, die verklaren de goederen te hebben gemaakt een scheiding en verdeling van de goederen, die de laatste comparant voor zijn aandeel compterende in de boedel en goederen van wijlen Jasper Hendricks Reijne en Guurt Jans, indertijd echtelieden te Krommenie, alsmede vanwege de nalatenschap van Grietje Jaspers, tot Krommenie overleden, waarbij Cornelis Decker is aanbedeeld twee stukken land liggen de in de banne van Krommenie op de indijk, groot tezamen 2985 1/2 roeden, belend ten noorden Claas de Jong en ten zuiden de weduwe van Jacob Middelhoven, alsmede een huis en erf, met nog een woonhuisje daar beoosten, staande en liggende op het westend van het mat, belend ten oosten de weduwe van Cornelis Woutersz en ten westen de weduwe van Willem Backer, alsmede nog de portie in de huisraad en boedel, reeds tot zijn genoegen ontvangen en overgenomen, alsmede nog in gerede penningen, zoveel hij voor zijn portie heeft mogen genieten, daarvan bekende hij mede reeds voldaan te zijn en op heden tot slot van rekening van de eerste comparant te hebben ontvangen een bedrag van 643 gulden 5 stuivers 10 penningen (ONA Krommenie inv.3061 akte 138 d.d. 30.6.1736), geeft op 27.5.1700 te Krommenie het overlijden aan van zijn oom genaamd Sijmon Bome wonende tot Krommeniedijk (gaarerreg. ald.), geeft op 11.3.1708 te Krommenie het overlijden aan van zijn zwager Arent Jansz (gaarderreg. ald.), geeft op 28.8.1708 te Krommenie het overlijden aan van Hillegont Aarents (gaarderreg. ald.), geeft op 11.3.1709 te Krommenie het overlijden aan van Neel Jans, zuster van zijn vrouw (gaarderreg. ald.), tr. met |
609 | Guurtje (Guurt, Geurt) Jans, begr. Krommenie impost 16.10.1728, dr. van Jan Arentsz, koopt op 29.4.1719, als weduwe van Jasper Heijndricksz Backer, voor een bedrag van 126 gulden 8 stuivers van Aafje Jacobs, weduwe van wijlen Dirck Heijndricksz Backer, geassisteerd met Jacob Jansen Cruijt, een stuk land genaamd heijlige wegs lant en groot 389 1/4 roe, belend ten zuiden Heijndrick Clasen Jannes en ten noorden de meelmolen (ORA Krommenie inv.1407 fol.20 d.d. 29.4.1719), op 29.4.1722 compareert Roelof Roelofsz die voor een bedrag van 325 gulden aan Geurt Jans, weduwe van Jasper Heijndrickx Backer, verkoopt een stuk land gelegen bij de indijck, groot 305 1/2 roe, belend ten oosten Pieter Dirck Jannes en ten westen de westdijck (ORA Krommenie inv.1407 fol.181 v d.d. 29.4.1722), op 27.4.1725 compareert Willem Pietersz Smit die bekent voor een bedrag van 274 gulden aan Geurt Jans, weduwe van Jasper Heijndricksz Backer, verkocht te hebben een stuk land gelegen op de indijck groot 610 roe, belend ten zuiden de koopster en ten noorden Aegt Jacobs (ORA Krommenie inv.1407 fol.222v d.d. 27.4.1725), op 8.8.1726 compareert Jacob Heijndrickse Jannes, de rato caverende voor zijn moeder Jannetje Claas, weduwe van Heijndrick Clase Jannes, die bekent voor een bedrag van 35 gulden verkocht te hebben aan Guurt Jans, weduwe van Jasper Heijndricksz Backer, een akkertje land gelegen achter de heijlige weg, groot 103 roe, belend ten noorden de koopster en ten zuiden Jan van Assem (ORA Krommenie inv.1407 fol.268 d.d. 8.8.1726), op 7.2.1727 compareert Pieter Brouwer die bekent voor een bedrag van 79 gulden 17 stuivers aan Guurt Jans, weduwe van Jasper Heijndricksz Backer verkocht te hebben een stuk land gelegen bewesten de indijk, groot 355 roe, belend ten noorden Maarten Spinder en ten zuiden Sijmon de Lange (ORA Krommenie inv.1408 fol.10 d.d. 7.2.1727), op 30.1.1728 compareert Claas de Goijer, wonende tot Wormerveer, die bekent voor een bedrag van 88 gulden 10 stuivers verkocht te hebben aan Guurt Jans, weduwe van Jasper Heindricksz Backer, 1/6 deel in een stuk land, groot in het geheel 1305 1/2 roe, belend ten noorden Claas de Jong en ten zuiden de koopster zelf (ORA Krommenie inv.1408 fol.46v d.d. 30.1.1728) |
610 | Huijbert Bouwensz Slommer, koopt op 13.3.1710 voor een bedrag van 404 gulden van Gerrit Pietersz Comans, wonende te Alkmaar, procuratie hebbende van de heer Petrus van der Dussen, wonende te Utrecht, een huis en erf staande en liggende op 't noordeinde van Koedijk, belend de weduwe van Pieter Jansz Rus ten noorden en Jan IJff ten zuiden (RA Koedijk inv.6222 fol.249 d.d. 13.3.1710), op 10.5.1712 compareren de Gecommitteerde Raden van Holland en Friesland die bekennen op 19.1.1712 te hebben verkocht aan Huijbert Bouwensz Slommer, wonende te Koedijk, een stuk weiland gelegen in de diepsmeer, groot omtrent 9 geersen, belend de zuijderste molentogt ten noorden en de middelweg ten westen, laatst bezeten door Trijn Jacobs weduwe van Jacob Hendricxz, wonende te Koedijk, voor de som van 184 gulden 10 stuivers (RA Oudkarspel inv.6060 fol.69 d.d. 10.5.1712), op 11.5.1724 compareert Gerrit Bouwensz Slommer, voor hemzelf en instaande voor Jan Pietersz Rus, tezamen voogden over de minderjarige kinderen van Huijbert Bouwensz Slommer, overleden te Koedijk, die voor een bedrag van 123 gulden verkopen aan Jan Maartensz Slommer een huis en erf staande en liggende op het noordeinde van Koedijk, belend ten noorden Louris Pietersz Rus en ten zuiden Jan IJffsz schotvanger (RA Koedijk inv.6223 fol.54v d.d. 11.5.1724), op 28.12.1724 compareren Gerrit Bouwensz Slommer als oom en Pieter Jansz Rus, beide wonende te Koedijk, als voogden over Maertie 16 jaar, Grietie 13 jaar, Aegje 12 jaar, en Lijsbeth Huijberts 10 jaar, nagelaten kinderen van Huijbert Bouwensz Slommer en Ariaentie Poulus, en verklaren dezelfde kinderen hun vaders en moeders erfenis te hebben gebracht ter weeskamer, te weten een som van 108 gulden 7 stuiver 8 penningen aan geld, en is gekomen van de verkochte boedel, koebeesten, meubelen, goederen, huisraad, boer- en bouwgereedschap de som van 998 gulden 12 stuiver 2 penningen, alsmede een stuk weiland gelegen in de banne van Oudkarspel, groot 10 geersen, genaamd de gabelweijd, belend Pieter Rus ten zuiden en de kinderen van de heer Willem Bijl ten noorden, een stuk weiland gelegen ald., groot 10 geersen genaamd de beunties, belend de saskersloot ten zuiden en Pieter Rus ten noorden, een stuk land gelegen in de diepsmeer, groot 9 geersen genaamd het blomstuck, belend Cornelis Nierop ten zuiden en de groote togt ten noorden, een stuk land in de moorsmeer, groot ommtrent 5 1/2 gars, belend Pieter Jansz Prince ten oosten en Cornelis Backer ten westen, een stuk land gelegen in de banne van Noord-Scharwoude, groot 10 1/2 gars genaamd de hanse weijd, belend dominee Rijpland ten zuiden en 't slootje sonder weerga ten noorden, een stuk weiland gelegen in de grebmeer in de banne van Warmenhuizen, groot 5 1/2 gars, belend Cornelis Arentsz ten zuiden en de ringsloot ten noorden, een stuk weiland gelegen in de clavender polder in de banne van Bergen, groot 7 geers, belend Jan IJffsz ten zuiden en de mangelsloot ten noorden, en nog het gerechte derde deel in een stuk land gelegen tot Ursem, groot in het geheel omtrent 4 1/2 gars, belend de gemene vaart ten noorden, en tenslotte de kooppenningen van een huis en erf, door de overledenen op het noordeinde van Koedijk nagelaten en met goedvinden van de weesmeesters in publieke veiling verkocht voor de som van 123 gulden, op 11.4.1726 hebben de voogden laten registreren een tuintje gelegen op het noordeinde achter Cornelis Stammis, groot 6 snees, en verklaarden de voogden de geopderen van de Poulus Jansz Doets, grootvader van de weeskinderen, overleden in de Beemster en hen aangeërfd, te weten een zesde deel in een huijsmanswoning met 22 morgen land daarbij staande en liggende in de Beemster aan de oosthuijserwegh, alsmede een zesde deel in 8 morgen land gelegen tot Abbekerk (RA Koedijk inv.6245 fol.1 d.d. 28.12.1724), tr. met |
611 | Ariaantje Poulus Doets, dr. van Poulus Jansz Doets |
612 | Sijmon Jacobsz Kaper (Caper), wonende te Krommeniedijk, overl. Krommenie 15.3.1713, begr. Krommeniedijk, zn. van Jacob Adriaense Kaper en Niesje Sijmons, op 13.9.1733 compareren Jacob Goijer voor 1/3 deel, Poulus Bruijnse Visser en Sijbrant Heers, als voogden over Jacob Sijmonse en Aafje Sijmons Caper, voor 1/3 deel, Aris Waij, Claas Waij, Reijnier Beekhoven, Adriaen Haen, Tijs Waij, Claes Janse Wouda, als over het kind van Jacob Janse Waij, Sijmon Janse Helder als in huwelijk hebbende gehad Aafje Jans Waij, tezamen mede voor 1/3 deel, die tezamen als erfgenamen van wijlen Jacob Adriaense Caper in desendenten linie, en als erfgenamen van wijlen Niesje Sijmons, in de zijlinie, wonende alle comparaneten in de banne van Westzaan en Krommenie, die te kennen geven dat wijlen Jacob Adriaense Kaper en Niesje Sijmons in hun leven gewoond hebben op Krommeniedijk, en ook ald. zijn overleden en hun goederen in gemeenschap bezeten hebben en bij mutuele dispositie aan elkaar hebben doen toekomen voor Jan Boom, notaris tot Wormerveer d.d. 13.5.1720, dat eerst is komen te overlijden Jacob Caper, en Niesje Sijmons in bezit gebleven is van de gemelde boedel, waarna Niesje Sijmons haar testamentaire dispositie heeft herzien op 20.2.1732 en daarop is komen te overlijden, dat zij comparanten vervolgens als erfgenamen hebben laten maken een inventaris van de boedel en verkoping van de goederen hebben gedaan, de penningen geind, als ook van andere inschulden van de boedel, en derhalve de boedel gebracht hebben ter liquidatie voor zover mogelijk is, en verder naar inzicht de voorgenoemde dispositie gekomen tot scheiding van de gemelde erfenis en ter hand gesteld, in zoverre dat elk van hun en naar tevredenheid zijn overeengekomen, waarbij wordt aangemerkt dat Jacob Sijmonse Kaper alleen is toebedeeld een huis en erf met de overworf daarvoor gelegen, staande en gelegen op Krommeniedijk, belend ten oosten Jan Jasperse Backer en ten westen Neel Jans, alsmede aan Aafje Sijmons is toebedeeld een schuldbriefje ten koste van Neel Jans, groot 100 gulden, en dat vervolgens nog gemeen blijft een openstaande inschuld van de boedel van 100 gulden (ONA Krommenie inv.3059 akte 1095 d.d. 13.9.1733), is vader van Jacob impost begr. Krommenie 8.2.1708 (ouders wonende op den dijck), geeft op 6.2.1699 te Krommenie het overlijden aan van zijn zuster Aefie Jacobs gaarderreg. ald.), is vader van Aefje begr. Krommenie impost 24.7.1709, tr. Krommenie impost 23.2.1707 (huwelijkse voorwaarden zie ONA Zaandam inv.5824 akte 87 d.d. 23.2.1707) met |
613 | Neeltje Jans, jongedochter van Krommeniehorn, overl. Krommenie 27.8.1738, begr. Krommeniedijk, dr. van Jan Cornelisz Sloot, compareert op 8.12.1713, als weduwe van Sijmon Caper, tezamen met haar vader Jan Cornelisz Sloot contra Jan Isbrants Assem, waarbij zij van Jan betaling eisen van een som van 17 gulden 11 stuivers inzake leverantie van turf (ORA Krommenie inv.1375 d.d. 8.12.1713 scan 1491), op 17.8.1731 compareert Niesje Sijmons, als erfgenaam van wijlen Jacob Adriaense Caper, die bekent voor een bedrag van 200 gulden aan Neel Jans verkocht te hebben een huis en erf, staande en gelegen op Krommeniedijk, belend ten oosten de verkoper en ten westen Gerrit Pietersz (ORA Krommenie inv.1409 fol.208 d.d. 17.8.1731) |
614 | Baart Dirkse, jongman van Krommeniehorn, tr. Krommenie (nederd. geref.) 5.7.1709, tr. ald. impost 5.7.1709 met |
615 | Dieuwer Garments (Garmets), jongedochter van Krommeniedijk, begr. Krommenie impost 5.12.1718, zij tr. Krommenie impost 6.12.1715 met Heertje Janse weduwnaar van Duijfje Cornelis en uit dat huwelijk vader van Trijntje, en uit het huwelijk met Dieuwer een dochter Heijndrikje (ORA Krommenie inv.1491 fol.157 d.d. 27.10.1723; voogden over de nagelaten kinderen zijn Cornelis Garmense Bak en Gerrit Cornelisz Spek; de kinderen bij het bereiken van hun mondige leeftijd ieder 50 gulden ontvangen van hun vader, waaraan hij verbindt zijn huis en erf staande en gelegen op Krommeniedijk, beled ten zuiden Roelof Tijsen en ten noorden Cornelis Verwiele; later is het door de kinderen te ontvangen bedrag verlaagd naar 6 gulden) |
616 | Jan Cornelisz Leguijt, ged. Beemster (nederd. geref.) 9.9.1668,zn. van Cornelis Claesz Castricum en Brecht Cornelis Groenvelt, tr. met |
617 | Geertje Cornelis van der Meer, ged. Beemster (nederd. geref.) 6.12.1682, dr. van Cornelis Cornelisz van der Meer en Trijntje Gerrits Roos |
618 | Jan Andriesz de Vries, wonende in de Beemster aan de volgerweg, belijdenis (nederd. geref.) 11.12.1711 ald., tr. met |
619 | Geertje Hendriks, belijdenis Beemster (nederd. geref.) 17.11.1711 |
632 | Walle Wijtses Bootsma, wonende te IJlst, vroedsman ald., ged. IJlst (nederd. geref.) 1.9.1695 (doophoudster is zijn grootmoeder, naam onleesbaar), zn. van Wijtse Walles en Rinck Tiamkes, tr. IJlst (nederd. geref.) 15.1.1719 met |
633 | Pijtje Ageus Wiarda, afkomstig van IJlst, dr. van Ageus Wiarda en Gerls Pieters |
634 | Jacob (Jacobs) Asses (Assis, Arses), hooischipper afkomstig van Sneek (burgerboek IJlst 31.12.1741), ged. Joure-Westermeer-Snikzwaag (nederd. geref.) 19.8.1689, zn. van Aesse Abrams en Hiltie Jacobs, otr. Joure (nederd. geref.) 3.11.1709 |
635 | IJmkjen Wijbes, afkomstig van Uitwellingerga |
636 | Wijpke (Wijbke) Wijpkes (Wijbkes), afkomstig van Heerenveen, gedoopt op belijdenis Heerenveen (doopsgezind) 10.1.1710, tr. Heerenveen (nederd. geref.) 31.1.1706 met |
637 | Rink Thomas, afkomstig van Heerenveen, gedoopt op belijdenis Heerenveen (doopsgezind) 10.1.1710 |
642 | Johannes Goderts Born, ged. Heerenveen (nederd. geref.) 19.12.1669, zn. van Godert Jans Born en Aeghtie Clases, tr. ald. 30.11.1690 met |
643 | Geertje Heinsius, afkomstig van Heerenveen, hertr. ald. 25.4.1706 met Jan Drijvholt, afkomstig van Steggerda |
658 | Gerrit (Garrit, Gart) Aertsen (Aarsen, Aerts) Roseboom (Rosenboom), wonende in Bennekom aan de halderbrink, pachtte land aan de haldergraaf ald. van de diaconie (OA Ede inv.243 en inv.249), tr. 2e Bennekom (nederd. geref.) 3.6.1697 met Aeltien Jans, tr. 1e Bennekom (nederd. geref.) 6.2.1681 met |
659 | Brantie Hendricks, jongedochter van de Slunt |
688 | Claes (Klaes, Klaas) Jacobsz Beets (van der Beets), hij en zijn vrouw kerkten aanvankelijk op de Beets, ze worden op 5.6.1690 lidmaten van de nederd. geref. gemeente van Beemster, impost begr. Beemster 1.2.1706, tr. Beets (nederd. geref.) 20.5.1668 met |
689 | Reijnuw (Reijnuwtie) Wouters, jongedochter van Lutjebroek, op 5.6.1690 met attestatie naar de Beemster, impost begr. Beemster 13.1.1712 |
692 | Jan Adriaensz Klerck (Clerk), hij en zijn vrouw kerkten aanvankelijk op de Beets, ze worden op 27.5.1693 lidmaten van de nederd. geref. gemeente van Beemster, wonende aan de oosthuijserwegh ald., begr. Beemster (nederd. geref.) 22.3.1717, tr. met |
693 | Grietje Maertens (Maertjens), haar doop niet aangetroffen (mogelijk is zij Guertje Maertens die is ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 11.1.1662), dr. van Maerten Jansz Fecke en Meijs Pieters (weeskamer Beemster ORA 4082 fol.253) |
696 | Sakel Garbrantsz, jongman van Middenbeemster, ged. Beemster (nederd. geref.) 5.2.1634, begr. Beemster (nederd. geref.) 24.5.1699, zn. van Garbrant Saklis en Anna Pieters, broer van Jan Garbrantsz Stuijt (Stuit, Stuut) (doopboek Beemster nederd. geref. 10.1.1666), otr. Beemster (nederd. geref.) 24.12.1676 met |
697 | Engeltje (Engel) Takes, weduwe van de rijperweg in de Beemster, ged. Beemster (nederd. geref.) 11.10.1637, dr. van Take Doekes en Stijntjen Cornelis, belijdenis Beemster (nederd. geref.) in 1665, otr. 1e Beemster (nederd. geref.) 26.5.1663, dan wonende in Middenbeemster, tr. ald. met Claes Dircksz Blau, wonende in de Beemster aan de volgerwegh, zn. van Dirck Cornelisz Blauweboer |
700 | Harmen Jansz Doncker, jongman uit de Purmer in de banne van Ilpendam, wonende ald. aan de westerweg (lidmaten Ilpendam nederd. geref.), mogelijk een broer van Claas Jansz Donker die tevens aldaar wordt vermeld en kinderen laat dopen te Ilpendam vanaf 1683, otr. Beemster (nederd. geref.) 14.1.1680, tr. Ilpendam (nederd. geref.) 18.2.1680 met |
701 | Aeff (Aafje) Marckes (Marcus), jongedochter uit de Beemster in de quadijcker molens, ged. Beemster (nederd. geref.) 7.6.1654, dr. van Markus Lourisz en Griet Everts |
702 | Outger Jansz Slinger, wonende in de Purmer onder de jurisdictie van Monnickendam op kavel 109 (verponding Purmer 1733), broer van Cornelis Jansz Slinger, zn. van Jan Jansz Slinger en Neel Jans, hertr. Monnickendam (nederd. geref., aantekening trouwen gerecht ald. d.d. 10.11.1691) 25.11.1691 met Grietje Davidts, jongedochter van de Beemster, bij het huwelijk bijgestaan door haar broer Jan Davidtsz op gelasting van haar ouders, tr. daarvoor met |
703 | Lijsbet Jans |
704 | Mr Berend Lampen, begr. Eldagsen (ev.luth.) 25.5.1686 (dan 60 jaar oud), is vader van Hans Hinrich ged. Eldagsen (ev.luth.) 15.6.1660 (hij is dan 29 weken oud, get. Hinrich Poppen, Hans Drütten?, Marg. Hagedorn uxor), is vader van Diederich ged. Eldagsen (ev.luth.) 17.2.1662 (get. Diederich Lambken), is vader van Sophia Margaretha ged. Eldagsen (ev.luth.) 6.1.1664 (get. Diederich Burgenstocks uxor), is vader van Ludolff Harmen ged. Eldagsen (ev.luth.) 14.2.1666 (get. o.a. Ludolf Harmen Kountzer), is vader van Elisabet ged. Eldagsen (ev.luth.) 16.12.1670 (get. Hinrich Krummerfund), is vader van Ilse Catharina ged. Eldagsen (ev.luth.) 21.11.1673 (get. Ilsabe Knoft), is vader van Hanni ged. Eldagsen (ev.luth.) 6.9.1678 (get. Hans Devesen), is vader van Jobst ged. Eldagsen (ev.luth.) 14.5.1684 (get. Jobst Devesen), tr. Eldagsen (ev.luth.) 24 trin. (rond augustus) 1659 met |
705 | Ilsabe Devesen |
720 | Gerd Hinrich Tieman (Timan, Timann), in 1682 wonende te Dielingen, dan 30 jaar oud en in het bezit van 2 koeien (census Stemwede 1682), begr. Dielingen (ev.luth.) 3.12.1699 (55 jaar, koopman en handelaar), is vader van Anna Margaretha Elisabeth ged. Dielingen (ev.luth.) 12.11.1677 (get. Clara Anna Elisabetha Staels, Marg. Meijer, Hinr. Meijer), is vader van een kind begr. Dielingen (ev.luth.) 14.5.1682 (32 weken en 2 dagen oud), is vader van Evert ged. Dielingen (ev.luth.) 9.3.1683 (get. Cord Buch am Kleij), is vader van Johan Hinrich ged. Dielingen 3.3.1685 (get. Johan Hinrich Schmid), tr. Dielingen (ev.luth.) 27.4.1677 met |
721 | Anna Catharina Meijers alias Tiemans |
722 | Cord (Cordt) Meijer alias Poelmeijer (Polmeijer), in 1682 wonende te Drohne, dan 35 jaar oud en in het bezit van 20 morgen zaadland en 2 fuder hooiland dat hij huurt van ritmeester Hartenfeld, alsmede 2 paarden 3 koeien en 8 schapen (census Stemwede 1682), begr. Dielingen (ev.luth.) 9.1.1716 (dan 72 jaar, geb. Schäfer), is vader van Anna Engell ged. Dielingen (ev.luth.) 30.5.1666 (get. Johan Pöppelmeijer, Anna Lange, Margreta Brücks), Anna Elisabeth ged. Dielingen (ev.luth.) 22.7.1668 (get. Jacob Fricken, Anna Triblen), is vader van Anna Maria Ilsabein ged. Dielingen (ev.luth.) 31.12.1669 (get. Johan Lange, Anna Maria Ilsabein Poelmeijers, Maria Lehn), is vader van Johan Heinrich ged. Dielingen (ev.luth.) 13.3.1672 (get. Johan Reuter), is vader van Cord Henrich ged. Dielingen (ev.luth.) 1.4.1674 (get. Cord Meijer), is vader van Catharina Margareta ged. Dielingen (ev.luth.) 21.2.1677 (get. Gerd Lange, Margareta Zugelbrike), is vader van Anna Maria Agnesa ged. Dielingen (ev.luth.) 23.4.1679 (get. Maria Meijers), is vader van Anna Margareta Adelheit ged. Dielingen (ev.luth.) 19.4.1682 (get. Anna Wulffes, Elisabeth Pöppelmeijers, Cord Meijer), is vader van Agnesa Maria ged. Dielingen (ev.luth.) 6.11.1685 (get. Anna Marg. Havers.), is vader van Johan Cord ged. Dielingen (ev.luth.) 2.11.1687 (get. Joh. Pöppelmeijer, Cord Lange, Marg. Kluterp), is vader van Catharina Maria ged. Dielingen (ev.luth.) 12.2.1690, is vader van Hinrich David ged. Dielingen (ev.luth.) 18.5.1692 (get. N. Schmidt burger uit Osnabrück), is vader van Johan Friderich ged. Dielingen (ev.luth.) 12.8.1696 (get. Gerd Pöppelmeijer), is vader van Cord Hinrich ged. Dielingen (ev.luth.) 12.3.1702 (get. Cordt Bomhacke), tr. Dielingen (ev.luth.) 2.2.1665 met Anna Margreta (Margreta, Margareta) Poelmeijers, begr. Dielingen (ev.luth.) 16.1.1684 (45 jaar oud), tr. omstreeks 1684 met |
723 | Agnesa Maria (Agnesa) Poelmeijers |
724 | Johan Tysing alias Apike, begr. Dielingen (ev.luth.) 7.9.1703 (dan 70 jaar oud), is vader van Margaretha Elisabeth die tr. Johan Hinrich Vornholt, is vader van Johan Henrich begr. 14.8.1764 (dan 76 jaar oud), is vader van Johan Herman geb. naar schatting 1695, is vader van een doodgeboren kind begr. Dielingen (ev.luth.) 19.2.1697, is vader van een doodgeboren kind begr. Dielingen (ev.luth.) 19.1.1698, is vader van Johan Clamer (Clamer) begr. Dielingen (ev.luth.) 8.7.1756 (dan 57 jaar oud), tr. Dielingen (ev.luth.) 13.11.1680 met Anna Gerraut (Gerdraut) Apekings (Apiken), begr. Dielingen (ev.luth.) 17.12.1692 (dan 38 jaar oud), tr. Dielingen (ev.luth.) 21.5.1693 met |
725 | Jennike Schmides (Schmiedes), begr. Dielingen (ev.luth.) 17.10.1710 (dan 55 jaar oud) |
726 | Johann Hinrich (Johan Hinrich) Wilker (Wilcker), begr. Dielingen (ev.luth.) 7.4.1726 (dan 61 jaar oud), is vader van Anna Ilsabein ged. Dielingen (ev.luth.) 11.12.1687 (get. Ilsab. Meijers), is vader van Johann Hinrich ged. Dielingen (ev.luth.) 28.10.1691 (get. Hinrich Wilker), is vader van Anna Margeretha ged. Dielingen (ev.luth.) 30.4.1693 (get. Anna Grevers), is vader van Cordt Hinrich ged. Dielingen (ev.luth.) 24.2.1704 (get. Hinrich Grever), tr. Dielingen (ev.luth.) 26.9.1686 met |
727 | Anna Meijers alias Wilker, begr. Dielingen (ev.luth.) 29.3.1717 (dan 56 jaar oud) |
744 | Simon Foucaux, is vader van Simon ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 28.4.1677 (get. Hilaire Pothin zn. van Hilaire Pothin en Marie Gullard, Françoise Morillon dr. van Simon Morillon en Marie Maulny), is vader van Marie ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 6.4.1683 (get. Jacques Bourget, Marie Bernard), tr. met |
745 | Françoise Givais |
746 | Germain Furet, is vader van Renée ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 21.9.1676 (get. René Jaudry, Elijsabet Billault), is vader van Germain ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 12.3.1679 (get. Louise Pothin, Claude Jemeline), is vader van Marie ged. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 24.7.1681 (get. Jacques Laurent, Marie Laurent), tr. met |
747 | Renée Durand (Durant), overl. Saint-Dyé-sur-Loire (rk) 17.4.1714 (naar zeggen is zij dan 60 jaar oud) |
748 | Henry Voinier (Voignier), meesterbakker, ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 25.1.1660, n. van Henry Voigny en Antoinette Simon, is vader van Jeanne ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 30.11.1683 (get. Charles Pierob, Jeanne Froniert), is vader van Catherine ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 17.3.1685 (get. Claude Menyon, Catherine Voinier), is vader van Jean ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 14.7.1686 (get. Jean Paquot, Renée Soudan), is vader van Jacques ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 18.7.1688 (get. Jacques de Feuve, Marie Roussel), is vader van Henry ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 21.3.1690 (get. Jean Miot, Barbe Boyart), is vader van François ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 10.4.1695 (get. François Dufty, Marie Contal), tr. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 16.2.1683 met |
749 | Anne Bayart (Baiard, Boyart) |
760 | Henric Saalberg, zn. van Henrich Saalberg, tr. Remlingrade (ev. luth.) 26.10.1702 met |
761 | Gerdruthen Boelefeldt, dr. van Peter auf dem Boelefeldt |
764 | Mamme Arends, geb. Warnsath ca. 1659, overl. ald. 6.2.1720, zn. van Arendt Reents, tr. 1e Burhafe met zekere Wüpke, overl. Warnsath 22.12.1696, tr. 2e Burhafe (kerk) 26.5.1698 met |
765 | Agnesa Taden, geb. Ardorf ca. 1676, overl. Dunum 8.6.1755, dr. van Tade Taden |
768 | Claes Wittese Langendoen, ged. Nieuw-Helvoet (nederd. geref.) 19.3.1673 (getuige Heijndrickie Engels, dochter van Engel Pietersz), bij zijn huwelijk wonende in Oostvoorne, huurt huis en land aan de voorweg te Oostvoorne van de erfgenamen van zijn broer Arend Wittens Langendoen (inv.1036 toegang 110 d.d. 20.9.1722), zn. van Witte Lambrechtsz Langendoen en Leentje Leenderts Palincks, tr. Oostvoorne (nederd. geref.) 8.5.1695 met |
769 | Wijntie (Wijntje) Arens Drogendijck, ged. Rockanje (nederd. geref.) 4.3.1674 (getuige Annetgie Pieters), dr. van Aren Cornelisz Drogendijk |
771 | Magteltje Arens Luijendijk, afkomstig van Zwartewaal, tr. 1e Zwartewaal (nederd. geref.) 18.6.1724 met Aren van der Lugt, tr. 2e Zwartewaal (nederd. geref.) 18.6.1730 met Jakob Wilms van Roon |
772 | Jacob Bastiaansz van Heijssen (van Heijsden), ged. Mijnsheerenland (nederd. geref.) 24.1.1671 (getuige Neeltgen Jacobs), zn. van Bastiaen Jacobsz van Heijssen en Liduwe Pieters, tr. 1e met Cornelia Aarts van Esch, ged. Maasdam 18.10.1676 (getuige Maijke Cornelis Polderdijk), dr. van Aart Jansen van Esch en Catharijntje Cornelis Polderdijk, tr. 2e met |
773 | Maria Jans Barendrecht, ged. Maasdam (nederd. geref.) 20.8.1690 (getuige Maria Meertens Neuteboom), dr. van Jan Janse Barendrecht en Neeltjen Bastiaans Bestebroer |
774 | Kornelis (Cornelis) Kornelisz (Cornelisz) Breman (Breeman), wonende in de polder zuidoord nabij Zuidland, ged. Zuidland (nederd. geref.) 25.11.1703 (getuige Ariaantje Kornelis), zn. van Kornelis Kornelisz Breman en Maartje Jans, koopt op 22.5.1728 van Deumis Arents Ruijgert 1 gemet in de oudeland van Abbenbroek nr. 28 en 1 gemet 28 roe vroon in de nieuwe boesem nr. 4 (SAVPR toegang 28 inv.39 regest 816 d.d. 22.5.1728) en wat hij op 20.8.1735 verkoopt aan zijn zwager Cornelis Moerman te Abbenbroek (SAVPR toegang 28 inv.39 regest 874 d.d. 20.8.1735), verkoopt op 7.5.1746 aan zijn zwager Lodewijk Herwijer te Abbenbroek 6 gemet 297 roe onder Abbenbroek in de munnikenhoek nrs. 12 en 25 (SAVPR toegang 28 inv.40 regest 946 d.d. 7.5.1746), bekent op 10.1.1756 aan Kornelis Arense de Jongh, reder en boekhouder te Maassluis, een schuld van 6000 gulden, verzekerd op zijn huis, schuur en wagenhuis in de raetsherenhoek met 115 gemet 253 roe in groot zuijtoort nr. 6, 7, 8, 16 raetsherenhoek nr. 1 (waar de woning op staat), 16, 17, 19, 7, en heenvlietsblok nr. 2 (SAVPR toegang 23 inv.10 regest 92 d.d. 10.1.1756), otr. Abbenbroek (nederd. geref.) 9.3.1726, tr. ald. (nederd. geref.) 31.3.1726 met |
775 | Jobje Arens Herweijer, afkomstig van Abbenbroek, dr. van Arij Janse Herweijer en Magdaleentje Lodewijx van der Vost, verkoopt op 8.6.1761 aan Sijmon van Beek 6 gemet 76 roe in de tweede raetsherenhoek nr. 16 (SAVPR toegang 23 inv.10 regest 133 d.d. 8.6.1761), verkoopt op 2.5.1766 aan Cornelis Soeteman een bouwwoning bestaande uit huis, schuur, wagenhuis met 30 gemet, waar de woning op staat, in de eerste raetsherenhoek nr. 7, 4 gemet 160 roe in het heenvlietsblok nr. 2, 4 gemet 250 1/2 roe in groot suijtoort nr. 6, 1 gemet 195 roe aldaar in nr. 7, 3 gemet 66 1/2 roe aldaar in nr. 8, 4 gemet aldaarin nr. 14 en 34 gemet 31 roe in nr. 16 (SAVPR toegang 23 inv.10 regest 191 d.d. 2.5.1766) |
776 | Leendert (Leender) Jansz Stellenaar (Tellenaer), ged. Heenvliet (nederd. geref.) 27.10.1686 (getuige Ariaentje), zn. van Jan Leenderts Tellenaer en Jaepje Sijdervelt, op 10.6.1729 komen Leendert Jansz Stellenaer, weduwnaar van Maertje Jans van der Meer, wonende te Zwartewaal, aan de ene zijde, en Pieter Jansz van der Meer als oom van moeder's zijde aan de andere zijde, overeen ten behoeve van de onmondige kinderen Maria oud 12 jaar en Jan oud 10 jaar, dat Leendert zal behouden de gehele boedel en boedelschulden, en belooft hij de kinderen te alimenteren en onderhouden tot de leeftijd van 25 jaar of tot zij in het huwelijk treden, en belooft hij de kinderen uit te reiken 5 vrouwenhemden gemerkt met M.J., 4 gemerkt met A.J., 2 gemerkt met M.C., 1 vrouwenhemd gemerkt P.J., 9 trekmutsen gemerkt M.J., 5 gemerkt A.J., een gouden naald gemerkt M.C.A.B., een bloedkoralen ketting met een goud slot gemerkt A.J., 2 boekjes met zilveren sloten gemerkt L.J.S. en A.J. v.d.M., 2 zilveren ijzers met gouden sticken, een paar gouden hakenmet pareltjes, een gouden ringetje gemerkt A.J. en daarboven een som van 100 gulden eens, ter voldoening van hun moeders legitieme portie (RA Zwartewaal weesboek d.d. 10.6.1729), op 30.10.1754 verkopen Arij Capteijn en Cornelis Delia, als voogden over de minderjarige kinderen van Leendert Stellenaer en Leentje Delia volgens akte van voogdij gepasseerd voor notaris Danielus Rolandus binnen de stad Brielle op 10.6.1752, voor een bedrag van 500 gulden aan Cent Pruit, burgemeester van Zwartewaal, zeker huis en erf staande in het dorp Zwartewaal aan de westzijde van de dubbeldestraet, belend ten zuiden Pieter Lantsert en ten noorden Rochus van Eijk (RA Zwartewaal inv.2 fol.102 d.d. 30.10.1754), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.6.1716 (get. Lena Jans Stellenaar), is vader van Marija ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.8.1717 (de moeder vemeld als Maartje Jans Stellenaar, get. Wilmtie Arens), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.1.1719 (get. Lena Jans Stellenaar), is vader van Kornelis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.12.1720 (get. Jannetje Jans Klinke), is vader van Kornelis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.2.1725 (get. Wessel Pietersz van Hubbing, Maartje Wessels Hubbing), is vader van Aagje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.11.1726 (get. Ariaantje Arens Lakenkas), is vader van Wilm ged. Zwartewaal 10.8.1732 (de moeder Leentje Delia, get. Wilm Stellenaar), tr. 1e Zwartewaal (nederd. geref.) 1.10.1713 met Jannetje Jans Visser, tr. 3e met Leentje Delia, tr. 2e Zwartewaal (nederd. geref.) 15.9.1715 met |
777 | Maartje Jans van der Meer, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 31.1.1694 (getuige Teuntje Kornelis Arkenbout), dr. van Jan Pietersz van der Meer en Maartje Kornelis Arkenbout |
778 | Kornelis Pietersz Landmeter, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.1.1696 (getuigen Wessel Pietersz, Teuntje Kornelis Arkenbout), zn. van Pieter Pietersz Landmeter en Ariaantje Pieters, koopt op 12.4.1726 voor een bedrag van 109 gulden 9 stuivers van Abraham Nieuwland een leeg erf liggende te Zwartewaal op de noorddijk, belend ten zuiden de pastorie van de heerlijkheid Zwartewaal en ten noorden Pieter Pietersz Landmeter (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 12.4.1726), koopt op 8.4.1730 van de schepenen van Zwartewaal een huis en schuur daarachter op het zuideinde, belend ten zuiden Pieter Teunisz en ten noorden Arij Leendersz van Piershil (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 8.4.1730), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 26.4.1716 met |
779 | Jannetje Claas Admiraal, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.11.1698 (getuige Jannetje Admiraals), dr. van Klaas Huijge Admiraal en Lijsbet Leenderts, hertr. met Aren Hendriksz Smit, komt op 16.4.1735, als weduwe van Cornelis Pietersz Landmeter, aan de ene zijde, en Pieter Pietersz Landmeter, als grootvader van de nagelaten kinderen van vader's zijde aan de andere zijde, uitkoop overeen van de erfenis van hun overleden vader, waarbij Jannetje ten behoeve van haar kinderen Ariaentie oud 16 jaar en Claes oud 14 jaar zal behouden de boedel en de boedelschuld en belooft de kinderen te zullen onderhouden te alimenteren en onderhouden tot zij 25 jaar oud zijn of in het huwelijk treden, en aan Claes uit zal keren een zilveren zakhorloge en de som van 50 gulden, en aan Ariaentie een gouden wapenring en eveneens 50 gulden (RA Zwartewaal weesboek d.d. 16.4.1735), koopt op 10.11.1735 aan Willem Jansz van Bergen het huis aan het zuideinde dat zij eerder bewoonde met Cornelis Pietersz Landmeter (SAVPR toegang 50 inv.22 regest 212 d.d. 10.11.1735), hertr. met Aren Heijndricksz Smit, die na het overlijden van Jannetje op 12.3.1746, tezamen met Gijsbert Heijndricksz Smit en Pieter van Dalen als voogden over haar minderjarige kinderen bij haar eerste man voor een bedrag van 100 gulden aan Pieter Pietersz Landmeter transporteren de helft van een erf met een schuurtje daarop staande, gelegen te Zwartewaal op de noorddijk, belend ten zuiden de pastorie van Zwartewaal en ten noorden de erfgenamen van Pieter Pietersz Landmeter (RA Zwartewaal inv.2 d.d. 12.3.1746) |
780 | Jan Jansz Kortenbout, jongman van Schiedam, ged. Schiedam (nederd. geref.) 16.1.1678 (get. Cornelis Gerritsen, Andries Gerritsen, Divertie Gerrits, Aeltie Jans), verkoopt op 2.5.1705 namens zijn moeder aan meestertimmerman Cornelis Blaas een huis en erf te Schiedam op de verbrande erven (ORA Schiedam toegang 105 inv.386 d.d. 2.5.1705), zn. van Jan Maertensz en Neeltgen Gerrits Mack, korenmolenaar te Zwartewaal, als zodanig genoemd in een attestatie d.d. 13.7.1704, waarbij Abraham Nieuwland en Pieter Eeuwitse Beenk, beide broodbakkers te Zwartewaal, op verzoek van Jan Jansz Kortenbout verklaren dat zij tussen de maand juli 1703 en januari 1704, toen de vrouw van Jan Kortenbout bedlegerig was, vele malen brood aan de familie hebben geleverd zonder dat er voor de leveringen is betaald, en dat door Kortenbout of zijn vrouws voorkinderen het brood zijn komen halen en dat de attestanten het brood in eigen persoon zelfs verscheidene malen uit hun respectievelijke winkels hebben gehaald (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 13.7.1704), verkoopt op 7.6.1718 aan Arij Bastiaanse Waard, wonende te Zwartewaal, een huis en erf staande en gelegen te Zwartewaal op het zuideinde, belend ten zuiden Rijk Teunisse Gouwenaar en ten noorden Arij Janse van Boekhove (RA Zwartewaal transportregisters inv.1 d.d. 7.6.1718), is vader van Diewertje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 31.10.1700 (get. Ariaantje Jans), is vader van Krijn ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.10.1701 (get. Ariaantje Jans), is vader van Wilm ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 21.12.1704 (get. Joost Pieterse den Beenk, Jaapje Kornelis), is vader van Johannis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.1.1707 (get. Geertje Abrams), is vader van Joost ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 18.11.1708 (get. Ariaantje Jans), is vader van Joost ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 31.8.1710 (get. Ariaantje Jooste den Beenk), otr. Schiedam (nederd. geref.) 1.8.1699, tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.8.1699 met |
781 | Pietertje Pieters den Beeng (den Beenk), dr. van Pieter Leenderts den Beeng en Ariaantje Joosten, tr. 1e Zwartewaal (nederd. geref.) 5.12.1688 met Willem Jansz van der Hoeff (kwartier 792), verklaart op 10.7.1722 tezamen met Ariaentje Boute, weduwe van Gillis Pietersz van der Meer, Aegje Gillis van der Meer, huisvrouw van Pieter Pietersz Kruijckman en Jan Bouwensz Meuldijk, allen wonende te Zwartewaal, op verzoek van Witte Joppe Oudhoorn, mede wonende te Zwartewaal, dat Pietertje Jans Kruijne, huisvrouw van Willem Jansz Stellenaar, eveneens wonende te Zwartewaal, tegen Witte Joppe Outhoorn heeft gezegd dat hij honderd halsankers brandewijn op zijn koopvaardijreis voor zijn eigen rekening heeft mee gehad (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 10.7.1722), verkoopt op 5.5.1729 als weduwe van Jan Jansz Kortenbout voor een bedrag van 2300 gulden een Jan Pietersz Kruijff den Ouden, wonende te Bleiswijk, een windkorenmolen met een boomgaardje staande en gelegen in de heerlijkheid van Zwartewaal aan de zuidzijde van het dorp (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 5.5.1729) |
782 | Jan Jansz Kruijne de Jonge, jongman van Zwartewaal, schepen ald., geb. ca. 1672 (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 29.7.1723), zn. van Jan Kruijne de Oude en Pietertje Jans, op 12.3.1728 komt Jan Jansz Kruijne, weduwnaar van Jannetje Cornelis Buere, wonende te Zwartewaal aan de ene zijde, en Cornelia Jans Kruijne huisvrouw van Cent Leendertsz 't Gilde, Jan Vrijdagh in huwelijk hebbende Teuntje Jans Kruijne, Krijn Jansz Cortenbout in huwelijk hebbende Aegje Jans Kruijne, als meerderjarige kinderen van Jan Jansz Kruijne en Jannetje Cornelis Buere, voor henzelf en voor de twee minderjarige kinderen van Jan en Jannetje, te weten Jan Jansz Kruijne oud 18 jaar en Maartje Jans Kruijne oud 15 jaar aan de andere zijde, overeen dat Jan Jansz Kruijne zal behouden de gehele boedel, mits aannemende de boedelschulden, en belooft hij de twee minderjarige kinderen te alimenteren en onderhouden tot de leeftijd van 25 jaar of tot het moment van trouwen, en belooft hij aan zijn meerderjarige kinderen te betalen ieder een bedrag van 200 gulden ter voldoening van hun moeders legitieme portie (RA Zwartewaal weesboek d.d. 12.3.1728), wordt er op 27.10.1728 van beschuldigd in het smidshuis zijn mes te hebben getrokken ten overstaan van IJsbrand van der Meer en Cornelis Jansz Kuijper (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 27.10.1728 en 21.11.1728), koopt op 4.11.1730 voor een bedrag van 300 gulden aan Jan Vrijdagh, wonende te Zwartewaal, de opstal van het taanhuis staande benoorden de scheepstimmerwerf, hetwelk gekocht was door Mighiel Iserman en door Jan Vrijdagh genaast ten overstaan van de schout en schepenen (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 4.11.1730), op 19.5.1750 verkoopt Jan Vrijdagh nomine uxoris, koopman wonende te Rotterdam, voor de verdere broers en zusters [sic, van zijn vrouw], alle kinderen en erfgenamen van Jan Jansz Kruijne, voor een bedrag van 700 gulden aan Pieter de Boo, schout en secretaris van de heerlijkheid Zwartewaal, een huis en erf aan de westzijde van de dubbeldestraet, belend ten zuiden de weduwe van Maerten Arkenbout en ten noorden Arij Heijndricksz van Eijk, met een gang ter lentgte van omtrent 42 voet die Arij Heijndricksz van Eijk tot zijn last zal moeten onderhouden volgens zijn giftbrief d.d. 2.7.1737, ten protocolle geregistreerd fol.245 (RA Zwartewaal inv.2 fol.70 d.d. 19.5.1750), is vader van Kornelia ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 14.8.1701 (get. Jan Leendertse den Beenk, Jannetje Pieters), is vader van Teuntje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 17.8.1704 (get.Lijsbet Jans Kruijne), is vader van Aagje ged. Zwartewaal 22.6.1707 (get. Andries Jeugt, Aagje Witte), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.12.1709 (get. Jan Kruijne de Jonge [sic], Maartje Jans Kruijne), is vader van Pietertje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 16.8.1715 (Jan Kruijne de Oude, Maartje Jans Kruijne), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.5.1697 met |
783 | Jannetje Kornelis Buere, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 16.12.1674 (getuigen Pieter Kornelisz van Vliet, Kornelia Kornelis), dr. van Kornelis Jansz Buere en Aagje Witte |
784 | Dirk Laijersz (Leijiersz) Troost, ged. Nieuw-Beijerland (nederd. geref.) 28.6.1671 (getuige Maertje Beije), zn. van Laijer Dirksz Troost en Willemke Ariens, tr. Nieuw-Beijerland (nederd. geref.) 3.1.1697 met |
785 | Lijbeth (Lijsbeth) Jans Jongheknecht (Jongeknegt), ged. Nieuw-Beijerland (nederd. geref.) 4.12.1672 (getuigen Jan Dirksz Roobol en Geertje Jans), dr. van Jan Ariensz Jongheknecht en Lijsbet Jacobs, bij haar huwelijk wonende in Piershil |
786 | Cornelis Jansz Vermaat (Vermaet) alias Bos, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 1.7.1663 (ten doop gehouden door de vader en Aechjen Eewouts, get. Maerten Philipsz Vermaet), zn. van Jan Philipsz Vermaet en Claesjen Pieters, tr. met |
787 | Margiet (Grietie) Barrevelt, ged. Strijen (nederd. geref.) 22.8.1666, impost begr. Spijkenisse 24.12.1719 (aangifte door haar man Cornelis Jansz Vermaet), dr. van Mr. Jan Barrevelt en Lijntje Hendrix |
788 | Jan Claasz van Hamburg, jongman van Hekelingen, zn. van Claes Jansz van Hamburg en Neeltgen Jans Buijck, otr. Spijkenisse (nederd. geref.) 8.4.1707, tr. ald. (nederd. geref.) 24.4.1707 met |
789 | Annitje (Anna) Bastiaans Naijerboer (Najerboer, Neierboer, Naaijboer, Naiboer), ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 2.4.1684, impost begr. Spijkenisse 31.8.1746 (aangifte door haar dochter Neeltje Hamburg), dr. van Bastiaan Cornelisz Naijerboer en Kommertie Ariens Visscher |
790 | Pieter Cornelisz van Bodegom (van Bodegem), ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 10.5.1665 (getuige Jannetje Cornelis), impost begr. Spijkenisse 13.2.1749 (aangifte door Klaas Hamburg), zn. van Cornelis Fransz van Bodegom en Idetgen Bouwens, otr. 2e Spijkenisse (nederd. geref.) 19.1.1714, tr. ald. (nederd. geref.) 11.2.1714 met Jaeptie (Jaapje) Gerrits Romijn (Romeijn), ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 13.6.1688, impost begr. Spijkenisse 29.10.1728 (aangifte door haar man Pieter van Bodegem), dr. van Gerrit Jacobsz Romijn en Lijsbet Cole (Kole), tr. 1e Spijkenisse (nederd. geref.) 23.2.1698 met |
791 | Maertie Maartens Bornklerk (Bornklerck), jongedochter van Spijkenisse, dr. van Maerten Arijensz Bornklerck en Maertge Cornelis Vermaet |
792 | Willem Jansz van der Hoeve (van der Hoeff, Verhoeff), jongman van Zuidland, ged. ald. (nederd. geref.) 21.11.1666 (getuige Pieternelle Willems), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.9.1689 (get. Maartje Pieters), is vader van Trijntje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 17.6.1691 (get. Ariaantje Jooste), is vader van Pieter ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 10.1.1694 (get. Pieter Leendertse den Beeng, Margriet Brouwers), is vader van Bastiaan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.4.1696 (get. Margrietje Brouwers), is vader van Pieternelletje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.10.1698 (get. Neeltje Fraij), zn. van Jan Willemsz van der Hoeff en Trijntje Arens, tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.12.1688 met |
793 | Pietertje Pieters den Beeng, zij hertr. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.8.1699 Jan Jansz Kortenbout (kwartier 780) |
794 | Kornelis Einoutsz Tuinder, ged. Zuidland (nederd. geref.) 11.4.1660 (getuige Willemina Abrams), zn. van Einout Cornelisz Tuijnder en Jannetje Davids Boon, otr. ald. (nederd. geref.) 3.4.1683, tr. ald. 2.5.1683 met |
795 | Ariaantje (Ariantge) Kornelis, ged. Zuidland (nederd. geref.) 4.2.1657, dr. van Cornelis Lourensz en Sijtge Bastiaens |
796 | |
797 | |
798 | Jan Jillisz (Gillesz, Gillisz) Kuijper, jongman van Zwartewaal, bekent op 1.5.1728 aan Sander Willemsz Lagerland een schuld van 100 gulden, waarvoor hij hypotheek geeft op zijn huis en erf staande te Zwartewaal in de dubbeldestraet, belend ten zuiden Cornelis Leendersz van Piershil en ten noorden Bastiaen Casteleijns weduwe (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 1.5.1728), verkoopt op 16.1.1741 tezamen met Geertje Abrahamsz Nieulant, als erfgenamen van Jannetje Joosten de Witt, voor een bedrag van 300 gulden aan Arij Joosten de Witt 3/4 deel in de helft van een huis en boomgaard staande in Zwartewaal, belend ten zuiden het kerkpad, ten westen de kerk, ten noorden Leendert Bastiaensz en ten oosten 's heerendijk (RA Zwartewaal inv.2 d.d. 16.1.1741), verkoopt op 29.4.1749 voor een bedrag van 500 gulden aan Pieter Simonsz Ruijgendijk een huis en erf staande te Zwartewaal aan de westzijde van de dubbeldestraet, belend ten zuiden de weduwe van Cornelis van Piershil en ten noorden een dorpsslop (RA Zwartewaal inv.2 d.d. 29.4.1749), is vader van Jillis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.3.1696 (get. Ariaantje Jans), is vader van Lijsbet ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.9.1697 (get. Andries Arense Jeugt, Jannetje Barens), is vader van Barent ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 25.10.1699 (get. Ariaantje Barents), is vader van Antonij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.10.1702 (get. Dina Dirks), is vader van Maartje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.2.1705 (get. Kornelis Jansz van Oosterhout, Ariaantje Arens Donker), is vader van Margrietje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 19.8.1708 (get. Jannetje Barents van der Velde), is vader van Kornelis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.12.1711 (get. Neeltje Jans Brouwers), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 25.9.1695 met |
799 | Neeltje Barents van der Velde, in het trouwboek abusievelijk vermeld als Neeltje Pieters, jongedochter van Zwartewaal, dr. van Barent Dirksz van der Velde en Grietje Cornelis |
804 | Pieter van Adrichem, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 17.4.1689 (get. Crijn Pietersz, Maartie Claas, Geertie Cornelis), zn. van Cornelis Crijnsz van Adrichem en Neeltie Foppe, tr. met |
805 | Annetje van Dorp, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 9.9.1693 (get. Dirck Pietersz van den Bergh, Leuntie Dircks van Dorp, Maartie Arents), dr. van Jan Dircksz van Dorp en Bettie Arents |
806 | Arij Jansz Starrenburgh (Starrenburg, Sterrenburgh), jongman van Hillegersberg, impost begr. Hillegersberg 7.3.1725 (aangifte door Lijntje Dirks) begr. Hillegersberg (nederd. geref.) 8.3.1725, zn. van Jan Jansz Starrenburgh, is vader van Marijtje ged. Hillegersberg (nederd. geref.) 24.9.1713 (get. Trijntje Dircks Outshoorn) begr. ald. (nederd. geref.) 14.5.1717, is vader van Jannetje impost begr. Hillegersberg 24.6.1724 (aangifte door haar vader, classis pro deo) begr. Hillegersberg (nederd. geref.) 26.6.1724, tr. Hillegersberg impost 28.6.1707 (classis pro deo) met |
807 | Lijntje Dircks Olshoorn (Oltshoorn, Outshoorn, Althoorn, Alsthoorn), jongedochter van Nieuwerkerk aan den IJssel, ged. ald. (nederd. geref.) 29.9.1686, dr. van Dirck Teunisz Olshoorn en Francijntje Gerrits, op 26.10.1732 compareren de wettelijke voogden over de kinderen [sic] van Arij Jansz Starrenburg, geteeld bij Lijntje Dirks Olsthoorn, met name Marijtje, oud omtrent 8 jaren, de personen van Willem Jansz Goedhardt en Jacob Coene van Wanrooij, beide omen maternel van voornoemde Marijtje, door dode en overlijden van haar voornoemde vader Arij Jansz Starrenburg, waarbij Willem Goedhardt en Jacob van Wanrooij de voogdeed hebben afgelegd (RA Hillegersberg inv.2052 d.d. 26.10.1732; opmerkelijk genoeg wordt Jan Arentsz Starrenburg, tr. Vlaardingen (nederd. geref.) 9.3.1732 met Geertje Maartens Schuurman, in deze akte niet vermeld maar hij zal toen reeds volwassen zijn geweest), otr. Hillegersberg (nederd. geref.) 16.10.1732, tr. ald. (nederd. geref.) 9.11.1732 met Cornelis Willemsz Verbrugge |
808 | Harmanus (Harmanes) Bruggeling (Brugelijn, Broegeling, Bruggelijng, Brugling), jongman van Voorburg, ged. Voorburg (nederd. geref.) 31.8.1692, zn. van Cornelis Pietersz Bruggeling en Willemijntje Pieters van Beeksvelt, is vader van Willemijna ged. 's-Gravenhage (grote kerk, nederd. geref.) 4.11.1714 (get. Cornelis Brugelijn, Gerritje van Bijle, Maria de Soet), is vader van Barent ged. 's-Gravenhage (nieuwe kerk, nederd. geref.) 26.4.1716 (get. Abraham en Maria de Soet), is vader van Johanna ged. 's-Gravenhage (grote kerk, nederd. geref.) 23.3.1718 (get. Claes Schoettenhellem, Maria Sueten), is vader van Maria ged. 's-Gravenhage (grote kerk, nederd. geref.) 26.11.1719 (get. Klaas Schuttenhelm, Maria de Soet, Margriet Gertsen), otr. ’s-Gravenhage (nederd. geref.) 29.10.1713 met |
809 | Grijetgen (Geretje, Margarita, Margrita, Margreta) de Soet (Sueten), jongedochter van Rotterdam, ged. Rotterdam (nederd. geref.) 24.5.1689 (get. Annetgen Jacobs, Grijeten Abrahams), dr. van Abraham Lowijssen de Soet en Maeijcke Jacobs, filiatie blijkt verder uit het echtpaar Nicolaas Schuttenhelm gehuwd met Metta de Soet die in 's-Gravenhage kinderen laten dopen voor de Hoogduits hervormde kerk en in wie we Mettije ged. Rotterdam (nederd. geref.) 6.11.1687 kunnen herkennen |
810 | Jakobus (Jacobus) Cornelisz van Assendelft, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 29.1.1679, zn. van Cornelis Jacobsz van Assendelft en Annetge Pouwels Brouck, otr. Vlaardingen (gerecht) 15.8.1706 met |
811 | Ariaentje Jans van Waerden (van Waarde), jongedochter van Vlaardingen |
812 | Lambrecht Jacobsz de Jong, jongman van Honselersdijk, bij zijn huwelijk te Vlaardingen wonend, zn. van Jacob Dirksz de Jong en Jannetje Cornelis van Leeuwen, otr. Vlaardingen 4.2.1725 (nederd. geref., gerecht), tr. ald. (nederd. geref.) 18.2.1725 met |
813 | Maritje (Marijtje, Maria) Grabels (Gabriels, Goverts) Hogendam, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 7.5.1702 (get. Maartie Arents, Ariaantie Dirks), dr. van Grabel Pietersz Hogendam en Neeltie Cornelis Valkenier |
814 | Joris (Georgius) Cornelisse Quant, zn. van Cornelis Jorisse Quant en Jannetie Heijndrickse Coppert, woont te Vijfsluizen in Babberspolder, is vader van Joanna ged. Schiedam (kath.) 28.5.1732 (get. Alewijn van der Vaert, Anna Bredervelt), is vader van Cornelius ged. Schiedam (kath.) 19.8.1734 (get. Cornelius van Essen, Catharina van Essen), is vader van Joannis ged. Schiedam (kath.) 6.2.1737 (get. Cornelis Janse Hoebroken, Wilhelma Jacobs van Duijn), is vader van Henricus ged. ald. 14.6.1739 (get. Anna Roobroken), tr. Schiedam (kath.) 26.11.1731 (get. Gerrit Tuijtelaer, Lendert Geeritse) met |
815 | Dirkje (Dirsken, Theodore, Theodorre) Houbroken (Raepbraken, Rarbraeken, Roobroken), ged. Uden (kath.) 20.6.1702 (get. Antonius Laurensen, Vincentius van den Heuvel), dr. van Joannes Cornelii Habraken en Maria Rutgers Cluijtmans |
816 | Willem Leendertsz Rodenburg (Rodenburgh), jongman van Vlaardingerambacht, geb. ca. 1643 (SAV ORA Vlaaringerambacht inv.25, f.59, d.d. 28.10.1653), bouwman ald., oomzegger van Pieter Jacobsz Rhodenburgh wonende te Monster, oomzegger van Jacob Jacobsz Roodenburgh, oomzegger van Pleun Jacobsz Rodenburgh wonende te Monster, zn. van Leendert Jacobsz Rodenburgh en Neeltgen Pieters (SAV ORA Vlaardingerambacht inv.25, f.59, d.d. 28.10.1653; weeskamerarchief Vlaardingerambacht, inv.1, fol.5v, d.d. 24.6.1662; ibid. fol.10v d.d. 3.12.1666; ibid. fol.12 d.d. 24.8.1667), otr. 1e Vlaardingen (gerecht) 18.4.1666 met Zijtje (Citgen) Joris Zuijtmaselant (Zuijtmaeslant), jongedochter van Vlaardingerambacht, overl. voor 10.10.1678 (Weeskamerarchief Vlaardingerambacht, inv.1 fol.28 d.d. 10.10.1678; ibid. fol.29v d.d. 27.12.1679; weeskamerarchief Vlaardingerambacht, inv.4), dr. van Joris Jansz Suijt Maesland (SAV ORA Vlaardingerambacht inv.25 fol.28v, d.d. 27.4.1652; ibid. fol.42v d.d. 16.3.1653), otr. 2e Vlaardingen (gerecht) 1685 met |
817 | Dirckie Arients (Ariens, Arijs, Aris) Schellingerhout, jongedochter van Vlaardingen |
818 | Jan Cornelisz Segwaert, jongman uit het ambacht Kethel, zn van Cornelis Dircxz Segwaert en Keuntje Pieters Slooff, otr. Vlaardingen 1681 met |
819 | Geertje Gielen Opmeer, jongedochter van Vlaardingerambacht, ged. Kethel (nederd. geref.) 11.2.1657, dr. van Michiel Dircxz Opmeer en Annetje Jacobs |
820 | Folkert (Volkert) Pieters, vermeld in Tricht vanaf 1705, zn. van Pieter Woutersz van Santhen en Mariken Volcken, tr. met |
821 | Grietje Dirks |
822 | Tijs (Matthijs) Jansz de Graaf (Van der Graaf), ged. Maassluis (nederd. geref.) 4.1.1682, zn. van Jan Pietersz de Graaf en Ariaantje Tijssen, otr. De Lier (nederd. geref.) 27.2.1700, tr. ald. (nederd. geref.) 14.3.1700 met |
823 | Arentje (Arendje) IJsbrants Rodenburg (Rodenburgh), jongedochter van De Lier, dr. van IJsbrant Philipsz Rodenburgh en Neeltje Teunis van Dijck |
824 | Meus (Meeuws) Casparsz (Casparse, Casparsen) van der Schuur, jongman van Culemborg, ged. Culemborg (nederd. geref.) 10.11.1670, zn. van Caspar Davids en Harmtien Berents, otr. Culemborg (nederd. geref.) 7.2.1697, tr. ald. (nederd. geref.) 27.2.1697 met |
825 | Trijntje (Trijntie) Ariens van den Ham alias de Groot, jongedochter van Culemborg |
826 | Jacobus van der Vloet, vermoedelijk ged. Herwijnen (nederd. geref.) 3.6.1660 als zn. van Laurens Claessen en Janneke Floris, tr. Herwijnen (nederd. geref.) 13.4.1696 met |
827 | Dirsken Eijmerts Bergakker, ged. Herwijnen (nederd. geref.) 26.6.1664, dr. van Eijmert Gijsbertse Bergakker en Willemke Peters |
828 | Kornelis Aelbrechtsz Vinck, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 12.8.1696 (getuigen Adrianus Vinck en Aeltie Verlee), zn. van Aelbrecht Cornelisz Vinck en Margarita Jacobs van den Ende, otr. Vlaardingen 25.10.1720 met |
829 | Agatha (Aagje) Daniëls Langstraat, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 15.5.1689 (getuige Cornelia Langstraat), dr. van Daniël van Langstraet en Niesie Cornelis |
830 | Paulus Varenburg, ged. Rhenen (nederd. geref.) 25.2.1680, chirurgijn, meester chirurgijn te Vlaardingen, begr. Vlaardingen mei 1727, zn. van Jacob Varenburg en Geesken Taets, otr. 1e Vlaardingen 1.11.1705, tr. Bergschenhoek 15.11.1705 met Angenietje van Hauschild (van Hoogschilt), in 1713 genoemd vanwege dronkenschap op de hoogstraat bij de vrouwensteeg (RAV NA 02, akte 19-408; 19-414; 19-431), begr. Vlaardingen januari 1714, weduwe van Cornelis Corsz Holierhoek, schepen te Vlaardingen, otr. 2e Vlaardingen (nederd. geref., gerecht) 19.4.1721, tr. ald. (nederd. geref.) 4.5.1721 met |
831 | Reijmpie Cornelis Manneke, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 3.6.1691 (getuigen Gilles Manneke, Anna Willems Dijckshoorn, Heijltie Cornelis), dr. van Cornelis Manneke en Jaeptge Willems Dijkshoorn |
832 | Jan Korssen (Kostians, Korse, Corssen) van der Pijl (Peijl, Pijl, van der Peijl), jongman wonende onder het district van Leerdam, ged. Meerkerk (nederd. geref.) 8.4.1688, zn. van Cors Arentsz van de Pijl en Bastiaentie Gerrits, is vader van Korstiaen ged. Asperen (nederd. geref.) 14.3.1717 (get. Josijna Onderwater), is vader van Kreijn ged. Asperen (nederd. geref.) 5.5.1720 (get. Josijntje Onderwater), is vader van Bastiaantje ged. Asperen (nederd. geref.) 30.9.1723 (get. Herber Vianen), is vader van Gosen ged. Lopik (nederd. geref.) 26.9.1728 (get. Teiltje Stevens huisvrouw van Hendrik Hobbes), is vader van Johanna ged. Oudewater (nederd. geref.) 15.8.1731, otr. Asperen (nederd. geref.) 22.5.1716 met |
833 | Grietje Krijns (Kreijne, Krijn, Krijnen) van Vollenhoven (van Vollenhoove, Vollenhoven), jongedochter van Asperen, ged. Asperen (nederd. geref.) 17.3.1697, dr. van Krijn Goossens van Vollenhove en Jenneke Kiep |
834 | Cornelis Korsz van der Ree, wonende te Vlaardingen, otr. Oudewater (nederd. geref.) 24.6.1718, tr. ald. (nederd. geref.) 11.7.1718 met |
835 | Geertruij (Geertruijd) Maartens Versluijs, ged. Oudewater (nederd. geref.) 4.11.1693, dr. van Maerten Ariensz Versluijs en Aeltje Jacobs |
836 | Roelant (Roelof, Roeland, Roelandt) van Emden (van Embden, van Embde, van Eemden, van Eembden), afkomstig van Breda, ged. Terheijden (nederd.geref.) 13.6.1689 (get. Frans Potters, Angenetie Pauwels), ten tijde van zijn huwelijk wonende te 's-Gravenhage, nadien wonende te Delft, keurslijfmaker ald. (ONA Delft inv.2595B fol.87 d.d. 27.8.1726), koopt op 29.5.1735 bij opbod een huis in Delft aan het oosteinde westzijde uit de erfenis van Cornelis van Jacob van Thiel voor een bedrag van 700 gulden (ONA Delft inv.2714 fol.235v d.d. 29.6.1735), begr. ald. (oude kerk, nederd. geref.) 20.4.1764, dan wonend aan het oosteijnde ald., is vader van Lukas van Embden ged. Delft nederd. geref. 20.9.1718 (get. Dirck Kelderman, Maria Potters), is vader van Anna van Emden ged. Delft nederd. geref. 30.1.1720 (get. Pouwelus van Emden, Alida Kelderman), is vader van Dirck van Emden ged. Delft nederd. geref. 30.11.1721 (get. Jan Kelderman, Anna Kelderman), is vader van Paulus van Emden ged. Delft nederd. geref. 6.6.1723 (get. Jan Salgu, Alida Kelderman), is vader van Johannis van Emden ged. Delft nederd. geref. 5.12.1726 (get. Johannis Kelderman, Geertrui Kelderman), getuigt op 8.8.1713 samen met Magdalena Vermeer bij de doop van een kind van Frans van Embden jongman van de verwersdijk die otr. Delft (nederd. geref.) 8.10.1712, en die tr. ald. (nederd. geref.) 23.10.1712 met Philippijntge de Haas, jongedochter van de verwersdijk, is broer van Paulus van Embden afkomstig uit Breda die op 28.12.1718 als jongmatroos in dienst treedt van de VOC, zn. van Lucas van Emden en Maria Potters, otr. 's-Gravenhage (civiel) 11.4.1717 met |
837 | Hillegonda (Hillegont, Hilletje) Kelderman (Keldermans, Celderman), jongedochter geboren in Deventer, ged. Deventer (nederd. geref.) 16.6.1689, dr. van Dirk Jansen Kelderman en Anneken Henrix (huwelijksbijlagen 's-Gravenhage civiel d.d. 27.3.1717), ten tijde van haar huwelijk wonende te 's-Gravenhage, in december 1717 naar Delft, begr. Delft (oude kerk, nederd. geref.) 8.5.1776, dan wonende aan de langendijk ald., haar zuster Alida Keldermans komt op juli 1720 van Deventer naar Delft, daarna vermeld in het lidmatenreg. Grave (nederd. geref.) 19.3.1728, vermeld ald. op 1.5.1731 met haar echtgenoot Jan Salgue, zij vertrekken met hun twee kinderen naar Delft op 8.7.1734 en nadien naar Rotterdam |
840 | Cornelis Cornelisz Valckenier, ged. Maassluis (nederd. geref.) 26.2.1668, bij zijn huwelijk wonende aan de sandelijnstraat, begr. Maassluis 1.5.1742, zn. van Cornelis Cornelisz en Ariaentje Pieters, is vader van Lambrecht ged. Maassluis (nederd. geref.) 29.1.1696, is vader van Arijaantje ged. Maassluis (nederd. geref.) 13.8.1698, is vader van Cornelija ged. Maassluis (nederd. geref.) 13.1.1701, is vader van Arentie ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.1.1703, is vader van Arentie ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.1.1705, is vader van Maartje ged. Maassluis (nederd. geref.) 14.7.1709, is vader van Cornelis ged. Maassluis (nederd. geref.) 16.8.1711, tr. Maassluis (nederd. geref.) 31.5.1693 met |
841 | Grietje Lambrechts Boutesteijn, ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.4.1668, bij haar huwelijk wonende aan de zuidvliet, begr. Maassluis 18.4.1742, dr. van Lambrecht Philipsz en Maertjen Willems |
842 | Pieter Abramsz Vroom, bij zijn huwelijk wonende aan de zuiddijk, ged. Maassluis (nederd. geref.) 29.4.1674, begr. ald. 31.1.1724, zn. van Abram Pietersz Vroom en Lijsbet Jans, is vader van Abram ged. Maassluis (nederd. geref.) 15.7.1705 begr. ald. 31.7.1707, is vader van Isaak ged. Maassluis (nederd. geref.) 15.7.1705 begr. ald. 31.7.1707, is vader van Jacob ged. Maassluis (nederd. geref.) 15.7.1705 begr. ald. 31.7.1707, is vader van Abram ged. Maassluis (nederd. geref.) 28.9.1707, is vader van Abraham ged. Maassluis (nederd. geref.) 21.8.1709, is vader van Ariaantje ged. Maassluis (nederd. geref.) 14.9.1712, is vader van Lijsbeth ged. Maassluis (nederd. geref.) 1.8.1717, tr. Maassluis (nederd. geref.) 30.11.1704 (testament zie ONA Maassluis inv.39 no.37 d.d. 15.12.1708) met |
843 | Maartje Ariens Dijck, bij haar huwelijk wonende aan de zuiddijk |
844 | Abraham Janse Legesteijn (Legerstee, Legerste, Laageste, Lageste), jongman van de Koorendijk (Goudswaard), ged. Goudswaard (nederd. geref.) 15.10.1656 (getuigen Leendert Cornelisz, Lijsbet Cornelis), zn. van Jan Dirxz Legerste en Maertje Cornelis, otr. 1e Oud-Beijerland (nederd. geref.) 9.7.1677 met Grietie Crijne, jongedochter van Rhoon, otr. 2e Oud-Beijerland (nederd. geref.) 17.4.1700, tr. ald. (nederd. geref.) 5.5.1700 met |
845 | Jannigje Ariens van der Giessen, jongedochter van ’s-Gravendeel, bij haar huwelijk wonende in Oud-Beijerland |
846 | Arij Arijens Buitendijk, afkomstig uit de Numanspolder, ged. Numansdorp (nederd. geref.) 10.7.1667, zn. van Arijen Arijensz Buitendijck en Pleuntje Cornelis, is vader van Neeltge ged. Numansdorp (nederd. geref.) 18.10.1699 (get. Ariaentge Ariens), is vader van Teunis ged. Numansdorp (nederd. geref.) 21.8.1701 (get. Lijntge Buitendijk), is vader van Neeltge ged. Numansdorp (nederd. geref.) 27.10.1703 (get. Arijaentgen Arijens, Arij Gerritsz), is vader van Pleuntge ed. Numansdorp (nederd. geref.). 12.12.1706 (get. Grietje Jacobs Snel), is vader van Pleuntge ged. Numansdorp (nederd. geref.) 12.5.1709 (get. Grietje Jacobs Snel), is vader van Hendrik ged. Numansdorp (nederd. geref.) 22.2.1711 (get. Pleuntge Cornelis Nijs), is vader van Lijntge ged. Numansdorp (nederd. geref.) 23.2.1713 (et. Ariaentge Ariens Buijtendijk), otr. Numansdorp (nederd. geref.) 9.10.1695 met |
847 | Arijaentge Arijens Molendijk (Molenaer), afkomstig van IJsselmonde |
848 | Arij (Arijen) Jansse Verschoor, jongman van Pernis, ged. Pernis (nederd. geref.) 1.8.1694 (zijn vader vermeld als Jan Dorre, zijn moeder abusievelijk vermeld als Claesje Ariens Prins), wonende ald., koopt op 6.1.1717 van Cornelis Bastiaensz den Ruijter een huijs en erve staande en gelegen aan de pastoriedijk ald., waarbij hij wordt bijgestaan door zijn vader Jan Ariensz Verschoor (GA Rotterdam - Gem. Pernis inv.113, Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis, fol.367 d.d. 6.1.1717), is vader van Jan ged. Pernis (nederd. geref.) 23.1.1718, is vader van Claasje ged. Pernis (nederd. geref.) 15.12.1720 (getuige Claasje Pieters Prins), is vader van Cornelis ged. Pernis (nederd. geref.) 7.2.1723 (getuige Ariaantje Aarts van Velt), is vader van Neeltie ged. Pernis (nederd. geref.) 5.11.1724 (getuige Neeltie Jans Thart), is vader van Jan ged. Pernis (nederd. geref.) 28.5.1730 (getuige Klaesie Prins), is vader van Willem ged. Pernis (nederd. geref.) 11.8.1732 (getuige Annetie Pieters Buurman), is vader van Pieter ged. Pernis (nederd. geref.) 8.12.1734 (getuige Klaasje Pieters Prins), otr. Pernis (nederd. geref.) 15.4.1717, tr. ald. (nederd. geref.) 9.5.1717 met |
849 | Leentje (Leentie) Jansse 't Hard (Thart), jongedochter van Pernis, dr. van Jan Bastiaensz 't Hart en Neeltje Klaes Krijger (GA Rotterdam - Gem. Pernis inv.113, Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis, fol.376 d.d. 1.11.1719) |
850 | Dingeman Jacobsz (Jakobsz) Zwarteveld (Swartvelt, Swarteveld, Swarteveldt) alias Sloot, jongman van Vlaardingen, ged. Vlaardingen 7.12.1687 (get. Gerrit Cornelisz, Jannetie Ariens), vanaf 1721 wonende te Zwartewaal, broer van Gerrit Jacobsz Swarteveld gehuwd met Barber Jans, Lijntje Jacobs Swarteveld gehuwd met Jan Cornelisz van Waardenburg, Nelletje Jacobs Swarteveld gehuwd met Jan Jansz Soek, en Cornelia Jacobs Swarteveld gehuwd met Pieter van der Hoeven (NAV 22-777 d.d. 17.1.1724, boedelscheiding), vermeld met de familienaam Sloot bij het transport van het ouderlijk huis van zijn echtgenote (GAR ORA Pernis inv.113), zn. van Jacob Arentsz Swartevelt en Neeltie Gerrits, is vader van Leentje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.12.1718 (get. Geertje Admiraals), is vader van Arentje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.3.1721 (get. Geertje Jans Admiraal), is vader van Jaapje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.1.1723 (get. Kornelis Admiraal, Geertje Admiraals), is vader van Wilmtie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.7.1725 (get. Neeltje Jans Hollaar), is vadre van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.1.1729 (get. Neeltje Jans Hollaar), is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.7.1731 (get. Neeltje Jans Hollaar), otr. Vlaardingen (gerecht) 15.10.1715, otr. Pernis (nederd. geref.; impost) 11.9.1715, tr. ald. (nederd. geref.) 17.11.1715 met |
851 | Willemtje (Wilmtje, Wilmtie, Wulmtje, Wulmtie, Willemptie) Ariens Krijger (Crijger), ged. Pernis (nederd. geref.) 19.5.1687, dr. van Arijen Klaesse Krijger en Leentje Jans Admiraal |
852 | Engel Cornelisz Poldervaart, jongman te Vierpolders, ged. Brielle (nederd. geref., grote kerk) 5.4.1680 (getuige Maartje Cornelis), zn. van Cornelis Jorisz Poldervaert en Annetie Engels, tr. Vierpolders (nederd. geref.) 24.1.1706 met |
853 | Pleuntje Willems van Roon, ged. Vierpolders (nederd. geref.) 29.3.1671 (getuige Gijsje Jacobs), dr. van Willem Jacobsz van Roon en Maartje Bastiaans, tr. 1e Vierpolders (nederd. geref.) 7.11.1694 met Kornelis Rense |
854 | Jan Jansz Beijer (Beijert, den Beijer), ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 17.6.1685 (getuige Paulijntie Leenderts), zn. van Jan Teunisz Beijer en Lijsbet Jans, otr. Vierpolders (nederd. geref.) 3.2.1708, tr. ald. (nederd. geref.) 19.2.1708 met |
855 | Nelletje (Neeltje) Jans Vermeer, jongedochter van Vierpolders, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.9.1688 (getuige Dorothe Jans), dr. van Jan Jansse Vermeer en Willemtie Jansse |
856 | Gerrit Arentsz Berkhout, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 24.4.1695 (getuige Geertie Jans), herbergier te Zwartewaal, zn. van Arent Cornelisz Berkhout en Trijntje Gerrits van Leeuwen, aanvankelijk wonende te Spijkenisse aan de spijkenissenhoek en nadien te Zwartewaal, verkoopt op 8.12.1722 aan de voogden over de minderjarige Jan van der Hoeck 3 gemet 234 roe teelland aan de laanweg in Spijkenisse getekend nummer 23 (SAVPR toegang 48 inv.224 d.d. 8.12.1722), koopt op 4.8.1724 voor een bedrag van 675 gulden van de heren Willem en Pieter Hoijer, beide wonende te 's-Gravenhage, een huis en erf te Zwartewaal op de hoek van de kaeij en de dubbeldestraet (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 4.8.1724), verkoopt dit huis op 17.12.1728 voor een bedrag van 800 gulden aan Mr Barent Buerman, chirurgijn te Zwartewaal (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 17.12.1728), wordt in de kerkmeestersrekeningen meermalen genoemd als commissaris van de sweep en wordt als zodanig beetaald voor het weren van honden uit de kerk, wordt tevens betaald voor het bloten van het kerkhof, is vader van Dirk ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.6.1726 (get. Grietje Jans Smitsham), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 10.12.1730 (get. Lijsbet Heijndricks), is vader van Geertruij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.5.1733 (get. Jannetje Admiraals), is vader van Katarijna ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.12.1736 (get. Grietje Jans Smitsham), otr. Spijkenisse (nederd. geref.) 9.5.1716, tr. ald. (nederd. geref.) 31.5.1716 met |
857 | Arijantie (Adriaantje) Dirks van der Hoeck (van der Hoek), jongedochter van Spijkenisse, ged. ald. (nederd. geref.) 3.12.1702 (getuige zekere Helena), dr. van Dirck Heermansz Visscher alias van der Hoeck en Trijntje Reijers de Hoogh |
858 | Rochus (Rokus) Heijndriksz van Eijk, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.10.1701 (getuige Dirkje Rochus), zn. van Heijndrick Arensz van Eijk en Jannetje Rochus Kool, is vader van Leendert ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 21.12.1727 (get. Trijntje Jooste den Beenk), is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.10.1730 (get. Marija Roosters), is vader van Marij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 7.9.1732 (get. Marija Vermaas), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederrd. geref.) 17.4.1735 (get. Antje Klinke, Gijsbert Abramse van der Sluijs), is vader van Marij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 25.6.1741 (get. de vader), is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 17.1.1745 (get. Pieter van Putte, Nelletje van Putte), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.5.1723 met |
859 | Annetje (Anna) Arens Bakkers alias Luijendik, jongedochter van Oud-Beijerland, ged. ald. (nederd. geref.) 22.2.1702 (getuigen Cornelis Arijens Bakker, Cornelia Arijens), dr. van Arij Arijens Bakker en Judith Hendriks van Putten, lidmaten te Zwartewaal 6.4.1745 |
860 | Arij Bastiaansz Kastelein, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 11.11.1703 (getuige Aagje Jans de Geus), zn. van Bastiaan Bastiaansz Kastelein en Mijntje Arens de Geus, koopt op 22.7.1735 voor een bedrag van 1000 gulden van Jacob Cornelisz Langendoen een huis en erf, staande en liggende te Zwartewaal aan de oostzijde van de dubbeldestraet, belend ten zuiden Jan Willemsz van Bergen en ten noorden Pieter Jansz van der Meer (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 22.7.1735), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 26.10.1727 (get. Ariaantje Arens Lakenkas), is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 11.12.1729 (get. Ariaantje Aren Lakenkas), is vader van Bastiaan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.3.1734 (get. Maartje Bastiaanse Kastelein), is vader van Pieterneltje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.1.1737 (get. Ariaantje Lakekas, Pieter Jansz van Putte), tr. Zwartewaal 29.6.1727 met |
861 | Nelletje (Nellie) Pieters van Putte, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 24.6.1708, dr. van Pieter Jansz van Putte en Ariaantje Arens Lakenkas, regelt op 13.11.1745 ten overstaan van Claes Casteleijn, oom van de kinderen van vader's zijde, uitkoop van haar kinderen van de erfenis van haar overleden man Arij Bastiaensz Casteleijn overeen, te weten Jannetje oud 18 jaar, Ariaentje oud 16 jaar, Bastiaen oud 12 jaar en Pieternelletje oud 9 jaar, waarbij Nelletje de boedel zal blijven bezitten en de boedelschuld overneemt, en de kinderen belooft te onderhouden en alimenteren tot ze 25 jaar oud zijn of in het huwelijk treden, en waarbij aan Jannetje toekomt een zilveren beugel gemerkt J.A.C., twee paar gouden bellen, een zilverijzer met gouden krullen gemerkt J.A.C., een gouden naald gemerkt N.P., drie gouden spelden, een bloedkoralen ketting met een goud slot gemerkt N.P., een zilveren bel gemerkt J.A.C., een kanten lint met een gouden haak, een gouden ring gemerkt J.A., een dito gemerkt A.B., een bijbel met zilverbeslag en een ketting daarin, aan Ariaentje een zilveren beugel gemerkt J.W., een bloedkoralen ketting met een gouden boot?, een gouden naald, twee gouden spelden, een zilverijzer met gouden stikken daaraan, een paar gouden haken gemerkt A.A.C., een kanten lint met een gouden haak en oog en een bijbeltje met zilverbeslag getekend met de letters J.W.S., en verder aan Pieternelletje Arens een gouden naald gemerkt A.B.C., een zilverijzer met gouden stukken gemerkt J.A.C., een paar gouden haken, een zilveren beugel, een bloedkoralen ketting met een gouden slot, een paar gouden bellen en een boek met zilverbeslag met een ketting daaraan, aan Bastiaen een zilver hegt? met een lemmet daarin gemerkt A.B.C., een paar zilveren broekknopen gemerkt als voren, een paar zilveren gespen, een testamentje met twee zilveren sloten gemerkt als voren, een zijden damasten hemdrok met zilveren knopen, drie hemdrokken met zilveren knopen, een paar gouden knopen, dit alles ter voldoening van hun vader's legitieme portie (RA Zwartewaal weesboek d.d. 13.11.1745) |
862 | Jacob (Japik, Jakob) Jansz van der Linde, metselaar te Zwartewaal, kerkmeester ald., schepen ald., ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.2.1693 (get. Maertje Japiks), zn. van Jan Jacobsz van der Linde en Anna Heindriks, op 9.3.1723 compareert Jacop Klase van Zweden, wonende in de Quak, die bekent verkocht te hebben aan Jacop Janse van der Linde, wonende te Zwartewaal, zekere 4 gemeten 67 roede land liggende in gouwershoek op no.30 en no.31, alsmede 1 gemet 193 roeden in de bernissenhoeck op no.37, voor de som van 160 gulden gereed geld (RA Heenvliet inv.4 d.d. 23.3.1723), op 25.2.1724 compareert Mels Jacobsz de Haes, wonende te Heenvliet aan den dam, die verklaart verkocht te hebben aan Jacob Jansz van der Linde, wonende te Zwartewaal, een huis met schuur etc. staande te Zwartewaal aan de westzijde van de dubbele straet, belend ten zuiden Abraham Nieuwland en ten noorden Frank Cente Preuijt en Jan Kruijne de Ouden zijn erven (RA Zwartewaal inv.1 fol.110 d.d. 25.2.1724; zie tevens RA Zwartewaal inv.5 fol.65 d.d. 25.2.1724), op 28.12.1737 compareert Frank Cente Preuit, wonende te Zwartewaal, die bekent verkocht te hebben aan Jacob van der Linde, wonende te Zwartewaal, 1 gemet 200 roeden boomgaard liggende in de polder van Zwartewaal in de kerkhoek, op de kaart getekend met de letter E, zijnde belast met 2 gulden 14 stuivers ten behoeve van de kerk van Zwartewaal, voor een bedrag van 125 gulden gereed geld (RA Zwartewaal inv.1 fol.247 d.d. 28.12.1737; wordt in die hoedanigheid genoemd in de kerkmeestersrekeningen van Zwartewaal vanaf het jaar 1738 waarbij hij jaarlijks een jaarrente afdraagt voor het gebruik van de boomgaard), wordt vermeld in de kerkmeestersrekening van Zwartewaal over het jaar 1737 en wordt dan betaald voor het leggen van 3 roe 42 voet straat op het kerkpad met de leverantie van steen en kalk en zand, wordt in de rekening over het jaar 1742 betaald voor levering van enige rode tegelen, wordt in de rekening over het jaar 1744 betaald voor arbeidsloon en leverantie van steen, kalk en tras en het maken van een nieuwe stenen muur inclusief pilaren aan het kerkhof, op 20.3.1738 compareren Jacob van der Linde, schepen te Zwartewaal, en zijn vrouw Anna Leenderts Decker, die onder ede verklaren op verzoek van Jan Bouwensz Meuldijk, wonende op de heenvlietsen dam, stuurman van de visschuit de jonge maria, dat waarachtig is dat zij hebben de leverantie van de boter die op de visschuit gedurende haar reis in zee werd geconsumeerd, dat zij in het laatste van de maand april voor voorleden jaar 1737 hebben gebouwd en gereedgemaakt, die Anna op 1.4.1737 heeft gebracht ter waag en daarvan gehaald een behoorlijk biljet op naam van Jan Meuldijk (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 20.3.1738), op 3.3.1740 compareert Jacob van der Linde, wonende te Zwartewaal, die bekent verkocht te hebben aan Heijndrik van der Linde, zijn broer, mede wonende te Zwartewaal, zeker huis, schuur, keet en boomgaard, staande te Zwartewaal op de maesdijk, op het kohier getekend nummer 120, voor een bedrag van 200 gulden gereed geld (RA Zwartewaal inv.2 fol.13 d.d. 3.3.1740), op 7.7.1744 compareert Jacob Dirksz Witte, wonende binnen de stad Brielle, die verklaart verkocht te hebben aan Jacob van der Linde, schepen te Zwartewaal, zeker huis en erve, zo hetzelve beheind en beplant is, staande te Zwartewaal op het zuideinde, belend ten zuiden het neerdorps slop en ten noorden Willem Stellenaer, op het kohier getekend met nummer 19, voor de som van 1100 gulden gereed geld (RA Zwartewaal inv.2 fol.37 d.d. 7.7.1744), op 13.3.1746 compareren Jacobus Emmesael, oud 16 haar, en Willem Abrahamsz van der Sluijs, oud 50 jaar, die op verzoek van Jacob van der Linde verklaren dat Jacob in het jaar 1745 op de heenvlietse markt van zekere Michiel Hommel, wonende te Dongen, heeft gekocht twee runderbeesten, als een van 8 jaren en een van 5 jaren, en welke beesten volgens certificatie van Quirijn Adriaensz van Helvoirt en Gerrit Joosten van Dongen, van wie Michiel Hommel de beesten had gekocht, een besmettelijke ziekte hadden gehad, dat de voorschreven beesten in hun ziekte hun kalveren hadden kwijtgemaakt en sindsdien wederom waren stier gegaan, het beest van 8 jaren sindsdien de besmettelijke ziekte opnieuw heeft gekregen en binnen zes dagen daarvan is gestorven, terwijl het beest van 5 jaren sindsdien gezond is gebleven en heeft gekalfd (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 13.3.1746), op 1.4.1749 compareert de heer Jan Jacob van der Burg, notaris procureur en makelaar binnen 's-Gravenhage, als last en procuratie hebbende van zijn vrouw mejuffrouw Maria Sluijm, die bekent verkocht te hebben aan Jacob van der Linde, schepen te Zwartewaal, zekere 2 gemeten 59 roeden gersingen, gemeen in 7 gemeten 209 roeden, genaamd den waelsen oort, voor de som van 77 gulden 3 stuivers (RA zwartewaal inv.2 fol.58 d.d. 1.4.1749), op 9.4.1755 compareert Jacob van der Linde, schepen te Zwartewaal, die verklaart getransporteerd te hebben aan Cornelis Jansz Min-kint, wonende te Zwartewaal, zeker nieuw getimmerd huis staande te Zwartewaal op de noord-dijk, belend ten zuiden Rochus Hollaars erven en ten noorden Cornelis Kramer met zijn schuur, voor de som van 1015 gulden 15 stuivers (RA Zwartewaal inv.2 fol.105 d.d. 9.4.1755), op 26.11.1764 compareert Jan Preuijt die verklaart gekocht te hebben van Jacob van der Linde 1/16 deel van een gaffelschuit, afvarende van Zwartewaal, genaamd jan en elizabeth, met al zijn lopende en staande want, ankers, etc. voor de som van 125 gulden (RA Zwartewaal inv.2 fol.172v d.d. 26.11.1764), is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.10.1722 (get. Jannetje Jans van der Linde), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 6.8.1724 (get. Arijaantje Heindriks zijn moeder), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 7.10.1725 (get. Adriaantje Heindriks), is vader van Trijntje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 24.11.1726 (get. Neeltje Iserman), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.4.1730 (get. Marij Melse Schep), is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 6.4.1732 (get. Maartje Kornelis de Raat), is vader van Leendert ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.11.1734 (get. Maartje Leenderts Dekker), is vader van Marij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 7.10.1736 (get. Anna Tangeris), is vader van Pieter ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.9.1738 (get. Maartje Leenderts Dekker), is vader van Leentje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.7.1740 (get. Maartje Dekkers), is vader van Pieter ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.7.1742 (get. Maartje de Raat), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 20.9.1744 (get. Jacob van der Linde), is vader van Jacoba ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 13.2.1752 (get. de vader, Ariaentje van der Linden), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 20.4.1720 (testament zie RA Zwartewaal inv.11 d.d. 1.2.1729) met Marij (Marija) Jans Iserman (Isermans), jongedochter van Zwartewaal, dr. van Jan Willemsz Iserman en Trijntje Lambrechts van Weeteringen, tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 30.10.1729 (testament zie RA Zwartewaal inv.11 d.d. 8.2.1732) met |
863 | Anna Leenderts Dekker (Decker, Dekkers), jongedochter van Nieuwenhoorn, ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 6.12.1705, dr. van Leendert Leendertsz Decker en Leentje Bouwens |
864 | Daniel van Krieken, molenaar, ged. Tiel (rem.) 18.9.1696, verkrijgt op 5.10.1726 de gerechte helft van de pelmolen op bastion vi en de helft in huis De Roskam te Gorinchem van zijn schoonvader Reijnier van Rooijen (RAG RH 533, fol.29v), krijgt op 9.8.1734 toestemming van het stadsbestuur om de pelmolen te voorzien van een rietdek om zo de ontstane lekkage te verhelpen (RAG CA 117, fol.140), bepaalt in de zomer van 1759 dat zijn zoons Reijnier en Daniel jr. na zijn dood in de gelegenheid gesteld zullen worden zijn aandeel in de pelmolen en het huis de roskam, alsmede een schuur met werf aan de noordzijde van de krabsteeg aan te nemen, mits zij daarvoor 2000 gulden in de boedel inbrengen (RAG NA 4212, akte 878), bepaalt op 1.6.1780 dat hij nu zijn zoons Geurt en Daniel in de gelegenheid stelt zijn aandeel in de pelmolen over te nemen (RAG NA 4240, akte 1892), zn. van Pieter Geurtsz van Krieken en Metje Daniels Hamaker, tr. Gorinchem (attestatie nederd. geref. trouwboek Tiel omstreeks april 1720) met |
865 | Jannigje (Jannetie) van Rooijen, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 10.8.1696 (get. Jantie Vermeulen, Willem Vermeulen), dr. van Reinier van Rooijen en Fijke Vermeulen |
866 | Willem van Treuveren (van Treuvelen), ged. Gorinchem (nederd. geref.) 25.3.1685 (get. Clara Goes), zn. van Aalbert van Treuveren en Anneken Goes, op 16.5.1749 compareren Jan Craijveld gehuwd met Geertruij Swens, wonende te Gorinchem, die verklaren te transporteren aan Zeijgje Boot, weduwe van Willem van Treuveren, haar tante, een obligatie van 2000 gulden op naam van Maria Constantia Mels d.d. 25.12.1701 (ONA Gorinchem akte 49 d.d. 16.5.1749), op 16.3.1754 compareert Seijke Boot, weduwe en boedelhoudster van Willem van Treuvelen, wonende te Gorinchem, die te kennen geeft dat zij en haar man bij mutuele dispositie d.d.7.5.1744 hebben bepaald dat zij na zijn overlijden als voogdes over het kind dat door hem nagelaten was zou optreden, en na haar dood als voogden zouden optreden Rut Verdoorn en Johan Hurauw, en dat zij bij dezen herroept dat Johan Hurauw niet langer als voogd zal optreden, en dat zijn plaats zal worden ingenomen door Antonij van Treuvelen, koopman en burger van de stad Gorinchem (ONA Gorinchem akte 185 d.d. 16.3.1754), otr. Gorinchem (nederd. geref.) 23.7.1729, tr. ald. (nederd. geref.) 7.8.1729 met |
867 | Zijke (Zeijgje) Boot, jongedochter van Gorinchem, dr. van Dirk Boot en Geertruid van den Berg |
868 | Cornelis van Rhee, wonende te Maurik, ged. Maurik (nederd. geref.) 27.2.1698, zn. van Dirk Berentsen van Rhee en Maria Sweeren van der Eem |
870 | Jacobus van der Elst, jongman van Asperen, diaken (nederd. geref.) ald. 1717/18, 1720/21, 1724/25, 1728/29 (R.H.C. van Maanen, Asperense kerkbestuurders 1588-1861 (1908), Ons Voorgeslacht 53 (1998)), ged. Dordrecht (nederd. geref.) 4.7.1690, zn. van Gillis van der Elst en Anna Havestad, is vader van Anna ged. Asperen (nederd. geref.) 28.11.1717 (get. Gilles van der Elst, Jannetje Blankebijl), is vader van Clasijna ged. Asperen (nederd. geref.) 30.7.1719 (get. Sara van den Berg), is vader van Jacobus ged. Asperen (nederd. geref.) 13.2.1721 (get. Hendrikje Fredriks), is vader van Clasina ged. Asperen (nederd. geref.) 15.10.1722 (get. Sara van den Berg), is vader van Elisabet ged. Asperen (nederd. geref.) 11.1.1725 (get. Gillis van der Elst), is vader van Elisabet ged. Asperen (nederd. geref.) 12.5.1726, is vader van Fredrik ged. Asperen (nederd. geref.) 30.12.1726 (get. Lijntje van den Berg), is vader van Johanna ged. Asperen (nederd. geref.) 6.3.1729 (get. Sara van den Berg), is vader van Johannis ged. Asperen (nederd. geref.) 20.11.1732 (get. Johannis van der Elst, Alida van Houten), otr. Asperen (nederd. geref.) 14.12.1715, tr. ald. (nederd. geref.) 9.1.1716 met |
871 | Neeltje van den Bergh (van den Berg), jongedochter van Asperen, ged. Asperen (nederd. geref.) 7.8.1695, dr. van Jan van den Bergh en Claeske Fredricks |
872 | Cornelis Domisse Kievit, jongman van Goedereede, zijn doop niet aangetroffen ald., zn. van Domus Jobsz Kievit en Pieternelletje Loenis, otr. Goedereede (nederd. geref., impost) 11.4.1710, tr. ald. (nederd. geref.) 4.5.1710 met |
873 | Maertje (Maartje) Krijns (Crijns) Vlietlant (Vlielant), jongedochter van Goedereede, dr. van Krijn Cornelisse Vlietlant en Jannetjen Arens Bogertman |
874 | Jan Jacobsz van der Beek, jongman van Bleiswijk, ged. Bleiswijk (nederd. geref.) 10.12.1693 (getuige Annetje Jans), zn. van Jacob Fredericksz van der Beeck en Neeltje Jans Vos, otr. Bleiswijk (nederd. geref.) 8.1.1723, otr. Rotterdam (nederd. geref.) 17.1.1723, tr. Bleiswijk (nederd. geref.) 3.2.1723 met |
875 | Dirkje Ariens van der Wilk, jongedochter van Bleiswijk, ged. Bleiswijk (nederd. geref.) 19.3.1702 (getuige Aeltie Pieters), dr. van Arien Dercksen van der Wilck en Maertje Dercksen, otr. 2e Bleiswijk (nederd. geref.) 14.3.1734, tr. ald. (nederd. geref., gerecht) 26.2.1734 met Cornelis Hordijk, weduwnaar van Lijsbeth Boender |
876 | Dirk Arenze Witte, jongman van Goedereede, zijn doop niet aangetroffen ald., zn. van Aren Cornelisse Witte en Dimmetje Dirks Berkel, otr. Goedereede (nederd. geref., impost) 7.8.1716, tr. ald. (nederd. geref.) 6.9.1716 met |
877 | Lintje (Lijntje, Lijnje) Arens van Wage (van Waage), jongedochter van Goedereede, ged. Ouddorp (doopsgezind) 13.4.1721, dr. van Aren Philipsz (Flijps) van Wage |
878 | Jan Cornelisz (Kornelisse) de Eersamen (den Eersamen), jongman van Goedereede, ged. Ouddorp (doopsgezind) 9.4.1719, zn. van Cornelis Jansz den Eersamen en Claartje Philips van Wage, otr. Goedereede (nederd. geref., impost) 4.3.1718, tr. ald. (nederd. geref.) 2.4.1718 met |
879 | Jannetje Arents van der Baan, jongedochter van Goedereede, dr. van Aren Jans van der Baan |
888 | Pieter Jansz Bakker, wonende in Sliedrecht, zn. van Jan Danielsz Bakker (doopboek Sliedrecht 24.8.1721), tr. met |
889 | Neeltje Cornelis Bisschop, dr. van Cornelis Willemsz Bisschop |
892 | Pieter Gerritsz Both, ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 15.5.1707 (getuigen Pieter Gijsbertsz, Jan Leendertsz Nederlof, Meltien Gijsberts), zn. van Gerrit Gijsbertsz Both en Geertruij Leenderts Nederlof, tr. met |
893 | Lijntje Gijsberts van den Brande, ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 30.1.1707, dr. van Gijsbert Woutersz en Hilligje Cornelis van Asperen |
894 | Rochus (Rokus) Banen Baan, ged. Sliedrecht (nederd. geref.) 29.1.1713 (getuigen Pieter Gijsen Both, Marichje Ariens de Jong), zn. van Baan Cornelisz Baan en Neeltje Gijsberts Both, tr. met |
895 | Ariaantje Abrams Huijsman |
896 | Dirk (Dirck) Jansz Jonker (Joncker), jongman van Wormer, koopt op 3.2.1695 van Cornelis Nanningsz Bus een werfje of erf liggende te Wormerveer aan de zaan, belend ten noorden (molen) de rooseboom en ten zuiden de weduwe van Wollebert Gijsbertz, op voorwaarde dat er in de komende 40 jaar geen (scheeps)helling wordt gemaakt (RA Westzaan inv.1591 fol.83v d.d. 3.2.1695; uit de verpondingsregisters valt op te maken dat Dirck op dit erf zijn huis heeft laten bouwen), hij en zijn kinderen erven van Grietje Gerrits, wonende te Oostzaandam, weduwe van wijlen Baart Jansz Jonker, in zijn leven leraar van de mennogezinde gemeente te Dordrecht (ONA Zaandam inv.5860 akte 238 d.d. 27.2.1728; Baart is begraven te Dordrecht op 25.8.1726, dan wonende op het begijnhof ald., laat geen kinderen na), op 14.10.1735 compareert Cornelis Teewissen Vingerling, wonende te Zaandam, die bekent aan Dirck Jansz Joncker, wonende te Wormerveer, voor een somma van niemendalle verkocht te hebben een akker land beoosten de vaert naast de molen de schilp, groot 291 roe en belend ten zuiden Gerrit Clasen in de woude en ten noorden de kinderen van Jan Lelij (ORA Krommenie inv.1410 fol.79 d.d. 14.10.1735), zijn erfgenamen verkopen op 8.5.1738 aan Gerrit Dirksz Braaff 7/8 deel in het huis en erf staande en gelegen te Wormerveer op de noorddijk belend ten zuiden Claas Jansz Prins en ten noorden de molen de rooseboom, waarvan de koper als mede-erfgenaam het overige 1/8 deel toekomt, voor een bedrag van 450 gulden (RA Westzaan inv.1600 fol.418 d.d. 8.5.1738), op 30.1.1767 compereren Gerrit Braav voor 1/7 deel, Pieter Jonker voor 1/7 deel, Jan Bakker voor 1/7 deel, Jan Claasz Waij voor 1/7 deel, en als instaande en de rato caverende vooor Jan Jonker en Claas Jonker voor 1/7 deel, voor Baart Gorter en Jan Abrams voor 1/7 deel, en laatstelijk voor Willem Briel, Jan Briel, Dirk Briel, Claas Stuur en Jan Engele voor het laatste 1/7 deel, gezamenlijk erfgenamen ab intestato van Baart Pieterse en Neeltje Dirks, beide tot Wormerveer overleden, die bekenden voor een bedrag van 168 gulden 6 stuivers verkocht te hebben aan Joris Ris, mede wonende te Wormerveer, een stuk land gelegen onder Krommenie in 't oostervelt, groot 561 roeden, belend ten noorden de koper en ten zuiden Jan Lindeman (ORA Krommenie inv.1413 fol.41v d.d. 30.1.1767; het betreft hier goed uit de boedel van Neeltje Dirks, dochter van Dirck Jansz Jonker en Duijfje Baerts, en haar man Baert Pietersz, die op 27.9.1725 een mutueel testament laten opstellen, zie ONA Krommenie inv.3052 akte 505 d.d. 27.9.1725), zij bekennen in die hoedanigheid op 30.1.1767 voor een bedrag van 131 gulden verkocht te hebben aan Willem Selij, wonende te Wormerveer, een stuk land gelegen onder Krommenie in 't oostervelt, groot 524 roeden, belend ten zuiden Isaacq Hoed en ten noorden Claas Sloov (ORA Krommenie inv.1413 fol.42 d.d. 30.1.1767), zij verkopen in die hoedanigheid op 30.1.1767 voor een bedrag van 106 gulden 1 stuiver 6 penningen aan Jan Jansz de Neev, wonende te Wormerveer, een stukje land gelegen onder Krommenie in 't oostervelt, groot 531 roeden, belend ten zuiden Pieter Lintman en ten noorden Jan Langewis, alsmede een stukje land gelegen ald., groot 353 roeden, belend ten zuiden de koper en ten noorden Jan Langewis (ORA Krommenie inv.1413 fol.42v d.d. 30.1.1767), zij verkopen in die hoedanigheid op 30.1.1767 voor een bedrag van 35 gulden 11 stuivers aan Claas Jas c.s., wonende te Krommenie, een stukje land gelegen onder Krommenie in 't oostervelt, groot 496 roeden, alsmede een stukje land gelegen ald., groot 136 roeden, alsmede een stukje land gelegen ald., groot 136 roeden, belend ten noorden de sluijssloot en ten zuiden Pieter Lintman, samen 632 roeden (ORA Krommenie inv.1413 fol.43 d.d. 30.1.1767), heeft uit zijn eerste huwelijk met Duijfje Baerts acht kinderen, tr. Wormer (gerecht) 2.1.1689 met Neel Huijberts, jongedochter van Oosthuizen, tr. met (huwelijkse voorwaarden zie ONA Zaandijk inv.6422 akte 52 d.d. 18.4.1732; mutueel testament zie ONA Krommenie inv.3058 akte 935 d.d. 30.6.1731) met Dieuwer Dirckx, wonende te Oostknollendam, weduwe van Cornelis Willemsz, uit welk huwelijk een kind, tr. Wormer (gerecht) 28.1.1691 met |
897 | Duijfje (Duijftje) Baarts, jongedochter van Wormerveer, dr. van Baart Pieter Jevits |
900 | Gerrit Ariansz, op 21.8.1699 compareert Geerutie Jans, weduwe van wijlen Pieter Willemsz Iper, geassisteerd met Jan Dirckse Jonge Engels, die bekent voor een bedrag van 600 gulden verkocht te hebben aan Gerit Ariansz een stuk land groot 265 roeden gelegen aan het wormerveerderpat, belend ten noorden Marie Tunis en ten zuiden Dirck Claasz (ORA Krommenie 1406 fol.6 d.d. 21.8.1699), Gerrit Ariansz compareert op 16.1.1704 als weduwnaar van Guurtje Claas ten overstaan van de weesmeesters te Krommenie, Jan Clasz Smit, wonende te Wormerveer, en Jan Clasz Smit junior, wonende te Krommenie, omen van moeders zijde, als wettige aangestelde voogden over haar nagelaten zoon Adriaen Gerritsz, om voor zijn moeders erf te bewijzen een som van 200 gulden, waaraan hij verbindt zijn huis en erf staande en gelegen in de banne van Krommenie aan het pad naar Wormerveer, belend ten oosten Pieter Naijer en ten westen Jacob Dircksz Blaau, alsmede zijn persoon en goederen, alsmede een bed, puluw, twee kussens, twee dekens, een spaarkleedt, twee lakens, een puludoek en twee kusse sloopen, waarbij hij belooft het kind te onderhouden tot zijn mondige jaar toe, te alimenteren, te laten leren lezen en schrijven en een ambacht te leren (ORA Krommenie 1490 akte 79 d.d. 16.1.1704; in de marge wordt vermeld dat het huis op 1.2.1708 is verkocht, en dat de inventaris is voldaan op 15.7.1722), op 30.4.1705 compareert Gerrit Adriaense die bekent aan Cornelis Maerse, beide wonende te Krommenie, voor een bedrag van 200 gulden verkocht te hebben een erfje land gelegen bij het wormerveerderpat, groot 100 roeden, belend ten zuiden de koper en ten noorden Claes Janse Wafelbacker (ORA Krommenie inv.1405 fol.189v d.d. 30.4.1705), op 30.4.1707 compareert Pieter Jansz Naijer, burgemeester te Wormerveer, die bekent voor een bedrag van 2250 gulden van Gerrit Adriaensz gekocht te hebben een huis en erf, staande en gelegen bij het crommeniepat naar Wormerveer, belend ten oosten Cornelis Martsz Neeltjes en ten westen Jacob Dircksz Blau (ORA Krommenie inv.1405 fol.247 d.d. 30.4.1707), tr. Krommenie impost 16.11.1697 met |
901 | Guurtje (Geurtje) Claas, wonende te Westzaan, dr. van Claes Jansz Smit, impost begr. Krommenie was wellicht op 20.12.1702 (aangifte door Maarten Spinder) |
904 | Cornelis Pietersz, jongman van Neck, tr. Purmerend impost 22.10.1694 met |
905 | Neeltje Jans, jongedochter van Wormer |
906 | Evert van Dijk, wonende in Avenhorn, schipper ald. (ONA 192 fol.88 d.d. 23.2.1703), bekent op 7.5.1706 schuldig te zijn aan het dorp van Avenhorn een som van 500 gulden in verband met de verkoop aan het dorp van Avenhorn van het veer en nieuwe veerschuit, met zeilen, sokken, touwen, riemen, bomen, haken, zoals hij zoals door hem van Avenhorn op Amsterdam werd bevaren, alsmede een grauw jaagpaard (ONA Avenhorn inv.192 fol.121 d.d. 7.5.1706), leeft 1733 (verponding ald.), op 4.8.1736 compareren Jacob de Boer gehuwd met Jannetje Everts van Dijk wonende te Ursem voor 1/8 deel, Cornelis Visser gehuwd met Lijsbet Everts van Dijk wonende in de Wijde Wormer voor 1/8 deel, Evert Jacobsz gehuwd met Trijntje van Dijk mede wonende ald. voor 1/8, Neeltje Everts van Dijk weduwe van Jan Cornelisz Neck voor 1/8 deel, Dirk Pietersz gehuwd met Aaltje Everts van Dijk, mede wonende in de Wijde Wormer voor 1/8 deel, Cornelis Evertsz van Dijk wonende te Avenhorn voor 1/8 deel, en tenslotte Maghteltje Everts van Dijk, meerderjarige dochter, mede ald. wonende voor 1/8 deel, die gelijden verkocht te hebben aan Maertje Everts van Dijk, weduwe van Fredrik Tjaarts, wonende te Avenhorn, 7/8 deel in een huis en erf staande en gelegen op 't hoogh te Avenhorn, belend de koopster ten westen en Jan Fredericksz ten oosten, waarin de koopster voor het overige 1/8 deel competeert (ORA Hoorn inv.4561 fol.134v d.d. 4.8.1736), tr. (testament ONA Avenhorn inv.194 fol.35 d.d. 19.5.1724) met |
907 | Aagje Huiberts |
912 | Pieter Kornelisz Nolis, zn. van Kornelis Pietersz Nolis, verkoopt op 25.3.1688, dan wonende in de woude, aan Rem Cornelisz, wonende in Grootschermer, een stuk land liggende in binnendijk tussen de gouw en de huizen genaamd baaff weer, groot 4 agelen, belend ten oosten Pieter Cornelisz Kijnt, alsmede 2 stukjes land liggende buitendijk aan elkaar genaamd de timmerwerff en cornelis bennekes, tezamen groot 3 agelen 3 metjes, belend ten westen Jan Garbrantsz Rood c.s. en ten oosten het dorp, alsmede nog twee stukjes land liggende buitendijk aan elkaar, genaamd de wester koogh en van jasper, groot tezamen 1 agele drie viertel 2 metjes, belend ten noorden Krijn Jansz erven c.s. en ten zuiden ? koge (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.172 d.d. 25.3.1688), koopt op 14.12.1688, dan wonende in de woude, van Hendrik Cornelisz Hornseboer, huisman in de bedijkte schermeer, en Jan Cornelisz Braak wonende in Grootschermer, als voogden over de kinderen van Claas Claasz Schippers en Marij Jacobs, mitsgaders Jacob Jacobsz Schram, een stuk land in de menningeweer genaamd kosterlant, groot 21 achlen, belend ten oosten Cornelis Jansz Piets en ten zuiden Nanningh Jacobsz (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.178 d.d. 14.12.1688), presenteert op 23.12.1697 te verkopen een huis en erf staande en liggende op de woude, belend ten zuiden Tamis Jansz en ten noorden de laen, alsmede een stuk land gelegen in menigweer genaamd de plaet, belend ten oosten Mr Cornelis Colleman en ten westen Jacob Melknap, alsmede een stuk land gelegen ald., groot omtrent 8 achlen, belend ten oosten Jacob Melknap en ten zuiden Oom Jan van de Oosterbuurt, alsmede een stuk land gelegen ald., belend ten zuiden de weduwe van zaliger Willem Sloten en ten westen Claas Vroom, alsmede een stuk land gelegen ald., groot 5 achlen, belend ten zuiden Claas Vooom en ten noorden de molensloot, alsmede een stuk land gelegen ald. genaamd costers, groot omtrent 21 aglen, belend ten zuiden en noorden Adrianus van der Meer, alsmede een stuk land gelegen ald., belend ten zuiden Sijmon Jacobsz Collis en ten nooorden Claas Vroom (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6334 scan 61 d.d. 23.12.1697), leent op 24.4.1703, dan wonende in de noordeindermeer, een bedrag van 100 gulden van Kornelis Maartensz Landhoek, wonende in de bedijkte schermeer, waarvoor hij een kavel land in de noordeindemeer nr. 18 gelegen naast de middelweg (moet zijn de aarhemmerweg) in onderpand geeft (RAA RA 6344, fol.5), leent op 8.3.1719, dan wonende in de noordeindermeer, een bedrag van 100 gulden van Pieter Kramer, secretaris en penningmeester van de noordeindermeer, waarvoor hij kavel nr. 18 in de noordeindermeer in onderpand geeft (RAA RA 6344, fol.12), is vader van Cornelis ged. Noordeinde (rk) 28.7.1686 (get. Trijn Crelis), is vader van Maertie ged. Noordeinde (rk) 22.9.1692 (get. Trijn), tr. Noordeinde (rk) 1.7.1685 met |
913 | Neeltje (Neel) Taams (Tames), dr. van Tames Jansz en Anna Michiels |
914 | Dirck Dircksen Velserboer, wonende in de Schermeer, broer van Bort Dircksz Velserboer en van Vrerick Dircksz Velserboer, zn. van Dirck Vrericksz Velserboer en Engeltje Borts (zij getuigt bij de doop van een van de kinderen van Bort Dircksz), is vader van Trijntie ged. Noordeinde (rk, thans statie De Rijp) 18.12.1685 (get. Guertie Ariaens), is vader van Maria ged. Noordeinde (rk) 13.3.1687 (get. Guertie Ariaens), is vader van Johanna ged. Noordeinde (rk) 26.7.1689 (get. Guertie Ariaens), is vader van Jannetje ged. Noordeinde (rk) 30.4.1692 (get. Guertie Ariaens), is vader van Engeltje ged. Noordeinde (rk) 12.4.1696 (get. Guertie), op 25.6.1715 wordt 1660 gulden ingebracht voor Engeltje en Claas Velserboer, weeskinderen van Dirck Dircksz Velserboer en Neeltje Claas, waarbij Jacob Collis en Bort Dirksz Velserboer als voogden optreden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6337 scan 8: Engeltje trouwt nadien met Jacob Kleijbroek), op 29.12.1715 compareren Bort Dirksz Velserboer en de heer Jacob Collis, voogden van vaders zijde, en Willem Leendertsz als administrerende voogd van moeders zijde, over Engeltje en Claas Dirksz Velserboer, minderjarige nagelaten kinderen van Dirk Velserboer en Neeltje Claas, dewelke verklaarden voor Jacob Cleijbroek, getrouwd met Engeltje, rekening te doen (ORA Zuid- wen Noord-Schermer 6339 scan 221 d.d. 29.12.1715; zie voorts ibid. scan 214 d.d. 11.12.1714 en ibid. scan 203 d.d. 10.1.1713 ), tr. Noordeinde (rk) 7.3.1683 (get. Floris Claessen, Maria Bokelmans, Gerritje Jans) met |
915 | Neeltie Klaas |
920 | Jan Roelofsz, belijdenis Beemster (nederd. geref.) 28.8.1686, wonende in 't wout ald. nabij Schermerhorn, begr. Beemster impost 12.11.1707, is vader van Vrederick Jansz alias van der Woude geb. ca. 1695, is vader van een zoon geb. ca. 1698 begr. Beemster impost 13.1.1702, is vader van een kind geb. 1699 begr. Beemster impost 15.10.1699, is vader van Claes Jansz ged. Beemster (nederd. geref.) 7.11.1700 begr. Beemster impost 8.12.1707, is vader van Cornelis Jansz alias van der Woude (kwartier 460), uit een eerder huwelijk van Jan Roelofsz een zoon Roelof Jansz, en een zoon Gerrit Jansz Gorter die tr. met Annetje Pieters Zijp (RAW ORA inv.4081 Weesboek Beemster nr.322 d.d. 6.12.1718), zn. van Roelof Janssen Hoveniers en Giele Lourissen, tr. (zie ook: RAW ORA inv.4081 Weesboek Beemster nr.189 d.d. 2.7.1709) met |
921 | Susanna Vrericx, belijdenis Beemster (nederd. geref.) 8.6.1695, begr. Beemster impost 16.11.1707 |
926 | Hendrick Jansz Sumhagen (Zumhagen), vanuit Tecklenburg met attestatie naar Ursem op 19.2.1681, vanuit Ursem met attestatie naar De Rijp op 7.5.1684, vervolgens terug naar Ursem 30.6.1685, vervolgens naar Driehuizen op 30.12.1685, bakker ald., diaken al. 1695, lidmaat ald. 1707 en 1710, koopt op 8.12.1700 van Jan Cornelisz Duijtseboer een stuk land in de banne van Graft bij de westdijk genaamd de dijckven groot 12 aglen (RAA RA 6444), tr. 1e met Anne Jans, dr. van Jan Sorg en Boltje (RAA RA 6325 d.d. 4.12.1726; Boltje was een zuster van Phlip Meut, overl. te Loenen, en een zuster van Philippe Kreijnen), tr. 2e voor 15.6.1692 (lidmatenboek Driehuizen) met |
927 | Wendeltje Gerrits, komend van Schermerhorn, lidmaat Driehuizen 1707, 1710 |
928 | Teunis Jansz Alblas, jongman van Langerak, otr. Goudriaan (nederd. geref.) 5.1.1704 met |
929 | Dirkje Thomas de Boo, ged. Goudriaan (nederd. geref.) 29.10.1677 (getuigen Theunis Woutersz en Neeltjen Wouters), dr. van Thomas Jansz de Boo en Theuntjen Wouters |
930 | Arij Jansz Kooij, ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 15.4.1708 (getuigen Goris Arens en Ariaentgen Goris), zn. van Jan Cornelisz Cooij en Aagje Goris den Ouden, op 21.7.1731 compareert Arij Jansz Kooij die bekent verkocht te hebben aan Cornelis Ghiele van Wensveen, inwoner van Nieuwerkerk aan den IJssel, Piter van der Vree en Cornelis Dircksz van der Toren, beide wonende te Zevenhuizen, een stuk veenland gelegen in de esse polder, strekkende van de dwarscade af west op tot het eigen van Jan de Jong toe, belend ten oosten Leendert Teunisz Bos en ten zuiden Jan Cooij, voor de som van 800 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.51 fol.152v d.d. 21.7.1731; voor de rentebrief zie ibid. fol.155 d.d. 21.7.1731), is vader van Jan ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 7.9.1730 (get. Ariaantje Jans Kooij), is vader van Johannis ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 22.3.1731 (get. Ariaantje Jans Kooij), is vader van Adriana ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 21.2.1734 (get. Anna Jans Kerkhof), tr. Nieuwerkerk aan den IJssel impost 26.2.1729 met |
931 | Grietje Kornelis Jongebreur (Jongebruer), ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 25.3.1714 (getuige Ariaantje Willems Jongebreur), dr. van Kornelis Arens Jongebreur en Ariaantje Jans Kerkhof |
932 | Cornelis Jacobsz Speck (Spek), zn. van Jacob Jansz Speck, is vader van Neeltje ged. Kolhorn (nederd. geref.) 18.8.1709, is vader van Trintje ged. Kolhorn (nederd. geref.) 23.12.1712, is vader van Jan ged. Kolhorn (nederd. geref.) 16.8.1716, op 12.1.1751 compareren Louris Spek, Pieter Bood de Waal getrouwd met Neeltje Cornelis Spek, beide wonende te Kolhorn, die zich sterk maken voor Jan Cornelis Spek en Sijmon Swemmer getrouwd met Trijn Cornelis Spek, kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader en moeder Cornelis Jacobsz Spek en Aarjen Jans, overleden op Kolhorn, die gezamenlijk verkopen voor een bedrag van 70 gulden aan Pieter Aarjens Maars, mede wonende op Kolhorn, een derde deel van een huis staande te Kolhorn op de horn, belend ten oosten Arien Maars en ten westen de weduwe van Jan Biersteker (ORA Barsingerhorn inv.5810 fol.38 d.d. 12.1.1751), tr. met |
933 | Aarjen (Aerjen) Jans Sentes (Sentis) |
934 | Claes Cornelisz Kaat (Kaet, Caat), koopt op 13.2.1720 voor een bedrag van 370 gulden van Cornelis Cornelisz Houdtman gehuwd met Hiltje Jans een half opstal van een huis waarvan de wederhelft toebehoort Claes Pietersz Engel gehuwd met Maertje Jans, staande in de hondebuert op Kolhorn, belend ten oosten Jacob Jansz Prosper en ten westen Cornelis Pietersz Buijs (ORA Barsingerhorn inv.5807 fol.67 d.d. 13.2.1720; deze koop is op 27.12.1720 tenietgedaan, waarbij Cornelis Houdtman aan Claes Cornelisz Kaet een bedrag van 36 gulden belooft te betalen, zie inv.5807 fol.147 d.d. 27.12.1720), op 26.8.1721 compareren Claes Cornelisz Kaet voor hemzelf, de voogden van de nagelaten minderjarige kinderen van Aeltje Cornelis tot Rotterdam overleden en geteeld bij Cornelis Jacobsz Tromp, Jacob Jacobsz Korffmaecker als last hebbende van Teunis Paulussen d'Jongh man van Maertje Cornelis, allen kinderen en erfgenamen van Cornelis Eijckis, te Kolhorn overleden, die gezamenlijk verkopen aan Dirck Fransz Dicx, wonende te Kolhorn, een stuk weiland gelegen in de schrinckaeghspolder, belend ten noorden en westen de koper (ORA Barsingerhorn inv.5807 fol.174 d.d. 26.8.1721), zij verkopen in die hoedanigheid op dezelfde dag aan Adriaen Aldertsz Schager en Willem Pietersz Bruijn, beide wonende te Kolhorn, twee aangrenzende stukjes weiland groot tezamen 3 geers 10 1/4 snees, gelegen in de schrinckaegspolder, belend ten westen Cornelis Hemmes erven en ten oosten Jan Adriaensz Staet (ORA Barsingerhorn inv.5807 fol.175 d.d. 26.8.1721), zij verkopen in die hoedanigheid op dezelfde dag aan Jan Adriaensz Biersteecker, wonende op Kolhorn, de helft in een stuk weiland, waarvan de wederhelft de koper toebehoort, groot in het geheel 5 geersen, gelegen in de neerkaeghspolder, belend ten oosten Willem Reijersz erven en ten noorden de dijksloodt (ORA Barsingerhorn inv.5807 fol.176 d.d. 26.8.1721), verklaart op 10.2.1728 schuldig te zijn aan Adriaen Prosper, wonende op Kolhorn, een som van 200 gulden, waaraan hij verbindt zijn huis staande op Kolhorn, belend ten oosten Guurt Garments en ten westen Jan Lourisz Bruijn en voorts zijn persoon en goederen, roerend en onroerend (ORA Barsingerhorn inv.5808 fol.5 d.d. 10.2.1728), op 21.2.1761 compareren Klaas Cornelisz Kaat gehuwd met Aagje Jans Boodt, Cornelis Jansz Prosper gehuwd met Anne Aerjens Prosper, Jacob Aarjensz Prosper, alle wonende op Kolhorn, en nog Dirk Stuurman gehuwd met Lijsbet Pieters Boodt wonende te Schagen, gezamenlijk erfgenamen van Zijmon Jansz Boodt, overleden op Kolhorn, die verkopen aan Pieter Adriaansz en Pieter en Jan Zijmons Kok, mede op Kolhorn woonachtig, een huis en erf genaamd de baan, staande en gelegen achter de nieuwe streek, belend ten zuiden de werf van Aldert Reijndertsz en ten zuidoosten Louris Quast (ORA Barsingerhorn inv.5810 d.d. 21.2.1761), is vader van Neeltje ged. Kolhorn (nederd. geref.) 18.9.1718, is vader van Jongetrijn ged. Kolhorn (nederd. geref.) 17.12.1720, tr. met |
935 | Aechje Jans Bood |
936 | Claes Pietersz Gem, jongman van Hoorn wonende in de vijselstraet, ged. Hoorn (nederd. geref.) 19.11.1688 (getuige Grietje Pieters), zn. van Pieter Gerbrantsz en Dieuwertje Pieters, is vader van Pieter ged. Hoorn (nederd. geref.) 14.5.1713, is vader van Diewertje ged. Hoorn (nederd. geref.) 6.9.1714, is vader van Jacob ged. Hoorn (nederd. geref.) 17.7.1718 (get. Diewertje Pieters), is vader van Jannetje ged. Hoorn (nederd. geref.) 12.8.1721, otr. Hoorn (nederd. geref.) 16.7.1712, tr. ald. (nederd. geref.) 31.7.1712 met |
937 | Maretje (Marijtje, Maritje) Juriaans (Juriaens), jongedochter van Hoorn wonende in de vijselstraet |
938 | Jan Willemsz Keijser (Kaiser, Kaijser), jongman van Hoorn wonende op ’t zant, zn. van Willem Jansz Kaijser en Meijnuwtje Andries, is vader van Sijtje ged. Hoorn (nederd. geref.) 17.11.1716, is vader van Sijtje ged. Hoorn (nederd. geref.) 10.7.1718, is vader van Meijnuwtje ged. Hoorn (nederd. geref.) 26.10.1721 (get. Antje Willems), is vader van Grietje ged. Hoorn (nederd. geref.) 30.11.1723 (get. Antje Willems), is vader van Antje ged. Hoorn (nederd. geref.) 14.4.1726 (get. Antje Willems), is vader van Antje ged. Hoorn (nederd. geref.) 5.11.1730 (get. Antje Willems), otr. Hoorn (nederd. geref., hij geassisteerd door Meijnuwtje Andries, zij geassisteerd door Arij Willems) 27.4.1715, tr. ald. (nederd. geref.) 12.5.1715 met |
939 | Trijntje Abrams (Abrahams), jongedochter van Hoorn aan de peerdesteeg, belijdenis ald. (nederd. geref.) 7.12.1712 |
940 | Jacob Claesz (Claasz, Klaasz) Geusebroek, jongman van Hoorn wonende op de zeedijk, otr. Hoorn (nederd. geref.) 22.5.1700, tr. ald. (nederd. geref.) 6.6.1700 met |
941 | Trijntje (Trijn) Jans, weduwe van Hoorn wonende op de zeedijk |
942 | Lammert Hermensz (Hermansz, Hendriksz) Vroom, jongman van Hoorn aan de oosterkerksteegh, ged. Hoorn (nederd. geref.) 29.4.1668, zn. van Hermen Arents en Luijdu Lammers, otr. Hoorn (nederd. geref.) 28.11.1693, tr. ald. (nederd. geref.) 13.12.1693 met |
943 | Bregje (Breghje, Brechje) Tames (Taenmans, Taanman), jongedochter van Hoorn wonende in de melcknapsteegh, ged. Hoorn (nederd. geref.) 20.9.1671, dr. van Tames Jacobsz en Baefje Pieters |
946 | Claes Jansz van Bergen, ged. Jisp (nederd. geref.) 21.3.1649 (getuige Anne Tijs), zn. van Jan Pietersz van Bergen, tr. Jisp (nederd. geref.) 5.8.1668 met |
947 | Neel Pieters |
948 | Cornelis Cornelisz Swan alias Wagenaar, op 24.2.1730 verdelen Frans Pietersz Schouw, gehuwd met Maretje Cornelis Wagenaar, wonende te Oostzaandam, en Cornelis Cornelisz Wagenaar, wonende te Neck, het nagelaten goed van Cornelis Wagenaar en Grietje Coupri, beiden overleden te Oostzaandam, waarbij Frans Pietersz ten beurt valt de helft van een huis en erf waarvan de andere helft toebehoort aan Jacob Poulusz tot Hoorn, staande en gelegen te Oostzaandam op het france pat aan de noordzijde in de lelij, belend ten oosten IJsak Splinter en ten westen Jacob Poulusz, en waarbij Cornelis Cornelisz Wagenaar ten beurt valt een bedrag van 250 gulden (ONA Zaandam inv.5923 fol.51 d.d. 24.2.1730), tr. (testament zie ONA Zaandam inv.5857 d.d. 13.10.1718) met |
949 | Grietje Jans Coupri (Komprie), begr. Oostzaandam (nederd. geref.) 21.2.1730, dr. van Jan Isaacsz Coupri en Marij Pieters, belijdenis Westzaandam (nederd. geref.) 8.12.1686 (dan wonende aan het silverpadt), met attestatie naar Oostzaandam (nederd. geref.) 20.3.1695 |
954 | Frantz (Frans) Hendrichsen (Hendriks), eerst wonende in de Beemster en bij zijn huwelijk te Purmerend, vermeld in het ev. luth. lidmatenregister Purmerend anno 1709, otr. Purmerend (gerecht) 23.5.1705, tr. ald. 7.6.1705 met |
955 | Marika Dirks, jongedochter van Purmerend |
956 | Gerrit (Gerrid) Faesz, ged. Jisp (nederd. geref.) 25.5.1676 (getuige Aefke de Plackerts), zn. van Faes Gerrits en Jannetien Jans, tr. Jisp 14.10.1700 met |
957 | Jannetje Frericks (Vrericks), jongedochter van Wormer |
958 | Sijmon Andriesz, ged. Jisp (nederd. geref.) 24.1.1675 (getuige Aecht Andries), zn. van Andries Arentsz en Lijntien Lamberts, tr. Jisp 18.1.1699 met |
959 | Lijsje (Lijsjen) Gerrits (Gerts), ged. Jisp (nederd. geref.) 4.8.1680 (getuige Anna Jans), dr. van Gerrit (Gert) Pouwelsz Molenaer (de Molenaer), de moeder is vermoedelijk Aagte Kornelis |
960 | Cornelis Willemsz van 't Hoff alias Bolle, wonende in Assendelft, verkoopt op 10.1.1727 aan Pieter Gijsbertsz vant Hoff een stuk land genaamd de twee mad in arent jan cillen weer groot 959 roeden, belend ten noordoosten Aagt Jans vant Veer zuidwesten Jan Gerritsz IJff, alsmede de buijtendijk over gerrities ven groot 125 roeden, alsmede de uijtterdijk over ouw beerten weer groot 155 en een halve roeden, alsmede de uijtterdijk over ouwe jans weer in 4 delen groot 39 roeden, voor een totaalbedrag van 500 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 10.1.1727), impost begr. ald. 22.3.1737, zn. van Willem Pietersz van 't Hoff, impost tr. Assendelft 11.4.1698 met |
961 | Griet Jans |
962 | Dirk Jansz de Graaff alias Spieringh, wonende te Nauerna, koopt in 1714 een huis en erf aldaar van de erfgenamen van Gerrit Jansz Vis (GAZ RA 2017, fol.45v), begr. Assendelft impost 17.2.1715 (aangifte Cornelis Willemsz), zn. van Jan Gerritsz de Graeff, tr. Assendelft impost 22.5.1700 met |
963 | Dieuwer Willems |
968 | Klaas Baartsz Hos, jongman van de krabbelbuurt in Westzaan, ged. Westzaan (nederd. geref.) 17.6.1668 (get. Aafje Jans), zn. van Baart Ariaansz Hos en Marij Pieters, is vader van Maritje ged. Westzaan (nederd. geref.) 12.5.1697 (get. Maritje Baarts), is vader van Impje ged. Westzaan (nederd. geref.) 12.7.1699 (get. Neltje Pieters), is vader van Aaltje ged. Westzaan (nederd. geref.) 25.9.1701 (get. Maritje Baarts), is vader van Baart ged. Westzaan (nederd. geref.) 23.1.1704 (get. Jannitje Jans, moeder vermeld als Trijntje Jans), is vader van Pieter ged. Westzaan (nederd. geref.) 24.10.1706 (get. Neltje Pieters), is vader van Aarjan ged. Westzaan (nederd. geref.) 27.1.1709 (get. Maritje Baarts), is vader van Abraham ged. Westzaan (nederd. geref.) 13.3.1712 (get. Maritje Baarts), koopt op 25.2.1700 van de erfgenamen van Cornelis Gerretsz Tijm?, wonende te Westzaan, 5 akkertjes land liggende naast elkaar en belend ten noorden en ten zuiden Maijndert Pietersz Salm, alsmede nog een akkertje gelegen ald. belend ten noorden Trijn Gorters en ten zuiden Aaf Jans Groeneboom, tezamen groot 598 roe voor een bedrag van 115 gulden (RA Westzaan inv.1592 fol.116v d.d. 25.2.1700; onzeker ivm jongere, gelijknamige broer), koopt op 24.4.1704 van Heijndrik Pietersz Croon, voor zichzelf, alsmede Garmet Cornelisz Croon en Fredrik Cornelisz Boij als voogden over de onmondige kinderen van Pieter Cornelisz Croon, een huis en erf staande en gelegen te Westzaan op t weijver belend ten oosten Aaltje Cornelis Reijersen en ten westen de weduwe van Maarte Gerrets Tromp en dat voor de som van 500 gulden (RA Westzaan inv.1593 fol.16 d.d. 24.4.1704; onzeker, als voren), koopt op 12.2.1705 van Jan Cornelisz Groot drie naast elkaar liggende streepjes land op en over de watering en groot tezamen 449 roe en belend ten zuiden Claes Jacobsz Singer en ten noorden burgemeester Dirk Jansz Ouwerijk voor een bedrag van 39 gulden (RA Westzaan inv.1593 fol.65 d.d. 12.2.1705; onzeker, als voren), tr. Westzaan (nederd. geref.) 12.8.1696 met |
969 | Trijn Pieters, jongedochter van het zuideinde van Westzaan, ged. Westzaan (nederd. geref.) 3.2.1669 (get. Baafje Dircks), dr. van Pieter Dircksz en Immetje Claas |
970 | Gerrit Havicksz (Havixsz), wonende in Assendelft, begr. Assendelft impost 12.12.1709 (aangifte door Dirk Jacobsz), zn. van Havick Claesz (filiatie blijkt uit: GAZ, Liggers van verponding van Assendelft, inv.4, ’t Nes- en het Woudvierendeel, 1684, 1711), tr. Assendelft impost 24.2.1707 met |
971 | Duijfje Cornelis, begr. Assendelft impost 6.11.1707 (aangifte door Barent Pietersz) |
972 | Maarten Pietersz Oot, wonende in Assendelft, verkoopt op 16.5.1727 tezamen met Lourus Cornelisz Tijt voor hunzelf en voor de meerdere erfgenamen van Claes Claesz Oot aan Maarten Claasz Schoon een stuk land genaamd de waslik van bardesius groot 256 roeden, alsmede de waslijk groot 1316 roeden, belend ten noorden Heijn Bolle ten zuiden Cornelis van Sanen, voor een bedrag van 1120 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 16.5.1727), verkoopt in die hoedanigheid op 16.5.1727 aan de weduwe van Allert Cornelisz Tijt een stuk land genaamd de hem achter claas jacobz groot 868 roeden belend ten noordoosten Niesje Engels ten zuidwesten de kinderen van Willem Cornelisz de Lange, alsmede de groote corte camp heijnningen in bieren weer groot 274 roeden, alsmede de helft in drie akkers in neel baars weer groot 161 roeden, alsmede ’t ackertje in maarten jans weer groot 120 roeden, alsmede beijls camp in t dam weer groot 147 roeden, aslmede de twee ackers in t dam weer groot 98 roeden, alsmede t smalle akkertje in t dam weer groot 62 roeden, alsmede de omloop met het tuijntje in t dam weer groot 180 roeden, voor een bedrag van 50 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 16.5.1727), verkoopt in die hoedanigheid op 16.5.1727 aan Jan Gerritsz IJf een stuk land genaamd de kleijne bree hem groot 590 roeden belend ten zuidoosten Pieter Dolleman ten noordwesten de koper zelf, voor een bedrag van 55 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 16.5.1727), verkoopt in die hoedanigheid op 16.5.1727 aan Jakob Cornelisz Bout een stuk land genaamd de cleijne stickel groot 238 roeden belend ten noordoosten de koper zelf ten zuidwesten de kinderen van Klok, alsmede de croft op de horn sloot groot 86 roeden belend ten noordoosten de koper zelf ten zuidwesten de kinderen van Klok, alsmede de drie stalle in roelen weer groot 312 roeden belend ten noordoosten Aagt Willems ten zuidwesten Jan Lourusz, voor een bedrag van 28 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 16.5.1727), verkoopt in die hoedanigheid op 16.5.1727 aan Jan IJsacksz Peet stolp lant en de hemme groot 671 roeden belend ten noorden Claas Tijsen ten zuiden de koper zelf, voor een bedrag van 82 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 16.5.1727), begr. Assendelft impost 10.6.1727, zn. van Pieter Claasz Oot en Trijn Maartens Banck, tr. Assendelft gerecht 25.6.1711 met |
973 | Trijntje Pieters Bruijn, koopt op 13.2.1728 het huis van haar schoonmoeder Trijn Maartens Banck (GAZ RA 2018, fol.84) gelegen in het zuideinde van Assendelft, belend ten noordoosten het land van Claas Molenaar en ten zuidwesten het land van Aris Jaspersz, voor een bedrag van 300 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 13.2.1728), verkoopt op 7.5.1728 aan Pietertje Cornelis Ses een huis en erf in het zuideinde, belend ten noordoosten de weduwe van Jan Gerritsz Veenes en ten zuidwesten het land van Grootzant, voor een bedrag van 625 gulden (GAZ RA 2018 fol.89 d.d. 7.5.1728), koopt op 19.6.1729 van Willem Willemsz vant Hoff, Jakob Claasz Poel als armvoogden, en Dirk Maartsz Schoon als wettelijke gestelde voogd van Jan en Aagje Jans een huis en erf staande in het zuideinde van Assendelft, belend ten noordoosten Cornelis Pietersz Tavenier en ten zuidwesten de erfgenamen van Pieterje Cornelis Ses, voor een bedrag van 110 gulden (RA Assendelft inv.2018 d.d. 19.6.1729), begr. Assendelft impost 24.4.1755, dr. van Pieter Dirksz Bruijn |
976 | Frederik (Fredrik, Vredrik, Vrerick) IJdesz (IJdessen, IJde, Ides) Blocker, ged. De Rijp (nederd. geref.) 22.12.1675, zn. van Ide Vreeriksz en Liisbet Jans (wonende in de Beemster), koopt op 26.4.1710 (dan wonende in de Beemster) in De Rijp voor een bedrag van 225 gulden van de weesvaders van het mennonieten weeshuis in De Rijp een huis en erf aan de regtestraat richting het oosteinde en belend ten oosten Griet Willems ten westen over een gemeen pad Michiel Willemsz ten noorden de straat en ten zuiden de sloot (ORA De Rijp inv.6378 d.d. 26.4.1710), koopt op 18.3.1719 van Maartje Jacobs 1/4 deel van de gang liggende tussen het huis van Michiel Willemsz en het huis van de koper (ORA De Rijp inv.6379 d.d. 18.3.1719), verkoopt op 20.1.1723 aan Adriaan Buijsman, regerend schepen te Schermerhorn, een akker binnendijks land groot 1 aglen 1 viertel 3 metjes, belend ten zuiden en oosten de koper (RA Schermerhorn inv.6311 d.d. 20.1.1723), koopt op 6.5.1724 voor een bedrag van 225 gulden van de weesvaders van het mennonieten weeshuis en uit dien hoofde erfgenamen van Jan Hou een huis en erf aan de regtestraat beoosten de dam belend ten oosten over de gang Aris Willemsz Gorter ten westen Cornelis Poulisz Swart ten zuiden de sloot (ORA De Rijp inv.6380 d.d. 6.5.1724), koopt op 27.5.1730 van de erfgenamen van Maartje Wits een geabandonneerd huis en erf gelegen op de lievelandsbuurt op het westeinde belend ten westen de boomgaard van Cornelis Willemsz Bek (ORA De Rijp inv.6380 d.d. 27.5.1730), verkoopt op 23.3.1731 [onduidelijk aan wie] een stukje land in binnendijk genaamd de omloop, groot 7 aglen 1 viertel 2 metjes, belend ten westen Claas Drijverman en ten zuiden Pieter Keetman, alsmede een stukje genaamd begijn acker, mede ald., groot 3 viertel 1 1/2 metjen, belend ten uiden Jan Olij voor een bedrag van 280 gulden (RA Schermerhorn inv.6311 d.d. 23.3.1731), verkoopt op 3.5.1732 een huis en erf aan de noordzijde van de regtestraat benoorden de til (ORA De Rijp inv.6381 d.d. 3.5.1732), verkoopt op 10.2.1735 het in 1710/1719 verworven bezit aan de regtestraat (ORA De Rijp inv.6381 d.d. 10.2.1735), nadien wonende te ’s-Graveland, huurt op 15.10.1736 een boerenhuis, bouwhuis c.a. en 3 kampen weiland vallende onder de plaats Berensteijn, en 3 morgen hooiland aan de loodijk (gesitueerd tussen de Ankeveense plassen en Bussum) van Jan van Strijen wonende in Utrecht (UA U160a013, akte 47), is vader van Antje ged. Schermerhorn (nederd. geref.) 10.8.1704, is vader van Timon ged. Schermerhorn (nederd. geref.) 19.11.1705, is vader van Jan ged. Schermerhorn (nederd. geref.). 12.6.1707, is vader van IJde ged. Beemster (nederd. geref.) 25.11.1708, is vader van Willem ged. Beemster (nederd. geref.) 2.3.1710 (vader wonende in de kilmolen), is vader van Antje ged. Beemster (nederd. geref.) 19.10.1711 (in de kilmolen), is vader van Cornelis ged. Beemster (nederd. geref.) 21.1.1714 (in de kilmolen), is vader van Grietje ged. Beemster (nederd. geref.) 1.12.1715 (in de kilmolen), tr. Graft (huw.procl.) 4.6.1707 (hij bijgestaan door zijn zwager Samuel Tijmons jongman tot de Rijp, zij bijgestaan door Dirck Pietersz Mol) met Maartjen Dirks, jongedochter tot Graft, tr. De Rijp (nederd. geref.) 23.12.1731 (hij is dan weduwnaar en zij weduwe) met Baafje (Baefje, Bafjen) Jans, ged. Oostknollendam (nederd. geref.) 12.3.1690 (get. Sijtje Jans), dr. van Jan Willemsz de Jager en Antje, met attestatie van 's-Graveland naar Wormer nederd. geref. 25.12.1739, met attestatie van Wormer naar De Rijp (nederd. geref.) 25.9.1740, zij verkoopt op 31.12.1740 het voormelde huis aan de lievelandsbuurt (ORA De Rijp inv.6381 d.d. 31.12.1740), haar erfgenamen (haar broer Willem Jansz Jager en Pieter Pietersz Kok getrouwd met haar zuster Grietje Jans Jager) verkopen op 23.4.1746 het voormelde huis aan de regtestraat beoosten de dam (ORA De Rijp inv.6382 d.d. 23.4.1746), tr. Schermerhorn (nederd. geref.) 9.9.1703 (hij is dan weduwnaar te Schermerhorn, zij jongedochter uit De Rijp, hun huwelijk met attestatie van De Rijp nederd. geref.) met |
977 | Antje (Anna, Anne, Annetje) Timons (Tijmens), ged. Beemster (nederd. geref.) 18.8.1675 (ouders wonende aan de ringdijck bij 't spijkerboor), dr. van Tijmon Jansz Blocker en Grietje Samuels |
978 | Nicolaes (Claes, Klaes) Helderman alias meester Claes, ged. Breda (nederd. geref.) 16.8.1679 (getuigen Frans Heldermans en Cornelia van Vechelen), zn. van Reijnier Helderman en Digna van Vechelen, chirurgijn te Akersloot, schepen ald. 1713/14/16/17, wonende ald. in de kerkbuurt (verponding Akersloot 1732), koopt op 4.1.1704 een bevaren jachtschuit van jachtschipper Aeriaen Wullemsz Backer (ORA Akersloot inv.118 fol.452v d.d. 4.1.1704), verkoopt op 30.5.1704 als zoon en enige erfgenaam van Reijnier Helderman aan Laurens Cornelisz van Eijck een behuizing in Alphen bij Zwammerdam, strekkend van de hoge rijndijk tot aan de rijn (SARM, protocollen Alphen 1700-1707 inv.27 fol.143v), koopt op 23.9.1704 van de curateurs over de desolate boedel van wijlen Klaes Blaeuw, de gerechte helft in een akker saijlant gelegen bij vierhuijsen, gemeen met Odewijn Dircksz, groot in het geheel 75 roeden, belend ten zuiden Baligie Aerians en ten nooorden Pieter Lagger (ORA Akersloot in.118 fol.466v d.d. 23.9.1704), koopt op 20.2.1705 van Jan Klaese Steeman, wonende te West-Graftdijk, als voogd over de boedel van wijlen Cornelis Reijersz en Trijn Kles, gewezen echtelieden, twee huizen met erf in de noordt kerckbuurt te Akersloot, het erf groot 57 roeden, belend ten oosten de gemene wegh, ten zuiden 't voetpadt van 't gemene dorpshuis, ten westen het dorpshuijs en ten noorden de stedtlaen (ORA Akersloot inv.118 fol.468 d.d. 20.2.1705), verkoopt op 1.2.1705 voor een bedrag van 60 gulden aan Jan Maertensz Kraavoet, wonende te Hoorn, een huis en erf in de suijder kerckbuiert, belend met de gemene wegh ten oosten, Gerrit Dam ten westen, Odewijn Dircxksz ten westen en Aerian Kluijt ten noorden (ORA Akersloot inv.118 fol.468v d.d. 1.2.1705), impost begr. Akersloot 24.1.1733, tr. met |
979 | Trijntje Matthijs, dr. van Mattheus Surgijn, verkoopt op 9.2.1735 als weduwe van wijlen Nicolaas Helderman voor een bedrag van 225 gulden aan Casper van der Veen, Mr chirurgijn en ledezetter te Akersloot, een huis en een chirurgijnswinkel, staande en gelegen te Akersloot in de kerkbuurt, belend ten oosten de gemene weg, ten zuiden het predikantshuis en erf, ten westen het erf groot 50 roeden (ORA Akersloot inv.120 fol.23 d.d. 9.2.1735) |
980 | Claes Dircksz Admiraal alias Claes IJffies, jongman van de zuidervaart in de schermeer, ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 4.11.1665, zn. van Dirck Arentsz Admiraal en Iefje Claas, molenaar op de zuidervaart, is vader van Maertien ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 3.12.1690, is vader van Dirck ged. Zuidschermer (neder. geref.) 12.10.1693, is vader van Lijsbet ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 27.6.1694, is vader van IJffien ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 20.1.1697, is vader van Dirk ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 5.7.1699, is vader van Joost ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 13.11.1701, is vader van Cornelis ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 26.12.1704, otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 5.2.1690, tr. ald. (nederd. geref.) 19.2.1690 met |
981 | Aefien Joosten, jongedochter van Noordschermer |
982 | Pieter Jansz Oliwaijer (Olijwaijer, Oleweijer, Oolewaijer), jongman van Koedijk, impost begr. Koedijk 30.4.1715 (aangifte door Dirck Pietersz), zn. van Jan Pietersz Oleweijer en Maertje Cornelis, is vader van Guijrtje ged. Koedijk (nederd. geref.) 30.1.1701, is vader van Cornelis ged. Koedijk (nederd. geref.) 8.7.1703, is vader van Jan ged. Koedijk (nederd. geref.) 20.9.1705, is vader van Trijntje ged. Koedijk (nederd. geref.) 19.9.1706, is vader van Trijntje ged. Koedijk (nederd. geref.) 1.1.1709, is vader van een kind ged. Koedijk (nederd. geref.) 1.2.1711, is vader van Cornelis ged. Koedijk (nederd. geref.) 19.8.1714, is vader van Pieter ged. Koedijk (nederd. geref.) 3.11.1715 (de vader reeds overleden), tr. Koedijk (nederd. geref.) 11.4.1700 (testament ONA Alkmaar inv.379 akte 170 d.d. 26.8.1713) met |
983 | Maartje (Marijtje) Pieters, jongedochter van Koedijk, bepaalt op 28.4.1744 bij testamentaire dispositie, dan wonende in het zuideinde van Koedijk en te bed liggende, dat haar zoon Cornelis Pietersz Olijwaijer zal erven het huis, erf en werf waar zij thans op woont, met het stukje land daaraan en benoorden gelegen, mits dat Cornelis tot zijn last zal nemen alle achterstallige verpondingen, ongelden en verdere onkosten die daarop verschuldigd zouden mogen zijn, en dat hij na haar overlijden aan zijn zusters Guurtje en Trijntje ieder 150 gulden zal geven, en voorts na haar overlijden zal mogen genieten het vruchtgebruik uit twee akkers zaadland die zij bezit, en zulks tot een beloning van de getrouwe diensten, ondersteuning en hulp die hij aan haar betoond en bewezen heeft gehad (ONA Alkmaar inv.564 d.d. 28.4.1744) |
984 | Thijs (Tijs) Gerritsz Stadegaart (Stadigaart, Stategaert, Stadegaer), afkomstig van Egmond aan Zee, begr. Akersloot impost 28.3.1743, zn. van Gerrit Maertensz, schipper op fluitschip apostel petrus (ONA Amsterdam inv.6814 akte 607702 d.d. 23.9.1715), verklaart op 25.3.1716 dat hij en het verdere scheepsvolk met het voornoemde schip in oktober en november 1715 tot Koningsbergen in der Pillauw hun lading hebben ingenomen, bestaande in een partij gerst, een partij rogge, 3 partijen orten gestort, 2 partijen orten in zakken en voorts houten bacx, en vervolgens tijdens de terugreis rond Texel vertraging hebben opgelopen vanwege storm en ijsgang (ONA Amsterdam inv.6816 akte 644218 d.d. 25.3.1716), laat op 22.3.1718 enkele personen een getuigenis afleggen inzake een reis gemaakt met het voornoemde schip, waar zij in januari van dat jaar in Bordeaux hun lading hebben ingenomen, bestaande uit wijn, brandewijn en siroop, waarna zij op de terugreis op 3 februari in de buurt van Plymouth door slecht weer vertraging hebben opgelopen (ONA Amsterdam inv.6826B akte 603362 d.d. 22.3.1718), legt op 17.6.1720 een verklaring af in verband met een lading zout afkomstig uit Corsica die vervolgens is gelost in Riga (ONA Amsterdam inv.9292 akte 56533 d.d. 17.6.1720), koopt op 8.3.1722 voor een bedrag van 400 gulden van Trijntje Cornelis en Belijtje Cornelis, voor henzelf alsmede voor hun zuster Willempje Cornelis, oomzeggers van de koper, de helft in een huis en erf, zijnde een bierstal, staande en gelegen te Eghmond aan Zee, belend ten oosten Cornelis Volckertsz de Geus, ten zuiden de heerewegh, ten westen Aldert Pietersz Glas en ten noorden de noorderstraat (ORA Egmond aan Zee inv.2064 inv.152v d.d. 8.3.1722), koopt op 23.10.1722 voor een bedrag van 90 gulden van Jan de Graaff, wonende te Akersloot, een huis en erf staande en liggende in de kerkbuurt te Akersloot, het erf groot omtrent 21 roeden, belend ten noorden de koper zelf en ten zuiden Jan Bakker (ORA Akersloot inv.119 d.d. 23.10.1722) dat hij in 1733 verhuurt (verponding Akersloot 1732), koopt op 20.8.1723 voor een bedrag van 100 gulden van Jan Bakker een stukje land groot 48 roe, zijnde de noordzijde van een tuin, belend de verkoper ten zuiden en de koper ten noorden (ORA Akersloot inv.119 fol.109 d.d. 20.8.1723), verkoopt op 19.10.1723 voor een bedrag van 113 gulden aan Pieter van der Horst een stuk land genaamd lieffoogh groot 324 roe en liggende in het kijffpolder, belend ten zuiden Jan Nierop en ten noorden Jacob Slicker (ORA Akersloot inv.119 d.d. 19.10.1723), koopt op 18.3.1725 voor een bedrag van 125 gulden van Claas Pietersz Backer, wonende te Akersloot, een huis en erf op de waterzij, belend ten noorden Jan Zijmonsz en ten zuiden Maartje Remme (ORA Akersloot inv.119 d.d. 18.3.1725) en dat hij op 4.5.1740 verkoopt aan schout Willem Schermer (RAA RA 120), koopt op 16.5.1727 voor een bedrag van 58 gulden van Govert Ariensz Coningh, wonende aan de akerslootersluijs een stuk weiland groot 1302 roe in de groote polder op de waterzij, belend ten noorden de kerkmeer en ten zuiden Jan Nierop (ORA Akersloot inv.119 fol.167v d.d. 16.5.1727), verkoopt op 4.5.1740, zich sterk makende voor zijn zoon Dirk Tijsen, voor een bedrag van 125 gulden aan Willem Schermer, schout te Akersloot, een huis en erf, staande en gelegen aan de waterzij, belend Jan Sijmonsz Aker ten noorden en Neeltje Klaas Groot ten zuiden (ORA Akersloot inv.120 d.d. 4.5.1740), laat op 17.3.1742 testamentair vastleggen dat zijn zoon Dirk Stadegaard zijn legitieme portie zal toekomen, op voorwaarde dat Dirk binnen zes weken na het overlijden van diens vader zich notarieel of gerechtelijk kwam te verklaren dat hij ten voordeel van zijn kinderen en bij gebreke daarvan van Antie en Claartie Sluijs van zijn recht tot legitieme portie afstaat en tevreden is dat hem jaarlijks door de executeur in plaats van de legitieme portie zal worden uitgekeerd de zuivere renten en vruchten die naar betaling van alle ordinaire en extraordinaire kosten en onderhoud van de gehele nalatenschap van zijn vader jaarlijks zullen overschieten, zijn leven lang, en mocht Dirk zonder kind of kinderen komen te overlijden, aan Willempje en Belitie Cornelis Stategaert ieder een som van 150 gulden zal toekomen, en stellende tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen Jacob de Vos, Dirk Blom en Pieter Kapiteijn (ONA Alkmaar inv.457 akte 60 d.d. 17.3.1742), is vader van Jan ged. Akersloot (rk) 23.2.1698 (get. Neeltje Cornelis), is vader van Gerrit ged. Akersloot (rk) 22.3.1700 (get. Annetje Gerrits), is vader van Dirk ged. Akersloot (rk) 26.6.1702 (get. Cornelis Jansz Sluijs), is vader van Maria ged. Akersloot (rk) 1.2.1704 (get. Antje Cornelis), is vader van Maria ged. Akersloot (rk) 14.7.1705 (get. Antje Cornelis), tr. Akersloot (rk) 1.11.1695 met |
985 | Ariaantje Jans Sluijs, ged. Akersloot (kath.) 17.1.1673, begr. Akersloot impost 20.4.1736, dr. van Jan Jacobsz Sluijs en Neeltje Cornelis |
988 | Jan Cornelisz Duijtscheboer (Duijtseboer), bekent op 6.4.1691, dan wonende in Driehuizen, een schuld van 500 gulden aan Jan Cornelisz Berckhout, waaraan hij verbindt een stuk land groot 6 morgen gelegen in de schermeer in de letter L, belend ten westen de heer Pauw, ten zuiden de blockermolens en ten noorden de driehuizerweg, alsmede zijn persoon (RA Schermeer inv.6358 fol.34v d.d. 6.4.1691), verkoopt op 31.3.1692 samen met zijn zwager Willem van der Sluis te Driehuizen aan Jacob Reijersz Houtkooper tot West-Graftdijk een stuk land genaamd de hobbeweijt, groot 647 roeden en gelegen in de kooger polder, belend ten noorden en oosten Reijer Teunisz, ten zuiden de polderdijjck en ten westen Teunis Cornelisz (ORA Akersloot inv.116 fol.122v d.d. 31.3.1692), is oom matrinel en voogd over de kinderen van zaliger Pieter Jacobsz Kollis en Aafje Cornelis, indertijd echtelieden in de bedijkte Schermeer (RAA RA 6339, 5.2.1694 en 30.8.1695), presenteert op 16.1.1693 te verkopen een stuk land liggende in de banne van Graft, genaamd knoffel, groot omtrent 22 aglen, belend ten noorden Pieter Claesz Bloothooft, ten oosten Willem Cornelisz van der Sluijs en ten zuiden kopjes kerksloot (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6334 scan 38 d.d. 16.1.1693), koopt op 5.4.1698 van Jan Maartensz Koster wonende in de Schermeer, geassisteerd met Mr Leendert Kollis wonende op de laenhuijsen een huis en erf staande en liggende op de laenhuijsen, belend ten westen Jan Claesz en ten oosten en noorden de vaersloot, welk huis en erf laatst toebehoord hebben aan de kinderen en erfgenamen van Cornelis Jacobsz (RA Schermerhorn inv.6309 fol.254v d.d. 5.4.1698), verkoopt op 8.12.1700 aan Willem Cornelisz van der Sluijs, baastimmerman in de schermeer, een stuk land in de banne van Graft bij de Westdijk genaamd de knoffel groot 10 aglen en aan Heijndrick Jansz Sumhagen, bakker te Driehuizen, een stuk land in de banne van Graft bij de westdijk genaamd de dijkkamp groot 12 aglen (RAA RA 6444), zn. van Cornelis Jansz Duijtscheboer en Aafien Cornelis, otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 16.1.1689, doen samen belijdenis Driehuizen (nederd. geref.) 5.6.1689, met |
989 | Trijn Dirks, jongedochter van West-Graftdijk, op 23.3.1710 met haar man met attestatie vertrokken naar Grootschermer (lidmatenboek Driehuizen) |
990 | Arien (Aarjen) Jansz Vlaanderen (Vlanderen) alias Smit, zn. van Jan Dirksz Vlanderen en Anna Adriaans, onderwijzer aan de Zuidervaart in de schermeer nabij de brug naar Driehuizen (Waterschap Schermeer inv.4 d.d. 2.10.1694: in plaats van Mr Jan Vlaanderen tot schoolmeester in de zuidschermeer bij provisie en tot de grote rekening aangesteld diens zoon Arien Jansz), veehouder ald., ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 1.1.1675, attestatie 20.3.1695, vermeld in de lidmatenlijst van 1707/10/18 te Zuidschermer, impost begr. Akersloot 4.6.1748 (zie ook Waterschap Schermeer inv.10 d.d. 13.6.1748: Dirk Ariaansze Smitt verzoekt wegens het overlijden van zijn vader Arien Jansze Smitt, in leven schoolmeester aan de driehuiserbrugh, dezelfde school en kerkdienst ald. bij provisie tot de aanstaande rekening met en benevens Pieter Jansze Quantes, zoon van de schoolmeester aan de oterleeker brugge, te mogen continueren en aanhouden, waarmede akkoord), koopt op 16.5.1711 samen met Jacob Pietersz Swaen van de erfgenamen van Neeltje Jans Blois een huismanswoning met 13 morgen 349 roeden weiland in de schermeer aan de zuidervaart in de letter K nr. 19, alsmede vier morgen 592 roeden goed veenland in de letter L nr. 18 met een stuk daaraan gelegen in de blockers blok A (RAA RA 6350), is voogd over het nagelaten kind van Jan Jansz Boon en Brecht Jans (RAA RA 6340, 12.3.1720), koopt op 21.12.1726 van Jacob Jansz Krijn gehuwd met Trijntie Gijsbertsz Dubbelt, weduwe van Pieter Jacobsz van Grol, de helft in een kavel land in de schermeer in de letter A nr. 14 (RAA RA 6351), is als oudoom matrinel voogd over de kinderen van Cornelis Jansz Borst en Aaltje Floris Vlaanderen (RAA RA 6340, 13.12.1735), koopt op 9.1.1740 van Pieter Claasz Suurbier die zn. en erfgenaam is van Claas Suurbier en Aefje Huijberts een huis met vijf morgen land gelegen aan de driehuizerweg ten zuiden belend door de koper (RAA RA 6352), is vader van Anna ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 20.9.1699, is vader van Joost ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 6.2.1701, is vader van Joost ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 1.10.1702, is vader van Jan ged. Driehuizen (nederd. geref.) 2.11.1704, is vader van Jan ged. Zuidschermer (nederd. geref.) maart 1706, is vader van Dirk ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 19.2.1708, is vader van Trijntje ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 20.4.1710, is vader van Crelis ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 7.2.1712, tr. Zuidschermer (nederd. geref.) 19.10.1698 (testament zie RAA NA 4499, 7.7.1740) met |
991 | Neeltje Joosten, ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 1.1.1679, attestatie 27.12.1699, vermeld in de lidmatenlijst van 1707/10/18 te Zuidschermer, impost begr. Akersloot 8.2.1748, dr. van Joost Cornelis Joosten |
994 | Dirk Jacobsz Slot, ged. Oosthuizen (nederd. geref.) 15.4.1685, wonende in de Beemster, molenaar in de kilmolen in de noord-beemster (begraafboek), zn. van Jacob Dirksz Slot en Neeltje Cornelis, op 10.12.1732 compareren Dirk Jacobsz Slot, wonende in de Beemster en gehuwd met Cornelisje Pieters, en Dirk Gerritsz de Boer, wonende te Schermerhorn en gehuwd met Grietje Pieters, die verkocht hebben aan Pieter Claasz Molenaar, wonende in de Beemster, een huis en erf staande en gelegen in de banne van Beets, belend Adriaan Kruijter ten noorden en Claas van 't Endt ten zuiden (ORA Hoorn inv.4561 fol.104 d.d. 10.12.1732), tr. Beets (nederd. geref.) 16.11.1704 met |
995 | Cornelisje (Crelisje) Pieters, jongedochter uit de banne van de Beets, begr. Beemster (nederd. geref.) 19.4.1742 |
1000 | Arent Aerjansz Kriek (Krieck, Krijk), doopsgezind, geb. ca. 1678 (RAA RA 6493, fol.29), overl. 1747 (lidmatenboek DG Graft), wonende in Noordeinde en vanaf ca. 1716 in Grootschermer, legt in 1713 beslag op de goederen van Eefje Theunis, weduwe van Klaas Pietersz Slooten, vanwege achterstallige betaling (RAA RA 6431, 30.3.1713 en 13.4.1713), koopt op 18.4.1724 een graf in de nederd. geref. kerk van Grootschermer (legger der graven ald. letter F nummer 14), verkoopt op 7.2.1732 een stuk land groot ongeveer 3 aggelen beoosten Noordeinde aan Gerrit Cornelisz (RAA RA 6447), koopt op 25.11.1739 van de erven Jan Cornelisz Peetes een stukje land gelegen binnendijk genaamd swarteman groot 5 aglen 402 metjes (RAA RA 138), verkoopt 25.3.1741 een stukje land binnendijk genaamd elsbos (RAA RA 138), verkoopt op 29.12.1746 aan Pieter Coppen wonende in Noordschermer een stukje land genaamd altes groot 3 aglen 1 1/2 metje en een stukje land genaamd het blokje groot twee vierling, een stukje land genaamd de boogaard groot 1 vierling 3 metjes, allen gelegen in de banne Noord-Schermer (RAA RA 6312), verkoopt op 25.1.1747 aan Cornelis Claasz Schipper, oudschepen en vroedschap van Noord-Schermer, een stukje land in de banne van Noord-Schermer groot zes aglen 2 vierling 1 metje en genaamd graaf leij (RAA RA 6312), zn. van Aerjan Jansz Kriek en Jantjen Aris, tr. 2e Graft impost (hij bijgestaan door zijn broer Aris Krijk en zij door haar neef Jan Aris) 1.11.1704 met Dieuwtje Pieters, weduwe van Graft, tr. 3e Graft impost (hij bijgestaan door zijn broer Aris Kriek en zij door haar broer Jan Pietersz) 19.10.1709 (testament zie RAA NA 6567, dd.19.8.1730) met Guurtje Dirks, jongedochter uit de banne Noord-Schermer, tr. 4e (huwelijkse voorwaarden zie RAA NA 1623, akte 376 15.11.1737) met Maartje Claas die nog leeft in 1763 (RAA RA 120), tr. 1e Graft impost (hij bijgestaan door zijn oom Jan Jansz Krieck en zij door haar oom Jacob Dircksz) 30.11.1697 met |
1001 | Aegtje Jans, jongedochter van Noordeinde, geb. ca. 1674 (RAA RA 6493, fol.82), begr. Graft (neder. geref., grafnr.62) 4.9.1703, dr. van Jan Pietersz Kalf en Jantjen Jacobs |
1004 | Frans Aartsz (Aardsz), bakker, begr. Oudendijk (nederd. geref.) 26.4.1737, verkoopt op 12.3.1722 aan Marij Cornelis, wonende te Avenhorn, een huis en erf gelegen op Oudendijk, zijnde een bakkerij, met alle gereedschappen daarbij behorende (ORA Hoorn inv.4561 fol.10v d.d. 12.3.1722), koopt op 28.3.1722 voor een bedrag van 40 gulden van Dirck Pietersz Kool, wonende te Oudendijk, een huis en erf staande en liggende aan de noordzijde van de weg, belend Jan Pietersz Smack ten westen en Hendrik Hendriksz ten oosten (ORA Hoorn inv.4561 fol.11 d.d. 28.3.1722), wordt vermeld in de verpondingslijst van Oudendijk over het jaar 1733, daarbij geadmitteerd van de armvoogden (vpnd.nl) |
1006 | Hendrik (Hendrik Teunis) Dirksz Bouman, jongman geboortig van St. Annaparochie, ged. ald. (nederd. geref.) 12.8.1688, zn. van Dirk Dirksz Bouman en Christina Hendriks, is denkelijk een broer van Geertje Dirks Bouman, jongedochter van St. Annaparochie, die tr. ald. (nederd. geref.) 23.8.1705 met Marcus Roelofsz, tr. Oudendijk (nederd. geref.) 28.3.1712 met |
1007 | Maritje Jacobs, jongedochter van Oudendijk |
1008 | Albert (Allert, Aelbert) Dirksz Kemp (van Kemp, de Kemp), wonende te Mijdrecht, bakker ald., schepen ald., treedt toe tot nederd. geref. kerk te Graft op 25.12.1718, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.314) 13.5.1721, op 26.3.1691 compareren Albert Dircxz Kemp, Anthonij van der Meer, Pieter Jacobsz Block en Claes Cornelisz van Swieten, die namens henzelf en voor hun erven bekennen schuldig te zijn aan diakonie van Mijdrecht of de wettige toonder van dezen een som van 273 gulden, spruitende uit de koop van een huis en erf met zijn bepotinge en beplantinge daarachteraan, getransporteerd door de erfgenamen van Arie Cornelisz Stouthandel en Lijfje Gerrits, in hun leven echtelieden, staande en gelegen te Mijdrecht, belend ten zuiden Cornelis Hendricksz Oom en ten noorden Cornelis Lobi en Sibrant Munnicx en strekkende van de gemene wegh tot aan de dorpswetering (ORA Mijdrecht inv.1526 fol.scan 138 d.d. 26.3.1691; schuld voldaan op 5.6.1693), koopt op 12.8.1696, dan bakker te Mijdrecht, van de heer en Mr Everard Houwert, advocaat wonende te Utrecht, een pakhuis als turfschuur met het erf staande en gelegen in de divelaan in het dorp van Mijdrecht, belend ten noorden de divelaan, ten zuiden de weduwe van Willem Ariensz Houtewell en ten oosten en westen Pieter Cornelisz Mesen (ORA Mijdrecht inv.1526 scan 237 d.d. 12.8.1696), is vader van Dirk ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 11.10.1685, is vader van Trijntje ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 4.3.1688 begr. Mijdrecht (nederd. geref.) 1.5.1688, tr. Mijdrecht (nederd. geref.) 20.10.1695 als weduwnaar met Marretje Cornelis Groen, weduwe van Mijdrecht begr. Mijdrecht (nederd. geref.) 30.8.1714, tr. Mijdrecht (nederd. geref.) 21.12.1684 met |
1009 | Blesijne Claes, begr. Mijdrecht (nederd. geref.) 22.8.1693, tr. Mijdrecht (nederd. geref.) maart 1673 met Hendrick Laurensz van Schellinchout (Schellingerhout), is vader van Claes ged. Mijdrecht (nederd. geref.) januari 1674, is vader van Laurens ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 1.5.1675, is vader van Arien ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 4.2.1677, is vader van Trijntje ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 26.12.1680, is vader van Hendrik ged. Mijdrecht (nederd. geref.) 17.6.1683 |
1010 | Klaas (Claes) Pietersz Visscher, jongman van Graft, zn. van Trijn Claes (ONA Graft inv.1612 fol.438 d.d. 15.3.1692: Jelle Pietersz, gehuwd met Aagt Jans, benoemt zijn moeder Trijn Claes tot erfgenaam), is mogelijk een zn. van Pieter Claesz Visscher die van 1631 tot 1661 en van 1662 tot 1671 diens weduwe wordt vermeld in de gaarboeken van Graft (OA Graft inv.239 anno 1633 scan 31 en inv.294 anno 1671 scan 47) maar gezien het huwelijksjaar van Klaas (1683), zijn broer Jelle (1683) en hun zuster Marij (1690) waarbij hun moeder in 1690 nog leeft wordt aan de juistheid van die veronderstelling getwijfeld, is vader van Neel ged. De Rijp (nederd. geref.) 13.12.1685, is vader van Tames ged. De Rijp (nederd. geref.) 29.6.1687, is vader van Pieter ged. De Rijp (nederd. geref.) 1.1.1690, is vader van Pieter ged. De Rijp (nederd. geref.) 16.8.1693, is vader van Ariaentje ged. De Rijp (nederd. geref.) 17.6.1696, is vader van Neel ged. De Rijp (nederd. geref.) 5.7.1700, otr. 1e Graft civiel (hij bijgestaan door zijn broer Jelle Pietersz en zij door haar vader Sijbrant Dirksz) 11.12.1683, tr. (attestatie De Rijp op 26.12.1683) met Ariaantje (Ariantjen) Sibrants, ged. De Rijp (nederd. geref.) 31.8.1659, dr. van Sijbrand Dirksz Omroeper en Lijsbet Klaas, doen samen belijdenis ald. nederd. geref. 22.12.1684 (lidmatenreg. ald.), tr. 2e De Rijp (nederd. geref.) 3.12.1686 met |
1011 | Marij Taams, jongedochter van De Rijp, ged. ald. (nederd. geref.) 13.2.1661, dr. van Taams Heertjes en Neel Jans, belijdenis De Rijp nederd. geref. 25.3.1688 (lidmatenreg. ald.) |
1012 | Jan Olbrantsz Bergen alias Koorn (Coorn), wonende in Graft, zn. van Olbrant Jansz Bergen, betrekt het huis dat daarvoor aan zijn schoonvader toebehoorde, belijdenis Graft (nederd. geref.) 21.1.1685, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 27.6.1700, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 17.12.1700, otr. Graft civiel (hij bijgestaan door zijn vader Olbrant Jansz Bergen en zij door haar broer Jan Pietersz Vlottes) 18.9.1683 met |
1013 | Guurte (Guurt) Pieters Vlottes alias Koorn, dr. van Pieter Jansz Vlottes, belijdenis Graft (nederd. geref.) 21.1.1685, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 11.1.1704 |
1014 | Kars Cornelisz, jongman van Graft, zn. van Cornelis Karsz en Impje Jans, impost begr. Graft 19.5.1728, aanvankelijk wonende in De Rijp (zie doopboek Noordeinde rk), koopt op 5.5.1693 van Jan Danser koopman te Graft een huis en erf tegenover de dijk op het schoutslantje, belend ten oosten Cornelis Leendertsz en ten westen Engel Allertsz de Boer en ten zuiden en noorden de vaarsloten (ORA Graft inv.6443 fol.70 d.d. 5.5.1693), verkoopt samen met Marten Adriaensz op 2.5.1695 als voogden over de kinderen van Jan Karsz en Guurtje Jacobs diens huis en erf op het venje aan Dirk Gerritsz Bol, belend ten oosten Floris Claasz en ten westen Pieter Pietersz Waert en ten zuiden en noorden de vaarsloten (ORA Graft inv.6443 fol.158v d.d. 2.5.1695), koopt op 9.1.1719 van de weduwe van Ariaan Kornelisz Kist een huis en erf op de dijk te Graft (RAA RA 6445) en dat op 6.1.1729 na zijn overlijden bij openbare veiling te verkopen wordt verkocht aan Jacob Jansz de Vries (RAA RA 6447), is vader van Impje ged. Noordeinde (rk, thans statie De Rijp) 16.9.1685 (get. Guerte Crelis), is vader van Cornelis ged. Noordeinde (rk) 8.7.1688 (get. Guert Crelis), is vader van Impje ged. Noordeinde (rk) 26.10.1690 (get. Dirx Crelis), is vader van Jan ged. Noordeinde (rk) 28.1.1693 (get. Guurt), is vader van Impje ged. Noordeinde (rk) 19.12.1694 (get. Guert), is vader van Jan ged. Noordeinde (rk) 20.8.1696, is vader van Crijn ged. Noordeinde (rk) 9.10.1697 (get. Diver), is vader van Baaf ged. Noordeinde (rk) 27.11.1698 (get. Diver), is vader van Wilm ged. Noordeinde (rk) 29.1.1700 (get. Diver), is vader van Marij ged. Noordeinde (rk) 18.2.1701 (get. Diver), is vader van Gerrit ged. Noordeinde (rk) 15.1.1702 (get. Diver Crelis), is vader van Gerrit ged Noordeinde (rk) 14.8.1703, (get. Diver Crelis), otr. Graft civiel (hij bijgestaan door zijn oom Jan Karsz en zij door haar zwager Willem Heijndricksz Helder) 9.12.1684, tr. Noordeinde (rk) 24.12.1684 (get. Willem Heijndricksz, Jannetje Jacobs, Teunis Maertens), tr. Graft civiel met |
1015 | Trijntjen Cornelis, jongedochter van De Rijp, haar zuster Guurte Cornelis was getrouwd met Willem Heijndricksz Helder (RAA RA 6443, fol.162 7.5.1695), dr. van Cornelis Cornelisz Tuk en Baaf Sijmens |
1020 | Melle Cornelisz (Kornelisz), ged. De Rijp (nederd. geref.) 1.11.1671, impost begr. Graft 8.7.1732, zn. van Cornelis Florisz en Reijnst Melles, koopt op 16.4.1704 voor een bedrag van 55 gulden van Klaas Jansz een huis en erf te Graft op het venje, belend ten oosten Jan Jansz Nijs en ten oosten Maarten Jansz Majer (ORA Graft inv.6444 fol.179v d.d. 16.4.1704), verkoopt op 11.4.1718 voor een bedrag van 55 gulden aan Kornelis Dekker een huis en erf op het venje, belend ten oosten Hendrik de Wever en ten westen Wouter Jansz (RAA RA 6445), verkoopt op 1.2.1731 samen met Jan Vink aan Arjan Broertjes een boomgaardje, groot ongeveer een halve aggele en liggend in Graft achter de hartogbuurt, belend ten westen de koper (ORA Graft inv.6447 fol.159v d.d. 1.2.1731), is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.79) 8.7.1697, is vader van Maartje ged. Graft (nederd. geref.) 7.11.1708, otr. 2e Graft civiel (hij bijgestaan door zijn broer Floris Kornelisz en zij door haar broer Kornelis Arentsz), tr. ald. nederd. geref. 16.2.1709 met Griete Arents, weduwe van Pieter Jansz Vink, dr. van Arent Cornelisz en Vrouwtjen Claes, otr. 3e Graft civiel (hij bijgestaan door Pieter Florusz in de Rijp, zijn broeders zoon, en zij door Willem Kriek, haar buurman; Pieter Florisz, jongeman van Graft tr. De Rijp nederd. geref. 21.2.1717 met Grietje Pieters, jongedochter van De Rijp; Pieter ged. De Rijp nederd. geref. 20.1.1697 als zn. van Floris Krelisz en en Anna Pieters, welk stel otr. De Rijp civiel 22.12.1685, dit maakt het, hoewel de doop van Floris niet is aangetroffen in De Rijp, aannemelijk dat Melle en Floris zoons zijn van Cornelis Florisz en Reijnst Melles) 21.7.1731 met Marij Dirks, otr. 1e Graft civiel 20.10.1696 (hij bijgestaan door zijn broer Floris Cornelisz en zij door haar neef Cornelis Jansz Goudeleeuw), tr. ald. nederd. geref. met |
1021 | Maartje Maertens, jongedochter van Graft, dr. van Maerten Cornelisz Mekannes en Dieuwer Jans, filiatie blijkt uit het feit dat zowel Maertje Maertens als Cornelis Maertensz bij hun civiele ondertrouw te Graft worden bijgestaan door hun neef Cornelis Jansz Goudenleeuw, waarbij Cornelis Maertensz nadien in het nederd. geref. doopboek van Graft wordt genoemd met de familienaam Mekannes |
1022 | Cornelis Minnesz (Meinertsz), jongman wonende te Graft, ged. Oostgraftdijk (nederd. geref.) 22.7.1668, overl. voor 27.12.1719 (RAA RA 6446), zn. van Minne Jansz Heelo en Marij Cornelis, otr. Graft civiel (hij bijgestaan door zijn vader Meinert Jansz en zij door haar vriend Jacob Gerritsz) 9.1.1694, otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 10.1.1694, tr. Graft (nederd. geref., vermelding trouwboek ZuidSchermer) 24.1.1694 met |
1023 | Impje (Immetjen, Impjen) Alberts, afkomstig van Driehuizen, ged. Zuidschermer (nederd. geref.) april 1665, impost begr. Graft 15.7.1726, dr. van Albert Dircksz Wever |
Generatie XI |
|
1056 | Floris (Flooris) Jansz Houwertjes (Houwertis, Houwertjs, Houwert), wonende te Assendelft, wordt op 7.1.1661 tezamen met Engel Gerritsz Graeff gedaagd door Hermannus Pas geautoriseerde van jonkheer Ambrosius van Renoij baljuw en schout van Assendelft omdat zij de maand ervoor gevist zouden hebben (RA Assendelft inv.1980, d.d. 7.1.1661), koopt op 17.2.1679 van Gerrit Damius voor een bedrag van 550 gulden een huis en erf staande benoorden de kerkbuurt belend ten noordoosten Gerrit Jan Gerritsis en ten zuidwesten Dirck Sijmonsz, waarbij hij de helft contant en de andere helft met een custingbrief betaalt (RA Assendelft inv.2013 fol.56v-57 d.d. 17.2.1679), verkoopt op 20.4.1679 uit naam van Josijntie Moer en handelend namens de andere erfgenamen aan Jan Jansz Miereloo voor een bedrag van 240 gulden een huis en erf staande in de kerkbuurt belend ten noordoosten Pieter Jansz Ketel en ten zuidwesten Wijnhandt Pietersz (RA Assendelft inv.2013 fol.69 d.d. 20.4.1679), verkoopt op 25.4.1682 tezamen met Claes Willemsz Wil als voogd van de onmondige kinderen van Dirck Jansz Houwertjs aan Allert Jansz Houwertjs voor een bedrag van 36 gulden driekwart in drie akkers in hillegondt roeloffs weer groot 329 roeden belend ten noordoosten Heinrick Jansz Peet ten zuidwesten Garbrandt Lourisz Tijdt (RA Assendelft inv.2013 fol.154v d.d. 25.4.1682), koopt op 19.10.1691 tezamen met Willem Gerritsz wonende te Krommenie op de horn van Abraham Willemsz voor zichzelf en mede handelend namens de mede erfgenamen van Claes Gerritsz Clos en huis en erf staande achter de kerk op proijen belend ten zuidoosten de school en ten noordwesten Anna Komen (RA Assendelft inv.2014 fol.192 d.d. 19.10.1691) en dat hij op 17.2.1696 voor een bedrag van 54 gulden verkoopt aan Willem Dircksz (RA Assendelft inv.2015 fol.90v d.d. 17.2.1696), begr. Assendelft impost 2.11.1712, zn. van Jan Cornelisz Banning en Machtelt Floris, tr. met |
1057 | Catelijntje Jans, ged. Haarlem (nederd. geref.) 24.11.1641 (get. Jan Carels en Jannetie Hendricx), mogelijk begr. Assendelft impost 19.11.1696, dr. van Jan Heijndricx en Josijntje Jans van Mierlo |
1060 | Gerrit Pietersz Korver (Corver), wordt op 1.7.1686 in het huis van Willem Jans Keesen zonder duidelijke aanleiding door mede-buurvrijer Engel Jaspersz aan zijn linkerhand verwond en in zijn arm gestoken, waarvoor hij zich laat behandelen door twee geneesmeesters en waarvan hij de kosten, ter hoogte van 39 gulden 11 stuivers, op de dader verhaalt (RA Assendelft inv.1982, d.d. 3.9.1686), koopt op 9.8.1687 voor het bedrag van 300 gulden van Aerjan Pietersz Bijl, wonende te Akersloot, een huis en erf staande en liggende te Akersloot beoosten de kerk, het erf groot 46 roeden, belend ten oosten Dirck Jansz, ten zuiden de gemene wegh, ten westen de verkoper en ten noorden de lange dresch, edoch zal niet verder bij het huis geleverd worden als tot aan het dwarshekje toe dat benoorden het huis oost en west door het erf heen staat, met deze coonditie dat in geval Adriaen Pietersz en diens huisvrouw Trijn Jacobs zouden komen te overlijden, zo zal de koper het erf dat bij dat huis hoort tot zich mogen nemen, ook zal de koper vrijheid hebben bewesten zijn huis van de weg af met kar en paard te rijden benoorden het huis maar geen dagelijks voetpad te mogen pretenderen (ORA Akersloot inv.117 fol.56v d.d. 9.8.1687), daagt op 8.5.1692 samen met zijn broers Hendrik Pietersz Korver, Claas Pietersz Korver en Cornelis Pietersz Korver, tezamen enige erfgenamen van Jannetje Jans Korver die dochter en enige erfgename is van wijlen Jan Pietersz Korver, de moeder van Jannetje Jans Korver die dan hertrouwd is met Claas Willemsz Gorter (RA Assendelft inv.1984 d.d. 8.5.1692), verkoopt op 21.1.1694, dan bakker te Akersloot, voor een bedrag van 600 gulden aan Klaes Klaesz Blaeu, wonende te Akersloot, een huis zijnde een bakkerij met zijn erf, staande en gelegen beoosten de kerk, belend ten oosten Neeltjen Abrams, ten westen en noorden Maerten Janse Karnnemelck, inclsusief losse goederen, te weten een baktrog met de buulkist met de koperen ovendeksel, en nog tien goede zakken hout (ORA Akersloot inv.116 fol.176 d.d. 21.1.1694), begr. Assendelft 27.4.1722 (aangifte door Barent Werentlijn), zn. van Pieter Jansz Korver en Anna Claes |
1062 | Engel Isacksz (IJsacksz, IJsacksen) Peet, zn. van Isaack Jansz Peet en Maritje Maerts, koopt op 2.3.1714 voor een bedrag van 160 gulden uit de boedel van Lieve Cornelisz Seelant een huis en erf gelegen bezuiden de (gereformeerde) kerk te Assendelft belend ten noordoosten Maerten Arentsz Poel en ten zuidwesten Jan Gerritsz All (RA Assendelft inv.2017 d.d. 2.3.1714), verkoopt op 20.11.1722 aan Engel Pietersz Smit voor een bedrag van 130 gulden een huis en erf gelegen bezuiden de (gereformeerde) kerk te Assendelft, belend ten noordoosten Maarten Jonckers en ten zuidwesten Heijn Bollen, en koopt van dezelfde Engel Pietersz Smit voor een bedrag van 60 gulden een huis en erf gelegen op de woutlaen ald. belend ten noordoosten Gerrit Dam en ten zuidwesten Pieter Gerritsz Huijgen (RA Assendelft inv.2017 d.d. 20.11.1722), verkoopt op 24.12.1723 het eerder gekochte huis op de woutlaen aan Jan Pietersen voor een bedrag van 120 gulden (ORA 2017 d.d. 24.12.1723), tr. Assendelft impost 7.2.1699 met |
1063 | Maritje Willems |
1072 | Michiel Pietersz Plooijer, ged. Krommenie (nederd. geref.) 13.8.1662, zn. van Pieter Pietersz Plooijer, is vader van Pieter ged. Krommenie (nederd. geref.) 30.10.1689, is vadert van Willem ged. Krommenie (nederd. geeref.) 4.11.1691, is vader van Frederik ged. Krommenie (nederd. geref.) 1.8.1694, is vader van Risje ged. Krommenie (nederd. geref.) 13.2.1697, is vader van Gerrit ged. Krommenie (nederd. geref.) 8.3.1699, is vader van Antje ged. Krommenie (nederd. geref.) 20.3.1701, tr. 1e met Risje Frederiks, tr. 2e Krommenie (nederd. geref.) 20.1.1697 met |
1073 | Aaltje Jelles, afkomstig van Krommenie |
1074 | Albert Tijmonsz, vermeld te Oostzaan, verkoopt op 10.12.1697 aan Dirck Claesz wonende te Oostzaan een stukje land 150 roe achter de heul belend ten noorden Willem Gerretsz ten zuiden Eeff Claas voor 17 gulden (ORA Oostzaan inv.453 fol.16 d.d. 10.12.1697), tr. met |
1075 | Aeltie Gerrits, dr. van Gerrit Jelisz |
1082 | Jan Hendriksen Mouter (Mouten, de Mouter, de Mauter), jongman uit Bielefeld in het Brandenburgerland, lidmaat Purmerend (ev.luth.) anno 1709, overl. voor 28.2.1717 (doopboek ev.Luth. Purmerend), otr. Purmerend (gerecht) 7.11.1694, tr. ald. 21.11.1694 met |
1083 | Grietje Hermanns (Harmens) alias Grietje Mouters Elderbroek, afkomstig uit Ochtrup in het Munsterland, weduwe van Harmen Harmensz (huwelijk Purmerend gerecht 28.1.1691), lidmaat ev. luth. Gemeente Purmerend anno 1709, leeft 1734 (doopboek Purmerend ev.luth.) |
1088 | Mr Engel Cornelisz Bas, geb. ca. 1632 (ONA Westzaan inv.5424 akte 33 d.d. 17.5.1682), aangekomen te Oostknollendam april 1654 (lidmatenreg. Krommeniedijk nederd. geref.), schoolmeester ald., kleermaker ald., wordt op 7.5.1656 verkoren tot voorzanger en voorlezer van de nederduits gereformeerde gemeente, volgt daarmee Mr Job Pietersz op, dit aanvankelijk zeer tegen de zin van dominee Bartholdus van Wesel en Casparus van Wallendael die op 2.8.1656 de nederd. geref. gemeente visiteren, met name vanwege de wijze waarop gebruikelijke procedures zijn genegeerd, maar zij verzoenen zich uiteindelijk in de kwestie (kerkreg. Krommeniedijk nederd. geref.), testeert op 21.7.1680 tezamen met Jacob Jacobsz Busch, beide wonende te Westknollendam (ONA Westzaan inv.5419 akte 129 d.d. 21.7.1680), tr. 1e met Magteltje Pieters, tr. 2e Oostknollendam (nederd. geref.) 28.9.1664 met |
1089 | Guertjen (Guiertje, Geurtje, Guirtje, Guirt, Guijrt) Lavijns, afkomstig van Oostknollendam, zuster van Jan Lavijnsz die tr. Wormer (gerecht) 1665 met Anne Pieters Pels, zuster van Merretje (Merrie) Lavijns, zuster van Duijfje Levijns (ONA Westzaan inv.5419 akte 129 d.d. 21.7.1680) |
1090 | Jacob Jacobsz Busch (Bus), jongman van Markenbinnen, op 1.4.1661 compareert Cornelis Heijndricxz, wonende te Markenbinnen, die bekent verkocht te hebben aan Jacob Jacobsz, mede wonende aldaar, een huis en erf staande en gelegen te Markenbinnen, het erf groot omtrent 1 snees, belend ten [sic] en zuiden boocken, ten westen Marij Jans en ten noorden Sijmen Gerritsz (ORA Uitgeest inv.201 fol.157v d.d. 1.4.1661), op 8.11.1673 compareert Jacob Jacobsen, voor hemzelf alsmede de rato caverende voor de verdere erfgenamen van zaliger Griet Willems, die verklaarde voor een bedrag van 100 gulden te cederen, transporteren en over te dragen aan Claes Luijtse, wonende te Markenbinnen, de helft in een stuk land gelegen in de banne van Uitgeest in de markerpolder genaamd swanc koort, groot in het geheel 18 snees, met de voet te stoten, belend ten oosten de kinderen van Claas Joosten en ten westen het cappelrij landt (ORA Uitgeest inv.204 fol.30 d.d. 8.11.1673; op de volgende pagina wordt de andere helft van het land aan dezelfde koper verkocht door Engel Arentsz Dorregeest, wonende in De Rijp), op 4.2.1676 compareert Jacob Jacobsz wonende tot Knollendam die verklaart reeds een jaar geleden verkocht te hebben aan Sijmen Gerritsz, wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen te Markenbinnen, belend ten zuiden en oosten boocken acker, ten noorden het gorse stucke (moeilijk leesbaar) en ten westen Marij Jans, voor een bedrag van 185 gulden (ORA Uitgeest inv.204 fol.118 d.d. 4.2.1676), testeert op 21.7.1680 tezamen met Engel Cornelisz Bas, beide wonende te Westknollendam (ONA Westzaan inv.5419 akte 129 d.d. 21.7.1680), op 11.5.1685 compareren Jan Dircxz Louwe, wonende in De Woude, Jacob Jacobsz en Dirck Dircxz wonende in Knollendam, voor henzelf en zich sterk makende voor de verdere erfgenamen van zaliger Dirck Jansz Kath, die bekennen verkocht te hebben voor een bedrag van 119 gulden aan Pieter Jacobsz Paert, wonende te Markenbinnen, een stuk land liggende in de marckerpolder genaamd pieter alberts, groot omtrent 18 snees, belend ten noorden Guijrt Sijmens, ten oosten Pieter IJsbrantsz en ten westen de buttersloot (ORA Uitgeest inv.205 fol.67 d.d. 11.5.1685), zij verkopen in diezelfde hoedanigheid op 11.5.1685 voor een bedrag van 133 gulden 3 stuivers aan Willem Claesz, wonende te Markenbinnen, een stukje land liggende in de marckerpolder genaamd smitsven, groot omtrent 6 snees, belend ten noorden de dob, ten oosten Gerrit Tijssen en ten zuiden en westen Hendrick Rongsz (ORA Uitgeest inv.205 fol.67v d.d. 11.5.1685), zij verkopen in diezelfde hoedanigheid op 11.5.1685 voor een bedrag van 139 gulden 4 stuivers aan Jan Dircxz Louwe, wonende in De Woude, een stukje land liggende in de marckerpolder genaamd smitsven, groot omtrent 9 snees, belend ten noorden Pieter Cornelisz Dick, ten zuiden Claes Gerritsz Koningh en ten westen Claes Jacobsz Zeman (ORA Uitgeest inv.205 fol.68 d.d. 11.5.1685), otr. Wormer (gerecht) 30.12.1657, tr. Uitgeest met |
1091 | Aef (Aefje) Dircx, jongedochter van Oostknollendam, impost begr. Westzaan 31.12.1704 (dan weduwe van Jacob Jacobsz Busch, aangifte door Jacob Sijmonsz Dick), op 5.3.1697 compareert de weduwe en voogden van de minderjarige kinderen, mitsgaders de meerderjarige kinderen van zaliger zaliger Claes Heijndricksz tot Oostknollendam, die bekennen verkocht te hebben aan Aef Dircx, wonende te Westknollendam, een stuk land gelegen in de banne van Krommenie over de vaart, genaamd de twee been, groot 469 roeden, belend ten zuiden Gaaff Jan en ten noorden Dirck Dircksz (ORA Krommenie inv.1404 fol.251v d.d. 5.3.1697), moeder van Dirck Jacobsz Busch, Jacob Jacobsz Busch, Jan Jacobsz Busch, Guijrtje Jacobs Busch gehuwd met Jacob Engelsz Bas, en Grietje Jacobs gehuwd met Jan Huijbertsz Rits (Ris) |
1092 | Jacob Pietersz Gores alias Waegmeester, wonende te Markenbinnen, zn. van Pieter Jacobsz Gooren en Aechte Mieus, vermeld ald. 1683 (kohier zout- zeep- heren- en redemptiegeld), op 19.4.1678 compareert Marij Gerrits, wonende te Markenbinnen, die voor de som van 472 gulden 13 stuivers verkoopt aan Jacob Pietersz, mede wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen ald., belend ten oosten Pieter Gerritsz Backer, ten westen een sloot en ten zuiden het marckertie (ORA Uitgeest inv.205 fol.14v d.d. 19.4.1678; Marij Gerrits was de weduwe van Gerrit Allertsz Kiel, die het huis op 29.8.1651 koopt van de erfgenamen van Jacob Pietersz Gooren, zie ORA Uitgeest inv.199 fol.118 d.d. 29.8.1651; aangezien Jacob Pietersz Waegmeester tevens een zoon Gerrit had gaan we ervan uit dat zijn vrouw een dochter was van Gerrit Allertsz Kiel), op 5.6.1678 compareren Willem Allertsz Kiel en Jacob Pietersz Gores, beide wonende te Markenbinnen, die bekennen verkocht te hebben aan Theunis Allertsz, wonende op Knollendam, een akker land liggende in de banne van Uitgeest in de wouderpolder, genaamd de cromacker, groot 6 1/2 snees, belend ten oosten de vaersloot, ten westen Gerrrit Tijssen(ORA Uitgeest inv.205 fol.25 d.d. 5.6.1678), op 26.5.1693 compareren Claes Arentsz en Reijer Jansz, weesmeesters, als voogden over de nagelaten kinderen van Jacob Pietersz Waegmeester, volgens akte d.d. 3.3.1693, die bekennen verkocht te hebben aan Diewer Pieters, wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen te Markenbinnen, belend ten oosten Hendrick de Backer en ten westen Trijn Claes (ORA Uitgeest inv.206 fol.179 d.d. 26.5.1693), tr. met |
1093 | NN Gerrits, dr. van Gerrit Allertsz Kiel en Marij Gerrits |
1096 | Mr Claes (Nicolaes, Nicolaus, Nijclaes) Cornelisz Warmenhuijsen (Wermenhuijsen) alias Bant (Band, Bandt), chirurgijn, afkomstig van Alkmaar, ged. Alkmaar (nederd. geref.) 25.9.1661, zn. van Cornelis Claesz en Neeltje Krijnen, overl. Koog aan de Zaan 29.2.1708, treedt samen met zijn vrouw toe tot de nederd. geref. kerk te Koog aan de Zaan, overgekomen met attestatie van Zaandijk, koopt op 21.2.1686 voor een bedrag van 300 gulden van Jacob Lourisz als eigenaar voor de ene helft, Muijs Lourisz voor een vierde deel, en Willem Arisz voor het laatste vierde deel, alle wonende in de Koog, een erfje groot 30 roeden, liggende in de Koog binnendijks aan de weghsloodt van de zuidoostkant van de ven waar dit erf af verkocht werd, belend ten zuiden Jacob Cael en ten noorden en westen de verkopers, onder voorwaarde dat de koper aan de noordzijde van het verkochte erf 5 voeten tot een vrij pad zal moeten leveren en gedogen, en het schoe met een straat beleggen en onderhouden, en voorts gehouden zal zijn om aan de zuidzijde van het erf een diepe sloot te maken, en het erf aan de westzijde af te schutten, waar jegens de voornoemde verkopers gehouden zijn en blijven om benoorden Jacob Laurisz huis te leveren een een onverhinderde gang tot de zaen toe, voor degene die op de ven komen te timmeren (ORA Westzaan inv.1588 fol.366 d.d. 21.2.1686), wordt op 3.3.1693 aangesteld als voogd over de nagelaten kinderen van zaliger Anne Jans bij Jan Arents Westervelt wonende te Koog aan de Zaan (RA Westzaan inv.1909 d.d. 3.3.1693), koopt op 30.7.1699 voor een bedrag van 112 gulden van Garbrant Raijerz, wonende in de Koog, een erfje liggende tot Koog op het dominis pat, belend ten oosten het huis van de domini en ten westen de verkoper, breed het voornoemde e rf 35 voet en te meten van het schut van de domeni af, en dat westwaarts aan, op voorwaarde dat de koper aan de westkant van dit erf een schut moet maken van 6 voet hoog en dat moet onderhouden (ORA Westzaan inv.1592 fol.71 d.d. 30.7.1699), koopt op 25.3.1700 voor een bedrag van 700 gulden van Cornelis Dircz Kadt, wonende te Koog, een huis en erf, staande en gelegen te Koog aan de wegh, belend ten noorden de weduwe van Pieter Albertsz Schilp en ten zuiden Cornelis Evertz (ORA Westzaan inv.1592 fol.123v d.d. 25.3.1700), op 7.11.1705 compareert Claas Bant, chirurgijn, wonende tot Koog, die verklaarde dat Jan Dircsz Verbeeck, nu metselaar, wonende mede tot Koog, aan hem heeft opgebracht en voldaan in 1694 een som van 500 gulden, die Verbeeck op 8.4.1692 op interest had opgenomen van Trijntje Cornelis Warmenhuijsen, zuster van comparant, begerende dat hem Verbeeck deze zal dienen voor akte van volkomene quitantie, dewijl Verbeeck voor hem en zijn nakomelingen te indemneren en te bevrijden voor alle namaninge, dewijl hem Verbeeck de originele obligatie tot nog toe niet ter hande heeft kunnen stellen, waarbij comparant de deposant bedankt daar hij het geld ten hoogste nodig had om zijn winkel mee te beginnen (ONA Westzaan inv.5430 akte 3 d.d. 7.11.1705; voorts gaat Jan Dircksz Verbeeck op 1.5.1698 een vergelijkbare lening aan met een hoofdsom van 500 gulden bij Claes Bant, die hij aflost op 4.7.1711, zie ORA Westzaan inv.1633 fol.231v d.d. 1.5.1698), op 31.1.1708 worden Poulus Jacobsz Kuijp wonende te Schoorldam van vaders zijde en Willem Jansz Schipper wonende tot Oosthuizen van 's moeders zijde aangesteld tot wettige voogden over de twee nagelaten kinderen van zaliger Niclaes Bant en Maritje Jans, beide tot Koog aan de Zaan overleden, en tot mede voogd in de reddeginge des boedels Jacob Ariaensz Peereboom tot Koog (ORA Westzaan inv.1910 d.d. 31.1.1708), het is uiteindelijk zijn zuster Trijntje Cornelis Warmenhuijsen die een link naar haar ouders, en dus ook die van Claes Cornelisz Warmenhuijsen oplevert (zij huwt, dan wonende op het verdronkenoord, te Alkmaar nederd. geref. 7.2.1694 met Cornelis te Noordt, nadien wonende te Amsterdam alwaar zij wordt vermeld met de familienaam Warmenhuijsen), op 29.2.1708 compareren Poulus Jacobsz Kuijp, wonende te Schoorldam, en Willem Jansz Schipper tot Oosthuizen, voor de nagelaten kinderen van Nicolaes Bandt en Maritje Bands zijn huisvrouw, beide tot Koog aan de Zaan overleden, als voogden over hun twee nagelaten kinderen genaamd Cornelis Bandt, oud 16 jaar, en Johannis van Dort, omtrent 10 jaren, ten overstaan van Jaccob Peereboom, die de inventaris van de nagelaten boedel laten opstellen, te weten en huis en erf staande en gelegen tot Koog op 't domineespad, belend ten noorden het gemene pad en ten zuiden Maarten Potas, een obligatie ter somme van 50 gulden ten laste van Gerrit Willemsz Knappert in de middel van Westzaan, een obligatie van 50 gulden ten laste van Gerrit Boerecramer wonende op Koog, een obligatie van 300 gulden ten behoeve van Sijtje Maartensen boedelen de kinderen, ontvangen door Willem Jansz Schipper, een obligatie van 100 gulden ten laste van Poulus Kuijp, een obligatie van 300 gulden ten laste van Mr Nierop tot Koog, een custingbrief per reste van koop ter somme van 400 gulden ten laste van Poulus Stevensz Welbooren tot Koog, een schepenkennis gepasseerd voor schout en schepenen van Westzaan op 1.5.1698 ter somme van 500 gulden ten laste van Jan Dircksz Verbeeck, nog een grafstede in de coogerkerck in de laegh vant westeijnd no.62, gekocht van Cornelis Willemsz Groeneboom, een schuld van de heer Cornelis de Graeff tot Amsterdam aan de overleden Mr Band ter somme van 322 gulden, een schuld van juffrouw van Lingen van Loosdrecht van 40 gulden, een schuld van de dochter van Sijmon Cornelisz Huijdecoooper tot Amsterdam op de singel van 51 gulden 5 stuiver 8 penningen een schuld van Casper Kelder to Amsterdam op de hoeck van de kleijne kattenburgerstraet ter somme van 40 gulden 12 stuiver, een schuld van Cornelis Haen tot Koog van 10 gulden 1 stuiver, een schuld van juffrouw van der Pol tot Amsterdam ter somme van 8 gulden 11 stuiver 8 penningen, een schuld van Pieter Jacobsz Slinger tot Oostzaan van 20 gulden 6 stuiver, een schuld van Aefje Pieters van 83 gulden 10 stuiver, een schuld van Volckert Jansz en Jan Keijser voor de weduwe van de laatst overleden secretaris tot Abbekerk ter somme van 58 gulden 10 stuiver, een schuld van Johan en Nicolaas Cock in de Beemster wegens kostgeld en medicijnen verstrekt aan Willem Jansz, een schuld van de weduwe Maria Bastiaens van 72 gulden 17 stuiver, een schuld van Claas Oosterhoorn van 9 gulden 18 stuiver, een schuld van juffrouw Costers van 204 gulden, een schuld van Jan Aldertsz de Graeff van 86 gulden, een schuld van Isaek Band van 120 gulden, een schuld van Jacob Claesz Hoorn van 9 gulden 15 stuiver, een schuld van Claes Oudewater van 19 gulden 4 stuiver, een schuld van Lijsbet Hendricks tot Oosthuizen van 2 gulden 8 stuiver, alsmede een ruim bemeten huisraad (ONA Zaandam inv.5834 akte 41 d.d. 29.2.1708), is vader van Dieuwertie ged. Winkel (nederd. geref.) 17.9.1684, is vader van Hillegont ged. Koog aan de Zaan (nederd. geref.) 25.3.1686, is vader van Cornelis ged. Koog aan de Zaan (nederd. geref.) 18.11.1692, is vader van Johannis ged. Koog aan de Zaan (nederd. geref.) 31.8.1698, otr. Winkel (nederd. geref.) 11.9.1683, tr. ald. (nederd. geref.) 26.9.1683 met |
1097 | Maria (Maritje) Jans Bant (Bants, Bands), ged. Benningbroek (nederd. geref.) 30.7.1656 (omdat van een aantal kinderen de dopen ontbreken kan het zijn dat dit een doop van een eerdere, jong overleden Maritje betreft), overl. Koog aan de Zaan 16.10.1707, dr. van Johannis Bant en Sijtje Maartens |
1098 | Claes (Claas) Cornelisz Kammert, jongman van Oosthuizen, tr. Oosthuizen (nederd. geref.) 7.1.1674 met |
1099 | Hillegont Jans, jongedochter van Oosthuizen |
1104 | Dirck Albertsz Ruijter, weduwnaar van Purmerend, schipper op een trekschuit ald. (begraafboek Purmerend nederd. geref.), otr. Purmerend (nederd. geref.) 7.8.1672, tr. ald. (nederd. geref.) 21.8.1672 met |
1105 | Lijsbeth Jans, jongedochter van Purmerland, ten tijde van haar huwelijk wonende in Purmerend |
1112 | Jan Jansz Buijs, wonend in de Haal, ged. Oostzaan (nederd. geref.) 4.2.1652, zn. van Jan Pietersz Buijs en Griette Claes, tr. met |
1113 | Maartje Gerrits |
1120 | Pieter Auwelsz Prins, koopman in de Rijp (RAA RA 6332, fol.87), burgemeester ald., schepen ald. (1680/83/84/1704), kerkmeester ald. (1676/77), heemraad van de kadijken van de oostervenne (1679/80), koopt op 15.12.1680 samen met Meijnard Willemsz Pelt van Heijndrick Heijndricksz Lijnslager en diens broer Dirck Heijndricksz die dan in Lissabon woont een vrije lijnbaan, woonhuis, teerhuis en erven gelegen op het oosteinde van de hartogbuurt te Graft (RAA RA 6442) en die Pieter Auwelsz Prins op 2.1.1686 verkoopt aan Teunis Jacobsz en Jan Jacobsz Lijnslager in De Rijp, inclusief kachels, koperen ketel, balans, gewicht en alle lijnslagersgereedschap (RAA RA 6442), koopt op 11.3.1681 van dominee Johannes Reelant die weduwnaar is van Aagien Auwels een leeg erf met bleekveld aan de overzijde van de straat en een tuintje over de sloot op ’t west in de banne van De Rijp (RAA RA 6376) en dat hij zeven jaar later verkoopt aan Claas Maartensz Koen (RAA RA 6377, 11.2.1688), koopt op 11.5.1681 van Anna Pieter Jensis die weduwe is van Claas de Boer een huis en erf bewesten de dam, met aan de oostzijde een eigen vrije gang en een gang gemeen met anderen tussen zijn huis en dat van Welmet Jans (RAA RA 6376) en dat hij 5 jaar later verkoopt aan Claas Toornenburg (RAA RA 6377, 24.5.1686), verkoopt samen met Dirk Kramer en Floris (Auwelsz) Prins aan Jan Huijgen de jonge een strookje erf van 9 voet strekkende tot aan de haven in De Rijp (RAA RA 6376), verkoopt op 11.11.1687 aan Jacob Claasz Kuijper een stukje land groot 3 agle 30 roe benoorden en in de banne van De Rijp (RAA RA 6377), koopt op 11.2.1688 uit de boedel van Maarten Adriaansz van der Hout een huis en erf op ’t westend (RAA RA 6377) en dat hij vijf jaar later verkoopt aan Claas Claasz Meut (RAA RA 6377), verkoopt op 9.3.1689 aan Cornelis Willemsz Moon een stukje land groot 4 agele 23 roe benoorden en in de banne van De Rijp (RAA RA 6377), verkoopt op 1.5.1689 aan Floris Auwelsz Prins regerend schepen tot De Rijp een stuk land in de banne van Graft genaamd de dokamp groot 5 aglen 14 roeden (RAA RA 6442), bezit een aandeel in traankokerij genaamd de volger dat hij tezamen met de andere aandeelhouders op 22.7.1693 verkoopt (RAA RA 6377), verkoopt op 4.1.1696 aan Klaas Visscher een stukje land groot 5 agle 16 roe 12 voet benoorden en in de banne van De Rijp (RAA RA 6377), koopt op 26.1.1696 van Baltser Jansz Mienes, Engel(tje) Jans en Poulus Jansz een stuk land in de banne van Graft genaamd jan de weent groot 7 aglen 2 roeden 6 voeten (RAA RA 6443), koopt op 24.1.1697 van Dirk Cornelisz Baijes wonende in Noordeinde een stuk land in de banne van Graft genaamd jaepjes groot 2 1/2 aglen (RAA RA 6443), koopt op 25.2.1697 van Claes Claasz Bloothoofd en Cornelis Dirksz Roos een stuk land in de banne van Graft genaamd vuijsjen groot omtrent 2 aglen (RAA RA 6443), verkoopt op 10.12.1699 aan Sijmon Pietersz Beets een deel van een stuk land genaamd De Ven liggende nabij het zuideinde van West-Graftdijk, verkoopt op 13.1.1702 aan schepen Teunis Cornelisz Boer een stuk land bij West-Graftdijk genaamd broersven groot 13 aglen 18 roeden 13 voeten, koopt op 24.7.1703 van de erfgenamen van Jacob Claasz in De Rijp twee akkertjes land gelegen binnendijk aan de Gou groot tezamen 1 1/4 aglen, koopt op 19.2.1704 van de diakenen van de gereformeerde kerk te Graft een erfje cornelis jansz sloot met vruchtbomen gelegen op de agteromsbuurt (RAA RA 6444), verkoopt op 14.4.1708 aan schepen IJsbrant Jansz een stuk land op de roesterlandsloot in de banne van Graft groot 4 aglen 7 roeden 8 voeten (RAA RA 6445), hun zoon Auwel Pietersz Prins verkoopt op 30.1.1722 namens zijn moeder aan Jan Boon een stuk land in de banne van Graft groot 13 aglen 10 roeden 11 voet (RAA RA 6446), overl. voor 30.1.1722, zn. van Auwel Pietersz Prins en Anna Floris Koen, tr. De Rijp impost 2.3.1680 met |
1121 | Maartje Meijnderts Pelt, dr. van Meijndert Willemsz Pelt en Trijntje Segers |
1124 | |
1125 | |
1132 | Pieter Cornelisz Wortel, molenaar in de schermeer (Waterschap Schermeer inv.3 d.d. 27.11.1688: in plaats van Willem Kettis die overleden is, tot molenaar in de Noord-Schermeer aangestelt Pieter Cornelisz Wortel, en heeft aanstonts in handen vanden Heren Dijkgraven belofte gedaan van getrouwicheijt, naarsticheijt en gehoorsaamheijt, alsmede dat hij sich stiptelijck sal reguleren na d'ordonnantie; ibid. inv.4 d.d. 31.1.1693 vermeldt dat Pieter Wortel nieuwe assen nodig heeft; ibid. d.d. 3.10.1693 vermeldt dat Maertje Hendricx weduwe van Pieter Cornelisz Wortel de molen zal behouden en zal laten bemalen door een knecht uit de Beemster genaamd Maerte), overl. 1693, zn. van Neel Wortel, in 1696 wordt gesproken over de nagelaten arme kinderen van Pieter Wortel (Waterschap Schermeer inv.4 d.d. 23.12.1696), op 14.4.1696 wordt in navolging van Pieter, molenaar op de naaste molen bij Schermerhorn, tot molenaar op dezelfde molen aangesteld Jan Cornelisz Snijer, waarbij hij belooft Neeltje Pieters, dochter van Pieter Wortel tot zich te nemen, en van alle nooddruften te voorzien (Waterschap Schermeer inv.4 d.d. 14.4.1696), op 23.4.1696 geven de diakonen van de Schermeer te kennen dat zij de zorg van de zes arme kinderen van Pieter Cornelisz Wortel op hen nemen (Waterschap Schermeer inv.4 d.d. 23.4.1696), op 29.1.1698 wordt vermeld dat Pieter molenaar was op een van de zes watermolens in de schermeer (Waterschap Schermeer inv.4 d.d. 29.1.1698), is een broer van Gerrit Cornelisz Wortel die op 16.5.1688 zijn dan overleden moeder Neel Wortel opvolgt als molenaar (Waterschap Schermeer inv.3 d.d. 16.5.1688), is vader van Maertje ged. Stompetoren (nederd. geref.) 11.3.1687, tr. met |
1133 | Maertje Hendricks |
1134 | Cornelis (Crelis) Louwen (Lourisz) Vet, ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 28.3.1666, impost begr. Graft 7.9.1710, zn. van Louris Jacobsz Vet, koopt op 28.4.1706 voor een bedrag van 125 gulden van Neel Muus, zich sterk makende voor haar moeder, zuster en broeder, wonende te West-Graftdijk, een huis en erf staande en liggende te West-Graftdijk, belend ten noorden de koper en ten zuiden de ringsloot, het huis hebbende over de volle lengte aan de westzijde 12 voet straat aan 's heerenwech en 12 voet wal aan de dijcksloot en een eigen gang tot 's heerenstraat toe, over welke gang Hendrick Jansz van Wieringe een overgang heeft (ORA Graft inv.6444 fol.236 d.d. 28.4.1706), verkoopt op 12.3.1707 aan Dirk Gerritsz, wonende te Markenbinnen, voor een bedrag van 125 gulden een huis en erf, staande en liggende tot Graftdijk, belend ten oosten de verkoper, ten westen Bartel Remmen en ten noorden Pieter Muusz, behoudende de verkoper aan zijn huis beoosten aan hetzelfde huis een vrij erf en osendrop voor en achter rechtuit tot aan de wal, zo hetzelfde reeds behekt staat, nevens een vrijdom en het recht dat de draai voor verkopers huis mag gaan over het erf van het huis van de koper, en zal dit huis wederom de vrijheid hebben om een roeischuitje voor aan de wal te mogen leggen en houden (ORA Graft inv.6444 fol.253v d.d. 12.3.1707), is vader van Neeltie ged. West-Graftdijk 29.7.1696, is vader van Jacob ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 11.9.1701, is vader van Cornelis ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 18.7.1703, is vader van Jacob ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 11.4.1706, is vader van Pieter ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 4.3.1708, op 27.4.1737 compareren Pieter Claasz Heijnis gehuwd met Trijntje Baarts, wonende in de Schermeer en dochter en mede erfgenaam van Griet Koster, voor een gerechte 1/3 deel, Maarten Maartensz Koster mede wonende in de Schermeer die bij transport het recht verkregen hebben van Cornelis Louwe, dochters zoon van Griet Koster en van Jan Cornelisz Plugboer gehuwd met Jannetje Maartensz Koster, mede voor 1/3 deel, en van Baart Maartensz Koster, woonachtig te Wognum, mede zoons zoon van Griet Koster, en dus voor 1/6 deel en tenslotte van Neeltje Louwe, dochters dochter van Griet Koster voor het resterende 1/6 deel, en geassisteerd met Maarten Koster, Cornelis Louwe en Gerret Pietersz Wortel, als voogden over haar onmondge kinderen, die verklaren getransporteerd te hebben aan Arent Klaver, notaris en procureur te Alkmaar, een huismanswoning met 15 morgen land, gelegen in de bedijkte Schermeer aan de zuidervaart in de polder L, zijnde de kavel 32, belend met Dirk Evertsz ten zuiden en Jacob Jansz Muijs ten noorden (ORA Schermeer inv.6361 d.d. 27.4.1737; zie tevens ibid. d.d. 1.12.1736), otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 9.10.1695, tr. West-Graftdijk (nederd. geref.) 23.10.1695 (huwelijkse voorwaarden zie ONA West-Graftdijk inv.1642 nr.71 d.d. 7.10.1695: compareert Cornelis Louwen Vet, geassisteerd met Jakele Adriaensen als zijn voogd, en Aafie Baarts, zijn toekomende bruid, samen met Pieter den Haan, aanbehuwd vader, en Sijmon Maartensen haar oom en bloedvoogd) met |
1135 | Aafje (Aeffien) Baarts, jongedochter van Zuid-Schermeer, ged. ald. (nederd. geref.) 4.2.1674, samen met haar man lidmaat nederd. geref. te West-Graftdijk anno 1709, koopt op 1.5.1694 tezamen met Maerten en Trijntje Baarts van Gijsbert Maertensz Dubbelt de gerechte helft in 3/4 deel in een halve kavel land in de Schermeer waarvan de kopers de wederhelft toebehoort (RAA RA 165, fol.33v), koopt op 28.2.1695 tezamen met Maerten en Trijntje Baerts van de erfgenamen van Jan Willemsz Boet te Akersloot een stuk land in dorregeest genaamd abramsven en een stuk land ald. genaamd de ven van ’t huijs groot 516 1/2 roe, en een stuk land ald. genaamd de achterven groot 812 1/2 roe (NHA RA 208, fol.39), tr. 2e met Jan Cornelisz Bosch, die hertr. met Trijntje Willems van der Sluijs, dr. van Baart Maartensz en Griet Maartens |
1138 | Cornelis Claasz (Claesz) Kuijper, wonende in Wormer, ged. (nederd. geref.) 27.1.1673, belijdenis ald. 5.7.1699 (lidmatenreg.), zn. van Claas Claasz Kuijper en Trijn Cornelis, tr. met |
1139 | Diewert (Dieuwert, Dieuwer) Jans, ged. Wormer (nederd. geref.) 23.8.1671, belijdenis Wormer 5.7.1699 (lidmatenreg.), dr. van Jan Claasz en Guurt Jans |
1140 | Willem Cornelisz Startjes, overl. voor 31.1.1679, tr. Jisp 20.1.1658 met |
1141 | Ariaentien (Aerjantje) Nannings, jongedochter van Oostgraftdijk, verkoopt op 31.1.1679 aan Teunis Nanningsz koopman te Oostgraftdijk een vrij akkertje land genaamd bogaertje groot omtrent 55 roeden (RAA RA 6442), verkoopt op 28.3.1686 aan Garbrant Jansz Collis koopman tot De Rijp een stuk land groot 2 aglen 34 roeden 4 voeten gelegen bij Oostgraftdijk (RAA RA 6442), op 15.1.1694 presenteren de kinderen en erfgenamen van zaliger Willem Cornelisz Startjes en Aerjantjen Nannings bij openbare veiling te verkopen een stuk land, zijnde drie stukken met dammen annex malkanderen, groot tezamen 18 aglen, liggende in de banne van Graft in de blokker op boomkes sloot, belend ten oosten Lakenmans weduwe, ten westen de vaarsloot of Jan Jacobsz Oom Jan, ten zuiden de oude dijksloot of Simon Nanningsz en ten noorden Claes Maertensz Liefjes (ORA Graft inv.6372 scan 43 d.d. 15.1.1694), dr. van Nanning Tuenisz |
1154 | Gerrit (Gerrid) Arisz (Arisze), laat vanaf 1669 kinderen dopen te Oostknollendam, belijdenis Oostknollendam (nederd. geref.) 1.1.1680, broer van Bertel Aris die tr. Oostknollendam (nederd. geref.) 16.7.1673 met Sijtje Jans, broer van Anna Aris die tr. Oosknollendam (nederd. geref.) 21.4.1675 met Jan Gerritsz de Wit, broer van Diewer Aris die tr. Oostknollendam (nederd. geref.) 13.2.1678 met Cornelis Heindrikz, tr. met |
1155 | Celitje (Celitia, Celietje, Celetje, Celitie, Sil, Siltje) Crelis, belijdenis Oostknollendam (nederd. geref.) 1.10.1699, leeft 9.7.1713 (doopboek Knollendam nederd. geref.) |
1160 | Jan Lösink, wonende in Lochem, leeft 1700, weduwe van Griete Sibers, zn. van Jan Luesinck en Griete ten Gronde, procedeert in 1672 tegen Philips Bulx, tr. Lochem 3.2.1667 met |
1161 | Geesken Theunis, dr. van Theunis Haeijkinc in Amssen |
1162 | Jan te Breckvoort, wonende in Groot Duchteren, zn. van Henric Breckvort, tr. Lochem 5.12.1678 met |
1163 | Geesken Plackhaer, dr. van Dries Plackhaer in Verwolde |
1164 | Herman Brabander, weduwnaar van Aeltjen Hoijers, samen vermeld op 10.5.1660 en 28.2.1665, tr. Lochem 19.5.1667 met |
1165 | Lummeken Rerincs, dr. van Herman Rerinc, hertr. Lochem 1.5.1681 met Egbert Jalinck |
1166 | Herman Slaghman, zn. van Henric Slaghman in Eecsel, tr. Lochem (nederd. geref.) 20.1.1678 met |
1167 | Jenneken ten Boomcamp, dr. van Willem ten Boomcamp in Verwolde |
1168 | Cornelis Willemsz Hoek, op 28.5.1720 compareert Roelof Cornelisz Seeman die bekent voor een bedrag van 110 gulden verkocht te hebben aan Cornelis Willemsz een huis en erf en werf daar annex, groot dezelfde werf 265 roeden, staande en gelegen aan de noordijck op de hoeck, belend ten noorden de noordijck en ten zuiden Pieter Burgers kinderen (ORA Ursem inv.6295 fol.229 d.d. 28.5.1720), op 6.5.1729 compareren Pieter Gerritsz Berger, voor hemzelf, Jan Hartland en Pouwels Boldewijn als wettelijke voogden over Neeltie Pieters, minderjarige dochter van wijlen Pieter Burger, allen op Koedijk woonachtig, die bekennen voor een bedrag van 53 gulden verkocht te hebben aan Cornelis Willemsz Hoek, wonende op de noordijk, een stukje land liggende in Ursem genaamd aelweer, groot omtrent 430 roeden, belend ten noorden de cadoelesloot en ten zuiden juffrouw Pets (ORA Ursem inv.6296 fol.162 d.d. 6.5.1729), op 12.3.1739 compareren Jan Cornelisz Hoek, wonende te Wormer (zie voor hem tevens RA Oterleek inv.6275 fol.135 d.d. 7.5.1731), voor hemzelf, Aerjaen Cornelisz Hoek, wonende in de schermeer, voor hemzelf, Dirk Aerjaensz en Aerjaen Gleijnsz, wonende te Oterleek, als wettelijke voogden over de kinderen van wijlen Willem Cornelisz Hoek, Albert Schouten, wonende tot Holijsloot, als voogd over het minderjarige kind van Mr Jacob Cornelisz Hoek, alle tezamen zonen en erfgenamen van hun vader Cornelis Willemsz Hoek, overleden te Ursem, die bekennen voor een bedrag van 52 gulden verkocht te hebben aan Gerrit Lubbertsz, wonende te Rustenburg, een stuk land gelegen te Ursem groot velwelt, groot 480 roeden, belend ten noorden de cadoelesloot en ten zuiden de aker van kees tuijn (ORA Ursem inv.6296 fol.305 d.d. 12.3.1739), op 13.3.1739 verkopen zij in die hoedanigheid voor een bedrag van 158 gulden aan Bartelmies Schouten, wonende te Ursem, een huis, erf en werf gelegen aan de noordijk tot Ursem, belend ten zuiden Jan Koning en ten noorden de noordijk (ORA Ursem inv.6296 fol.308 d.d. 13.3.1739) |
1172 | |
1173 | |
1184 | Krijn Jacobsz Heijnis, koopt op 17.1.1671, als zoon en mede-erfgenaam van zaliger Jacob Heijnes en Alijt Klaes, van Cornelis Jacobsz Heijnis, onmondige jonge vrijer, gesterkt met zijn oom en voogd Jacob Klaesz Lienman, oudschepen tot Noordschermer, en ook als oudoom en voogd over het nagelaten weeskind van zaliger Heijndrick Jacobsz, overleden tot Schermerhorn, beneffens Isaacq Colleman, secretaris te Grootschermer, als voogd over Dirckje Klaas, moeder van het voornoemde weeskind, kinderen en kleinkinderen van zaliger Jacob Heijnes, 5/6 deel in het door zijn ouders nagelaten huis, staande en liggende te Grootschermer, belend met Claes Dircksz Wever ten noorden en Jan Jansz Backer ten zuiden, mitsgaders een stukje land liggende achter het huis genaamd het varcken lant, belend met Isaacq Colleman ten noorden en Abram Reijersz Moolenaer ten oosten (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.17 d.d. 17.1.1671), is op 12.3.1671 samen met Jacob Claasz Leenman, buurman te Noordschermer, als omen en voogden van het nagelaten zoontje van Heijndrick Jacobsz zaliger en Dirkje Aris wonende in Schermerhorn, betrokken bij de verkoop van een stukje land genaamd acht schippertjes groot 4 achle en anderhalf vierde aan Crijn Cornelisz Bas (RAA RA 6331), en verkoopt in die hoedanigheid aan Cornelis Pietersz Roosecrans (zijn achternaam is moeilijk leesbaar) wonende in het Noordeinde een kwart in een vrij stuk land genaamd het busje groot ongeveer 7 achle in de menningweer (RAA RA 6331, fol.24, 12.3.1671), verkoopt op 12.3.1671 aan Jan Lourensz een huis en erf (RAA RA 6331), verkoopt op 30.3.1680 voor een bedrag van 43 gulden aan Arent Albertsz, wonende in De Rijp, een stuk land gelegen binnen dijk, belend met Heijndrick Claesz erven ten noorden en Jacob Ambrosius ten zuiden, groot 8 achlen 4 1/2 vviertel (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.39v d.d. 30.3.1680), is een van de wettelijke voogden over de nagelaten kinderen van Cornelis Jacobsz Heijnis en Guert Jacobs (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6339 fol.36 d.d. 12.1.1683; zie voorts inv.6338 d.d. 12.1.1683), zn. van Jacob Heijnis en Alijt Klaas |
1188 | Jacob Jacobsz Schram, koopt op 30.12.1671 voor een bedrag van 350 gulden van Jacob Pietersz Braeck en Jan Jacobsz Heertjes, buurlieden te Grootschermer, voor henzelf en mede voor Griet Pieters Braeck, wonende te Graft, alle erfgenamen van wijlen hun broeder Dirck Pietersz Braeck, indertijd buurvrijer te Grootschermer, een huis en erf, mitsgaders een boomgaardje aan het erf gelegen, staande en liggende te Grootschermer, belend met Witte Willemsz kinderen ten oosten en de ringdijk van de Noord(eind)ermeer ten westen (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.53 d.d. 30.12.1671), verkoopt op 3.5.1672 tezamen met zijn zwager Cornelis Pietersz aan de kinderen van wijlen Willem Claesz een stuk land genaamd de lishem, groot omtrent 3 achelen 3 metjes, gelegen in binnendijk, belend met Cornelis Pietersz Nolis ten oosten en Neelje Cornelis weduwe ten westen (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.65v d.d. 3.5.1672), verkoopt op 26.10.1689 aan Jacob Pietersz Braak, regerend schepen, een huis en erf in de banne Zuid-Schermer, belend ten oosten door Arent Willemsz en ten westen door de ringsloot van de noordeindermeer (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.184v d.d. 26.10.1689), vermeld verponding onder Grootschermer 1684, overl. voor 1705, zn. van Jacob Schram |
1192 | Cornelis (Kees) Cornelisz van de Volger, alias Oude Cees Volger, molenaar in een bovenmolen in de Schermeer, als zodanig vermeld op 22.3.1686 (Waterschap Schermeer inv.3 d.d. 22.3.1686: de molen krijgt een nieuwe kap; ibid. d.d. 18.3.1688: de molen krijgt een nieuw scheprad), overl. voor 13.8.1699 (Waterschap Schermeer inv.5 d.d. 13.8.1699: de molen opengevallen door de dood van Oude Cees Volger zal worden bemalen door de overleden vrouws voorzoon Pieter Jansz tot dat nader zal worden gedisponeerd; ibid. d.d. 4.3.1700 vermeldt dat Pieter Jansz in de molen mag blijven malen), zn. van Cornelis Dircksz van de Volger (dat we hem aanmerken als vader en niet Cornelis Cornelisz, wonende op de volger, die in 1642 hertrouwt met Aaf Abrams heeft te maken met het feit dat deze Cornelis, dan wonende in Grootschermer, op 18.5.1664 zijn huis en erf gelegen op de volger verkoopt aan Willem Leendertsz Pelt (ORA De Rijp inv.6375 fol.71 d.d. 18.5.1664)), is een broer van Pieter Cornelisz van de Volger gehuwd met Lijsbet Maertens die kinderen laten dopen te de Rijp, is mogelijk een broer van Dirk Cornelisz van de Volger gehuwd met Lijsbet die een kind laat dopen in de Rijp en ald. woonachtig was aan de sint jacobsbuurt (zie o.a. ORA De Rijp inv.6375 fol.174 d.d. 2.2.1668) en die op 22.1.1678 wordt aangesproken op de aankoop van turf in Driehuizen (ONA Alkmaar inv.308 fol.62 d.d. 22.1.1678), compareert op 23.2.1664 tezamen met Jacob Pietersz Minck om te getuigen inzake de verkoop van een veerschuit (ONA De Rijp inv.4469 d.d. 23.2.1664), verklaart op 27.8.1664 ten behoeve van de heer Poulus van der Velde, wonende in de Beemster, dat hij in het voorgaande jaar met zijn paarden en wagen heeft gereden in de starmeer en zijn paarden heeft laten grazen op land van Poulus (ONA De Rijp inv.4461 d.d. 27.8.1664), compareert op 11.6.1667 tezamen met zijn vrouw Welmet Cornelis, Abram Jansz, Hendrick Jansz en Pieter Cornelisz van de Volger, die op verzoek van de eerzame Pieter Jans Pietjes een schuldbekentenis afleggen (ONA De Rijp inv.4470 d.d. 11.6.1667), betaalt op 17.4.1668 3 gulden 15 stuivers huurgeld voor de luijendijck (OA De Rijp inv.84 d.d. 17.4.1668: de luijendijck zal in de nabijheid van de huidige passantenhaven aan de meelzak moeten worden gezocht), krijgt op 10.11.1674 tezamen met Pieter van de Volger en Hillebrant 4 gulden 10 stuivers betaald voor arbeidsloon op de kadijken en het 's nachts de wacht houden ald. (OA De Rijp inv.86 d.d. 10.11.1674), is vader van Maritje ged. de Rijp (nederd. geref.) 7.1.1659, is vader van Neeltje ged. de Rijp (nederd. geref.) 29.5.1661, is vader van Kornelis ged. de Rijp (nederd. geref.) 11.12.1664, is vader van Krelis ged. de Rijp (nederd. geref.) 10.10.1666 (in hem herkennen we Cornelis Cornelisz Volger de jonge, molenaar op de 2e bovenmolen nabij Graftdijk in de bedijkte schermeer, zie o.a. Waterschap Schermeer inv.8 d.d. 8.1.1729), is vader van Pieter en Neel ged. de Rijp (nederd. geref.) 6.2.1670, is vader van Maritie ged. Graft (nederd. geref.) 13.11.1678, tr. 1e met Welmet (Wolmoot) Cornelis (Kornelis), otr. 2e Zuidschermer (nederd. geref.) 30.9.1674, tr. de Rijp civiel 29.12.1674 (hij bijgestaan door Pieter Cornelisz van de Volger, zij door Gerrit Jacobsz) met Aaltien Dircks, weduwe in de bedijkte Schermeer, otr. 3e Graft civiel 10.7.1683 (hij bijgestaan door zijn vriend Cornelis Claasz Schippers, zij door haar zwager Jeroen Heindriksz), tr. Zuidschermer 12.7.1683 (nederd. geref.) met Jaapien (Jaepje) Reijers, begr. Graft (nederd. geref., grafnr. 333) 21.2.1702, weduwe van Jan Rutsz te Graft (begr. Graft nederd. geref., grafnr. 333 d.d. 19.9.1682, kwam dood uit Groenland), zn. van Rut Jansz, waaruit een zoon Pieter geb. ca. 1674 (ORA Graft inv.6493 fol.60v d.d. 3.8.1683: Jaepje Reijers geassisteerd met tegenwoordige man Cornelis Cornelisz van de Volger wonende in de Schermeer ter eenre en de edele Pieter Claesz Olij als voogd over Pieter Jansz, oud omtrent 9 jaar, weeskind van zaliger Jan Rutsz bij Jaepje Reijers) |
1208 | Gerrit Eggesz, is vader van Guurtje ged. Wormer (nederd. geref.) 1.9.1669, is vader van Diewer ged. Wormer (nederd. geref.). 27.3.1672, is vader van Gerrit ged. Wormer (nederd. geref.) 18.2.1676 (de vader postuum), tr. met |
1209 | Trijn Pieters |
1210 | Tijs Heijndricksz alias Tijs Heijnties (Heijntjes) Jellesz, ged. Jisp (nederd. geref.) 12.3.1634, zn. van Heijndrick Jellesz, tr. 1e Jisp 17.2.1654 met Guertie Allerts, tr. 2e Jisp 17.1.1672 met |
1211 | Aecht (Aegien) Jacobs, ged. Jisp (nederd. geref.) 21.1.1643 (get. Trijn Maertens), dr. van Jacob Jelliszen en Aeltje Maertens |
1212 | Klaas (Claes) Gertsz van Straten, ged. Jisp (nederd. geref.) 30.8.1648 (getuige Judich Bastiaens), zn. van Gerret Alberts van Straten en Maijken Jans Smits, tr. als weduwnaar Jisp 9.11.1685 met Trentie Sijmis, tr. met |
1213 | Antje Pieters |
1216 | Hendrick (Henderick) Jansz Reijnen (Reine, Reijnes) alias Backer, bakker te Krommenie, schepen ald., zn. van Jan Reijnen en Trijn Sijmons, koopt op 29.6.1640 voor een bedrag van 1400 gulden van Pieter Willemsz Backer een huis en erf staande en gelegen te Krommenie op de heijlige wech, belend ten oosten Jan Huibertsz en ten westen de weduwe en kinderen van Willem Woutersz, inclusief bakkersgereedschap en bijbehorende roerende goederen (ORA Krommenie inv.1396 fol.168v 29.6.1640; zie voorts ORA Krommenie inv.1485 fol.75 d.d. 4.6.1642 waarbij de verkoop van het huis aan Hendrick Jan Reijnes wordt aangehaald), is voogd over een van de kinderen van Pieter Aerentsz en Grietje Cornelis (ORA Krommenie inv.1486 d.d. 16.9.1648), verkoopt op 17.9.1649, dan wonende te Krommeniedijk, tezamen met Gaeuwe Aemkersz aan Hillegont Pieters, weduwe van Jan Claesz, oud-schepen in de Woude en haar kinderen, een stuk land in het woudervelt genaamd de kooijen, groot 19 snees 4 roede, belend ten oosten Aecht Engels en ten zuiden, westen en noorden Jan Meijndertsz en Claes Garbrantsz (ORA Uitgeest inv.1999 fol.80v d.d. 17.9.1649; Gaeuwe Aemkers was gehuwd met Duijff Jans, die ongetwijfeld een zuster was van Hendrick Jansz Reijnen, voor het testament van het stel zie ONA Uitgeest inv.5020 fol.67v d.d. 21.1.1651), koopt op 11.3.1650 voor een bedrag van 1300 gulden van Nanningh IJsbrantsz, wonende te Krommenie, een stuk land liggende te Krommenie buiten de heijlige wech, groot 668 roeden, belend ten noorden Engel Gavijsz en ten zuiden Guerte Claes (ORA Krommenie inv.1397 fol.40v d.d. 11.3.1650), koopt op 8.4.1650 voor een bedrag van 285 gulden van Engel Gavijsz, wonende te Krommenie, een stuk land liggende te Krommenie aan de heijlige wech, genaamd het heijlige wechtge, groot 119 roeden, belend ten noorden de kercksloot en ten zuiden de koper (ORA Krommenie inv.1397 fol.43v d.d. 8.4.1650), bekent op 18.2.1654 verkocht te hebben aan Garbrant Dircxz van der Plas, wonende te Krommeniedijk, twee kalveren en een vaars, tegenwoordig op Garbrants stal staande, voor de som van 153 gulden 13 stuivers elk, en belooft Garbrant niet meer te manen, moeien of molesteren(ONA Krommenie inv.3041 akte 52 d.d. 18.2.1654), koopt op 8.5.1654, dan bakker te Krommenie, voor een bedrag van 350 gulden van Gerrebrich Cornelis, weduwe van wijlen Jan Cornelisz wonende tot Jisp, de gerechte helft van een huis en erf staande en gelegen op de heijlige wech, belend ten oosten Jan Claesz en ten westen Claes Cornelisz Kuijper (ORA Krommenie inv.1398 fol.57 d.d. 8.5.1654), op 12.7.1656 laat Heijndrick Jansz Backer voor de weesmeesters ten behoeve van zijn vier onmondige kinderen geprocreëerd bij Marij Cornelis, te weten Grietje, Engeltje, Claes en Duijfje een inventaris van zijn bezit opstellen, met toestemming en approbatie van Cornelis Cornelisz, oom en bloedvoogd van de kinderen, te weten de gerechte helft van een stuk land genaamd de ven, groot in het geheel 1232 roe, gelegen op de indijk te Krommenie, belend ten noorden Allert Jansz Kuijper en ten zuiden Cornelis Gerritsz, bezwaard met een bedrag van 600 gulden, alsmede de helft van een stuk land genaamd het ventge en heijligewechje, groot in het geheel omtrent 800 roe, gelegen op de kercksloot, belend ten noorden de kercksloot en ten zuiden de weduwe van Willem Woutersz met haar kinderen, alsmede de gerechte helft van een huis en erf staande en gelegen op de heijlige wech, belend ten westen de weduwe van Willem Woutersz en ten oosten Poulus Willemsz Molenaar, met deze conditie oft gebeurde dat de vader van de kinderen het gehele huis en erf met de nering vandien kwam te verkopen dat in dat geval de kinderen voor hun helft zal mogen voldoen met hetgeen het gerecht of neutrale personen oordelen zullen waardig te zijn, alsmede de gerecht helft van een huis en erf staande en gelegen op de heijligewech, belend ten westen en ten oosten Jan Claasz, mits conditie dat de vader hen te allen tijde met 450 gulden aan geld daarvoor zal mogen voldoen, voorts belooft de vader de kinderen te zullen onderhouden, alimenteren, leiden een onderwijzen tot hun mondige dagen of huwelijken (ORA Krommenie inv.1486 d.d. 12.7.1656), verkoopt op 12.6.1657, dan gewezen bakker te Krommenie, voor een bedrag van 1650 gulden aan Claas Lammertsz Bakker, wonende te Krommenie aan de heijlige wech, een huis en erf en bakkerij met het gereedschap vandien, staande en gelegen op de heijlige wech, belend ten oosten Poulus Willemsz en ten westen Guirte Claas weduwe (ORA Krommenie inv.1399 fol.40v d.d. 12.6.1657), verwerft op 28.5.1660 ingevolge vonnis van Aamger Claasz Veerman, wonende op Krommeniedijk, de gerechte helft van een stuk land, groot dezelfde helft 445 1/2 roe, gelegen te Krommeniedijk, belend ten zuiden Sieutien Hendriks weduwe en ten noorden Aaff Engels, dat hij op 8.4.1661 doorverkoopt aan Gerrit Josephsz Keijser, wonende op Krommeniedijk (ORA Krommenie inv.1400 fol.10v en 11 d.d. 8.4.1661), koopt op 4.2.1661 voor een bedrag van 168 gulden van Sijmon Adriaansz van der Leij, chirurgijn te Zaandijk, een tuintje groot 50 roe, gelegen achter de heijlige wegh, belend ten oosten Guurte Claas weduwe en ten westen Pieter Maartensz Swaardemaaker van Zaandam c.s. (ORA Krommenie inv.1400 fol.1 d.d. 4.2.1661), koopt op 4.2.1661 voor een bedrag van 1250 gulden van Pieter Gerritsz van der Laan, boterkoper te Krommenie, een stuk land genaamd de loet, groot 750 roe, gelegen op 't endt van de indijk en aan de klamdijk, belend ten oosten Allert Barentsz Bakker en ten westen Joost Cornelisz (ORA Krommenie inv.1400 fol.1v d.d. 4.2.1661), transporteert op 8.4.1661 in erfmangeling aan Gerret Josepsz Keijser, wonende te Krommeniedijk, de gerechte helft van een stuk land groot 445 1/2 roe, gelegen te Krommeniedijk, belend ten zuiden Sieutien Hendriks weduwe en ten noorden Aaff Engels (ORA Krommenie inv.1400 fol.11 d.d. 28.4.1661), verwerft op 8.4.1661 in erfmangeling van Gerret Josepsz Keijser, wonende te Krommeniedijk, een stuk land groot 367 1/2 roe, gelegen op de indijk, belend ten noorden Jan Claasz Kuijp en ten zuiden Jacob Willemsz Koningen (ORA Krommenie inv.1400 fol.11v d.d. 28.4.1661), verkoopt op 25.5.1663 voor een bedrag van 186 gulden 5 stuiver aan Jacob Adriaansz, wonende in de busch in de banne Uitgeest, een werf groot 41 1/2 roe, belend ten oosten Wouter Willemsz en ten westen Jan Huijgen (ORA Krommenie inv.1400 fol.109v d.d. 25.5.1663), koopt op 8.5.1664 voor een bedrag van 138 gulden van de crediteuren over de goederen van Dirck Reijersz een huisje en erf, staande en gelegen te Krommenie in de vlus, belend ten zuiden Klaas Heijn en ten noorden Klaas Kornelisz Kool (ORA Krommenie inv.1400 fol.130v d.d. 8.5.1664), verkoopt op 27.4.1668 voor een bedrag van 107 gulden aan Maarten Willemsz Huijgen, wonende te Krommenie aan de heijlige wegh, een erf groot 23 1/2 roe, gelegen op het westendt van de heijlige wegh, belend ten oosten Frans Pietersz en ten westen de verkoper (ORA Krommenie inv.1401 fol.50v d.d. 27.4.1668), verkoopt op 29.4.1668 voor een bedrag van 97 gulden aan Pieter Reijersz, wonende te Krommenie, een huisje en erf staande en liggende in de vlus, belend ten zuiden Jan Adriaansz Visker en ten noorden Claas Cornelisz Kool (ORA Krommenie inv.1401 fol.53v d.d. 29.4.1668), verkoopt op 8.3.1676 aan zijn zoon Claas Hendricksz, wonende in den Bosch onder de jurisdictie van Demmerick in het Sticht van Utrecht, een stuk land liggende in de banne van Krommenie genaamd besges ven, groot in het geheel 1232 roe, belend ten zuiden Cornelis Dircksz Water en ten noorden Jan Cornelisz Docter, alsmede 54 roeden in een stuk land genaamd 't heijlige wechtge, groot 648 roe, belend ten zuiden Wouter Willemsz de Bock en ten noorden de kercksloot (ORA Krommenie inv.1401 fol.229v d.d. 8.3.1676), op 10.3.1677 worden tot voogden over de onmondige kinderen van zaliger Hendrick Jansz Reijnen, overleden tot Krommenie, aangesteld Willem Jansz Reijnen en Gaeuwen Aemkersz, wonende te Krommeniedijk, omen van de kinderen van de verstorven zijde (ORA Krommenie inv.1487 d.d. 10.3.1677; op 24.11.1677 wordt in plaats Willem Jansz Reijnen aangesteld Cornelis Jaspersz Cuijper), op 22.10.1677 compareren Jan Pietersz gehuwd met Engeltien Hendricx, alsmede Duijf Hendricx, die bekennen verkocht te hebben aan Trijn Jaspers, wonende te Krommenie, een stuk land liggende in de banne van Krommenie, groot 1232 roe, genaamd besies ven, belend ten zuiden Cornelis Dircksz Water en ten noorden Jan Cornelisz Gorter, alsmede een stuk land groot 648 roe genaamd het heijlige weghie, belend ten zuiden Wouter Willemsz de Bock en ten noorden de kercksloot (ORA Krommenie inv.1402 fol.57v d.d. 22.10.1677), op 24.5.1680 compareert Duijff Heijndericx, bejaarde dochter, geassisteerd met Pieter Jansz Smit haar gekoren voogd, wonende in Krommenie, die bekent verkcoht te hebben aan de heer Assuerus Schalkenius, predikant op Krommeniedijk, voor een bedrag van 600 gulden verkocht te hebben een stuk land groot 930 roe, belend ten zuiden de koper zelf en ten noorden Claas Nest (ORA Krommenie inv.1403 fol.122v d.d. 24.5.1680), bezit land Uitgeest (NHA RA 205, 5.4.1678, 2.3.1679 en 3.4.1679), heeft aandeel in oliemolen de pelikaen (ORA Krommenie inv.1398 d.d. 29.9.1656), in hennepkloppermolen, later papiermolen de mol (ORA Krommenie inv.1399 d.d. 7.1.1660 en 20.2.1660; ibid. inv.1400 fol.165v d.d. 15.5.1665) en molen de vos (ORA Krommenie inv.1400 d.d. 6.3.1665; ibid. inv.1401 d.d. 16.3.1668), op 26.7.1697 compareren Jan Pietersz Veer, getrouwd met Engeltje Heijndricx, Duijfje Heijndricx voor haarzelf en in qualite als wettige gestelde voogden over de nagelaten onmondige kinderen van zaliger Claas Heijndricxz Smit, tezamen respectievelijke kinderen, kindskinderen en mede erfgenamen van zaliger Heijndrick Jansz Reijne, in zijn leven wonende te Krommenie, en nog mede erfgenaam van zaliger Grietje Heijndricx, zonder wettige nazaat en in testato overleden, als eisers, en Jasper Heijndricxz en Dirck Heijndricxz, mede tot Krommenie woonachtig, kinderen van Heijndrick Jansz Reijne, in echt verwekt bij Trijn Jaspers, die mede enige tijd overleden is te Krommenie, als gedaagden, waarbij eisers stellen dat zij ter zake van hun vaders en moeders erf in voldoening van het moederlijke goed is bewezen de som van zevenhonderd gulden, doch dat een van de vier kinderen die hun vader vermeld en geteeld bij hun overleden moeder, genaamd geweest Marie Cornelis, en die door hun moeder ook waren nagelaten, in testato is komen te overlijden, derhalve de vader de? voor de ene helft en de drie andere kinderen voor de wederhelft, erfgenamen zijn gecoren doch daar van hebben de eisers niets gehad, ter andere, als wanneer Heijndrick Jansz Reijne nu omtrent 20 jaren verleden is komen te sterven, zo is deszelfs weduwe Trijn Jaspers in de gehele boedel met haar twee kindertjes in de gehele boedel is blijven zitten zonder dat de eisers in dezen daarvan mede iets hebben genoten, noch enige penningen hebben gehad, Trijn Jaspers nu mede overleden zijnde, ter andere, dat de gedaagden zullen moeten een deel van de boedel en inventaris zoals zij dat bij overlijden bezat, voorts eisen zij de helft van de som van zevenhondervijftig gulden en exhibitie van de staat en inventaris en het brengen van alle boeken, charters en papieren (ORA Krommenie inv.1375 d.d. 26.7.1697 scan 1244), op 22.8.1697 compareren Pieter Jansz Pies?, oud 78 jaar, te Zaandijk woonachtig, die op verzoek van Jasper Heijndricksz en Dirck Heijndricksz Backer, wonende tot Krommenie, beide nakinderen van Heijndrick Jansz Reijne, verklaart dat hun moeder na het overlijden van hun vader met hun vaders voorkinderen de boedel die hun vader met zijn dood heeft ontruimd, geschift, gescheiden en gegronddeeld, wat hij verklaart nu omtrent 20 jaar geleden te zijn, compareerde mede Jacob Jansz Lakeman, oud 70 jaren, die verklaart waarachtig te zijn dat hij te zelven tijde bij de deling aanwezig geweest te zijn en gezien te hebben, compareerde tevens Pieter Jansz Kuijs, mede tot Krommenie woonachtig, oud 53 jaar, die verklaarde ter requisitie als voren, dat hij getuige omtrent 20 jaar geleden de voorzoon van de vader van de requiranten, te weten Claes Heijndricksz Backer en de andere voorkinderen, mitsgaders de moeder van de requiranten, en verklaart gehoord te hebben dat die voorzoon en de andere voorkinderen en hun moeder altesamen tegen hem zeiden dat hij nopende de gemelde nagelaten boedel veraccordeerd waren in forma dat die voorzoon van die boedel niets zou genieten, onder conditie dat de requiranten moeder en de andere gemelde voorkinderen die voorzoon zijn schulden zou betalen (ONA Zaandijk inv.6401 akte 21 d.d. 22.8.1697), tr. 1e met Marij Cornelis, tr. 2e Krommenie (nederd. geref.) 10.11.1658 met |
1217 | Trijn Jaspers, jongedochter van Krommenie, begr. ald. impost 5.5.1697 (aangifte door Jasper Heijndricksz Backer), dr. van Jasper Cornelisz en Wijberig Dircks, op 2.3.1679 compareert Jan Pietersz Veer, wonende te Krommenie, voor hemzelf en de rato caverende voor Duijffie Hendricx, zijn snaar, die bekent voor een bedrag van 350 gulden verkocht te hebben aan Trijntie Jaspers, mede wonende te Krommenie, een stuk land liggende in de banne van Uitgeest in de broeck, genaamd sijmon heijnen ven, groot 1023 roeden, belend ten westen de hemsloot, ten noorden de weduwe van Jan Matselaer, ten oosten Claes Breeuwer en ten zuiden Sijmon Cornelis Fransses erfgenamen (ORA Uitgeest inv.205 fol.42 d.d. 2.3.1679; het ten noorden gelegen stuk land, tevens genaamd sijmon heijnen ven, wordt op 12.4.1658 verkocht door Aechte Claes, weduwe te Edam aan Jan Pietersz Matselaer en wordt dan ten zuiden belend door de weduwe van Jan Reijnen, zie ORA Uitgeest inv.,202 fol.9v d.d. 12.4.1658), verkoopt op 28.4.1679 als weduwe van Henderick Jansz Reijnen voor een bedrag van 33 gulden 12 stuiver aan Pieter Jansz Clomp, wonende te Krommenie, een erfje staande en gelegen op het westendt van de heijlige wegh, belend ten oosten Maarten Huijgen en ten westen de verkoopster (ORA Krommenie inv.1403 fol.89v d.d. 28.4.1679), verkoopt op 22.9.1679 als weduwe van Hendrick Jansz Reijnen voor een bedrag van 43 gulden aan Pieter Jansz Wouda, wonende te Krommenie, een erfje groot 22 roe gelegen op de heijlige wegh, belend ten oosten Pieter Jansz Clomp en ten westen de verkoopster (ORA Krommenie inv.1403 fol.103v d.d. 22.9.1679), verkoopt op 17.11.1680 voor een bedrag van 55 gulden aan Pieter Jansz Brouwer, wonende te Krommenie, een werf groot 30 1/2 roe gelegen op het westendt van de heijligewegh, belend ten westen de verkoper en ten oosten Frans Meijndertsz (ORA Krommenie inv.1403 fol.198v d.d. 17.11.1680), verkoopt op 24.4.1682 aan Frans Meijndertsz, beide wonende te Krommenie, 4 roeden land gelegen ten einde van de heijligeweg, belend ten oosten de koper en ten westen de verkoper (ORA Krommenie inv.1403 fol.182v d.d. 24.4.1682), verkoopt op 17.11.1682 aan Pieter Jansz Brouwer, wonende te Krommenie, een werfje land groot 30 1/2 roe, gelegen op 't westendt van de heijlige wegh, belend ten westen de verkoopster en ten oosten Frans Meijndertsz (ORA Krommenie inv.1403 fol.198v d.d. 17.11.1682), op 9.5.1686 compareert Fredericus Molerus, predikant te Beverwijk, procuratie hebbende van de kinderen van Jacob de Hart en Dorethe Jacobs, te Beverwijk overleden, die bekent voor een bedrag van 352 gulden 6 stuivers verkocht te hebben aan Trijn Jaspers, wonende te Krommenie, een stuk land liggende in de broeck genaamd 't kleijne ventie, groot 28 1/2 snees, belend ten oosten de lagedijck, ten noorden Pieter Claesz Stam en ten zuiden Poulus Jansz kinderen (ORA Uitgeest inv.206 fol.121v d.d. 9.5.1686), hij verkoopt in die hoedanigheid op 8.5.1686 [sic] voor een bedrag van 167 gulden aan Trijn Jaspers zeker stuk land liggende in de banne van Uitgeest, groot omtrent 2 mat min een kwart, dogh met de voet te stoten (ORA Uitgeest inv.206 fol.122 d.d. 8.5.1686; het land is voorgaande winter bij publieke veiling verkocht), op 30.11.1691 compareert Jasper Heijndricksz, die in opdracht van zijn moeder Trijn Jaspers, weduwe van Hendrick Jansz Reijnen, voor een bedrag van 40 gulden verkoopt aan Trijn Thijsz, laatst weduwe van Cornelis Teunisz, wonende te Krommeniedijk, een hoekje land groot 23 roe met de halve sloot, liggende op het einde van de heijligewegh, belend ten oosten Willem Garbrandsz en ten westen de verkoopster (ORA Krommenie inv.1404 fol.14 d.d. 30.11.1691), op 11.1.1692 compareert Jaspar Heijndricksz die in opdracht van zijn moeder Trijn Jaspers aan Michiel Pietersz, wonende beide te Krommenie, verkoopt een erfje land groot 20 roeden, liggende op het eind van de heijligewegh uit de ven van de verkoopster (ORA Krommenie inv.1404 fol.17v d.d. 11.1.1692), op 1.5.1697 compareert Dirck Heijndricksz Backer, de rato caverende voor zijn moeder Trijn Jaspers, die bekende voor een bedrag van 33 gulden verkocht te hebben aan Adriaen Cornelisz Caper een erfje op het westeind van de heijligewegh, belend ten oosten Trijn Sijmon Waris en ten westen de verkoper (ORA Krommenie inv.1404 fol.261v d.d. 1.5.1697), op 10.5.1697 compareert Dirck Heijndricksz Backer, de rato caverende voor zijn broer Jasper Heijdnricksz Backer, die bekende voor een bedrag van 150 gulden aan de kinderen van wijlen Gerrit Willemsz Spinder, alle wonende te Krommenie, verkocht te hebben het gerechte achtste part in een ven land, in het geheel groot 2611 roe, gelegen met zijn oosteind op de indijck, belend ten oosten de indijck en ten westen de westdijck (ORA Krommenie inv.1404 fol.266 d.d. 10.5.1697), o p 10.1.1698 verkoopt Dirck Heijndricksz Backer voor een bedrag van 47 gulden aan Cornelis Adriaensz Piets een erfje land gelegen op het westeind van de heijligewegh, groot 20 1/4 roe met de sloot, belend ten oosten Adriaen Caper en ten westen Dirck Jansz out (ORA Krommenie inv.1404 fol.289 d.d. 10.1.1698) |
1218 | Jan Arentsz, op 9.1.1700 compareren Aerjen Jansz, voor hemzelf voor 1/4 deel, en zich sterk makend en de rato caverende voor zijn twee zusters Neel en Griet Jans voor 1/2 part en voor zijn zwager Jasper Heijndricxz tot Krommenie voor 1/4 deel, die bekent voor een bedrag van 300 gulden verkocht te hebben aan Gerrit Willemse, wonende op groot dorregeest, een stuk land liggende in de dielevermeer, groot 2 meer moogens, belend ten oosten de koper en ten westen Cornelis Jansz Outhoij (ORA Uitgeest inv.209 fol.82v d.d. 9.1.1700) |
1220 | Bouwen Gerritsz Slommer, vermeld te Koedijk, zn. van Gerrit Reijersz Slommer en Griet Huijberts, voogd over de dochter van zijn broer Pieter Gerritsz Slommer (RA Koedijk inv.6244: op 1.2.1662 compareren Jacob Gerretsz als gekoren voogd en Huijbert Gerretsz Slommer als oom en voogd van het nagelaten weeskind van zaliger Pieter Gerretsz Slommer geprocreëerd bij Trijn Jacobs, tot het nagelaten goed behoort een akker zaadland groot omtrent 10 1/2 snees genaamd jan almers acker gelegen benoorden saskersloot in de banne van Oudkarspel, belend met Pieter Jansz Breelandt ten zuiden en Pieter Huijbertsz ten noorden, en nog 2000 gulden aan geld, het gunt onder de moeder en stiefvader berustende blijft tot het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, en verbinden daarvoor een vierde van 32 morgen land in de oude sijp in de hoek van de belkmerweg ten oosten en de burgerwech ten noorden, op 22.5.1669 compareren Jacob Gerretsz Rijplant en Jan Arentsz Prins, voogden over het voorzeide kind, ter presentie van oom Bouwen Gerretsz, en hebben de volgende bezittingen gekomen van grootvader en grootmoeder onder de weeskamer gebracht, te weten een stuk weiland groot omtrent 6 geers 8 1/2 snees gelegen in de diepsmeer in de banne van Oudkarspel, belend met Huijbert Gerretsz ten westen en de erfgenamen van juffrouw Cromhout ten oosten en de ringsloot van de diepsmeer ten zuiden, alsmede een gerechte vierde part in een stuk weiland genaamd de gaebelweijt, groot in het geheel 10 geers gelegen in botsool, belend de erfgenamen van Garbrant Spiegel ten noorden, Hendrik Joosten als bruiker ten westen, gemeen met Huijbert Gerretsz c.s., nog een akker zaadland groot omtrent 4 1/2 snees genaamd het driestal en gelegen in de nieuwe tocht, belend met Gerret IJfen ten noordwesten, de graeflijckheijt ten zuidoosten en de voorzeide nieuwe tocht ten zuidwesten, nog aan geld een som van 300 gulden en 400 geld berustende onder Jacob Gerretsz voornoemd), op 18.9.1670 compareren Cornelis Gerretsz Rus en Bouwen Gerretsz Slommer, wettige voogden over de kinderen van zaliger Dirck Aerjensz, en bekennen verkocht te hebben aan Jan Gerretsz Cuijper een huis en erf staande en gelegen te Koedijk, belend Gerrit Pietersz Coninck ten noorden en de weduwe en kinderen van zaliger Aerjen Aerjensz ten zuiden (RA Koedijk inv.6220 fol.375 d.d. 18.9.1670), in het jaar 1670 verkoopt Guurt Dircx, weduwe van Pieter Gerrit Bouwensz, wonende te Koedijk, aan Bouwen Gerritsz Slommer 1/3 deel in een stuk weiland, groot in het geheel 10 geersen en genaamd het breetlant, liggende in de banne van Oudkarspel (Oudkarspel - meer dan 4 eeuwen water- en veldnamen met de oudste droogmakerijen, uitgave Stichting COOG; de akte is niet aangetroffen van de transportregisters van Oudkarspel in dat jaar), op 14.3.1673 compareren de voogden over Gerrit en Trijn Garments, ongehuwde personen wonende te Zuid-Scharwoude, die bekennen verkocht te hebben aan Bouwen Gerritsz Slommer wonende te Koedijk 1 1/2 gars in een stuk weiland, groot in het geheel 10 geersen en genaamd geabelweijt, gelegen op het noordeinde van Koedijk in de banne van Oudkarspel, belend de kerkelanden van Harenkarspel ten westen, Annitje Spiegels met haar moeder ten noorden en de botsool ten westen (RA Oudkarspel inv.6058 fol.135 d.d. 14.3.1673), op 14.6.1678 compareert Cornelis Jansz, wonende te Koedijk, die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Bouwensz Slommer, mede wonende ald., 3 geersen weiland in een stuk weiland groot in het geheel 9 geersen, gelegen in de banne van Oudkarspel benoorden de ouwe greb, belend dr. Coornhart ten zuiden, de kerk van Koedijk ten oosten en Pieter Jansz Breelant ten westen (RA Oudkarspel inv.6058 fol.243 d.d. 14.6.1678), op 18.5.1680 compareert Jan Jansen Appetijt, voor hemzelf als getrouwd zijn geweest met Trijn Jans, zijn overleden huisvrouw, verder als last en procuratie hebbende beneffens Pieter Theeus Hertlant, zijn confrater van de verdere algemene erfgenamen van zaliger Aecht Willems, uit krachte van zekere dispositie door haar gedisponeerd voor Louwerens Oosthoorn, notaris binnen de stede Alkmaar en zekere getuigen in dato den [niet ingevuld], en de procuratie gepasseerd voor onze secretaris en twee onzer schepenen op 30.4.1680, de namen der constituanten en erfgenamen voorzeid zijn deze, namelijk Hendrck Theeusz gehuwd met Jannitje Jans, voor hemzelf, en verder als voogd over de kinderen van zaliger Pieter Jansz Vurwer, Jacob Jansz Spierdijck gehuwd met Reijnu Jans, Cornelis Gerritsz Lantheer voor hemzelf en hem sterk makende voor Jan Lantheer zijn broeder, altezamen met Jan Jansz Appetijt erfgenamen van Aecht Willems van vaderszijde, Willem Louwers voor hemzelf en hem sterk makende voor Jan Hillebrantsz, zijn broers zoontje, Hendrick Pietersz Huijswaert als voogd over de kinderen van zaliger Pieter Hillebrantsz, Pieter Jansz Caelis wonende in de bergermeer, voor hemzelf en hem sterk makende voor Trijn Jans, zijn snaar, Pieter Cornelisz van Sint Maarten voor hemzelf en hem sterk makende voor zijn broer Waelich Cornelisz, Maertje Cornelis weduwe van wijlen Jan Pietersz Olijweijer, geassisteerd met Pieter Cornelisz voornoemd, haar broeder en gekoren voogd in dezen, Pieter Gerritsz Coenis en Dirck Jansz gehuwd met Neel Gerrets voor henzelf en hen sterk makende voor Maertje Gerrets, hun zuster, Hendrick Jansz Coenis en Jan van der Weere als voogd over het kind van Aecht Jans Coenis, Jacob Pouwelsz van Tuitjenhorn, voogd over Aecht Coenis, kind van Coen Jansen, Pieter Maertensz wonende alhier, Jan Dircksz gehuwd met Guijrtje Aerjans van Eegtrip, Pieter Decker gehuwd met Maertje Coenis, Pieter Jansen Bobeldijck en Sasker Pietersz, armvoogden over Pieter en Aelitje Coenis, Luijtje Luijtjens van Haringhuizen voor zichzelf en hem sterk makende voor zijn zwager Cornelis Cornelisz, Gerret Janse Stinte, buurman alhier, Jan Aerjensz Baes voor hemzelf en hem sterk makende voor zijn zwager Coen Gerrets als mede erfgenamen van Aecht Willems voornoemd van haar zaliger moeders zijde in de andere helft, die bekennen verkocht te hebben aan Bouwen Gerretsz Slommer de gerechte helft van een stuk weiland genaamd jacob hillebrants of het nil karreweijt, groot de voorzeide helft omtrent 5 geers boven het recht van oudeigen, gelegen een weinig beoosten de pomp onzes dorp, belend met die vroonlanden aan wederzijden (RA Koedijk inv.6221 fol.156 d.d. 18.5.1680), op 21.5.1682 compareren IJff Reijersz Stammis en Jan Willemsz Limmen, wettige curateuren over de gehypothekeerde goederen van Pieter Jansen Vurwer, die bekennen te hebben verkocht aan Bouwen Gerretsz Slommer een stuk weiland genaamd oom claese of luijtjes weijt, groot 7 geersen 6 snees 11 roeden, gelegen omtrent het midden van het dorp Koedijk achter oversloot, belend met een stuk vroonland te noorden, Jacob Jacob Bruijnemans erven ten zuiden en de achtergracht ten westen (RA Koedijk inv.6221 fol.205 d.d. 21.5.1682), op 25.10.1683 compareren de voogden over de kinderen van Claertje Sijmons Landknegt, weduwe van Gerrit Dircxz van Egmont, die bekennen verkocht te hebben aan Bouwen Gerritsz Slommer 3/4 deel van een stuk weiland, groot omtrent 6 gars, gelegen in de banne van Oudkarspel genaamd de strenge, belend de ringhsloot van de dispemeer ten oosten, de ackers ten noorden, Pieter Jansz van Beijeren ten zuiden en het regterslick ten noorden (RA Oudkarspel inv.6058 fol.419 d.d. 25.10.1683), op 7.12.1684 compareren Sijmon Arentsz Prins en IJff Pietersz Schotfanger, wettige voogden over de kinderen van zaliger Cornelis Janses Schoenmaecker en Trijn Jacobs, die bekennen verkocht te hebben aan Bouwen Gerritsz Slommer een akker zaadland groot omtrent [niet ingevuld] snees, belend met hem Slommer aan dezelve verheeld en tot groot gelaten ten noorden en Jan Bassen kinderen ten zuiden, de achtergracht ten westen (RA Koedijk inv.6221 fol.278 d.d. 7.12.1684), op 30.12.1686 compareert Gerret Janses Huijberts, buurman te Koedijk, die bekent verkocht te hebben aan Bouwen Gerretsz Slommer, zijn neef, een akker zaadland groot 7 snees 2 roeden gelegen ten noordoosten van suijder cleijmeer, belend met de gemene vaert ten zuiden, Neel Thees erven ten noorden, voor de som van 158 gulden 4 stuivers (RA Koedijk inv.6221 fol.333 d.d. 30.12.1686), op 30.12.1686 compareert Bouwen Gerretsz Slommer, buurman te Koedijk, die bekent verkocht te hebben aan Jan Gerretsz timmerman, mede te Koedijk, een akkertje zaadland groot 7 snees 2 roeden gelegen aan louckesloot, belend de koper ten noorden en de voorzeide sloot ten zuiden, vermangeld met een akker gelegen onder Oudkarspel (RA Koedijk inv.6221 fol.335 d.d. 30.12.1686), in het jaar 1687 compareert Bouwen Gerritsz Slommer die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Jansz de helft in een stuk weiland genaamd saskeroort, liggende gemeen met de koper, groot 3 geersen 6 snesen, belend met Pieter Gleijnis ten westen en de diepsmeerringsloot ten oosten (Oudkarspel - meer dan 4 eeuwen water- en veldnamen met de oudste droogmakerijen, uitgave Stichting COOG; de akte is niet aangetroffen in de transportregisters van Oudkarspel in dat jaar), op 26.5.1689 compareert Adriaen van Twuijver, secretaris van die Egmonden, als last en procuratie hebbende van mevrouw Elijsabet Maris Dummer, vrouwe van Kalslagen en Bilderdam en weduwe van wijlen zaliger de heer Fredrick Louijsz van Cuijck van Nijerop, heer van Kalslagen en Bilderdam, die bekent verkocht te hebben aan Bouwen Gerritsz Slommer een stukje weiland genaamd jonge pieren weijt, groot 6 geers 5 snees 3 roeden 9 voet, gelegen achter het noordend van Koedijk, met Jacop Rijplands erven ten noorden en een stuk vroonland ten zuiden, betaald met een custingbrief van 2270 gulden 12 stuivers (RA Koedijk inv.6222 fol.12 d.d. 26.5.1689), op 24.2.1695 compareert Jan Arentsz Prins, wonende te Koedijk, ter eenre, en Bouwen Gerritsz Slommer en Jan Cornelisz Rus, mede wonende aldaar, ter andere zijde, en verklaarde de eerste comparant verkocht te hebben aan de twee andere comparanten een stuk weiland groot 5 geersen 2 sneesen gelegen bewesten de cleijmeer, belend de ringsloot van de voorzeide cleijmeer ten oosten, heer Nanningh Geesteranus ten zuiden, Jan Poulusz ten noorden en Hendrick Levendigh ten westen (RA Koedijk inv.6222 fol.129v d.d. 24.2.1695), op 10.4.1698 compareert Jacob Jansz Biersteecker, wonende te Koedijk, die bekent verkocht te hebben aan Bouwen Gerritsz Slommer, wonende te Koedijk, een huis en erf staande en liggende op het noordeinde van Koedijk, belend Cornelis Bouwentsz ten noorden en IJfje Aris ten zuiden (RA Koedijk inv.6222 fol.158 d.d. 10.4.1698), op 13.5.1698 compareert Jacob Reutius, fabriekmeester der stad Alkmaar, die bekent te transporteren aan Bouwen Gerritsz Slommer een stuk weiland gelegen op het noordeinde van Koedijk, groot omtrent 10 geersen, belend de kinderen van Pieter Wildeman ten noorden en de veersloot ten zuiden (RA Koedijk inv.6222 fol.163 d.d. 13.5.1698), op 27.6.1698 compareert de voogden van Cornelia Coldermans die bekennen te hebben verkocht aan Bouwen Gerristz Slommer een stuk grasland gelegen in de banne van Oudkarspel in de diepsmeer, groot 9 geersen 7 roeden, belend met Jan Pietersz Volckerts ten zuiden die het land later dat jaar doorverkoopt aan Cornelis Jan Huijbertsz wonende te Koedijk (RA Oudkarspel inv.6059 fol.201 d.d. 27.6.1698 en fol.203 d.d. 2.8.1698) |
1222 | Poulus Jansz Doets, begr. Beemster 3.1.1725, zn. van Jan Pietersz Beets en Marije Jans Doets, tr. met |
1221 | Marritje Cornelis, begr. Beemster 15.11.1706 |
1224 | Jacob Adriaensz (Arijansz) Kaper (Caper, van de Caep, van de Kaep, Kaeper), wonende in Krommeniedijk, overl. na 13.5.1720 (GAZ RA 1492, fol.83), zn. van Ariaen Cornelisz Velsen en Trijn Jans, op 9.4.1677 compareren Cornelis Dircksz Gorter en Jacob Aerjaensz van der Caep, als voogden over het nagelaten weeskind van Cornelis Aerjaensz en Duijffie Dircx, beide overleden, die verklaren aan Dirck Jansz Slickman verkocht te hebben een huis en erf, staande en liggende te Krommenie op de ham, belend ten oosten de weduwe van Jan Slickman en ten westen Hendrick Huijbertsz, met een vrij pad gelegen tegenover het huis, strekkende van de voorsloot van de ham af, beoosten het huis van Jan Maertsz tot aan de achtersloot toe, ter breedte van omtrent 6 voet, mitsgaders het recht om een schuit aan de wal achter het huis en erf en het erf van Jan Maertsz te mogen leggen (ORA Krommenie inv.1403 fol.32v d.d. 9.4.1677; zie voorts ORA Krommenie inv.1374 waaruit blijkt dat het gaat om het kind van Cornelis Adriaensz van der Caep), op 10.12.1683 compareert Aeff Jan Bangers die bekent voor een bedrag van 80 gulden verkocht te hebben aan Jacob Ariaensz van der Caap, beide wonende op Krommeniedijk, een huis en erf staande en gelegen op Krommeniedijk, belend ten oosten de koper en ten westen Duijff Dirckkx (ORA Krommenie inv.1403 fol.236v d.d. 10.12.1683), op 19.5.1698 compareert Gerrit Sickersz, de rato caverende voor Gerrit Jansz van Akersloot, en Gerrit Appel, beide wonende op Zaandam, en Antje Jans, als erfgenamen van Jillis Gertsz, die verklaren voor een bedrag van 107 gulden 10 stuivers verkocht te hebben aan Jacob Arijensz van der Caep een akker weiland gelegen in de wouderpolder, groot 15 snees, belend ten oosten en westen Gert Maertsz (ORA Uitgeest inv.209 fol.24v d.d. 19.5.1698), op 27.5.1706 compareert Aafje Thijs, weduwe van Jan Jacobsz Root, Jan Pietersz Wit en Rem Bruijnsz, als voogden van de kinderen van Jan Jacobsz Root, wonende te Krommenie, die bekennen voor een bedrag van 1092 gulden 10 stuivers verkocht te hebben aan Jacob Ariensz Kaaper, een stuk land groot omtrent 52 snees gelegen in de wouderpolder, belend ten oosten de notsloot en ten noorden de verkoper (ORA Uitgeest inv.209 fol.225 d.d. 27.5.1706), wordt op 6.1.1711 tezamen met zijn zoon Simon Jacobsz van de Kaap aangesteld als voogd van de kinderen nagelaten door zaliger Marij Jacobs en Jan Arisz Waijman wonende te Wormerveer in de molen de besem (RA Westzaan inv.1910 d.d. 6.1.1711), op 1.5.1733 compareren Poulus Bruijnse als voogd over de kinderen van Sijmon Jacobsz Caper, en Claes Jansz Wouda als voogd over het kind van Jacob Waij, in de kwaliteit als erven en de rato caverende voor de verdere erven van Jacob Adriaensz Caper en Niesje Sijmons, op Krommeniedijk overleden, die bekenden in die kwaliteit voor een bedrag van 14 gulden verkocht te hebben aan Jan Sijmonsz Moerjaen 1/20 deel in een hennipkloppersmolen en erf (ORA Krommenie inv.1409 fol.265v d.d. 1.5.1733), op 27.5.1733 compareren de meerderjarige en de voogden over de minderjarige erfgenamen van wijlen Jacob Adriaense Kaeper en Niesje Zijmons, beide tot Krommeniedijk overleden, die bekennen verkocht te hebben aan de diakonie op Markenbinnen een stuk land liggende in de wouderpolder genaamd wisseven, groot 1280 roeden, belend ten westen de weduwe van Willem West en ten oosten de weduwe van Claes Gerritsz (ORA Uitgeest inv.212 fol.230v d.d. 27.5.1733), op 27.5.1733 compareren de meerderjarige en de voogden over de minderjarige erfgenamen van Jacob Adriaense Kaeper, die bekennen voor een bedrag van 107 gulden verkocht te hebben aan Thuenis Slikman, wonende te Krommeniedijk, een stuk land liggende in de wouderpolder genaamd in trijntjes lant, groot 512 roeden, belend Sijmon Maerse ten oosten en Pieter Arentsz ten westen (ORA Uitgeest inv.212 fol.231 d.d. 27.5.1733), op 27.5.1733 compareren de meerderjarige en de voogden over de minderjarige erfgenamen van Jacob Adriaense Kaeper, die bekennen voor een bedrag van 1060 gulden verkocht te hebben aan Jan Jasperse Backer een stuk land liggende in de wouderpolder genaamd in de weijt, groot 1725 1/2 roeden, belend Huijbert Vaek ten noorden en de druijsloot ten zuiden (ORA Uitgeest inv.212v d.d. 27.5.1733), tr. (mutueel testament zie ONA Wormerveer inv.5716 d.d. 13.5.1720) met |
1225 | Niesje Sijmons, op 17.8.1731 compareert Niesje Sijmons, als erfgenaam van wijlen Jacob Adriaense Caper, die bekent voor een bedrag van 200 gulden aan Neel Jans verkocht te hebben een huis en erf, staande en gelegen op Krommeniedijk, belend ten oosten de verkoper en ten westen Gerrit Pietersz (ORA Krommenie inv.1409 fol.208 d.d. 17.8.1731), bepaalt op 20.2.1732 bij testamentaire dispositie, met tenietdoening van het eerdere testament van haar en Jacob Adriaensz Caper voor notaris Boon te Wormerveer d.d. 13.5.1720, dat zal toekomen aan Jacob Sijmonse Caper de helft van het huis, met de overworf, alwaar zij in woont, en dat voor een som van 200 gulden, en dat zij prelegateert aan Aefje Sijmons haar kleren, zowel linnen als wollen en zilver heftmes en tuigje, tot haar lijf behorende (ONA Krommenie inv.3059 akte 987 d.d. 20.2.1732) |
1226 | Jan Cornelisz Sloot, afkomstig van Markenbinnen, zn. van Cornelis Jansz Sloot (ORA Krommenie inv.1403 fol.301v d.d. 12.10.1685: Cornelis Jansz Sloot, wonende in de banne Uitgeest, transporteert in opdracht van zijn dochter Neel Cornelis, weduwe van Cornelis Jacobsz, 1/32 deel in een hennepkloppersmolen), op 29.4.1678 compareert Duijff Dirckx, weduwe van Dirck Ariaensz Aette, wonende op Krommeniehorn, die bekent voor een bedrag van 200 gulden verkocht te hebben aan Jan Cornelisz Sloot, wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen op Krommeniehorn, belend ten westen Ette Pieters en ten oosten de weduwe van Jan Colder (ORA Krommenie 1403 fol.70 d.d. 29.4.1678), op 29.5.1691 compareet Jan Cornelisz Sloot, wonende op Krommeniehorn, die voor een bedrag van 191 gulden verkoopt aan Claas Luijtsz wonende te Markenbinnen, een stuk land liggende in de marckerpolder, groot 229 roeden en genaamd groves, belend ten oosten de buttersloots acker, ten zuiden Maerten Pieter Smitses, ten westen Jacob Pietersz en ten noorden Pieter Dircxz Blaeus erfgenamen (ORA Uitgeest inv.2077 fol.110v d.d. 29.5.1691), daagt op 22.1.1694 van meerdere personen geld inzake geleverde turf (ORA Krommenie 1374 d.d. 22.1.1694 scan 1183), bekent op 26.2.1694 schuldig te zijn aan Geurt Jans, weduwe van zaliger Willem Gerritsz te Assendelft, een jaarlijkse losrente van 14 gulden, waarvoor hij in onderpand geeft zijn huis en erf gelegen te Krommeniehorn, belend ten oosten de weduwe van Isbrant Jansz en ten westen Jan Etten (ORA Krommenie inv.1404 fol.122v d.d. 26.2.1694), op 19.5.1698 compareert Jan Cornelisz Sloot die bekent voor een bedrag van 84 gulden verkocht te hebben aan Pieter Outgersz Verwer een stuk land genaamd pieter hases een stuk land genaamd Pieter Hases, groot 5 snees, belend ten oosten Sijmon Dircksz en ten noorden de kinderen van zaliger Claes Gertsz Coninck (ORA Uitgeest inv.209 fol.25 d.d. 19.5.1698), hij bekent voorts op 19.5.1698 voor een bedrag van 179 gulden 12 stuivers verkocht te hebben aan Hendrick Baertsz Ruijtenbeecq een stuk land genaamd de buijnder, groot 9 snees, belend ten oosten Dirck Jansz Lauwen en ten westen de starmeerdijck (ORA Uitgeest inv.209 fol.215v d.d. 19.5.1698), op 11.2.1720 compareren Jan Cornelisz Sloot, wonende te Krommeniedijk, Gerrit Schenk, wonende te Wormerveer, Sijmon Jansse Gijse en Claaas Kloekert, wonende te Knollendam, met en beneffens Jan Sloot, meerderjarige zoon en erfgenaam, voor zichzelf en tezamen wettige voogden over de onmondige kinderen van zaliger Pieter Sloot en Guurtje Jans, tot Knollendam overleden, ter eenre, mitsgader Jacob Dood, schoolmeester en voorzanger tot Knollendam, weduwnaar van Trijntje Pieters Sloot, ter andere zijde, te kennen gevende dat de laatste comparant in huwelijk heeft gehad Trijntje Pieters Sloot en bij hem heeft gehad een dochtertje genaamd Trijnje Jacobs Dood, welke na de moeder overleden is, tot enige erfgenaam ab intestato de vader heeft nagelaten, en gemerkt de boedel van wijlen Pieter Sloot en Guurtje Jans na hun overlijden onverdeeld is gebleven, de laatste comparant eigenaar geworden is van een gerechte vijfde deel van zijn overleden schoonouders en voor zijn deel zal ontvangen een som van 1036 gulden vrij geld dat hij binnen vier weken zal ontvangen, mits hij aan de eerste comparanten zal teruggeven de kleren en sieraden die tot het lichaam van zijn vrouw hebben behoord (ONA Wormerveer inv.5717 akte 1 d.d. 11.2.1720; zie voorts ONA Wormerveer inv.5719 akte 18 d.d. 17.2.1722, waaruit blijkt dat het gaat om Pieter Cornelisz Sloot en Guurtje Jans), op 4.2.1721 compareert Jan Cornelisz Sloot, wonende te Krommeniehorn, die volmachtig maakt Jan Heijndricksz Louwe, koopman te Krommenie, en Pieter Allertsen, wonende te Knollendam, om uit zijn naam in publieke veiling zijn rolrederswaren en gereedschappen te verkopen (ONA Krommenie inv.3049 akte 235 d.d. 4.2.1721; zie voorts ORA Krommenie inv.1442 d.d. 11.2.1721 scan 909 met specificatie van het verkochte goed, alsmede 1/16 deel in de hennipkloppersmolen genaamd de witte duijf, staande en gelegen beoosten de Krommeniehorn), op 17.10.1721 wordt Jan Cornelisz Sloot gedaagd door de heer Pieter Pieterse van Beek, koopman tot Amsterdam, voor betaling van een bedrag van 86 gulden 16 stuivers uit zake van wederzijds gedane handel en leverantie in rollen en assen, alsmede een som ven 400 gulden met rente daarop inzake van geleverde penningen (ORA Krommenie inv.1376 d.d. 17.10.1721 scan 1596), presenteert op 8.2.1725 te verkopen bij openbare veiling een partij huisraad (ORA Krommenie inv.1440 d.d. 8.2.1725 scan 603) |
1232 | Cornelis Claesz Castricum (Kasterkom), jongman van de noord-beemster aan de middelwegh, zn. van Claes Jansz Castricum, otr. Beemster (nederd. geref.) 23.12.1657, tr. ald. (nederd. geref.) 6.1.1658 met |
1233 | Brecht Cornelis, jongedochter van de noord-beemster aan de middelwegh, ged. Beemster (nederd. geref.) 19.3.1634, dr. van Cornelis Maertensz Groenvelt |
1234 | Cornelis Cornelisz van der Meer alias Dubbeldt alias de Jonge, jongman van oostringdijk van de Beemster, nadien vermeld aan de rijperwegh, diaken ald. in 1677 en 1681 (lidmatenboek Beemster nederd. geref.), zn. van Cornelis Cornelisz Dubbelt, otr. Beemster (nederd. geref.) 26.1.1667, tr. ald. (nederd. geref.) 11.12.1667 met |
1235 | Trijntje Gerrits Roos, jongedochter uit de Beemster aan de purmerenderweg nabij Purmerend, begr. Beemster (nederd. geref.) 3.9.1707 |
1264 | Wijtse (Witse) Walles, ged. IJlst (nederd. geref.) 17.1.1669, zn. van Walle Wijtses en Jeldouw Hiddes, tr. IJlst (nederd. geref.) 18.2.1694 met |
1265 | Rinck Tiamkes, afkomstig van IJlst, ged. IJlst (nederd. geref.) 28.3.1669 (getuige Trijntie Lamberts), dr. van Tiamcke Abes en Martsen Hijssels |
1266 | Ageus (Age, Aggeus) Wiarda, geb. Arum 1659, wordt 25.8.1691 als kandidaat-predikant geapprobeerd, wordt 8.9.1691 lid der klassis, legerpredikant in 1693, verroepen naar IJlst, geapprobeerd en gedimitteerd ald. 9.6.1696 (Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten in de hervormde gemeenten van Friesland, Fries genootschap voor geschied-, oudheid- en taalkunde, Leeuwarden, 1888), zn. van Wierd Ages en Icke Jacobs, otr. 2e Franeker (nederd. geref.) 2.8.1708, tr. IJlst (nederd. geref.) 19.8.1708 met Froukjen Sijmons de Wein, afkomstig van Franeker, tr. 1e met |
1267 | Gerls Pieters |
1268 | Aesse (Aase) Abrams, afkomstig van Terkaple, ged. Heeg (nederd. geref.) 8.11.1657, zn. van Abraham Lenards en Gooits Asses, tr. 1e Joure (nederd. geref.) 25.3.1680 met Joencke Reijners, afkomstig van Joure, tr. 2e Joure (nederd. geref.) 5.3.1686 met |
1269 | Hiltie Jacobs, afkomstig van Terkaple |
1284 | Godert Jans Born, dekenkramer te Leeuwarden, executeur van Schoterland, tr. 1e Leeuwarden 21.8.1652 met Aeltie Claes, afkomstig van Leeuwarden, tr. 3e Heerenveen 3.5.1674 met Lijsabet Hendrix, afkomstig van Heerenveen, tr. 2e met |
1285 | Aeghtie Clases |
1386 | Maarten Jansz Fecke (Feijke), jongman uit de Beemster, wonende aan de oosthuijserwegh ald., zn. van Jan Cornelisz, otr. Beemster (nederd. geref.) 19.3.1656 met |
1387 | Meijs (Maas, Muijs, Meesie, Mijs) Pieters, jongedochter van Oosthuizen |
1392 | Garbrant Sakels (Saklis, Sagels), wonende te Middenbeemster, ged. Beemster (nederd. geref.) 25.11.1640 tezamen met zijn jongste kind, in 1659 samen met Henderic Sijmons als slaaf gevangen gehouden te Algiers (lidmatenboek Beemster), mogelijk een broer van Trijn Saklis afkomstig uit Friesland die otr. Beemster (nederd. geref.) 19.12.1633 met Marten Heijndricksz, tr. met |
1393 | Anna Pieters, begr. Beemster (nederd. geref.) 13.12.1668, zij is dan weduwe |
1394 | Take Doekes, wonende te Middenbeemster, ged. Beemster (nederd. geref.) 16.2.1633 (dan reeds volwassen), begr. ald. (nederd. geref.) 24.12.1661, tr. met |
1395 | Stijntje (Stijntjen, Stijn) Cornelis, vanaf 1623 vermeld in de Beemster nabij Hobrede, later wonende in Middenbeemster (lidmatenregister Beemster nederd.geref.), belijdenis Beemster (nederd. geref.) 28.7.1624, begr. Beemster (nederd. geref.) 12.1.1675 |
1402 | Markus (Mirck, Merckis, Merckes, Marcus, Markes) Lourisz (Lourensz, Louwen, Louw) Molenaer, jongman van ’t Bildt, ged. Sint-Annaparochie (nederd. geref.) 23.1.1620, molenaar bij de quadijcker brug in de Beemster, zn. van Lou Markus en Anna Wobkes, broer van Sijtje Lourens (doopboek Beemster nederd. geref. 9.2.1659) en van Aafjen Lourens (doopboek Beemster nederd. geref. 21.3.1660), begr. Beemster (nederd. geref.) 11.7.1685, otr. 1e Beemster (nederd. geref.) 17.12.1644, tr. ald. met Aef Jans, jongedochter van Etersheim wonende in de Beemster, otr. 3e Beemster 21.5.1667, tr. ald. (nederd. geref.) 5.6.1667 met Guurt (Guert) Dircks, weduwe wonende in Middenbeemster, begr. Beemster (nederd. geref.) 3.11.1686, otr. Beemster (nederd. geref.) 26.5.1652 met |
1403 | Griet Everts, weduwe van Etersheim wonende in de Beemster, begr. Beemster (nederd. geref.) 16.3.1666 |
1404 | Jan Jansz Slinger, hij en zijn vrouw kerkten aanvankelijk in Etersheim-Schardam, komen in 1667 naar de Beemster (lidmatenreg. Beemster nederd. geref.), wonende aan de middelwegh ald., vertrekken in 1670 met attestatie naar de Purmer, tr. met |
1405 | Neel Jans |
1496 | Henry Voigny (Voynier, Voiny, Vanier, Vagnier), is vader van Henry ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 21.7.1653 (get. Jacquot Voynier, Marguerit Miot), is vader van Marguerite ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 2.9.1655 (get. Marc Thiery, Marguerite Rouger), is vader van Claude ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 26.8.1656 (get. Martin Molard, Cladine Thiery), is vader van Henry ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 25.1.1660 (get. Valentin Brigady, Catherine Cotson), is vader van Françoise ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 19.1.1662 (get. Françoise Cirard), is vader van Jean ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 26.3.1663 (get. Jean Sijmon, Elizabeth vrouw van Henry Pitou), is vader van Anthoine ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 25.8.1665 (get. Anthonie Sijmon, Elizabeth Barbelin), is vader van Marguerite ged. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 24.2.1669, tr. Saint-Nicolas-de-Port (rk) 30.7.1651 (get. Claude Martin, Françoise Dantrey) met |
1497 | Antoinette (Anthoinette, Estiennette) Simon |
1536 | Witte Lambrechtsz Langendoen, zn. van Lambrecht Claesz en Dingenum Witte, tr. Nieuw-Helvoet (nederd. geref.) 14.5.1662 met |
1537 | Leentje Leenderts Palincks |
1544 | Bastiaen Jacobsz van Heijssen (van Heijssert) alias Bastiaan Jacobsz Heijssen alias Pencionaris, wonende in Mijnsheerenland benoorden de blaakse dijk, koopt op 7.7.1659 van Thomas Jansz van Spijck twaalf lammeren (ORA Mijnsheerenland inv.68 d.d. 7.7.1659), koopt op 17.7.1659 van Jan Willem Spijk zes Friese lammeren (ORA Mijnsheerenland inv.68 d.d. 17.7.1659), wordt op 7.6.1661 genoemd als meerderjarige zoon van Hilletje Cornelis waarbij hij verklaart tot verzekering van zijn minderjarige broers en zusters Jacob Jacobs, Hilletje Jacobs, Stintje Jacobs, Jacomijntje Jacobs en Pleun Jacobs, de som van 200 gulden uit te reiken volgens een testament opgemaakt voor de notaris Christiaan Maaskant in date 14 februari 1661, en waarbij hij belooft zijn broer Pleun en zijn zusters Stintje en Jacomijntje te onderhouden en met hun 20e jaar 50 gulden uit te keren, dat hij verzekert op zijn huis, schuur, mitsgaders 2 avelingen, gelegen bij het huis aan de blaak in het oostmolenblok (Weesboek Mijnsheerenland nr.2 d.d. 7.6.1661), koopt op 11.5.1665 van Adriaan Simon int Velt bij openbare veiling te verkopen een snijbank (ORA Mijnsheerenland inv.68 d.d. 11.5.1665), behoort tot de weerbare mannen te Mijnsheerenland in 1672 en 1673, overl. voor 13.5.1677, zn. van Jacob Jansz Heijssen alias Pentionaris en Heiltje (Hilletje) Cornelis Sneuckelaar, tr. met |
1545 | Liduwe (Lijduwe, Liedewij) Pieters van Roon, op 13.5.1677 bekent zij schuldig te zijn aan en ten behoeve van Huijbert Huijbertsz Meull, schoolmeester in Maasdam, een som van 300 gulden waarop zij hypothekeert haar huis, schuur, grond, erf en omtrent 1 morgen aveling daaraan gelegen, staande en gelegen aan de blaak (ORA Mijnsheerenland inv.11 fol.56v d.d. 13.5.1677), zij otr. Mijnsheerenland (nederd. geref.) 27.11.1677, tr. Dordrecht (nederd. geref.) 21.12.1677 met Bastiaen Willemsz Oosterman, jongman van Heinenoord, overl. voor 6.6.1682 wanneer de boedel van zaliger Bastiaen Willemsz Oosterman, weduwe van Liedewij Pieters van Roon, die eerder weduwe was van Bastiaan Jacobsz van Heijssen, bij openbare veiling te verkopen wordt verkocht (ORA Mijnsheerenland inv.11 fol.121v d.d. 6.6.1682) |
1546 | Jan Janse Barendrecht, wonende op ’t gat te Maasdam, tr. met |
1547 | Neeltjen Bastiaans Bestebroer, dr. van Bastiaan Bestebroer en Inichje Huijgen |
1548 | Kornelis (Cornelis) Kornelisz (Cornelisz) Breeman (Breman), wonende in de polder zuidoord nabij Zuidland, ged. Zuidland (nederd. geref.) 7.8.1651 (getuige onleesbaar) maar mogelijk is dit onjuist en is hij ged. Zuidland (nederd. geref.) 23.9.1658 (de vader Cornelis Cornelisz, de moeder blijft hier onvermeld, getuige Lijsbeth Teunis), zn. van Cornelis Jansz Breeman en Lijntgen Enghebrechts, otr. Zuidland (nederd. geref.) 3.2.1703, tr. ald. (nederd. geref.) 21.2.1703 met |
1549 | Maartje Jans, jongedochter van Heenvliet |
1550 | Arij Jansz Herweijer (Herrewijer, Harwijer, Harweijer), op 16.5.1696 compareert Wollebrant Pietersz Droogendijkd die bekent getransporteerd te hebben aan Arij Jansz Harwijer 4 gemeten 83 roeden land gelegen in de munnickenhoeck no.25 te Abbenbroek voor de som van 510 gulden (RA Abbenbroek inv.inv.3 fol.97 d.d. 16.5.1696), op 12.9.1697 compareert Adriaen Verstolck, wonende te Rotterdam, voor hemzelf en procuratie hebbende van Jean Dullou, mede wonende ald., die verklaren te hebben getransporteerd aan Arij Jansz Harweijer een stuk land groot 6 gemeten 99 roeden land gelegen in de bieshoek in no.6 voor de som van 822 gulden (RA Abbenbroek inv.3 fol.122 d.d. 12.9.1697), op 18.12.1698 bekent Joost Carelsse, linnenlakenwever te Heenvliet, een bedrag van 280 gulden schuldig te zijn aan Arij Herrewijer wonende te Abbenbroek in verband met koop van vierenhalf gemet vlas die door Herrewijer aan Carelsse is geleverd (RA Heenvliet inv.2 d.d. 18.12.1698), op 26.7.1700 compareert Arij Jansz Herweijer, wonende te Abbenbroek, die bekent schuldig te zijn aan Issebrant Willemsz Lagelant, of de wettige toonder dezes, de som van 400 gulden, waaraan hij verbindt 6 gemeten 99 roeden land gelegen in de bieshohoek no.6 (RA Abbenbroek inv.3 fol.164 d.d. 26.7.1700), op 23.12.1700 compareert dominee Johannes Gulliermet, bedienaar des goddelijken woort te Abbenbroek, die bekent getransporteerd te hebben aan Arij Jansz Harweijer 2 gemeten 136 roeden land gelegen in de middelhouk no.49, voor de som van 450 gulden (RA Abbenbroek inv.3 fol.172 d.d. 23.12.1700), op 14.1.1701 compareert Arij Jansz Harwijer die bekent getransporteerd te hebben aan Adriaen van der Eijk een stuk land groot 6 gemeten 99 roeden gelegen in de bieshouck no.6, voor de som van 822 gulden (RA Abbenbroek inv.3 fol.173 d.d. 14.1.1701), op 3.8.1702 compareert Arij Jansz Harweijer die bekent schuldig te zijn aan Sander Willemsz Lagelant een som van 450 gulden, waaraan hij verbindt 4 gemeten 83 roeden land gelegen in de munnickenhoek no.25, alsmede 2 gemeten 136 roeden weiland gelegen in de middelhouck no.49 en voorts zijn persoon (RA Abbenbroek inv.3 fol.192 d.d. 3.8.1702), tr. (testament zie SAVPR RA Abbenbroek nr.20 d.d. 6.2.1711: in het testament wordt bepaald dat ieder van de kinderen en de voorzoon van Madeleentje bij het bereiken van hun huwelijk of hun mondige staat een bedrag van 100 gulden, waarbij zij benoemen tot voogden Crijn Pieterse Hennip en Leendert Crijnen Dijckgraaff) met |
1551 | Magdaleentje (Maddeleentje) Lodewijx van der Vost (van der Vorst), ged. Geervliet (nederd. geref.) 31.3.1659, weduwe van Jan Jansz van Herwinne (SAVPR RA Abbenbroek nr.20 d.d. 25.8.1694: Maddeleentje Lodewijcks van der Vost weduwe van Jan Jansz van Herwinnen testeert en benoemt tot voogden Lodewijck Dircksz van der Vorst en Dirck Lodewijcksz van der Vost), impost begr. Abbenbroek 4.12.1740 (aangifte dochter Grietie), dr. van Lodewijck Dircksz de Vos en Jobje Jans |
1552 | Jan Leenderts Stellenaer (Tellenaer), jongman van Brielle in de kaeijstraat, nadien wonende in Heenvliet, overl. voor 1702, is vader van Lena ged. Heenvliet (nederd. geref.) 25.10.1682 (get. Leentje Arckenbout), is vader van Maria ged. Heenvliet (nederd. geref.) 20.8.1684 (get. Neeltje Harrels), is vader van Leendert ged. Heenvliet (neder. geref.) 27.10.1686 (get. Ariaentje), is vader van Ariaentje ged. Heenvliet (nederd. geref.) 30.10.1689 (get. Marijtje), is vader van Willem ged. Heenvliet (nederd. geref.) 19.8.1691 (get. Eva Cornelis), otr. Brielle (nederd. geref.) 26.10.1681, tr. ald. 12.11.1681 met |
1553 | Jaepje Willems Sijdervelt, jongedochter van Brielle in de nobelstraat, vermeld te Heenvliet in het jaar 1702 (Jaepje Willems Sijdervelt, weduwe van Jan Leendertsz Stellenaer), dr. van Wilm Janse Sijdervelt en Ariaantje Leenderts |
1554 | Jan Pietersz van der Meer (Vermeer), zn. van Pieter Gillisse van der Meer en Maartje Jakobs, is vader Maartje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 31.1.1694 (get. Teuntje Cornelis), is vader van Aagje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 20.6.1696 (get. Jillis Pieterse Vermeer, Ingetje Jans), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 30.11.1692 met |
1555 | Maartje Kornelis Arkenbout, dr. van Kornelis Jansz Arkenbout en Maartje Jans |
1556 | Pieter Pietersz Landmeter, ged. Geervliet (nederd. geref.) 31.12.1651, zn. van Pieter Pietersz Landmeter en Lijsbet Cornelis, wonende te Zwartewaal aan de noorddijk benoorden de pastorie (SAVPR toegang 50 inv.202 regest 105, 106, 127, 128, 142, 178), wiens huis, erf en schuurtje door Aren Hendriksz Smit, dan getrouwd met de weduwe van Cornelis Pietersz Landmeter, op 12.3.1746 wordt verkocht aan Pieter van Dalen (SAVPR toegang 50 inv.203 regest 276 d.d. 12.3.1746), otr. Brielle (nederd. geref.) 1.5.1687, tr. ald. (nederd. geref.) 19.5.1687 met |
1557 | Ariaantje Pieters, afkomstig van Zwartewaal, tijdens haar huwelijk wonende te Brielle, dr. van Pieter Wessels en Kruijniertje Kornelis, constitueert op 10.9.1690, tezamen met Arij Cornelisz Metselaer, zekere Arij Pietersz, neef van Arij en broer van Ariaantje, om te handelen namens de erfgenamen van Cornelis Jacobsz Keijser, overleden te Middelburg (RA Zwartewaal inv.15 d.d. 10.9.1690) |
1558 | Klaas (Claas) Huijge Admiraal, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 14.3.1660, zn. van Huijch Janse en Maartje Klaas, rijswerker, wordt genoemd op 2.9.1685, waarbij de gerechtsbode van Zwartewaal Crijn Jansz Nieuwelant verbiedt om aan Claes Huijge Admiraal zijn verdiende snijloon te betalen niet voordat deze heeft voldaan zijn deel van een bont vet beest die de bode aan hem en aan Arien den Bleijcker en Jacob de Kooningh heeft verkocht, waarbij Claes 19 gulden 6 stuivers heeft toegezegd (RA Zwartewaal inv.27 d.d. 2.9.1685), bekent op 23.4.1688 schuldig te zijn aan de heer burgemeester Willem Keijser, wonende binnen de stad Brielle, een bedrag van 50 gulden, waarvoor hij in hypotheek geeft vier van zijn melkkoeien, te weten een zwarte met een wit hoofd oud omtrent 2 jaren, een rode met een wit hoofd oud omtrent 3 jaren, een rode met een wit hoofd oud omtrent 8 jaren en een zwarte oud omtrent 2 jaren (RA Zwartewaal inv.18 d.d. 23.4.1688), verklaart op 2.9.1691 tezamen met Cornelis Cornelisz van de Lucht, schepen te Zwartewaal, dat zij omtrent de maand oktober verleden jaar nabij de zeedijk varende in de swartsluijs hebben zien aankomen Cornelis Jacobsz van Maessluijs die heimelijk hout van de dijk had genomen (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 2.9.1691), tr. met |
1559 | Lijsbet (Lijsbeth) Leenderts, verkoopt op 21.7.1728 aan Claas Arens Pille een huis, schuur, keet en boomgaard op de maasdijk (SAVPR toegang 50 inv.202 regest 152 d.d. 21.7.1728) |
1560 | Jan Maertensz, zeevarende man, ged. Schiedam (nederd. geref.) 22.2.1651 (get. Dirck Teunissen, Aechge Thijssen, Pleuntge Pieters), zn. van Maerten Jansz en Aeltgen Thijssen, is vader van Aeltje ged. Schiedam (nederd. geref.) 11.10.1676 (get. Krijn Gerritsz, Aeltje Jans, Claesje Jacobs), is vader van Jan ged. Schiedam (nederd. geref.) 16.1.1678 (get. Cornelis Gerritsen, Andries Gerritsen, Divertie Gerrits, Aeltie Jans), broer van Thijs Maertensz gehuwd met Claesje Jacobs waaruit een dochter Aaltje Thijsse Cortenbout die tr. Schiedam 6.11.1700 met Gerrit Jansse Verschouw, koopt op 20.4.1682 van Leendert Rochusz een huis en erf met dubbele spinbaan daarachter gelegen in de zijlstraat belend ten oosten het huis van Arent Maertensz Muijs ten oosten de baan van Dirck Dircksz ten westen het huis van Joost Knapper en Thijs Leendertsz, strekkende voorts van de straat tot achter 's-heren bansloot (giftboek ORA Schiedam inv.350), otr. Schiedam (nederd. geref.) 14.12.1675 (hij bijgestaan door Maerten Jansz de Cloet zijn vader, zij door Dieuwertje Gerrits haar zuster) met |
1561 | Neeltgen Gerrits Mack, ged. Schiedam (nederd. geref.) 3.8.1640 (get. Jan Cornelisz, Neeltge Cornelis, Pieterge Ariens), koopt op 30.11.1688 van Leendert Rochusz oud-stierman een huis en erf op de verbrande erven te Schiedam, dr. van Gerrit Andriesz Mack en Pleuntgen Cornelis |
1562 | Pieter Leendertsz den Beeng (Beeng, den Bijnck, den Beijnk, den Beenck), stierman (stuurman), ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 11.2.1635, zn. van Leendert Jansz den Beeng en Katrijne Pieters, wordt op 11.2.1685 genoemd tezamen met Willem Reijniersz als omen en voogden van Maertijen, Jan, Joost, Aren, Gerrit, en Arijaenten, nagelaten weeskinderen van Arij Jans de Wit en Jannitje Joosten, beide overleden te Zwartewaal, inzake verdeling van hun nagelaten boedel (RA Zwartewaal inv.15 d.d. 11.2.1685), wordt op 8.11.1685 genoemd in een attestatie, waarbij Isbrant Willemsz en Jan Dirricksz, beide wonende te Zwartewaal, op verzoek van Pieter Leendertsz den Beijnck verklaren wat zij gehoord hebben in het schip van Jan Leenders den Beijnck dat de schout Hoijer op de synode gehouden binnen de stad Buren gezegd zou hebben wat de voornoemde schout tegen Domene Marcus van Es gezegd zou hebben over Pieters zoon, waarna op het schip een meningsverschil ontstond tussen Pieter en zijn broer Jan, en dat dit nadien tussen hen beiden is bijgelegd (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 8.11.1685; zie ook inv.27 d.d. 16.10.1685), verklaart op 26.7.1694, als stierman van het schip genaamd de luijpart, tezamen met bootsgezellen Joost Arensz de Wit en Jan Jacobsz Visser, na te zijn afgevaren van Vlaardingen voor een haringreis, op de terugreis door het schip de swaen van de stad Duinkerken te zijn gerantsoeneerd (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 26.7.1694), is vader van Joost ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 21.4.1660 (get. Leendert Janse Beeng, Pietertje Jakobse), tr. met |
1563 | Ariaantje (Arijaantje) Joosten, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.8.1639 (getuige de boekhouder met zijn vrouw Susannetje), dr. van Joost Bouwensz Stierman, haar erfgenamen verkopen op 28.12.1737 voor een bedrag van 650 gulden aan Dirk Jansz Preuit een huis en erf staande in Zwartewaal aan de oostzijde van de dubbeldestraet, belend ten zuiden de weduwe van Pieter Jansz van der Meer en ten noorden Pieter Jacobsz van der Meer (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 28.12.1737) |
1564 | Jan Kruijne den Ouden (den Auden), ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 16.10.1644 (get. Bijatris Kornelisse, Ariaantje Klaas), zn. van Kruijn Stevense en Soetge Teunis, stierman (stuurman), verkoopt op 7.8.1697 tezamen met zijn zwager Cors Jansse, beide wonende te Zwartewaal, voor de som van 190 gulden aan de hoogedelgeboren heer Jacob Frederik baron van Schaage vrij heere van Heenvliet, hoogbaljuw en opperdijkgraaf van de stad Brielle van het land van Voorne, zekere huizinge staande binnen de stede van Heenvliet in de ? van het ? velt op de hoek van de meldijck, belend ten oosten en noorden de heerenstraete, ten westen de huizinge van de erfgenamen van Anthonij van den Hoet, ten zuiden de gang gelegen tussen de voorzeide huizinge en het huis van Rookus Pouwelisse (RA Heenvliet inv.2 d.d. 7.8.1697), verkoopt op 19.5.1699 tezamen met Cors Jansse aan Abraham Langestraat 228 roeden boomgaard, gelegen binnen de heerlijkheid van Heenvliet in de kerckhouck, op de gemene landkaart getekend met no.3, belend ten oosten de dijck, ten westen de kerckweijt, ten noorden no.2 en ten zuiden no.4 (RA Heenvliet inv.2 d.d. 19.5.1699), verklaart op 11.11.1706 in de functie van stierman vanrende op een haringbuis, tezamen met Joris Jacobsz, Jan Arensz Steur en Willem Jansz van Berge, bootsgezellen op dat schip, varende van Brielle, welke bootsgezellen op verzoek van Jan Kruijne verklaren dat op 8.7.1706 hebben gehoord en gezien dat Cornelis Leversteijn, koopman op een haringjager varende van Maassluis is gekomen bij Jan Kruijne op de Noordzee, zeggende dat hij zoveel voor zijn haring zal geven als de hoogste markt is, met het verzoek dit bod voor 3 dagen vast te houden, waarna zekere Floris Maartensz, koopman op een haringjager van Rotterdam heeft geboden voor dezelfde haring de somme van 20 gulden voor iedere ton, en waarbij Pieter Janse van Putte, Cornelis Janse van Boekhove en Jacob Janse Soet, alle bootsgezellen van Jacob Janse Schelvis, stierman op een haringbuis aan dezelfde koopman Cornelis Leversteijn heeft overgegeven enige tonnen haring en daarvoor bedongen heeft een som van 19 gulden voor iedere ton (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 8.7.1706), verklaart als zodanig op 9.10.1707 tezamen met Cornelis Jacobsz van der Meer, Huijg Cornelisse Gouwenaar en Joris Jacobsz van der Waal, zijn bootsgezellen, op verzoek van Maarten Jansz Arkenbout, boekhouder van de betreffende haringbuis, dat zij met de haringbuis wilden vissen met netten, op 16.7.1707 op zeil zijn gegaan en daarna ter hoogte van Shetland op 25.7.1707 in het zicht gekregen hebben zeker schip dat werd herkend als een vijandelijke kaper, die zij vervolgens hebben gepoogd te ontkomen maar wat uiteindelijk niet is gelukt, waarna duidelijk werd dat het om een snaauw ging genaamd de berguijn, gemonteerd met 10 stukken kanon, waar kapitein op was Johannes Roering, varende met commissie van de koning van Frankrijk, waarna de haringbuis in afwachting van borgtocht op rantsoen is overgegaan, waarna Jacob Maartensz Kroot met de kaper op 25.7.1707 binnen Duinkerken is opgebracht, op 12.8.1707 aldaar op vrije voeten is gesteld en op 15.8.1707 is teruggekeerd (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 9.10.1707), verkoopt op 7.7.1718, mede voor Frank Cente Provit, voor een bedrag van 550 gulden aan Maarten Kornelisse Arkenbout een huis en erf staande en gelegen te Zwartewaal in de dubbeldestraat aan de westzijde, belend ten zuiden Auwelus Pieterse Hertog en ten noorden Jan Janse Kruijne elk met hun huis en erf daarnaast (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 7.7.1718), leent op 30.12.1718 een bedrag van 350 gulden aan Pieter Pieterse Kruijseman (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 30.12.1718; naast Jan Kruijne lenen ook Frank Cente Preuit en Witte Joppe Oudhoorn een bedrag aan Kruijseman), is vader van Lijsbet ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 24.12.1679 (get. Jannetje Jans), is vader van Teuntje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.5.1686 (get. Jan Harrense, Maartje Kruijne), is vader van Pietertje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.9.1691 (get. Lijsbet Jans), tr. met |
1565 | Pietertje Jans |
1566 | Kornelis Jansz Bueren, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.1.1650 (getuige Angenietje Jakobs), zn. van Jan Arensz Bueren en Jannetje Kornelis, is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 16.12.1674 (get. Pieter Kornelisse van Vliet, Kornelia Kornelis), tr. met |
1567 | Aagje Witte Oudhoorn (Outhoren), dr. van Witte Jobs en Maartje Laurens (doop niet aangetroffen te Zwartewaal maar filiatie blijkt evident uit het feit dat Aagje meermalen doopgetuige is bij kinderen van Job Wittese en Maartje Wilms), familienaam blijkt uit het testament van Aagje en haar tweede echtgenoot (SAVPR inv.1024 toegang 110 d.d. 24.6.1695, voogdijstelling over Jannetje het voorkind uit haar huwelijk met Kornelis Jans Buren), verklaart op 30.5.1712 tezamen met Evertie Leenders, vroedvrouw te Zwartewaal, Jannetien Arens Ketelaar en Aagje Joppe Outhoren, alle wonende te Zwartewaal, op verzoek van Jannetie Willems Staalman, tevens wonende te Zwartewaal, dat zij op 13.12.1711 in het huis van Jannetie Willems zijn geweest, die toen gezegd heeft zwanger te zijn van een kind van Tijs Cornelisse de Ruijter, wonende te Hartogsveld (Hardinxveld), tegenwoordig in dienst zijnde van de Oostindische Compagnie voor de kamer van Middelburg, en nadien bevallen is van een dochter, waarbij Jannetie terwijl zij in barensnood verkeerde onder ede heeft verklaard dat alleen hij de vader kan zijn (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 30.5.1712), laat op 20.9.1719 vastleggen dat zij aan Jannetie Cornelis Buere, haar dochter bij haar eerste man Cornelis Jansz Buere, zal nalaten alle roerende en onroerende goederen die zij met de dood ontruimen en nalaten zal, actien en kredieten, juwelen, goud, zilver, gemunt en ongemunt, mits Jannetie gehouden zal zijn, en uit zal moeten keren tot een legaat aan haar eigen kind of kinderen alle obligatiën ten laste van 't gemeene land van Holland, ten kantore der stad Brielle, te weten een op naam van Andries Jeugt belijd op 15.12.1704 fol.330-1 en geaggregeerd op 6.2.1705 reg.949 fol.345, een van 660 gulden op diens naam belijd op 21.11.1707, geaggregeerd op 26.1.1708 reg.1251 fol.377, en een van 1500 gulden op diens naam, belijd op 28.11.1707 fol.381-3, geaggregeerd 15.3.1708 reg.1254 fol.378, doch zal Jannetie de voornoemde obligatiën niet eerder mogen uitkeren dan als haar tegenwoordig jongste kind genaamd Maartie Jans Kruijne mondig is (RA Zwartewaal testamenten inv.11 d.d. 20.9.1719), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.2.1688 met Andries Arents Jeught, weduwnaar van Neeltje Pieters Koole |
1568 | Laijer Dirksz Troost, tr. Nieuw-Beijerland (nederd. geref.) 12.2.1662 met |
1569 | Willemke Ariens |
1572 | Jan Philipsz Vermaet, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 18.8.1634 (dopeling gepresenteerd door de vader en Burchien Jacobs de huisvrouw van Davit Thomasz), zn. van Philips Philipsz Vermaet en Geertien Jans, tr. met |
1573 | Claesjen Pieters Lantmeter, mede genoemd in de transport van een schepenschuldbrief van 400 carolus guldens op 13.6.1663 gepasseerd voor de schepenen van Geervliet (SAVPR transportregesten stad Brielle RA25 20.7.1665), dr. van Pieter Jansz Lantmeter |
1576 | Claes (Klaas) Jansz van Hamburg, wonende te Hekelingen op de spui (ORA Kethel en Spaland inv.172 fol.58, kanttekening d.d. 7.8.1698), tr. met |
1577 | Neeltgen Jans Buijck, dr. van Jan Abrahamsz Buijck (ORA Kethel en Spaland inv.172 fol.114, d.d. 7.8.1698) en Belijtge Claes, in 1718 wonende te Lochem (ONA Vlaardingen akte 21-589, d.d. 19.3.1718), in 1732/33 wonende in Spijkenisse (ONA Vlaardingen akte 31-381 d.d. 26.8.1732; ONA Vlaardingen akte 32-434 d.d. 1.7.1733), impost begr. Spijkenisse 3.2.1747 (aangifte door Commertje van Hamburg), zij hertr. met Claas Jansz van der Meer (Vermeer), impost begr. Spijkenisse 20.2.1755 (aangifte door Klaas Jansz van Hamburgh) |
1578 | Bastiaan Cornelisz Naijerboer (Najerboer, Aijerboer, Ajerboer, Eijarboer), ged. Geervliet (nederd. geref.) 25.11.1657 (getuige Leentje Keijsers), zn. van Cornelis Pietersz Naijerboer, koopt op 2.5.1679 een huis, schuur, berg en erf aan de westzijde van Spijkenisse van Pieter Jacobsz Rommeijn (SAVPR toegang 048 inv.222 regest 965 d.d. 2.5.1679), op 23.5.1680 betrokken in verkoop van teelland in nieuw hongerland door de erfgenamen van zijn schoonouders (regest 987), koopt op 12.1.1682 een huis aan op de hoek van de voorstraat in Spijkenisse, dat eerder toebehoorde aan zijn schoonouders (regest 1036) en dat hij op 12.7.1682 weer verkoopt (regest 1026), koopt op 17.9.1689 en op 4.1.1690 weiland te Simonshaven (toegang 047 inv.55), impost begr. Spijkenisse 5.9.1706 (aangifte door zijn zoon Cornelis Bastiaensz Naijerboer), otr. Spijkenisse 2.10.1678, tr. ald. (gerecht) 16.10.1678 met |
1579 | Kommertie Arijens Visscher, dr. van Arijen Dirkcxz Visscher en Annetge Leenderts |
1580 | Cornelis Fransz van Bodegom (van Bodeghom, van Bodegem), wonende in Spijkenisse, bekent in 1641 aan Mees Beijensz een schuld van 300 pond wegens koop van een huisje en erf aan de Brabantse zeedijk binnendijks (SAVPR toegang 48 inv.200 regest 496), koopt op 10.6.1660 van Gualtheuris van der Poort, oudschepen van Middelburg, 2 gemet 203 roe weiland in het oude hongerland voor 695 pond (SAVPR toegang 48 inv.221 regest 906), overl. voor 2.7.1685 (SAVPR toegang 48 inv.222 regest 1134), tr. met |
1581 | IJdetjen (IJdetgen, IJdeken) Bouwens |
1582 | Mr. Maerten Arijensz Bornklerck, schoolmeester in Spijkenisse (SAVPR, toegang 048 inv.223, regest 117, 3.2.1686), ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 20.1.1641 (gepresenteerd door de vader en Maertien Leenderts de huisvrouw van Dierik Roelen), zn. van Mr. Arijen Maertensz Bornklerck en Jannetgen Jans, tr. met |
1583 | Maertge (Mattie) Cornelis Vermaet, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 28.1.1646 (getuige Leentien Leenderts huisvrouw van Pieter Commersz), impost begr. Spijkenisse 25.3.1704 (aangifte door haar schoonzoon Pieter van Bodeghom), dr. van Cornelis Philipsz Vermaet en Maertjen Pieters, hertr. Spijkenisse (nederd. geref.) 4.7.1683 met Willem Cornelisz Bodegum |
1584 | Jan Willemsz van der Hoeff, jongman van Klaaswaal, bij zijn eerste huwelijk reeds wonende in Zuidland, otr. 2e Zuidland (nederd. geref.) 17.4.1677 met Jaepie Cornelis, jongedochter van Hekelingen, otr. 1e Zuidland (nederd. geref.) 25.1.1665, tr. ald. met |
1585 | Trijntje (Trijntgen) Arens (Arents), jongedochter van velgersdijk (polder nabij Zuidland), ged. Zuidland (nederd. geref.) 4.9.1644 (getuige Ariaantje Jans), dr. van Arij Bastiaensz en Lijsbeth Willems |
1586 | |
1587 | |
1588 | Einout Cornelisse Tuinder, wonende in Zuidland, tr. met |
1589 | Jannetie Davidts |
1590 | Cornelis Louwerens, wonende in Zuidland, zn. van Lauwerens Kornelisz en Maartjen Ariens, tr. met |
1591 | Sijtge Bastiaans |
1592 | |
1593 | |
1594 | |
1595 | |
1598 | Barent Dirksz van der Velde, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.10.1630, leeft 1674 (lidmatenregister Zwartewaal nederd. geref.), zn. van Dirk Barents Waecker, koopt omstreeks het jaar 1659 van Cruijningh Stevensz een huis te Zwartewaal staande op het zuid (RA Zwartewaal inv.27 d.d. 18.4.1684), is vader van Jennetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.2.1658, is vader van Maria ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.11.1675 (get. Arentje Wouters), tr. met |
1599 | Grietje (Margrietje) Cornelis alias Oude Kees, dr. van Cornelis Cornelisz Ouwe Kees, hertr. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.5.1687 met Jan Jansz van Putte, weduwnaar van Nelletie Jans, afkomstig van Zwartewaal |
1608 | Cornelis Crijnsz van Adrichem, zn. van Crijn Pietersz van Adrichem en Grietgen Arents, otr. Vlaardingen (gerecht) 1685 met |
1609 | Neeltie (Neltie) Foppe de Willige (de Wilge), ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 29.3.1662 (get. Jakob Gertsse, Gertie Claes, Mertien lenders), dr. van Fop Jacobsz de Willige en Maartie Claas |
1610 | Jan Dircksz van Dorp, zn. van Dirck Vrancken van Dorp en Annetge Jans, tr. 1e met Lijsbet Bruijne (Bruijnen) Valckenburgh, overl. voor 13.8.1685 (weeskamerarchief Vlaardingerambacht inv.1 fol.41 d.d. 13.8.1685), otr. 2e Overschie (nederd. geref.) 11.1.1686 met |
1611 | Bettie (Betje, Bettgie) Arents, wonende in het ambacht Akkersdijk binnen de parochie van Overschie, zuster van Maartie Arents Coppert, Ariaantie Arents Coppert, Cornelis Arentsz Coppert |
1612 | Jan Jansz Starrenburgh, impost begr. Hillegersberg 5.3.1708 (aangifte door zijn zoon Arij Jansz Starrenburg, classis pro deo) |
1614 | Dirck Teunisz Olshoorn (Holshoorn), aanvankelijk wonende te Nieuwerkerk aan den IJssel, nadien in Hillegersberg, begr. Hillegersberg (nederd. geref.) 14.4.1729 (buiten de kerk), zn. van Anthonis Willems Olthoorn en Neeltje Fransen, is vader van Aeltje en Margje ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 27.2.1684 (get. Jan Gerritsz, Margje Frans), is vader van Lijntje ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 29.9.1686 (get. Pieter Teunisz, Marij Teunis), is vader van Gerrit ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 8.8.1688 (get. Augestijn en Annige Tijsen), is vader van Marigje ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 29.8.1694 (get. Augustijn Gerritse, Geertje Schouten), is vader van Gerrit ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 31.3.1697 (get. Jan Gerritse, Jannigje Jacobs), is vader van Gerrit ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 18.7.1700 (get. Ariaantje Ariens), tr. met |
1615 | Francijntje (Fransijntje) Gerrits (Gerts), leeft 9.6.1715 (doopboek Hillegersberg nederd. geref.), dr. van Gerrit Gerritsz Benninxhof en Marritge Frans |
1616 | Cornelis (Kornelis) Pietersz Bruggeling (Bruggelingh, Brugling, Breugel), jongman van ’s-Gravenhage, is gelieerd aan Neeltje Pieters Bruggeling die op 26.12.1700 getuige (nederd. geref. ’s-Gravenhage, grote kerk) is bij de doop bij een van zijn zoons en dat impliceert dat hij een zoon is van Pieter Bruggeling die op 5.2.1685 met zijn vrouw Cornelia Pieters een dochter Joanna laat dopen in de oud-katholieke kerk van Loosduinen, op 14.5.1686 een dochter Adriana laat dopen in de oud-katholieke kerk te ’s-Gravenhage in de juffrouw idastraat, en tenslotte op 24.8.1691 een zoon Pieter laat dopen in de rooms-katholieke kerk te 's-Gravenhage te eikenduinen, de doop van Cornelis is waarschijnlijk verloren gegaan in de hiaten in de betreffende doopregisters rond die tijd, evenals die van Maria Pieters Bruggeling die, als jongedochter komend van Loosduinen, te Wassenaar trouwt voor het gerecht met Jan Everse Ruinaart op 30.10.1695, van Geertruit Pieters Bruggeling die te Loosduinen trouwt met Arij Pieters Cocq, en van Cornelia (Neeltje) Pieters Bruggeling die we meermalen tegenkomen als doopgetuige bij de doop van kinderen van Cornelis Pietersz Bruggeling en van Pieter Pietersz Bruggeling, otr. Scheveningen (nederd. geref.) 12.6.1707, tr. ald. (nederd. geref.) 26.6.1707 met Jannetje Claasse van der Vet, is vader van Johanna ged. Voorburg (nederd. geref.) 15.11.1690, is vader van Harmanus ged. Voorburg (nederd. geref.) 31.8.1692, is vader van Barent ged. 's-Gravenhage (grote kerk, nederd. geref.) 13.4.1695 (get. Anna van der Meije, Anna de Voogt), otr. ’s-Gravenhage (nederd. geref.) 9.10.1689, tr. Leidschendam (nederd. geref.) 30.10.1689 met |
1617 | Willemijntje (Willemijna) van Beeksvelt (Beekxvelt, Beekvelt, van Breeksvelt), jongedochter van Zutphen, tijdens haar trouwen wonende te 's-Gravenhage |
1618 | Abraham (Abram) Lowijssen (Louwisse, Louise, Lowijs) de Soet, jongman van Rotterdam in de franckestraet, ged. Rotterdam (nederd. geref.) 10.4.1663 (get. Jan Willemsz, Marijtie Jans), is vader van Louwijs ged. Rotterdam (nederd. geref.) 28.5.1684 (get. Annetie Jacobs), is vader van Anna ged. Rotterdam (nederd. geref.) 2.12.1685 (get. Anna Jans), is vader van Mettije ged. Rotterdam (nederd. geref.) 6.11.1687 (get. Maertije Jans), is vader van Maijken ged. Rotterdam (nederd. geref.) 24.5.1689 (get. Annetgen Jacobs, Grijeten Abrahams), zn. van Louwijs Abrahamsz en Metje Dirckx, otr. Rotterdam (nederd. geref.) 26.3.1684, tr. ald. (nederd. geref.) 11.4.1684 met |
1619 | Maeijcke (Maicke, Maijke) Jacobs (Jacops), jongedochter van Rotterdam aan de franckestraet |
1620 | Cornelis Jacobsz van Assendelft, jongman van Vlaardingen, zn. van Jacob Meese van Assendelft en Trijntge Willems (filiatie blijkt onder meer uit doop van Pouwels Jacobsz van Assendelft op 21.12.1667 en Anna Jacobs van Assendelft op 20.1.1669), otr. Vlaardingen (gerecht) 28.10.1667 met |
1621 | Annetge Pouwels Brouck (Broeck), jongedochter van Vlaardingen, dr. van Pouwels Jansz Brouck en Nelletje Jans Fouser |
1624 | Jacob Dirksz de Jong, overl. voor 26.10.1706 (ONA Vlaardingen akte 17-181 d.d. 26.10.1706), laat op 27.8.1673 een zoon Dirck dopen te Maasland (doopboek nederd. geref. ald.), broer van Maritje Dirks ’t Jong (ONA Vlaardingen akte 17-181) die als weduwe aan de zeedijk te Maassluis ald. tr. met Andries Andriessen van Scieringh (trouwboek nederd. geref. ald., d.d. 24.10.1688), zn. van Dirck Gerritsz ’t Jong en Maritgen Jacobs van Dijck, vader van Dirk Jacobsz de Jong wonende in Honselersdijk tr. Naaldijk 21.2.1706 met Trijntje Wouters van der Val, Jan Jacobsz de Jong wonende te ’s-Gravenzande tr. ald. 18.11.1708 met Lijsje Dirks Heubink alias van der Burg, van Maritje Jacobs de Jong wonende Vlaardingerambacht tr. Vlaardingen (gerecht) 26.1.1710 met weduwnaar Jacob Cornelisz Huijsman, van Kornelis de Jong tr. met Aagje Jans van der Hoeve vermeld te Vlaardingen vanaf 27.4.1723 (doopboek nederd. geref. ald.), van Arij Jacobsz de Jong tr. met Petronella van Dam vermeld te Vlaardingen vanaf 12.5.1726 (doopboek nederd. geref. ald.), en van Lambregt Jacobsz de Jong afkomstig van Honselersdijk die tr. met Maritje Grabels Hogendam (kwartier 814), tr. met |
1625 | Jannetje Cornelis van Leeuwen, leeft 12.6.1735 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), haar afwezigheid als doopgetuige bij kinderen Dirk Jacobsz de Jong, Jan Jacobsz de Jong alsmede Maritje Jacobs de Jong, terwijl zij tegelijkertijd regelmatig testeert bij doop van kinderen van Kornelis Jacobsz de Jong, Arij Jacobsz de Jong en Lambregt Jacobsz de Jong, suggereert dat Dirk, Jan en Maritje kinderen zijn uit een eerder huwelijk van haar man |
1626 | Grabel (Graebel) Pietersz Hogendam (Hoogendam), jongman van Vlaardingerambracht, zn. van Pieter Maertensz Hoogendam, otr. 1e Vlaardingen 4.11.1689 (gerecht) met Maria Joris van Santen, otr. 2e Vlaardingen (gerecht) 22.4.1696 met |
1627 | Neeltje Cornelis Valkenier (Valckenier), jongedochter van Vlaardingerambacht, ged. Maassluis (nederd. geref.) 20.3.1672, leeft 11.2.1733 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), dr. van Cornelis Cornelisz en Arejaentje Pieters, otr. 2e Vlaardingen (gerecht) 16.4.1718 met Johannes Vos, jongman van Vlaardingen |
1628 | Cornelis Jorisse Quant, zn. van Joris Leendertsz Quant en Liedewij Cornelis Poldervaert, otr. Kethel (gerecht) 8.4.1690, laatste gebod ald. 23.4.1690, tr. ald. 24.4.1690 met |
1629 | Jannetie (Jannetje) Heijndrickse (Heijndricks) Coppert, zij otr. Kethel (gerecht) 16.11.1703, laatste gebod ald. 2.12.1703, tr. ald. 2.12.1703 (hij bijgestaan door zijn oom en bloedvoogd Dirck Alewijnsz van der Vaert) met Alewijn Arijense van der Vaert |
1630 | Joannes Cornelissen (Nelissen) Houbraken (Habraken, Haubraecken, Haubraken), koster, ged. Veghel (kath.) 4.6.1674 (get. Petrus Henrici, Elisabetha Joannes Adriani, Margaretha Joannis de zus van de vader, onder voorwaarden gedoopt vanwege nooddoop door vroedvrouw Petronella Boorts uit Boekel), begr.Veghel (kath.) 23.11.1735, zn. van Cornelis Haubraecken en Jenneken Aeriaen Aert Geerlings, is vader van Joannes ged. Veghel (kath.) 4.4.1699 (get. Margaretha Theodori de zus van de vader, Anna Cornelii stiefmoeder van de vader van het kind, Michael Ginster, Rutgeris Joannis grootvader, het kind is een dag later overl.), is vader van Joanna ged. Veghel (kath.) 30.11.1704 (get. Joannes Rutgeri Cluijtmans, Theodora de weduwe van Henricus Petri van Nunen, Maria Cornelii), is vader van Cornelia ged. Veghel (kath.) 6.4.1707 (get. Adrianus Cornelii, Antonia Gerradi van der Ven, Joanna Rutgeri Cluijtmans), is vader van Anna ged. Veghel (kath.) 7.12.1709 (get. Henricus Cornelii, Maria de huisvrouw van Cornelis van Doren, Anna Henrici Rutgerii), is vader van Cornelius ged. Veghel (kath.) 8.11.1712 (get. Henricus van Osch, Anna Henrici Cornelii), verwerft op 5.11.1714 het ouderlijk huis alsmede ongeveer 3 lopensaet grond gelegen aan de doorenhoeck (RA Veghel inv.96 d.d. 5.11.1714), koopt op 3.2.1717 van de burgemeesters van Veghel een stukje land ter grootte van 24 of 25 roe gelegen onder zijn poterije in de doorenhoeck (RA Veghel inv.74 d.d. 3.2.1717), verkoopt op 7.6.1719 als man en momber van Marij Ruth Cluijtmans aan Hendrik Rutten Cluijtmans een perceel teelland op Zijtaart genaamd grietenvelt dat hem bij erfdeling van zijn schoonouders is aangekomen (RA Veghel inv.74 d.d. 7.6.1719), verkoopt op 19.7.1720 een heiveldje gelegen in de heij genaamd den cnokert (RA Veghel inv.74 d.d. 29.7.1720), verkoopt op 26.7.1721 tezamen met zijn broer Adriaen en zijn zuster Maria aan hun broer Henrick een stuk land dat hen bij versterf is toegekomen van hun overleden zuster Jenneken te weten de helft in een beemd in de valstraat in steeuwens schoor dat eerder toekwam aan hun ouders (RA Veghel inv.75 d.d. 26.7.1721), verkoopt op 17.2.1724 een eusel dat hem is toegekomen door versterf van zijn broer Ariaen Cornelisz Haubraecken en dat eerder in het bezit was van hun ouders (RA Veghel inv.75 d.d. 17.2.1724), tr. Veghel (kath.) 19.5.1698 (get. Catharina Adriani, Maria van Hoijdonck, Michael Ginster) met |
1631 | Maria Rutgers Cluijtmans, ged. Veghel (kath.) 19.2.1672 (get. ), dr. van Rutger Cluijtmans en Jenneken Peters vanden Elssen |
1632 | Leendert Jacobsz Rodenburgh (Roodenburg, Rodenburch, Roodenburch), jongman van Naaldwijk, wonende te Vlaardingerambacht, aangeslagen voor de 200e penning ald. (OA Schiedam inv.1453, 1644; inv.1454, 1646; inv.1455, 1652, dan reeds overleden), overl. voor 28.10.1653 (SAV ORA Vlaardingerambacht inv.25 fol.58 d.d. 28.10.1653), otr. Vlaardingen 8.11.1642 met |
1633 | Neeltgen Pieters, jongedochter van Vlaardingerambacht |
1636 | Cornelis Dircxz Segwaert, wonende in het dorp Kethel, zn. van Dirck Cornelisz Segwaert en Maertgen Hillebrants, tr. met |
1637 | Keuntje Pieters Slooff, na haar overlijden is ten behoeve van de vier nagelaten weeskinderen de inventaris opgemaakt door oom Dammis Pietersz Slooff en door behuwd oom Leendert Cornelisz Oosterlee, dat bestaat uit een huisje op de grond en erf van Dammis Pietersz Slooff in het dorp, een gouden wapenring, een obligatie van 500 pond onder de hand van Dammis Pietersz Slooff, een obligatie van 600 pond onder hand van Leendert Cornelisz Oosterlee, en een obligatie van 500 pond onder de hand van Gerrit Dircxz Jongste (ORA Kethel en Spaland inv.132, fol.245, d.d. 13.11.1669), op 11.6.1672 verkoopt Leendert Cornelisz Oostelee oom en voogd van de weeskinderen van Keuntje Pieters Slooff het betreffende huisje voor een bedrag van 200 gulden aan Cornelis Abrahamsz Corpershoeck (RA Kethel en Spaland inv.93 fol.7v d.d. 11.6.1672), dr. van Pieter Pietersz Slooff |
1638 | Michiel (Chiel, Ghiel) Dircxz Opmeer, jongman van de Kethel, wonende onder Spaland aan de vlaerdingh wech halverwege Kethel en Vlaardingen (doopboek Kethel d.d. 19.10.1664), broer van Jan Dircxz en Wijve Dircxs op de harch (doopboek Kethel nederd. geref. d.d. 25.1.1659), zn. van Dirck Jansz Opmeer en Maertgen Pieters, otr. Kethel (nederd. geref.) 16.3.1652, tr. ald. (nederd. geref.) 7.4.1652 (testament ONA Schiedam inv.773 blz.899 d.d. 9.5.1668: als voogden over hun kinderen worden aangesteld door de vader Henrick Coppert en Otto Ottensz van der Meij en door de moeder Gerrit Jongste en Cornelis Ariensz Noortdam) met |
1639 | Annetje Jacobs Coppert, jongedochter van de Kethel, dr. van Jacob Arijensz Coppert (GAS ORA Kethel en Spaland inv.132, fol.231, d.d. 29.1.1664) en Ariaentge Cornelis |
1640 | Pieter Woutersz van Santhen, hertr. Tricht (nederd. geref.) 1.2.1674 met Mariken Francken, tr. daarvoor met |
1641 | Mariken Volcken |
1644 | Jan Pietersz de Graaf (De Graef, Van der Graaf), jongman van de schans te Maassluis, is vader van Jannittje ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.12.1679, is vader van Tijs ged. Maassluis (nederd. geref.) 4.1.1682, is vader van Sara ged. Maassluis (nederd. geref.) 8.9.1683, is vader van Jannittje ged. Maassluis (nederd. geref.) 13.5.1685 (de vader vermeld als Cornelis Pietersz), is vader van Jannittje ged. Maassluis (nederd. geref.) 14.3.1688, is vader van Neeltje ged. Maassluis (nederd. geref.) 21.5.1690, is vader van Maertje ged. Maassluis (nederd. geref.) 2.12.1691, is vader van Pieter ged. Maassluis (nederd. geref.) 25.8.1694, is vader van Machtelt ged. Maassluis (nederd. geref.) 5.2.1696, is vader van Pieter ged. Maassluis (nederd. geref.) 30.6.1697, is vader van Pieter ged. Maassluis (nederd. geref.) 19.11.1698, is vader van Machtelt ged. Maassluis (nederd. geref.) 25.8.1700, is vader van Cornelis ged. Maassluis (nederd. geref.) 1.1.1703, tr. Maassluis (nederd. geref.) 18.6.1679 met |
1645 | Ariaantje Tijssen van Proijen (van Pouroijen), jongedochter op de zuidvliet te Maassluis, ged. Maassluis (nederd. geref.) 3.12.1659, dr. van Thijs Aertsz van Proijen en Sara Leenderts |
1646 | Isbrant (IJsbrant) Philipsz Rodenburgh, wonende in de parochie van De Lier, betaalt parochieschreven voor het onderhoud van de parochiekade van De Lier naar de Lierhand in de periode 1657/59-1679 (HAW De Lier inv.25-28), bezit land in de kralingpolder waarbij hij zich voor de periode van vijf jaar verplicht voor het maken en onderhouden van de rodenburchs weg aan de gaag (GAD inv.1155, 23.8.1663), overl. ca. 1679, zn. van Philips Leenertsz Roodenburch en Maritgen Jans, otr. Delft (nederd. geref.) 30.10.1660, tr. ald. (nederd. geref.) 10.11.1660 (attestatie van De Lier 7.11.1660) met |
1647 | Neeltge Teunis van Dijck, wonende in het ambacht van De Lier, weduwe vanaf 1680 (HAW De Lier inv.25-28), begr. ald. 14.9.1703, dr. van Teunis Adamsz van Dijck |
1648 | Caspar (Kasper) Davids (Davidts), jongman van Culemborg, ged. Culemborg (nederd. geref.) 8.7.1641, zn. van David Mentsz (Melsen, Melser, Mensch), is vader van Cornelis ged. Culemborg (nederd. geref.) 11.8.1665, is vader van Anneken ged. Culemborg (nederd. geref.) 20.11.1668, is vader van Meus ged. Culemborg (nederd. geref.) 10.11.1670, is vader van Gerrichien en Geertruijdje ged. Culemborg (nederd. geref.) 11.2.1677, is vader van Wemmert ged. Culemborg (nederd. geref.) 3.10.1680, is vader van Wemmeringh ged. Culemborg (nederd. geref.) 17.1.1682, otr. Culemborg (nederd. geref.) 9.10.1664, tr. ald. (nederd. geref.) 23.10.1664 met |
1649 | Harmtien (Hermken) Berents, jongedochter van Culemborg, ged. Culemborg (nederd. geref.) 15.11.1640, dr. van Beernt Hermsen |
1654 | Eijmert Gijsbertse Bergakker, tr. Herwijnen (nederd. geref.) 2.3.1661 met |
1655 | Willemke Peters |
1656 | Aelbrecht (Aelbert) Cornelisz Vinck, afkomstig van Beusichem, bij zijn trouwen wonende in ’s-Gravenhage, ged. Beusichem (nederd. geref.) 20.3.1670, poorter van Vlaardingen 29.7.1690, zn. van Cornelis Jansz Vinck en Aeltje Ariens Verlee, otr. ’s-Gravenhage (nederd. geref.) 20.3.1690 met |
1657 | Margarita (Marguerieta, Grietje) Jacobs van den Ende, jongedochter van Delft, ged. Delft (nederd. geref.) 18.2.1659 (get. Gijsbrecht Moerkerk, Magdalena Jacobs), bij haar trouwen wonende in ’s-Gravenhage, dr. van Jacob Michielsz van den Ende en Maria Dircks Sam, overl. Vlaardingen 11.3.1734 |
1658 | Daniël van Langstraet (Langstraten), jongman van IJsselstein, ged. IJsselstein (nederd. geref.) 3.4.1661 (get. Gerbrandus Schagen, predikant tot Lopik), zn. van Adriaen Hendericksz van de Langstraet en Agatha Schagen, vestigt zich na zijn trouwen in Vlaardingen, meester koekebakker ald. (1705, 1724), otr. IJsselstein (nederd. geref.) 16.11.1685 met |
1659 | Niesie Cornelis, jongedochter van Ammerstol |
1660 | Jacob (Jacobus) Varenburg (van Vanenburg, van Vanenburgh, Ravenburgh), jongman van Doesburg, wonende in Rhenen, later te Rotterdam in het oostende over het gasthuis, begr. Vlaardingen 19.6.1685 (laat vier minderjarige kinderen na), is mogelijk een zn. van Jacob Varenbuogh en Margriet Burgers, waaruit een dochter Anna Marie ged. Doesburg (nederd. geref.) 9.8.1650 (andere kinderen van dat stel waren mogelijk Johanna Margriet, Helena en Gerberig, die we in de Doesburgse doopregisters tegenkomen), is vader van Lijsbeth ged. Rhenen (nederd. geref.) 29.8.1669, is vader van Cornelis ged. Rhenen (nederd. geref.) 18.1.1671, is vader van Jacob ged. Rhenen (nederd. geref.) 23.4.1673, is vader van Paulus ged. Rhenen (nederd. geref.) 19.3.1675, is vader van Cornelia ged. Rhenen (nederd. geref.) 4.6.1677, is vader van Paulus ged. Rhenen (nederd. geref.) 25.2.1680, otr. Rhenen (nederd. geref.) 15.11.1668 met |
1661 | Geesken (Geesje, Gijsken) Taets, ged. Rhenen (nederd. geref.) 27.5.1638, begr. Rotterdam 25.5.1685 (laat vier minderjarige kinderen na), dr. van Pauwels Cornelisz Taets en Geertje Jans |
1662 | Cornelis Jacobsz Manneken, chirurgijn, raad te Vlaardingen, schepen ald., ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 2.8.1660, begr. ald. 12.1.1695, zn. van Jacob Gillisse Manneken en Heijltje Cornelis Fortuijn, otr. 1e Vlaardingen 19.4.1682, otr. Maassluis (nederd. geref.) 19.4.1682 met Baertgen (Bartje) Cornelis Rietvelts, jongedochter van de noortdijk te Maassluis, ged. ald. (nederd. geref.) 13.8.1664, op 3.5.1682 attestatie gegeven op Voorburg, dr. van Cornelis Philipsz Rietvelt en Maertgen Isaaks van der Meer, otr. 2e Vlaardingen (gerecht) 1.6.1687 met |
1663 | Jaeptge (Jaepie) Willems Dijckshoorn, jongedochter van Vlaardingerambacht, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 1.11.1665 (getuigen Maerten Cornelisz, Lessebet Cornelis), bij huwelijk wonende te Vlaardingerambacht, begr. Vlaardingen september 1717, dr. van Willem Pietersz Dijckshoorn en Trijntje Cornelis, otr. 2e Vlaardingen (gerecht) 3.2.1697 met Arent Cornelisz Versendael, jongman van Vlaardingen, meester zeilmaker, ged. Vlaardingen 8.4.1671, begr. ald. 14.6.1732, zn. van Cornelis Willemsz Versendael en Maertje Ariens |
1664 | Cors Ariensz (Arentsz, Arisz) van der Pijl (Pijl, van Pijl), jongman van Tienhoven (bij Ameide), geb. ca. 1658 (RA Tienhoven inv.8 scan 31 d.d. 17.5.1681), zn. van Adriaen Jan Sandertsz en Mecheltjen Jans, laat van 1685 tot 1688 kinderen dopen te Meerkerk, vanaf 1694 vermeld te Polsbroek zuidzijde (lidmatenregister nederd. geref. ald.), vertrekt 21.12.1708 samen met zijn vrouw met attestatie naar Benschop (lidmatenregister nederd. geref. Polsbroek), is vader van Maghtelt ged. Meerkerk (nederd. geref.) 26.3.1685, is vader van Jannighje ged. Meerkerk (nederd. geref.) 11.4.1686, is vader van Jan ged. Meerkerk (nederd. geref.) 8.4.1688, is vader van Gerrichje ged. Polsbroek (nederd. geref.) 25.12.1698 (get. Ariaentie Pieters), is vader van Gerrichje ged. Polsbroek (nederd. geref.) 10.10.1700 (get. Ariaentie Pieters), is vader van Jannichje ged. Polsbroek (nederd. geref.) 11.6.1702 (get. Geertie Jacobs), otr. Meerkerk (nederd. geref.) 9.2.1684, otr. Ameide (nederd. geref.) 9.2.1684, tr. ald. (nederd. geref.) 28.2.1684 met |
1665 | Bastiaentie Gerrits Hack, jongedochter van Meerkerk, dr. van Gerrit Jansz Hack en Meijnsgen Bastiaens |
1666 | Crijn (Krijn) Goossens van Vollenhove alias van Beest, aangenomen tot de nederd. geref. kerk te Asperen 27.12.1697, leeft 13.9.1719 (lidmatenboek ald.), zn. van Gosen Lammertsen van Vollenhoo en Grietje Krienen van Deijl, tr. met |
1667 | Jenneke Kiep (Kibe), aangenomen tot de nederd. geref. kerk te Asperen op 4.4. 1702, leeft 24.5.1722 (doopboek nederd. geref. Asperen), weduwe van Teunis Joosten van Vianen en daarvoor van Hendrick Jans (doopboek nederd. geref. Asperen) |
1670 | Maerten Ariensz (Ariense) Versluijs, jongman van Oudewater, zn. van Arien Tijssen Versluijs en Geertje Jans Versluijs, is vader van Geertruijd ged. Oudewater (nederd. geref.) 4.11.1693, is vader van Swaantje ged. Oudewater (nederd. geref.) 16.10.1695, is vader van Arien ged. Oudewater (nederd. geref.) 6.12.1697, is vader van Jan ged. Oudewater (nederd. geref.) 4.4.1700, is vader van Gijsbert en Matthijs ged. Oudewater (nederd. geref.) 20.1.1702, is vader van Meijna ged. Oudewater (nederd. geref.) 13.4.1703, is vader van Gijsbert ged. Oudewater (nederd. geref.) 17.4.1705, is vader van Jacob ged. Oudewater (nederd. geref.) 16.5.1706, is vader van Petronella ged. Oudewater (nederd. geref.) 29.5.1708. is vader van Mathijs ged. Oudewater (nederd. geref.) 19.2.1710, otr. Oudewater (nederd. geref.) 1.6.1692, tr. ald. (nederd. geref.) 15.6.1692 met |
1671 | Aeltje Jacobs de Prins (de Pruis, Peijs), jongedochter van Oudewater |
1672 | Lucas van Embden alias Lucas Roeloff Henricx, wonende in Terheijden, schepen ald., vorster ald., ontvangt op 18.9.1670 van de erfgenamen van Lucas Aertsen van Bladel als voorzoon uit het eerdere huwelijk van Angeneta Pauwels Pauwelssen een bedrag van 50 gulden in gevolge en in voldoeninge van het vaderlijk goed hem bij huwelijkse voorwaarde toegevoegd (SAB Vestbrieven 1670-1674 d.d. 11.7.1670; ibid. d.d. 18.9.1670; ibid. d.d. 12.9.1684, dan meerderjarig; zie ook SAB notarieel archief B. de Beunje minuutakten 1707, d.d. 24.5.1707), is vader van Josijna en Roelof ged. Terheijden (nederd. geref.) 11.8.1688 (get. Jan van der Veen, Jenneken Joosten), is vader van Roelof ged. Terheijden (nederd. geref.) 13.6.1689 (get. Frans Potters, Angenetie Pouwels), is vader van Fransois ged. Terheijden (nederd. geref.) 4.3.1691 (get. Adriaen Eijmers, Fransina Fransois), is vader van Cornelis ged. Terheijden (nederd. geref.) 15.2.1693 (get. Cornelius Dons, N. Remacke), is vader van Adriaen ged. Terheijden (nederd. geref.) 17.3.1697 (get. Adriaentie Potters), zn. van Roelof Hendricksz en Agneta Pouwels, tr. met |
1673 | Maria (Marijken, Mariken) Potters, ged. Breda (grote kerk, nederd. geref.) 20.8.1666, dr. van Frans Potters en Jenneken Joosten van Drunen, hertr. met Jonas Verstaek |
1674 | Derk Janssen Kelderman (Kelder), jongman van Deventer, zoon van wijlen Jan Dercksen in de smee-straat, otr. Deventer (nederd. geref.) 9.9.1688, tr. ald. (nederd. geref.) 2.10.1688 met |
1675 | Anneken Henrix, jongedochter van Deventer in de langebisschopstraat |
1680 | Cornelis Cornelisz Valckenier alias Poortugael (Poortegael), geb. ca. 1639 (RA Maassluis inv.33 fol.92 d.d. 20.9.1654), wonende in de sandelijnstraat te Maassluis, visser ald., zn. van Cornelis Jorisz Valckenier en Leentge Cornelis, koopt op 8.5.1674 van Bartel Jansz Graefdijck, lijndraaier, weduwnaar van Maertje Gerrits, die weduwe en boedelhoudster was van Jan Cornelisz Visser, mitsgaders Huijbrecht Cornelisz voor de Bregge, visser, getrouwd met Leentje Jans, en Jan Arentsz Bubbeson, schipper te Maassluis, mede vervangende Huge Poortugael, schepen te Maassluis, als voogden van Ingetje Jans, kinderen en erfgenamen van Jan Cornelisz en Maertje Gerrits, bij openbare veiling te verkopen zekere huizinge en erve, staande en gelegen aan de noordzijde van de noortvliet te Maassluis, belend ten westen de weduwe van Jan Thijsz met een gemeen slop, ten oosten Andries Fransz Gorter, strekkende van de heerestraet noord op tot de sloot toe, voor een bedrag van 350 gulden (RA Maassluis inv.? fol.80 d.d. 8.5.1674), op 7.5.1688 compareren Jannetje Teunis, meerderjarige ongetrouwde dochter, Jeroen van Dale, oud-schepen, als gestelde voogd van Cornelis Poortegael, Jan de Jong en Jan Brustens, mede regenten van het weeshuis, als onderhoudende in hetzelfde huis Jan Cornelisz en Neeltje Cornelis, kinderen van Cornelis Cornelisz Poortegael en Ariaentje Pieters, die verklaren verkocht te hebben voor een bedrag van 600 gulden aan Jan Jansz Rosendael, glazemaker, zekere huizinge en erve staande en gelegen aan de noordzijde van de noortvliet, belend ten westen Joost Pietersz Schuijns in plaats van Jan Thijsz met een gemeen slop, ten oosten Andries Fransz Gorter, en strekkende van de heerestraet noord op tot aan de sloot (RA Maassluis inv.68 fol.103 d.d. 7.5.1688), is vader van Leentgen ged. Maassluis (nederd. geref.) 5.3.1659, is vader van Isaak ged. Maassluis (nederd. geref.) 5.3.1662, is vader van Isaack ged. Maasluis (nederd. geref.) 18.6.1663, is vader van Isaack ged. Maassluis (nederd. geref.) 25.1.1665, is vader van Cornelis ged. Maassluis (nederd. geref.) 26.2.1668, is vader van Neeltje ged. Maassluis (nederd. geref.) 20.3.1672, is vader van Jan ged. Maassluis (nederd. geref.) 4.11.1674, is vader van Krijn ged. Maassluis (nederd. geref.) 21.1.1678, tr. 1e Maassluis (nederd. geref.) 2.7.1658 met Neeltje Isaaks, wonende in de sandelijnstraat, tr. 2e Maassluis (nederd. geref.) 1.1.1667 met |
1681 | Ariaentje (Arejaentje) Pieters, weduwe te Maassluis in de sandelijnstraat, overl. Maassluis (nederd. geref.) 18.2.1688, weduwe van Tonis Sijmonsz, visser, die in het jaar 1665 op zee gebleven is tezamen met stuurman Paulus Butter, en die naast zijn bescheiden bezittingen twee kinderen nalaat, te weten Simon ged. Maassluis (nederd. geref.) 24.11.1662, en Jannetgen ged. Maassluis (nederd. geref.) 15.2.1665 (RA Maassluis inv.5 fol.171 d.d. 7.12.1666; tot voogden worden benoemd Gerrit Willemsz Mockje, stierman, en Leendert Pietersz van der Poel; tot de schuldeisers behoren Maertje Jacobs voor geleverde waren, Meijnsje Pieters voor boter en kaas, Willem Ghijsbertsz voor leerwerk, Heijndrick Jansz Houckmaecker voor houcken en sneun? (visgerei), Cornelis Arentsz de Boije voor levering van een bed, Anne Pieters voor geleverde penningen, de erfgenamen van Lijsbet Jans voor huishuur, en Carel Wommerus voor huishuur) |
1682 | Lambrecht Philipsz (Phillipsz), afkomstig van Monster, ten tijd van zijn huwelijk wonende op de zuidvliet te Maassluis, zn. van Philips Cornelisz, is vader van Jacob ged. Maassluis (nederd. geref.) 17.2.1662, is vader van Jacob ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.10.1663, is vader van Grietje ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.4.1668, is vader van Cornelis ged. Maassluis (nederd. geref.) 27.3.1671, tr. Maassluis (nederd. geref.) 3.3.1658 met |
1683 | Maertjen Willems, jongedochter van Maassluis, ten tijde van haar huwelijk wonende in de koestraat ald. |
1684 | Abraham (Abram) Pietersz Vroom, ged. Maassluis (nederd. geref.) 18.1.1643, impost begr. Maassluis 12.8.1706 (pro deo), bij zijn huwelijk wonende op de noorddijk, visser, is op 3.6.1684 tezamen met Dirck Paling getuige van het opstellen van het testament van de echtelieden Leendert Claesz en Cornelia Overgaach (ONA Maassluis inv.25 no.95 d.d. 3.6.1684), is op 10.12.1690 tezamen met Jan Nooten, klerk te Maassluis, getuige bij het opstellen van het testament van de echtelieden Jan Cornelisz Kagenaer, stierman, en Maertie Dircx (ONA Maassluis inv.28 no.115 d.d. 10.12.1690), koopt op 21.3.1693 voor een bedrag van 220 gulden van Barber Pieters van der Jacht, weduwe van Job Jorisz van der Wael, en Job Eliasz de Krijger gehuwd met Sara Pieters van der Jacht, kinderen en erfgenamen van Maertie Goverts van Wijn weduwe van Pieter Jacobsz van der Jacht, zekere huizinge en actie aan het erf staande en gelegen aan de westzijde van de hoochstraet op het zuideinde, belend ten noorden Gerrit Aldertsz Overschie in plaats van Arij Cornelisz Dordrecht en ten zuiden de kinderen van Aechge Wouters weduwe van Heindrick Jansz Vermeule, strekkende voor van de heerestraet west op tot aan de zuidspui (RA Maassluis inv.69 fol.58v d.d. 21.4.1693), bekent op 30.4.1697 een bedrag van 25 gulden schuldig te zijn aan Cornelis Jaspersz van der Harch, bouwman wonende onder het ambacht van Maasland, waaraan hij verbindt zijn persoon en al zijn goederen (ONA Maassluis inv.31 no.156 d.d. 30.4.1697), zijn kinderen Pieter en Jan verkopen op 4.5.1716 aan Jacob Leendertsz van Roon zekere huizinge en actie aan het erf staande en gelegen aan de westzijde van de hoogstraat op het zuideinde van dezelfde straat, belend ten noorden Claas Simonsz Swartvelt en ten zuiden de weduwe van Jan Arensz van IJn, strekkende voor van de heerestraat west op tot aan de geer of zuidspui(RA Maassluis inv.74 no.197 fol.95 d.d. 4.5.1716), is vader van Maertje ged. Maassluis (nederd. geref.) 15.3.1671, is vader van Willempje ged. Maassluis (nederd. geref.) 4.1.1673, is vader van Pieter ged. Maassluis (nederd. geref.) 24.4.1674, is vader van Jan ged. Maassluis (nederd. geref.) 3.6.1676, is vader van Jan ged. Maassluis (nederd. geref.) 19.3.1679, zn. van Pieter Abramsz Vroom en Maertgen Jans Braeff Karel, tr. Blankenburg (nederd. geref.) 22.9.1669 (aangetekend in trouwboek Maassluis) met |
1685 | Lijsbet Jans Hoogstadt (Hoogstart), jongedochter van de zuiddijk te Maassluis, impost begr. Maassluis 29.11.1715 (pro deo), dr. van Jan Maertensz Hoochstadt, hertr. met Cornelis Arijensz van der Kolff, weduwnaar van Jannetje Jaspers (huwelijkse voorwaarden zie ONA Maassluis inv.39 no.45 d.d. 15.12.1708; van de kant van de bruid wordt ingebracht een huis en erf staande op de zuiddijk te Maassluis, belast met een hypotheek van 300 gulden ten behoeve van Heijndrik Pietersz, een bed met toebehoren en kleren van wol en van linnen, haar toebehorende, en voorts een bruin kastje en verder nog een geringe huisraad niet waardig om te specificeren, en waarbij wordt afgezien van gemeenschap van goederen) |
1688 | Jan Dirxz Legerste, begr. Goudswaard (nederd. geref.) 5.3.1668, tr. met |
1689 | Maertje Cornelis |
1692 | Arijen Arijensz Buitendijck, wonende in of nabij Numansdorp, tr. 1e voor 1653 met Marrigie Pieters, otr. 2e Rijsoord (nederd. geref.) 5.5.1665, tr. ald. (nederd. geref.) 7.6.1665 met |
1693 | Pleuntje Cornelis Mijs, jongedochter van Rijsoord, ged. ald. (nederd. geref.) 30.3.1638 (getuige Marichjen Lenaerts), dr. van Cornelis Lenertsz Mijs en Ariaentjen Cornelis |
1696 | Jan Ariensz Verschoor alias Dorre, wonende in Pernis, zn. van Arij Jansz Verschoor en Claesje Ariens, koopt op 30.4.1703 van de diakonie armen van Pernis een huisje en erve staande en gelegen aan de pernissedijk ald. voor een bedrag van 200 gulden (GA Rotterdam - Gem. Pernis inv.113, Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis, fol.120 d.d.30.4.1703), tr. (lidmatenboek Pernis nederd. geref. anno 1694) met |
1697 | Claesje Pieters Prins, ged. Poortugaal (nederd. geref.) 10.12.1662, dr. van Pieter Claesz Prins en Corstiaentje Ariens |
1698 | Jan Bastiaense (Bastjaense) 't Hart ('t Hard, 't Hardt), ged. Rozenburg (nederd. geref.) 4.12.1661, zn. van Bastiaan Vernel en Neeltge Jans, in 1685 tezamen met zijn vrouw met attestatie van het eiland Blankenburg toegetreden tot de nederd. geref. kerk te Pernis (lidmatenboek nederd. geref. ald.), wonende in Pernis, koopt op14.51685 van de erfgenamen van Joost Kerbijn een huis en erve staande en gelegen in Pernis (GA Rotterdam - Gem. Pernis inv.113, Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis, fol.14.5.1685), zijn kinderen en erfgenamen verkopen op 1.11.1719 aan mede-erfgenaam Cornelis Jansz 't Hart hun erfdeel in het ouderlijk huis staande en gelegen aan de pastoriedijk binnendijks met een zevende part van dezelve binnen pastoriedijk (GA Rotterdam - Gem. Pernis inv.113, Protocol van transporten en schuldbrieven van Pernis, fol.376 d.d. 1.11.1719), is vader van Neeltje ged. Pernis (nederd. geref.) 13.1.1686, is vader van Leentje ged. Pernis (nederd. geref.) 2.11.1687, is vader van Claes ged. Pernis (nederd. geref.) 28.8.1689, is vader van Claas ged. Pernis (nederd. geref.) 26.8.1691, is vader van Cornelis ged. Pernis (nederd. geref.) 13.9.1693, is vader van Leentje ged. Pernis (nederd. geref.) 22.1.1696, is vader van Bastjaen ged. Pernis (nederd. geref.) 2.3.1698, is vader van Willem ged. Pernis (nederd. geref.) 5.6.1701, otr. Rozenburg (nederd. geref.) 28.4.1685 met attestatie om te mogen trouwen in Pernis doch ald. niet aangetroffen, tr. met |
1699 | Neeltje Klaes (Claas) Krijger |
1700 | Jacob Arentsz Swartevelt alias Jacob Arents Dingemans, jongman van Vlaardingen, ged. Vlaardingen (nederd. geref.) 20.3.1667 (get. Claes Clasen Korf, Maertgen Pieters), leeft 26.11.1690 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), broer van Jannetie Ariens, zn. van Arent Dingemansz en Neeltie Jacobs, otr. Vlaardingen (gerecht) 1685, otr. Maassluis (nederd. geref.) 27.5.1685, tr. Maassluis (nederd. geref.) 20.6.1685 met |
1701 | Neeltie Gerrits, jongedochter van Maassluis, leeft 7.2.1723 (doopboek Vlaardingen nederd. geref), vermoedelijk dr. van Gerrit Cornelisz, vermoedelijk zr. van Maartie Gerrits, Fijtie Gerrits en Heijndrick Gerritsz |
1702 | Arijen (Arij) Klaesse (Claase) Krijger, afkomstig van Pernis, impost begr. Pernis 29.11.1723, zn. van Klaes Pietersz Krijger, bekent op 2.6.1688 een bedrag van 250 gulden schuldig te zijn aan Leendert Joostensz Kerbijn uit zaak van geleende penningen (GAR ORA Pernis inv.113 d.d. 2.6.1688), bekent op 1.12.1690 een bedrag van 150 gulden schuldig te zijn aan Pieter IJsbrantsz Jongeknecht wonende tot Schiedam (GAR ORA Pernis inv.113 d.d. 1.12.1690), transporteert op 10.5.1719 een huis, erve en boomgaard en een weitje te samen groot omtrent 1 gemet 150 roeden, gelegen in lombardijen onder Pernis, aan Jan Pietersz IJserman (GAR ORA Pernis inv.113 d.d. 10.5.1719), zijn kinderen transporteren op 15.5.1724 aan Jacob Klaesz Molenaer een huis en erve staande en gelegen aan de rietdijk onder Pernis (GAR ORA Pernis inv.113 d.d. 15.5.1724), otr. 2e Pernis (gerecht) 7.2.1720, tr. ald. (nederd. geref.) 25.2.1720 met Arjaentje Jans van Dam, jongedochter van Krimpen, in 1724 wonende onder Kralingen (GAR inv.113, d.d. 15.5.1724), impost begr. Pernis 28.11.1728, tr. 1e Pernis (nederd. geref.) 14.11.1682 met |
1703 | Leentje Jans Admiraal, afkomstig van Zwartewaal, impost begr. Pernis 31.12.1716, weduwe van Cornelis Burchse (Burrigtse), bekent op 30.7.1696 namens haar man een bedrag van 110 gulden schuldig te zijn aan de Diakonie Armen van Pernis (GAR ORA Pernis inv.113 d.d. 30.7.1696) |
1704 | Cornelis Jorisz Poldervaert, in 1680 wonende onder Rugge, zn. van Joris Cornelisz Poldervaert en Annetje Leenders Quant, tr. 1e Kethel (kath.) 12.1.1663, tr. 1e Vlaardingerambacht (gerecht) 17.1.1663 met Grietie Cornelis Berckhout, otr. 2e Oostvoorne (nederd. geref.) 24.2.1680 met |
1705 | Annetie Engels, jongedochter wonende onder Rugge |
1706 | Willem Jacobsz van Roon, jongman van Briels Nieuwland, bekent op 20.3.1669 aan de kinderen en erfgenamen van Pleuntje Abrahams, laatst weduwe van Bastiaan Dorp, een schuld van 210 gulden wegens koop van een huis en ovenkeet op de cappedijk onder Vierpolders, met borgen Aren Arentsz Leuijendijk en Cornelis Bastiaansz te Vierpolders (SAVPR toegang 49 inv.204 regest 63 d.d. 20.3.1669), otr. Vierpolders (nederd. geref.) 19.4.1669, tr. ald. (nederd. geref.) 12.5.1669 met |
1707 | Maartie Bastiaans, jongedochter van Brielle |
1708 | Jan Teunisz Beijer, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 17.6.1658, zn. van Tonis Jansz Beijer en Fransje Frans, tr. 2e Spijkenisse (nederd. geref.) 8.5.1695 met Ingitie Willems Ploeger, weduwe van Cornelis Jansz Ronghen, tr. 1e Spijkenisse (nederd. geref.) 21.9.1681 met |
1709 | Lijsbet Jans, jongedochter van Grueninghe |
1710 | Jan Jansse Vermeer (Noordermeer), jongman van Rockanje, is vader van Neeltje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.11.1688 (get. Dorothe Jans), is vader van Jannetje ged. Zwartewaal (nederd. geerf.) 26.6.1690 (get. Kornelis Noordermeer, Ariaantje Jans), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.5.1688 met |
1711 | Willemtie (Wilmtie, Willemtjen, Wilmpje) Jansse Hollaart, jongedochter van Briels Nieuwland, wonende te Zwartewaal, lidmaat Vierpolders (nederd. geref.) in de jaren 1707 en 1727, ged. Vierpolders (nederd. geref.) 19.4.1665, dr. van Jan Leendertse Hollaart en Trintjen Fleuris, tr. 2e Zwartewaal (nederd. geref.) 25.1.1693 met Leendert Cornelisz Noordermeer, weduwe van Pietertie Eelants, wonende in de Tinte, otr. 3e Vierpolders (nederd. geref.) 19.4.1698, tr. ald. (nederd. geref.) 2.5.1698 met Kornelis Willemse Suiker, jongman wonende in Brielle, lidmaat Vierpolders (nederd. geref.) in het jaar 1707 |
1712 | Arent (Arijen) Cornelisz Berkhout, impost begr. Spijkenisse 14.10.1713 (aangifte door zijn vrouw), zijn erfgenamen verkopen op 18.12.1728 bij publieke verkoop aan Henrick Selkart, heer van Kamerijk en de Houdijk wonende te Rotterdam, te weten een woning bestaande uit een huis, schuur, stookkeet, berg, boomgaard enz. aan de spijkenissenhoek, belend ten oosten Crijn Claasz Compeer ten westen Jan Arijensz van der Hoek ten noorden spijkenissenland en ten zuiden de weg, en de volgende partijen landen in de polder van Spijkenisse, te weten 7 gemet 143 roe weiland bij de woning getekend nummers 49 en 52, 1 roe [sic, moet zijn 5 gemet 1 roe] weiland aan de laanweg getekend nummer 50, 2 gemet 237 roe weiland aan de laanweg op nummer 67 en 2 gemet 78 roe zaailand aan de mallendijk op nummer 21, voor een bedrag van 4550 gulden (SAVPR toegang 48 inv.225, d.d. 13.11.1728 en 4.5.1729), zijn zoon Cornelis Berckhout laat hij een stuk land na groot 2 gemet 197 roe weiland aan de spijkenissenhoek getekend nummer 102 (SAVPR toegang 48 inv.224, d.d. 24.6.1717), tr. met |
1713 | Trijntje Gerrits van Leeuwen, impost begr. Spijkenisse 10.7.1728 (aangifte door haar man Jan Vermaat), dr. van Gerrit Davidssen van Leeuwen en Geertien Jans Hensbroeck, zij hertr. met Jan Philipsz Vermaat, bekennen op 14.4.1723 –dan wonende aan de conijndijk onder Geervliet- aan Albinus Villerius wonende te Spijkenisse een schuld van 600 gulden wegens geleende en aangetelde gelden die zij met rente zullen restitueren onder verband van 7 gemet 36 roe land aan de moerschomse getekend nummer 52 en 53, en nog 5 gemet 1 roe land aan de laanweg (SAVPR toegang 48 inv.224 d.d. 14.4.1723), bekennen op 21.5.1725 aan de diaconiearmen van Geervliet een schuld van 1000 gulden wegens geleende en aangetelde gelden die zij met rente zullen restitueren onder verband van hun huis, schuur, keet en erf met de boomgaard aan de spijkenissenhoek en 5 gemet 1 roe land getekend nummer 50, 5 gemet 8 roe land getekend nummer 52 en 2 gemet 135 roe land op nummer 49 (SAVPR toegang 48 inv.225 d.d. 21.5.1725), bekennen op 22.5.1728 aan Pieter Roest, schout van Zuidland, een schuld van 1700 gulden wegens geleende en aangetelde gelden, die zij met rente zullen resittueren onder verband van 5 gemet 8 roe weiland aan de mallendijk getekend nummer 52, 135 roe [moet zijn 2 gemet 135 roe] teelland op nummer 49, 4 gemet 21 roe weiland aan de korte laanweg op nummer 22, 1 roe [moet zijn 5 gemet 1 roe] weiland aan de lange laanweg op nummer 50 en nog 2 gemet 237 roe weiland aan de lange laanweg op nummer 67 (SAVPR toegang 48 inv.225 d.d. 22.5.1728) |
1714 | Dirck Heermansz Visscher alias van der Hoeck, ged. Spijkenisse (tezamen met zijn oudste kind) 13.4.1702, schepen te Spijkenisse (1718/20), impost begr. 10.1.1721 (aangifte door zijn schoonzoon Gerrit Ariensz Berckhout), zn. van Heerman Jansz Visscher en Arijaentgen Dircks Visscher alias van der Hoeck, koopt op 30.5.1683 –hij is dan nog minderjarig- samen met zijn oom Cornelis Jansz Visscher het huis aan de hartelse dijk dat toebehoorde aan zijn ouders (SAVPR toegang 048 inv.222, regest 1060), koopt op 16.10.1718 een huis en erf aan de voorstraat in Spijkenisse tegenover herberg de valck, afkomstig van de erfgenamen van Arent van der Wael en Maria Pieters Kranendonck (regest 1335), koopt op 22.8.1720 bij publieke verkoop de boedel en goederen van wijlen Aernout van Westrik, in zijn leven schout en secretaris van Spijkenisse en Braband, tr. 2e Spijkenisse (nederd. geref.) otr. 3.8.1709, tr. ald. (nederd. geref.) 18.8.1709 met Catarina (Cateje/Caatie/Catie/Katie/Kaetje) Teunisse Beijer, afkomstig van Biert onder Spijkenisse (zie trouwboek Spijkenisse nederd. geref. 10.4.1695), overl. Zwartewaal 16.3.1733, begr. Spijkenisse 20.3.1731, impost begr. Spijkenisse 10.3.1733 [sic] (aangifte door haar schoonzoon Pieter Huijsman), dr. van Thonis Jansz Beijer en Maria Pieters Kraenendonck (zie verder regesten 1024, 1034, 1335 en 1381), weduwe van Eldert Cornelisz Breekhout, zij verkrijgt op 10.6.1721 het bezit aan de hartelse dijk door uitkoop van de voorkinderen van Dirck Heermansz, zij otr. 3e Spijkenisse (nederd. geref.) 25.10.1721 met Cornelis Huisman, jongman van Spijkenisse (zie verder regesten 1696, 1697 en 1875), Dirck Heermansz tr. 1e Spijkenisse (gerecht) 2.9.1696 met |
1715 | Trijntje Reijers de Hoogh, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 9.12.1668 (getuige Maertjen Cornelis huisvrouw van Claes Willemsen), impost begr. Spijkenisse 22.2.1707 (aangifte door haar man Dirck Heermansz van der Hoeck), dr. van Reijer Jansz de Hoogh en Neeltjen Cornelis, voogden over haar kinderen met Dirck Heermansz van der Hoeck zijn Frederick Wolphert van Overschie, majoor van Delft, en Cornelis Philipsz van der Mast |
1716 | Heijndrick (Heindrik, Hendrik, Heindrick) Arense (Arentse) van Eijk (van Eik, van der Eijk), jongman van Beijerland, is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.6.1697 (get. Jannetje Wilms), is vader van Pietertje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.2.1699 (get. Dirkje Rochus), is vader van Rochus ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.10.1701 (get. Dirkje Rochus), is vader van Teuntje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 19.9.1703 (get. Jan Arense Ketelaar, Pieternelletje Wilms Voogt), is vader van Jakob ged. Zwartewaal (nederd. geref.). 13.12.1705 (get. Jannetje Wilms Staalman), is vader van Jakob ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 7.10.1708 (get. Jannetje Wilms Staalman), is vader van Maartje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.3.1711 (get. Jannetje Wilms Staalman), is vader van Annetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.11.1713 (get. Jannetje Wilms Staalman), is vader van Annetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.3.1716 (get. Jakomijntje Pieters Hartoog), is vader van Anna ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 21.3.1718 (get. Jakomijntje Pieters Hertoog), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.12.1696 met |
1717 | Jannetje Rochus (Rokus) Kool, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.1.1678 (getuige Ariaantje Joosten), dr. van Rochus Pietersz Kool en Maartje Jans |
1718 | Arij Arijens Bakker (Backer), jongman van Zwartewaal wonende te Oud-Beijerland, otr. Oud-Beijerland (nederd. geref.) 3.5.1686, tr. ald. (nederd. geref.) 19.5.1686 met |
1719 | Judith Hendriks van Putten (van Putte), ged. Oud-Beijerland (nederd. geref.) 12.10.1664 (getuigen Cornelis Bouwense, Marigie Teunis), dr. van Henderik Janse van Putte en Govertge Ariens |
1720 | Bastiaan Bastiaansz Casteleijn (Kastelein), jongman van Poortugaal, ged. ald. (nederd. geref.) 7.12.1659, zn. van Bastiaan Bastiaansz Kastelein, stierman (stuurman), wordt op 18.9.1695 genoemd als stierman op een visschuit tezamen met koopman Antoni van der Pot die op 19.7.1695 in naam van de koning van Frankrijk in beslag is genomen (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 18.9.1695), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 30.7.1689 met |
1721 | Mijntje Arens de Geus, jongedochter van Zwartewaal, dr. van Arij Jakobs de Geus, bekent op 17.1.1729 aan Jannetje Barens, weduwe van Arij Jacobsz Lakenkas, een schuld van 100 gulden, waarvoor zij in onderpand geeft haar huis en erf staande in de dubbeldestraat, belend ten zuiden Jan Gillisz Kuijper en ten noorden Wessel Pietersz Hubbingh (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 17.1.1729), bekent op 2.3.1731 opnieuw van haar een bedrag van 100 gulden, met hypotheek op hetzelfde goed (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 2.3.1731), verkoopt op 12.1.1732 voor een bedrag van 500 gulden aan Willem Huijbrechtsz van der See, wonende te Zwartewaal, een huis en erf staande en liggende ite Zwartewaal in de dubbeldestraet, belend ten zuiden Jan Gillisz Kuijper en ten noorden Wessel Pietersz Hubbinghs weduwe (RA Zwartewaal inv.1 d.d. 12.1.1732) |
1722 | Pieter Jansz van Putte, jongman van Zwartewaal, ged. ald. (nederd. geref.) 14.1.1680 (getuige Kornelia Leenderts), zn. van Jan Jansz van Beijerlant en Nelletje Jans, bootsgezel op een haringbuis (RA Zwartewaal inv.12 d.d. 11.11.1706), tr. Zwartewaal (nederd. geref.) 13.6.1707 (testament RA Zwartewaal inv.11 d.d. 10.12.1741) met |
1723 | Ariaantje Arens Lakenkas (Laekekas, Lakekas), ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 26.1.1687 (getuige Maartje Leenderts), dr. van Arij Jacobsz en Jannetje Barents |
1724 | Jan Jakopse (Japixe) van der Linden (van der Linde), ged. Westmaas (nederd. geref.) 29.8.1660 (get. Liedewije Gijssen), zn. van Jacob Pietersz Metselaer en Aaltje Leenderts, meester metselaar te Zwartewaal, wordt als zodanig genoemd in de kerkmeestersrekeningen ald. (in de periode 1717-1730 wordt hij meermalen betaald voor geleverde kalk, steen, tras en verdiende arbeidslonen), op 17.4.1718 compareert Cornelis Pietersz Leuijendijk, wonende te Zwartewaal, die bekent verkocht te hebben aan Jan Jakobse van der Linde zeker leeg erf waarvan zijn huis op 24.8.1717 is afgebrand, liggende te Zwartewaal op het zuideinde, belend ten zuiden Abraham Schenk en ten noorden Aarjaantje Boute, elk met hun lege afgebrande erf ernaast, voor de som van 100 gulden vrij geld (RA Zwartewaal inv.5 fol.155 d.d. 17.4.1718), op 14.6.1724 compareert Jan Jacobsz van der Linde, meester metselaar te Zwartewaal, die verklaart getransporteerd te hebben aan Pieter Jansz van der Meer, zeker huis met de beternis van de erve zo hetzelve beheind en bepoot is, staande aan de oostzijde van de dubbele straet, belend ten zuiden Jacob Arentsz Klinke en ten noorden Sander Willemsz Lagerland met zijn vrije gang (RA Zwartewaal inv.1 fol.120 d.d. 14.6.1724), op 31.12.1729 compareert Claes Arense Pille, wonende te Zwartewaal, die bekent verkocht te hebben aan Jan Jacobse van der Linde, mede wonende te Zwartewaal, zeker huis met schuur, keet en boomgaard, staande te Zwartewaal op de maesdijk, voor een bedrag van 320 gulden gereed geld (RA Zwartewaal inv.1 fol.179v d.d. 31.12.1729; zie ook RA Zwartewaal inv.5 fol.103), is vader van Jannetie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 3.4.1688 (get. Lijsbeth Frans), is vader van Jannetie ged. Zwartewaal 1.10.1690 (get. Cornelia Cornelis), is vader van Japik ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.2.1693 (get. Maertie Japiks), is vader van Pietertie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.1.1696 (get. Heiltie Japiks), is vader van Pietertie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.9.1697 (get. Jannetie Pieters), is vader van Heindrik ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.3.1699 (get. Luidwij van der Linden), is vader van Pietertie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.7.1700 (get. Ludewij Japix van der Linden), is vader van Heindrik ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.10.1701 (get. Pieter Jansz Bol, Ludewij Japix van der Linden), is vader van Aeltie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.2.1703 (get. Ludewij Japix van der Linden), is vader van Pieter ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 20.4.1704 (get. Jan Jakopse van der Linde, Liedewij Jakobs van der Linde), is vader van Aeltie ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 14.6.1705 (get. Jan Jacopsz van der Linde, Liedewij Jacops van der Linde), is vader van Aaltje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.9.1712 (get. Jan van der Linde, Jannetje Jans), tr. met |
1725 | Ariaentje Heindrix |
1726 | Leendert Leendertsz Decker (Dekker), jongman van Abbenbroek, op 23.12.1700 compareren Cornelis Gerritsz Schipper, als in huwelijk gehad hebbende Maartje Bouwens, Leendert Leendertsz Decker, als in huwelijk hebbende Leentje Bouwens, die verklaren getransporteerd te hebben aan Johannes Tangris, 1 gemet 279 roeden weiland gelegen in de middelhoven no.80, waaraan Cornelis Gerritsz Schipper tot waarborg verbindt een stuk land groot 3 gemeten 104 roeden gelegen te Abbenbroek, met de Nieuwenhoorn bedijkt no.8, en voorts zijn persoon en goederen (RA Abbenbroek inv.3 fol.169 d.d. 23.12.1700), is vader van Leendert ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 27.2.1701 (get. Neeltje Leenders), is vader van Maartje ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 21.5.1702, is vader van Bouwen ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 5.8.1703 (get. Duifje Leenders), is vader van Bouwen ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 31.8.1704 (get. Duifje), is vader van Anna ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 6.12.1705, is vader van Maartje ged. Oudenhoorn (nederd. geref.) 29.1.1708 (get. Annitje Cornelis), is vader van Bouwe ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 30.3.1710 (get. Duifje Leenderts), is vader van Jannetje ged. Nieuwenhoorn (nederd. geref.) 4.2.1714 (get. Aegje Corse), tr. Rockanje (nederd. geref.) 2.5.1700 met |
1727 | Leentje Bouwens (Poulus, Pauwels), jongedochter van Abbenbroek |
1728 | Pieter Geurtsz van Krieken, ged. Tiel (rem.) 15.11.1662, zn. van Geurt Pietersz van Krieken en Jannetie Lammerts van der Wiele, otr. Tiel (nederd. geref.) 22.5.1687 met |
1729 | Mettie (Metje, Mettje) Daniels Hamaker, dr. van Daniel Petersz Hamacker en Grietien Jans de Ridder |
1730 | Reinier (Reijnier, Rijnier) van Rooijen(van Roojen, van Rojen), molenaar, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 7.11.1671, begr. ald. 22.11.1726, is samen met zijn zwager Jilis Vermeulen eigenaar van de korenmolen, later pelmolen op bastion vi te Gorinchem (RAG RA 529, fol.41v; S.A. 116, fol.9), verkoopt op 5.10.1726 zijn de gerechte helft van deze molen en de helft in huis de roskam aan zijn schoonzoon Daniel van Krieken (RAG RH 533, fol.29v), koopt op 9.3.1725 van Sara Sanders van Vliet, weduwe van Jan Ariense Verzijl, rosgrutmolen de gekroonde valk, staande aan de kortendijk met een uitgang in de kabeljauwsteeg, die op 5.10.1751 door zijn weduwe Fijke Vermeulen wordt verkocht aan haar schoonzoon Huijbert Vonk van Lienden (RAG NA 4185, fol.136), zn. van Cornelis van Roijen en Albertijn Claas, otr. Gorinchem (nederd. geref.) 6.6.1694, tr. ald. 20.6.1694 met |
1731 | Fijke (Feijke, Fijken) Vermeulen, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 30.12.1672, begr. ald. 29.10.1756, dr. van Jan Gijsbertsz Vermeulen en Jannigje van Putten |
1732 | Aalbert (Albertus) van Treuveren (van Truiveren, van Treveren, van Tereuveren), afkomstig van Zevenbergen, zn. van Anthonij Aertsz, is vader van Anthony ged. Gorinchem (nederd. geref.) 9.10.1678 (get. Johannes van Truiveren, Matthijs Goes, Adriana van Truiveren), is vader van Willem ged. Gorinchem (nederd. geref.) 25.3.1685 (get. Clara Goes), is vader van Clara ged. Gorinchem (nederd. geref.) 16.3.1691 (get. Clara Goes), is vader van Clara ged. Gorinchem (nederd. geref.) 11.2.1693 (get. Clara Goes), impost begr. Gorinchem 25.11.1717, op 28.11.1750 compareren Anthonij van Treuveren en Sara Büket, echtelieden te Gorinchem, die bij testamentaire dispositie bepalen dat na hun overlijden hun goederen zullen toekomen aan zijn zuster Clara van Treuveren, huisvrouw van Rutger van Doorn, en bij vooroverlijden van Clara aan haar kinderen en verdere descendenten, en voorts aan Anna van Treuveren, huisvrouw van Isaac Vrijhout, en Aletta van Treuveren, dochters van zijn overleden broer Jacobus van Treuveren ieder een som van 1500 gulden en bij vooroverlijden van een van hen het gehele bedrag aan de overlevende zuster, alsmede aan Geertruij van Treuveren, dochter van zijn overleden broer Willem van Treuveren en bij gebreke van dien aan voornoemde Anna en Aletta van Treuveren, alsmede aan Louisa Büket, zuster van de testatrice, een jaarlijkse som van 60 gulden zolang zij leeft, en aan Johanna de Groot, huisvrouw van Frans van Weesel, nicht van dee testatrice, en bij haar vooroverlijden aan haar descendenten de som van 1000 gulden, alsmede aan Johannes de Goot, neef van de testatrice, en bij zijn vooroverlijden aan zijn descendenten, en bij gebreke van dien aan Louisa Büket, een som van 500 gulden, en tenslotte aan Wouter de Groot, mede neef van de testatrice, aan som van 1000 gulden, voorts zal al het geld dat resteert naa hun overlijden toekomen aan voornoemde Anna, Aletta en Geertruij van Treuveren, alsmede aan de twee dochters van de testateurs zuster, met name Josina en Sara van Doorn, waarbij aan ieder een gelijke portie toekomt(ONA Gorinchem akte 86 d.d. 28.11.1750), otr. Gorinchem (nederd. geref.) 7.5.1678 (hij jongman afkomstig van Zevenbergen, zij jongedochter afkomstig van Gorinchem), tr. ald. (nederd. geref.) 24.5.1678 met |
1733 | Anneken Goes, ged. Gorinchem (nederd. geref.) 13.10.1655, impost begr. Gorinchem 27.6.1714, dr. van Jacob Mattijsz Goes en Lijsbeth Willems van Arkel |
1734 | Dirk (Dirck) Boot, jongman tot Gorinchem, otr. Gorinchem (nederd. geref.) 29.3.1682 met |
1735 | Geertruid van den Berg, jongedochter tot Gorinchem |
1736 | Dirk Berentsen van Rhee, jongman van Eck, wonende te Maurik, tr. 2e Maurik (nederd. geref.) 12.5.1720 met Claasje Claassen van der Eem, weduwe van Jakobus Tijssen van der Schild, tr. 1e Maurik (nederd. geref.) 1.4.1689 met |
1737 | Maria Sweeren van der Eem, jongedochter van Maurik, ged. Maurik (nederd. geref.) 6.3.1670, dr. van Sweer Fransen van der Eem en Judith Lam |
1740 | Gillis (Gilles, Jelis, Jielis) Franse (France) van der Elst (van der Els, van der Helst, van Elst), afkomstig uit Luik, verwerft poorterschap Dordrecht op 15.12.1685 (Burgerboek Dordrecht inv.1852), is wollewever (drappier) ald., is tabakverkoper ald., koopt op 13.4.1688 een huis op de hil ald. (GAD Transportregister inv.1631, fol.53 d.d. 13.4.1688), leeft 7.8.1705, is vader van Jacobus ged. Dordrecht (nederd. geref.) 4.7.1690, is vader van Anna ged. Dordrecht (nederd. geref.) 7.10.1691, is vader van Gillis ged. Dordrecht (nederd. geref.) 21.12.1692, is vader van Joost ged. Dordrecht (nederd. geref.) 21.6.1694, is vader van Abram ged. Dordrecht (nederd. geref.) 12.9.1695, is vader van Johannes ged. Dordrecht (nederd. geref.) 10.8.1696, is vader van Elisabeth ged. Dordrecht (nederd. geref.) 26.6.1700, tr. met Sara Beens, afkomstig van Dordrecht, begr. Dordrecht (GAD Gereformeerd, boek 1, weeskamer, grote kerk) 25.1.1687, uit dat huwelijk een kind begr. Dordrecht (nederd. geref.) 13.2.1687 (GAD, register houdende aantekening van den overledenen, inv.42, grote kerk), otr. Dordrecht (nederd. geref.) 6.4.1687, tr. ald. (nederd. geref.) 20.4.1687 met Marijcken (Maria, Marija, Marij) Servaes (Servaesse), overl. voor 23.9.1687 (GAD Transportregister inv.1631, fol.53 d.d. 23.9.1687), weduwe van Herman Baerentsz Raackmans (Raeckman, Raeman, Raedman), otr. Dordrecht (nederd. geref.) 12.12.1688, tr. ald. (nederd. geref.) 26.12.1688 met |
1741 | Anna Havestad (Haverstad, Havestadt), jongedochter van Groningen wonende te Dordrecht op den hil, ged. Groningen (nederd. geref.) 12.10.1662, begr. Dordrecht (nederd. geref.) 15.12.1700 (GAD Gereformeerd, boek 4, Weeskamer, Grote Kerk: seclusie gepasseeert voor notaris Elias Venlo in dato 18.3.1698), dr. van Joost Jansz Havestadt en Elisabeth Hansen Everts |
1742 | Jan Hendricksz van den Bergh, zn. van Hendrik Ariensz van den Berch en Teuntje Jans, is vader van Frerick ged. Asperen (nederd. geref.) 9.12.1685, is vader van Sara ged. Asperen (nederd. geref.) 25.1.1688, is vader van Sara ged. Asperen (nederd. geref.) 3.4.1689, is vader van Hendrick ged. Asperen (nederd. geref.) 4.1.1693, is vader van Neeltje ged. Asperen (nederd. geref.) 7.8.1695, tr. met |
1743 | Claeske Fredricks (Fredericks), dr. van Frederick Willemsz van Leerdam en Neeltje Jans van Acquoy, tr. 1e met Dibbidt Dirks Spronck begr. Asperen (nederd. geref.) 30.3.1681 en waaruit een dochter Adriaentje ged. Asperen (nederd. geref.) 6.10.1680, vertrekt oktober 1698 naar Leerdam |
1744 | Domus Jobsz (Iobs) Kievit (Kivit), jongman van Goedereede, arbeider ald. (OA Goedereede inv.9, anno 1674), impost begr. Goedereede 1.12.1714, verkoopt in 1692 zijn meubelen en huisraad (gaarder ald., d.d. 13.3.1692), verkoopt aan Loenis Lauwe bij executie zijn huis en erf mitsgaders een schuur staande aan de zuidzijde van de haven voor 48 gulden (gaarder ald., juli 1692), verkoopt aan Soetje Jans den Eersamen 1 gemet 81 roeden lands gelegen in de polder out westerlooe bewesten de westerlooesedijk voor 3030 gulden 3 stuivers boven een erfpacht van 3 gulden ten behoeve van de grafelijkheid (gaarder ald., d.d. 10.7.1695), zn. van Job Krijnsz en Angnietje Domis, otr. 1e Goedereede (nederd. geref.) 14.5.1673 met Adriaentie Leenderts, jongedochter van Goedereede, otr. 3e Goedereede (nederd. geref.) Ariaentje Krijns, weduwe van Krijn Meese Kievid, otr. 2e Goedereede (nederd. geref.) 31.8.1681 met |
1745 | Pieternelletje Loenis, weduwe van Cornelis Lauw |
1746 | Krijn (Crijn) Cornelisse Vlietlant, ged. Ouddorp (nederd. geref.) 27.2.1656, impost begr. Goedereede 21.12.1718, koopt van Pieter Groenendijk een huis en erf in de pieterstraet voor 400 gulden (gaarder ald., d.d. 4.2.1691), zn. van Cornelis Woutersse en Maritje Jacobs, tr. met |
1747 | Jannetje Arens Bogerman, ged. Goedereede (nederd. geref.) 16.6.1658, dr. van Aren Jansz Bogerman en Maijken Mees |
1748 | Jacob Fredericksz (Frederijxe, Fredricksen, Fredrixe, Fredricks, Frederixen, Fredricksz) van der Beeck, wonende te Bleiswijk, broer van Jan Fredericksz van der Beek gehuwd met Aeltje Pieters en eveneens wonende in Bleiswijk, mogelijk gelieerd aan Dirck Frederiksse van der Beeck vermeld te Zegwaart (website allezoetermeerders.nl, zoekfunctie notariële akten), tr. met |
1749 | Neeltje Jans Vos, jongedochter van Bleiswijk, ged. Bleiswijk (nederd. geref.) 7.6.1673 (getuige Pleutje Maertens), dr. van Jan Maertensz Vos en Maertje Cornelis Huijsman |
1750 | Arien (Arij) Dercksen (Dirksz) van der Wilck (van der Wilk), jongman van Bleiswijk, impost begr. Bleiswijk 20.11.1738, tr. Bleiswijk 14.2.1686 met |
1751 | Maertje Dercksen Broer, jongedochter van Bleiswijk, impost begr. Bleiswijk 5.2.1736 |
1752 | Aren (Arien) Cornelisse Witte (Wittens), jongman van Goedereede, schoonzoon van Cornelia Vrancken, koopt van haar kinderen en mede-erfgenamen een huis en erf in Goedereede aan de noordzijde van de haven voor 880 gulden (gaarder ald., d.d. 21.11.1686), koopt tezamen met Corstiaen Goekoop een huis en erf gelegen aan de noordzijde van de haven voor 310 gulden (gaarder ald., d.d. 13.3.1693), verkoopt aan Corstiaen Goekoop de helft van een huis en erf ald. aan de ’s heerenstrate voor 153 gulden (gaarder ald, d.d. 3.2.1697), impost begr. Goedereede 5.9.1732, zn. van Cornelis Arensz Witte, otr. 1e Goedereede (nederd. geref.) 28.4.1675 met Neeltie Jobs, jongedochter onder Ouddorp wonende in Goedereede, otr. 2e Goedereede (nederd. geref.) 2.2.1679 met |
1753 | Dimmetje (Dimmentje) Dirks Berkel, jongedochter van Goedereede, begr. Goedereede impost 6.5.1698, dr. van Dirk Arensz Berkel |
1754 | Aren Philipsz (Flijps) van Wage, wonende in Goedereede, koopt van juffrouw Meijnsje Hollaars een stuk lands groot 11 gemeten 150 roeden gelegen in de oostdijk benoorden de stadsweel en de moolwegh ald. voor 3622 gulden 10 stuivers (gaarder ald., d.d. 7.3.1694), verkoopt aan Job Jobse Kievit een schuur, erf en hof in de molenstraet bewesten de heerenstraat en beoosten de stadsweel voor 120 gulden, en koopt van Job Jobse Kievit een schuur en erf in de molenstraet beoosten de stadsweel voor 332 gulden (gaarder ald., d.d. 1.7.1694), zn. van Philips Arens van Wage en Maritje Willems |
1756 | Cornelis Jansz den Eersamen, impost begr. Goedereede 26.5.1713, vermeld 200e penning ald. 1668-1689 (W. Stuve, De kohieren van de 200e penning over de stad Goedereede), koopt tezamen met Teunis Cornelisz Lodder, zijn broer Gerrit Jansz den Eersamen en Isabella Santifort –ieder voor een kwart- een kavel lands gelegen in de groote zuijderpolder zijnde de elfde of laatste kavel groot 24 gemeten 64 roeden voor een totaalbedrag van 6053 gulden boven een erfpacht van 24 guldens 6 stuivers ten behoeve van de grafelijkheid (gaarder ald., d.d. 3.5.1691), koopt van Couwenburgh Baltense een schuur en erf staande en gelegen in de molenstraet voor 260 gulden (gaarder ald., d.d. 17.10.1692), koopt van Jan Arense van Loo die erfgenaam is van Lijntje Barents een huis en erf aan de uidzijde van de haven ald. voor 630 gulden (gaarder ald., d.d. 14.2.1694), koopt samen met Aren Cornelisz Kole een kavel lands groot 23 gemeten 52 roeden lands in de polder den nieuwen oostdijk bewesten het schelpduijntje en de hooijdijk en bezuiden de hoofddijk voor 4500 gulden boven een erfpacht van 74 gulden 4 stuivers ten behoeve van de grafelijkheid (gaarder ald., juli 1696), zn. van Jan Gerritsz en Jacomijne Gerrits van Dijke, tr. met |
1757 | Klaartje (Klaerje) Philips (Flifs) van Wage, ged. Ouddorp (doopsgezind) 15.4.1691, dr. van Philips Arens van Wage en Maritje Willems |
1758 | Aren Willemsz van der Baan, wonende te Goedereede, ged. Goedereede (nederd. geref.) 29.9.1662 (getuigen Neeltje Dirks, Pieter Ariensz van der Baen), zn. van Wilhelm Ariensz van der Baen en Aechjen Ariens |
1784 | Gerrit Gijsbertsz Both, overl. voor 31.3.1729, zn. van Gijsbert Roocken en Pietertge Gerrits, tr. met |
1785 | Geertruij Leenderts Nederlof, overl. voor 31.3.1729, de voogden over hun nog minderjarige kinderen verkopen in 1729 hun huis, dijk en erven staande en gelegen in het nedereijnde van Sliedrecht zowel binnendijks als buitendijks gelegen naast de weduwe van wijlen Pieter Decker, alsmede een kennipwerf het huis strekkende noordwaarts tot de dwarssloot, de voorste camp weiland ald. groot 7 hond, en twee campen weiland gelegen binnen aan den tienden wegh het ene groot 3 1/2 hond en het andere 1 morgen 450 roeden (RA Sliedrecht inv.nr. 1181, d.d. 31.3.1729), dr. van Leendert Thijssen Nederlof en Neeltje Jans van der Wiel |
1794 | Baert Pietersz alias Baert (Baart) Pieter Jevits (Jevets, Jevetses), overl. ca. 1691, koopt op 4.2.1649 voor een bedrag van 280 gulden van Pieter Jansz Breda, als wettelijke curator van Sijmon Jansz wonende te Wormerveer, een stuk land groot 749 roeden liggende bij Wormerveer, belend ten zuiden Pieter Claesz Koert? en ten noorden Cornelis Baertsz (RA Westzaan inv.1579 fol.219v d.d. 4.2.1649), koopt op 27.2.1653 voor een bedrag van 190 gulden van Pieter Ariaensz, wonende te Wormerveer, een akker land genaamd turff camp groot 119 roeden, liggende tussen Wormerveer en Zaandijk, belend ten noorden de erfgenamen van Sijmon Claesz en ten zuiden Vastert Claesz (RA Westzaan inv.1580 fol.255v d.d. 27.2.1653), koopt op 13.4.1655 voor een bedrag van 725 gulden van Claes Jansz Kraft, wonende te Wormerveer, een stuk land genaamd come sijmons, groot 395 roeden liggende achter het zuideinde van Wormerveer, belend ten zuiden Marija Willems en ten noorden Neel Willems (RA Westzaan inv.1581 fol.159 d.d. 13.4.1655), koopt op 3.5.1657 van Jan Pietersz Jonck, wonende te Wormer, een hoekje land groot 25 roeden liggende tussen de middel en Wormerveer, belend ten westen Marij Willems en ten oosten Jan Smit (RA Westzaan inv.1581 fol.345v d.d. 3.5.1657), koopt op 22.4.1666 voor een bedrag 766 gulden van Heijndrick Claesz Molenaar en de kinderen van diens zuster Aaltje Claes een stuk land gelegen op de dijcsloot groot 383 roe, belend ten noorden Dignom Jans en ten zuiden de erven Simon Jansz de Boer (RA Westzaan inv.1583 fol.343 d.d. 22.4.1666), koopt op 10.2.1678 voor een bedrag van 714 gulden van Aris Jansz, Claes Jan Jaspers en ? Jevits (voornaam onleesbaar), allen wonende te Wormerveer, als voogden over de minderjarige kinderen van zaliger Dirck Jansz en Griet Jevits, een stuk land groot 476 roe gelegen achter het veer en belend ten westen de koper en ten oosten de verkoper (RA Westzaan inv.1586 fol.303v d.d. 10.2.1678; de nagelaten kinderen van Dirck en Griet heetten Marij, Hillegunt, Jan, Pieter, Cornelis en Trijn, met als voogden Jevit Pietersz, Claes Jan Jaspers, Pieter Jevitsz, Allert Jevitsz, Jan Jevitsz en Aris Jansz, zie RA Westzaan inv.1909 d.d. 15.6.1677), koopt op 7.1.1679 in erfmangeling van Cornelis Willemsz wonende te Wormerveer drie stukjes land gelegen te Wormerveer, waarvan twee naast of ten einde van elkaar en belend ten zuiden de kinderen van Dirck Zalm en ten noorden de verkoper, het derde stukje land belend ten noorden Dirck Willemsz en ten zuiden Pieter Zalm, groot tezamen 666 roe, en dat wordt betaald met een stuk land gelegen in de banne van Wormer (RA Westzaan inv.1587 fol.2v d.d. 7.1.1679; blijkens het verpondingsregister van Wormerveer van 1677 heeft Baart het in Wormer gelegen stuk land kort daarvoor verworven van IJsbrant Toomesz), koopt op 30.1.1681 van Allert Jevitsz voor zichzelf, Aris Jansz de Boer mede erfgenaam van zaliger Jevit Pietersz, en voorts instaande voor diens verdere erfgenamen, allen wonende te Wormerveer, een stuk land gelegen in het zuideinde van Wormerveer aan de dijk-sloot, belend ten westen de koper en ten oosten de erfgenamen van Jan Smit, groot 532 roe (RA Westzaan inv.1587 fol.172 d.d. 30.1.1681), zijn erfgenamen Jan Pietersz Haan, Dirck Sijmonsz Jaapies, ? Baartz (voornaam moeilijk leesbaar), Abram Maartz en Dirk Jansz Jonker, allen woonachtig te Wormerveer behalve Abram Maartz die woonachtig is te Knollendam, verkopen op 5.3.1699 aan Cornelis Janz Smit een stuk land groot 1006 roe liggende achter de koper uit en strekkende tot aan de dijcsloot toe en belend ten zuiden de koper en ten noorden Jan Pieterz Haan, voor een bedrag van 1156 gulden 18 stuivers (RA Westzaan inv.1592 fol.28 d.d. 5.3.1699), tr. met |
1795 | Neeltje Dirks |
1802 | Claes Jansz Smit, wonende te Wormer aan de ringdijk, stijfselmaker ald., is vader van Jan Claesz Smith tr. Wormer (gerecht) 20.2.1691 met Trijn Jans, is vader van Jacob Claesz Smit tr. Wormer (gerecht) 16.1.1695 met Grietje Alberts, wordt vanaf 1686 vermeld in het gaarregister van Wormerveer, doch wonende over de zaan, waarbij hij schot betaalt voor 643 roeden land dat toebehoort aan de weduwe van Pieter Jansz Ris (OA Westzaan inv.125 anno 1686 scan 104; de gaarregisters van omstreeks die tijd maken voorts duidelijk dat de weduwe Trijn Dircks heette en dat ook Cornelis Jansz Smit, denkelijk een broer van Claes, eveneens schot betaalde voor grond dat in haar bezit was, voorts wordt duidelijk uit ORA Westzaan inv.1588 fol.339 d.d. 27.12.1685 waarbij Jan Albertsz Block, wonende te Zaandam, van de weduwe en kinderen van Pieter Jansz Ris, te Wormerveer overleden, voor een bedrag van 2200 gulden koopt een huis en erf en grutterij, staande en liggende te Wormerveer aan de wegh, belend ten zuiden Marij Claas en ten noorden Willem Heijndricksz), op 8.5.1704 compareren Jan Cornelisz Ris, voor zichzelf en instaande voor de verdere erfgenamen van Cornelis Jansz Ris, Frans Claesz Ris en Cornelis Cornelisz Boij, beide voor henzelf en instaande voor de verdere erfgenamen van Claes Jansz Ris, item Jan Jansz Ris, Claes Jansz Ris en Gerrit Gerritsz Heijn, voor henzelf, item Grietje Jans weduwe van Huijbert Jansz Ris, mede voor haarzelf, en tenslotte Jacob Claesz Smit, mede voor hemzelf en voor de verdere erfgenamen van Claes Jansz Smit, alle wonende in de banne van Westzaan, die transporteren aan Jan Huijbertsz Ris, wonende te Knollendam, 5/6 deel in een huis en erf staande en gelegen tot Wormerveer op 't weverspad, belend ten zuiden Claes de Boer en ten noorden Aris de Wever (ORA Westzaan inv.1593 fol.26 d.d. 8.5.1704) |
1824 | Cornelis Pietersz Nolis, zn. van Pieter Cornelisz Nooles, niet te verwarren met Cornelis Pietersz Nolis alias Omes die gehuwd was met Haesje Claes, woonachtig te Grootschermer, die denkelijk een oomzegger was van Pieter Cornelisz Nolis, geb. ca. 1621 (ONA Zuid- en Noord-Schermer inv.6563B scan 15 d.d. 1.2.1664; hij getuigt dan tezamen met Dirck Pietersz Nolis, oud 48 jaar, en Cornelis Germensz, oud 42 jaar, allen wonende te Grootschermer, cosijns (oomzeggers) van zaliger Jan Cornelisz Nolis, in De Rijp overleden; deze getuigenis houdt verband met een eerdere akte, zie ONA Zuid- en Noord-Schermer inv.6563A scan 284 d.d. 9.4.1663, waarin op verzoek van Claes Jansz bij nacht en zijn vrouw Trijn Sijmons wordt verklaard dat omstreeks 24 jaar geleden de nagelaten kinderen van Cornelis Sijmonsz Koot en Meijnu Garbrants van Jan Cornelisz Nolis, oudoom van de nagelaten kinderen en oom van vaders zijde, en in aanwezigheid van diens broer Pieter Cornelisz Nolis, een stuk land hebben verworven), op 30.1.1664 woonachtig in de noordeindermeer (6322 d.d. 30.1.1664: Cornelis Pitersz Nolis daagt Piter Jansz Schut voor het betalen van twee jaar achterstallige landhuur gelegen in de noordermeeroverl. voor 13.6.1685 (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.134v d.d. 13.6.1685), leent op 3.3.1654, dan biersteker te Grootschermer, een bedrag van 114 gulden aan Cornelis Cornelisz Snijer (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6329 fol.31v d.d. 3.3.1654), koopt op 12.6.1657, dan biersteker te Grootschermer, van Claas Vreecxz, wonende te Grootschermer op de molendijck, een huis en erf staande en liggende te Grootschermer, belend met Trijn Gerrits ten oosten en Claes Hengelaer ten westen, welk huis heeft zijn vrije doorgaande erf van de noorderwal tot de zuider ende beoosten en bewesten zijn vrije osendrop (ORA Zuid- en Noord-Schermerinv.6329 fol.127 d.d. 12.6.1657), verkoopt op 30.12.1657, dan biersteker te Grootschermer, voor een bedrag van 1200 gulden aan Jacob Sijmonsz Colles, residerende op de laenhuijsen in Noordschermer, het halve huis en erf, mitsgaders de halve kelder aan de heerestraet, staande en liggende te Grootschermer, belend ten zuiden Jan Reijersz Molenaer en ten noorden Dirck Pietersz Noles, voor dezen met de koper gemeen gehad, mitsgaders de halve bogaard en werff daarachter, beneffens een gedeelte land groot 4 achlen en een half viertel, gemeen met Mr Jacob Colleman c.s., en nog een gedeelte land, gemeen met Collemans Jaep c.s. in bovers weijd, groot 2 achlen en een half met 2 metjes, gelegen in de polder menningweer op de banscheiding tussen Zuid- en Noord-Schermer (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6329 fol.132 d.d. 30.12.1657), verkoopt op 12.1.1660 aan Remmet Cornelisz Houtkoper een stuk land binnendijk genaamd ruiterslant groot 5 1/2 achle 1 1/2 vierde (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.11v d.d. 12.1.1660), koopt op 28.2.1660 van Cornelis Claasz Ben, Claas Jacobsz Ben en Pieter Claasz Ruts een stuk buitendijks land genaamd pieter maartens groot 1 1/2 achle (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.15v d.d. 28.2.1660), koopt op 10.5.1662 voor een bedrag van 800 gulden van Jan Dirksz Timmerman een stuk land twee kavels land gelegen in de noordermeer, getekend met nummer 18 en 19 (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.48v d.d. 10.5.1662), koopt op 28.2.1664 van Cornelis Crijnsz en Jacob Jacobsz, voor henzelf en de rato caverende voor Cornelis Dircksz Keel en Beatrix op Driehuizen, een stukje land genaamd de achter waijde, groot 1 1/2 achle en 3 metjes, liggende in de buremade, belend de koper ten zuiden en de kuijlsloot ten noorden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.63v d,.d. 28.2.1664), op 9.4.1665 compareren Jan Reijersz, Dirck Pietersz Vos, voor hemzelf en voor Trijn Cornelis, Cornelis Pietersz Nolis voor hemzelf, Pieter Heerties voor hemzelf, die transporteren aan Pieter Claesz Limmerschouw, residerend schepen op Driehuizen, een stuk land genaamd pangweer, groot 6 achlen 3 viertel 2 metjes, belend met het haarlemmer lant ten zuiden en ten noorden Jacob Pietersz Colles in de buremade (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.81 d.d. 9.4.1665), koopt op 2.5.1681, dan huisman in de noordeindermeer, van Cornelis Jacobsz, wonende op laanhuijsen, een stuk land in de meeningweer genaamd de plaet, groot omtrent 5 achlen, belend met de koper ten westen en de kinderen van Simon Willemsz Drucker ten oosten (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.66 d.d. 2.5.1681), koopt op 2.5.1681 van Cornelis Jacobsz, wonende op laanhuijsen, een stuk land in de meeningweer genaamd de plaet, groot omtrent 5 achlen, belend met Claes Dircksz Vroom c.s. ten zuiden en de kuijl ten noorden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 fol.67v d.d. 5.5.1681), op 4.9.1687 compareren Pieter Cornelisz Noolis wonende in de Woude en Cornelis Heijndricxz gehuwd met Jannetjen Cornelis, kinderen en erfgenamen van wijlen Cornelis Pietersz Noolis uit de meer, die verkopen aan Pieter Dircksz Booij, wonende op de matten, een stuk grasland genoemd de langekamp en de horn van de matten, belend ten zuiden Maerten Coster en ten noorden Jan Claesz Koorendijck (RA Schermerhorn inv.6309 fol.23 d.d. 4.9.1687) |
1826 | Tames (Taems) Jansz, koopt op 7.3.1668 Jan IJves getrouwd met Guert Jacobs, Thonis Thijmonsz man en voogd van Brecht Jacobs, Reijer Pitersz getrouwd met Aecht Jacobs, Piter Jansz als man en voogd van Neel Jacobs, allen erfgenamen van Jacob Maertensz en Trijn Pieters Pos, een huis en erf staande en liggende in de schermer woude, belend Cornelis Fransz ten noorden en Kornelis Jansz ten zuiden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.104 d.d. 7.3.1668), op 20.6.1669 compareren de voogden over Aeltien en Jannetien, nagelaten weeskinderen van Kornelis Michielsz, in huwelijk verwekt bij Maertien Jans, indertijd geburen aan de westdijk van Graft en ald. overleden, ter eenre, en Hendrick Dircksz in de kuijl van de noordermeer, nevens Tames Jansz in de zuijdschermer woude, ooms van de weeskinderen, ter andere zijde, waarbij voogden beloven de nagelaten kinderen te alimenteren (ONA Zuid- en Noord-Schermer inv.6563B scan 179 d.d. 20.6.1669), wordt op 19.12.1684, dan wonende op de woude, tezamen met Jan Claesz Wercker, wonende te Spierdijk, aangesteld als voogden over de nagelaten kinderen van Cornelis Jansz Turfboer en Anna Jacobs op Driehuizen (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6339 fol.8v d.d. 19.12.1684; uit o.a. fol.7v en 8 blijkt voorts dat Pieter Jansz Turfboer en Tames Jansz bloedvoogden zijn van vaders zijde), op 23.12.1697 presenteren de geordonneerde curateuren over de insolvente boedel van Tames Jansz en Anna Michiels, in hun leven echtelieden op de woude in de banne van Zuid-Schermer overleden, ten overstaan van schepenen te verkopen een huis en erf staande en liggende op de woude, belend ten zuiden Sijmon Egges en ten noorden Pieter Cornelisz Nolis, alsmede een stuk land gelegen in menigweer genaamd de gansacker, groot omtrent 2 aglen, belend ten zuiden Mr Andries Muurlingh en ten noorden Leendert Jacobsz Collis, alsmede een stuk land gelegen op de kuijl, belend door Teunis Dircx van de Laen, alsmede de helft in een stuk land gelegen in menigweer, zijnde de oostkant, genaamd in hillemoers weijd, het geheel omtrent 3 aglen, belend ten oosten Andries van der Lijn en ten westen stuurman Jaep (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6334 scan 61 d.d. 23.12.1697; zie voorts ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6332 scan 235 d.d. 22.6.1698, waarbij het huis verkocht wordt aan Heijndrick Melles; voorts verkopen de curateurs van de nagelaten boedel aan Teunis Dircxz, wonende op de laen, een stuk land gelegen in meningweer, genaamd groot), tr. met |
1827 | Anna Michiels |
1828 | Dirck Vrericksz de Velser boer, koopt op 22.9.1662, dan wonende in de schermeer, van Baltasar Jacot getrouwd met Elisabet Reepmaeckers, en Coenraet Clinck getrouwd met Martina Reepmaecker, enige nagelaten kinderen van de heer Hendrick Reepmaecker, een kavel land gelegen in de schermeer in de letter K , getekend op de kaart met nummer 16, groot 14 morgen 464 roeden, belend Pieter Dielofsz c.s. ten oosten, de heer officier Johan Schatter ten westen en de ringdijck ten zuiden (ORA Schermeer inv.6349 d.d. 22.9.1662), tr. met |
1829 | Engeltje (Engeltie) Borts (Burrits), hertr. met Klaas Albertsz Velserboer, op 16.4.1692 compareert Klaas Albertsz Velserboer, wonende in de bedijkte schermeer, in huwelijk hebbende gehad Engeltie Burrits, zijnde de moeder van de laatste comparanten, Vrerick Dirksz, Dirk Dirksz, en Burrit Dirksz Velserboer, die bekennen geaccordeerd, geschift en gescheiden te zijn wegens de goederen en nagelaten boedel van hun zaliger moeder die zij met haar man bezat, waarvan de aanbehuwde vader ten deel valt een vierde deel van 17 1/2 morgen land gelegen in de schermeer met de gerechte vierde deel van het huis daarop staande, tegenwoordig bewoond door Burrit Dirksz, weaaruit de portie van Vrerick Dirksz bestaat uit de som van 1050 gulden, de portie van Dirk bestaat uit een vierde van het voornoemde land en huis, en de portie van Burrit Dirksz bestaat uit twee vierde deel of de gerechte helft van het land en huis, zijnde een vierde voor hemzelf en een vierde voor de portie van zijn broer Vrerick die hij daarvoor 1050 gulden betaalt (ONA West-Graftdijk inv.1642 d.d. 16.4.1692), op 5.2.1693 verkoopt Claas Albertsz Velserboer, wonende in de schermeer, in huwelijk hebbende gehad Engeltje Burrits, die voor een bedrag van 1050 gulden verkoopt aan Burrit Dircx, mede wonende in de schermeer, een gerechte vierde deel van 17 1/2 morgen alnd gelegen in de bedijkte schermeer in de letter K, op de kaart getekend nummer 15 en 16, waarvan de koper, zoon van voornoemde Engeltje Burrits, uit kracht van de scheiding bepaald op 16.4.1692 nog toekomt 2/3 deel (ORA Schermeer inv.6349 d.d. 5.2.1693) |
1840 | Roelof Janssen (Jansz) Hoveniers, wonende in de Beemster in de houttuin ald., is vader van Jan Roelofs ged. Purmerend (nederd. geref.) 30.10.1653, is vader van Abraham Roelofs ged. Purmerend 31.1.1655, is vader van Douwen ged. Purmerend (nederd. geref.) 10.7.1661, is vader van Margriet ged. Purmerend (nederd. geref.) 19.9.1662, is vader van Douwen ged. Purmerend (nederd. geref.) 11.5.1664, tr. Purmerend (gerecht), beide met betoog van de Beemster, op 29.3.1665 met Trijntje Alberts, waaruit een zoon Sjouke Roelofs ged. Purmerend (nederd.geref.) 1.1.1666, tr. daarvoor met |
1841 | Giele (Gieltjen, Gieltje) Louweris (Louris, Douwens), overl. voor 10.3.1667 (RAW ORA 1481 Weesboek Beemster nr.72 d.d. 10.3.1667), zuster van Lolcke Louweris wonende in Kootstertille, zuster van Marten Louweris wonende in Oostermeer |
1858 | Thomas Jansz de Boo, jongman van Lekkerkerk, otr. Goudriaan (nederd. geref.) 6.5.1677 met |
1859 | Theuntjen Wouters, ged. Goudriaan (nederd. geref.) 31.12.1651 (getuigen Claes Theunisz, Maritje Theunis, Ariaentje Gerrits), dr. van Wouter Theunisz en Dirkje Ariens |
1860 | Jan Cornelisz Cooij (Koij, Coij), jongman van Nieuwerkerk aan den IJssel, schepen ald., op 15.5.1709 compareren Teunis Janse Vranckesteijn en Willem Vranckesteijn als administrateurs van de goederen van Jopje Leendertse Vranckesteijn, haar aanbestorven door het overlijden van Maartje Gerrits Stolcker, in haar leven weduwe van Leendert Tijssen zaliger, volgens testament voor notaris Willem Romeijn en zekere getuigen te Capelle gepasseerd op 22.10.1695, hebben bij openbare verkoop getransporteerd aan Maerten Timmerman en Jan Kooij, beide schepenen te Nieuwerkerk aan den IJssel, een stuk land gelegen in de essepolder, strekkende van de hoogen 's gravenweg af tot 3 roeden over de buitendijkse dijckslooot toe, belend ten oosten en ten westen Cornelis Janse Hofland, in de verponding voor 3 morgen, voor de som van 1150 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.49 fol.204 d.d. 15.5.1709), op 21.5.1723 compareert Ingetje Leenderts en Willem Pietersz van Torre, die bekennen schuldig te zijn aan Jan Kooij of de wettige houder dezes de som van 450 gulden, sprekende op een huis en erf, met berg, schuur, bepoting en beplanting daarop staande, staande en gelegen in de esse polder aan 's gravenweg, strekkende vanuit de zuid 's gravenwegs watering af noord op tot Hendrik Hartigsveld weduwe toe, belend ten oosten Gerrit Jansz Bos en ten westen voornoemde weduwe van Hendrik Hartigsveld en voorts op hun persoon en overige goederen (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.15 fol.61 d.d. 21.5.1723), op 9.3.1726 compareert Jan Kooij die bekent verkocht te hebben aan Jan de Jong twee veenakkers, aan elkaar gelegen in de agteressepolder, strekkende van de koper zijn eigen af west op tot dezelve toe, belend ten noorden Cornelis Jongebruer en ten zuiden de verkoper, voor de som van 223 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.511 fol.140v d.d. 9.3.1726), op 21.7.1731 compareert Jan Cooij, regerend ambachtsbewaarder, die bekent verkocht te hebben aan Cornelis Ghielle van Wensveen, wonende te Nieuwerkerk, en Pieter van der Vree en Cornelis Dirksz van der Toren, beide onder Zevenhuizen, een stuk land in de vinkepolder, strekkende van de agterwegg af oost op tot in de dwarscade wetering toe, voor het ene stuk doch het andere maar van de agterweg af tot het water toe, belend ten westen Arij Gijzen en ten oosten Arij Cooij, alsmede een huis en erf met alles daar aard- en nagelvast aan de dorpe, strekkende uit de agterwegs wetering af oost op tot de scheijdheijning toe, belend ten oosten de comparant en ten zuiden Jan van Es, voor de som van 706 gulden 6 stuivers 12 penningen (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.51 fol.151v d.d. 21.7.1731; voor rentebrief zie ibid. fol.154 d.d. 21.7.1731), is vader van Ariaantje ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 13.9.1705 (get. Maartje Cornelis), is vader van Arij ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 15.4.1708 (get. Goris Ariensz en Aariaentje Goris), is vader van Maria ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 19.10.1710 (get. Aart Cornelisz de Jongh, Neeltje Goris), is vader van Maria ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 18.10.1710 (get. Neeltje Goris, Aart Cornelisz de Jong), otr. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 17.10.1704 met |
1861 | Aagje (Aafje) Goris (Joris) den Ouden, jongedochter van Nieuwerkerk aan den IJssel, ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 4.9.1683 (getuigen Jakop Arijens den Ouden, IJefje Wiggerts en Geertje Goris), dr. van Goris Arijens den Ouden en Lijsbet Aerts Stolck, impost begr. Nieuwerkerk aan den IJssel 4.11.1710 (aangifte door Jan Cornelisz Koij) |
1862 | Cornelis (Kornelis) Arijens (Arijz) Jongebreur (Jongebruer), ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 27.3.1689 (getuigen Willem Cornelisz, Gerrit Willemsz en Krijntje Cornelis), begr. ald. impost 20.12.1730 (aangifte door zijn schoonzoon Arij Kooij, classis 15 gulden), zn. van Arij Cornelisz Jongebreur en Grietje Klaas, op 4.9.1711 compareert Engebregt Claesz, wonende te Nieuwerkerk, die bekent schuldig te zijn aan Cornelis Ariensz Jongebreur de som van 850 gulden, sprekende op een viertel land groot omtrent 4 morgen, gelegen in de gansdorpse polder, strekkende van de halve zuijt 's gravenweghs wetering af zuid op tot in de halve dijk sloot toe, belend ten oosten Pieter Gerritsz Olivier en ten westen Arij Jongebreur (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.50 fol.8v d.d. 4.9.1711), op 10.5.1725 compareert Engebregt Claesz die bekent verkocht te hebben aan Cornelis Arijensz Jongebruer, regerend ambachtsbewaarder, een stuk wei- en hooiland gelegen in de gansdorpse polder, strekkende vanuit de halve zuijt 's gravenwegs watering af zuid op tot in de halve binnendijksen dijcksloot toe, belend ten oosten Pieter Gerritsz Olivier en ten westen de koper, alsmede nog enige akkers en water met een schuur daarop staande en gelegen, strekkende vanuit de halve zuijt agterwegs watering af zuid op tot de halve kamsloot van de heer s'graweg toe, belend ten oosten dezelve heer s'graweg en ten westen de erfgenamen van Aert Arijensz Stolckman, voor de som van 1980 gulden 5 stuivers (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.51 fol.113 d.d. 10.5.1725), op 28.4.1731 compareren Arij Jongebreur en Cornelis Maartensz van Donk als volgens akte gepasseerd voor notaris Samuel Guldemont, notaris te Ouderkerk aan den IJssel d.d. 17.10.1726, aangestelde voogden van Maria Jongebreur, minderjarige dochter van Cornelis Arijaensz Jongebreur en Ariaantje Jans Kerkhoff, dewelke bekenden verkocht te hebben aan Arij Cooij, inwoner van Nieuwerkerk aan den IJssel, een stuk veenland liggende in de blaardorpse polder, strekkende van de agterweg af zuid op tot de eerste dwarssloot toe, belend ten westen Arij Cooij of de geslagen scheidpalen en ten oosten Cornelis van Leeuwenalsmede een akker en de helft in een akker gelegen als boven, strekkende van de geslagen scheidpalen af van Arij Cooij voornoemd tot het kort kampje of hoogland van de verkopers c.s. toe, belend ten westen de heer s'graweg en ten oosten Arij Cooij voornoemd, en nog de helft in een antogt gelegen in hetzelfde weer als ovenm, belend ten oosten Arij Cooij voornoemd en ten westen het geslagen scheidpaaltje van dezelve Cooij, een schuur en erf met geboomte staande en gelegen als voren in de wollenhoppen polder, strekkende eensdeels van de agterweg en anderdeels vanuit het hommetje af noord op tot Engel Vermeulen toe, belend ten oosten Arij en Leendert Boer en ten westen Jacob Pitersze Knegt, voor de som van 1250 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.51 fol.139 d.d. 28.4.1731; zie voorts ONA Ouderkerk aan den IJssel inv.6505 d.d. 17.10.1726, waarin hij naar aanleiding van het overlijden van zijn echtgenote Ariaantje Jans Kerkhof de voogdijakte opgesteld te Capelle aan den IJssel d.d. 3.4.1712 herroept, en als voogden aanwijst Cornelis Maartensz van Donk, zijn zwager wonende te woonachtig te Kralingen, en Arij Cornelisz Jongebreur, zijn neef wonende te Nieuwerkerk aan den IJssel; Cornelis Maartensz van Donck, jongman van Nieuwerkerk aan den IJssel, otr. Kralingen 20.2.1722 met Annetje Jans Kerckhoff, jongedochter van Kralingen), is vader van Arij ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 15.5.1712 (get. Arij Kornelisz Jongebreur, Trijntje Cornelis), is vader van Grietje ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 25.3.1713 (get. Ariaentje Willems Jongebreur), is vader van Arij ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref.) 7.6.1717 (get. Ariaantje Willems Jongebreur), is vader van Marija ged. Nieuwerkerk aan den IJssel (nederd. geref., de moeder Cornelia Kerkhof [sic]) 29.7.1720 (get. Jannetje Jans Kerkhof), tr. met |
1863 | Ariaantje (Ariaentie) Jans Kerkhof, ged. Hillegersberg (nederd. geref.) 2.4.1690 (get. Cornelis Pietersz, Maertie Pieters), dr. van Jan Pietersz Kerckhoff en Marijtje Jans |
1864 | Jacob Jansz Speck, is vader van Jan ged. Kolhorn (nederd. geref.) 27.7.1676, is vader van Aeltje ged. Kolhorn (nederd. geref.) 10.11.1680, is vader van Maritjen ged. Kolhorn (nederd. geref.) 28.1.1683, is vader van Jacob ged. Kolhorn (nederd. geref.) 22.1.1684, is vader van Grietje ged. Kolhorn (nederd. geref.) 22.12.1686, is vader van Louris ged. Kolhorn (nederd. geref.) 10.4.1689, is vader van Jannis ged. Kolhorn (nederd. geref.) 3.2.1692, tr. met Lijsbet Jacobs |
1865 | Lijsbet Jacobs |
1868 | Cornelis Adriaensz Eijckis, verkoopt op 20.11.1705 voor een bedrag van 300 gulden aan Meijndert Jacobsz Bos, wonende op Kolhorn, het opstal van een half huis gemeen met Gerrit Adriaensz anders Adriaen Broer, staande in de hondebuert, belend ten noordwesten Nan Cornelisz, ten noordoosten de dijk en ten zuidoosten Jan Jacobsz (ORA Barsingerhorn inv.8505 fol.227 d.d. 20.11.1705) |
1872 | Pieter Gerbrantsz, weduwnaar van Hoorn aan de nieuwe noord, ged. Hoorn (nederd. geref.) 21.11.1649, zn. van Germet Albertsz en Trijn Sijbets, tr. 1e met Marijtje Jans, otr. 2e Hoorn (nederd. geref.) 13.6.1682 met |
1873 | Dieuwertje (Diewertje) Pieters, jongedochter van Hoorn aan de zuidzijde van de grote kerk |
1876 | Willem Jansz Kaijser (Keijser, Kaiser, Kaisers), jongman van Hoorn wonende in de nieuwemelcknapsteegh, is vader van Andreas ged. Hoorn (kath.) 17.1.1676, is vader van Beeckie ged. Hoorn (nederd. geref.) 24.10.1679, is vader van Antje ged. Hoorn (nederd. geref.) 16.11.1683, is vader van Grietje ged. Hoorn (nederd. geref.) 24.3.1686, is vader van Claes ged. Hoorn (nederd. geref.) 19.6.1687, is vader van Claes ged. Hoorn (nederd. geref.) 31.10.1688, is vader van Andries ged. Hoorn (nederd. geref.) 24.3.1695, otr. 1e Hoorn (nederd. geref.) 12.7.1670, tr. ald. (gerecht) 27.7.1670 met Marij Corneles (Cornelis), jongedochter van Hoorn wonende op de dijck in barent tijsen steeghie, otr. 2e Hoorn (nederd. geref.) 5.5.1674, tr. ald. (gerecht) 20.5.1674 met |
1877 | Meijnuwtje (Meijnu, Meijnuw) Andries, jongedochter van Hoorn wonende op t west, belijdenis ald. (nederd. geref.) 19.9.1674, haar oudste zoon wordt gedoopt in de katholieke kerk te Hoorn |
1884 | Hermen (Herme) Arents (Arijaens), jongman van Hoorn wonende op de oude doelen, is vader van Aeffje ged. Hoorn (nederd. geref.) 16.5.1649 (get. Jannetje Lamberts), is vader van Gijsbert ged. Hoorn (nederd. geref.) 29.1.1651, is vader van Sijtjen ged. Hoorn (nederd. geref.) 26.12.1651, is vader van Obijtje ged. Hoorn (nederd. geref.) 14.1.1656, is vader van Jan ged. Hoorn (nederd. geref.) 6.7.1659 (get. Jannetje Lammerts), is vader van Arent ged. Hoorn (nederd. geref.) 5.5.1661 (get. Jannetje Lamberts), is vader van Neeltje ged. Hoorn (nederd. geref.) 1.7.1665 (get. Jannetje Lammerts), is vader van Lammert ged. Hoorn (nederd. geref.) 29.4.1668, otr. Hoorn (nederd. geref.) 1.8.1648, tr. ald. (nederd. geref.) 16.8.1648 met |
1885 | Luijdu (Ludu, Leuduw, Leuduce) Lammers (Lamberts), jongedochter van Hoorn wonende op de oude turfhaven, ged. Hoorn (nederd. geref.) 1.6.1625, dr. van Lammert Sweerts van Campen en Aefjen Jans |
1886 | Tames (Tamis) Jacobsz, jongman van Hoorn wonende aan de melknapsteegh, ged. Hoorn (nederd. geref.) 5.10.1642, zn. van Jacob Arijensz en Brecht Nannings, otr. Hoorn (nederd. geref.) 6.12.1670, tr. ald. (nederd. geref.) 21.12.1670 met |
1887 | Baefje Pieters, weduwe van Hoorn aan de melknapsteegh, weduwe van Baert Cornelesz |
1898 | Jean (Jan, Johan) Isaacsz (IJsacksz) Coupri (Couprie, Kopreij, Compri, Comprie, Compreij, Couprij), Frans schoolmeester te Zaandam, zn. van Isaack Josephs en Hillegondt Harmans, koopt op 6.1.1653 voor een bedrag van 2475 gulden van Jan Pietersz Vinck en Claes Abramsz Oosterhooren als voogden van Pieter Jansz Vinck, buurlieden te Zaandam, een huis en erf staande en liggende te Zaandam op t vinckepadt, belend ten oosten Cornelisz Dircksz Sluijck en ten westen de weduwe van Jan Sijmonsz Cuijper (RA Westzaan inv.1580 fol.238v d.d. 6.1.1653), koopt op 29.1.1660 voor een bedrag van 3900 gulden van Pieter Jorisz, zich sterk makende voor Teeuwis Claes Duijves en voor de voogden van de minderjarige kinderen van zaliger Willem Wijninghes, allen te Zaandam woonachtig, een huis en erf staande en liggende te Zaandam op het zilvere padt, belend ten oosten Claes Jansz Joor en ten westen Pieter Jansz Haen (RA Westzaan inv.1582 fol.171v d.d. 29.1.1660), verkoopt op 20.12.1661 tezamen met Wijllem Pietersse Backer, beide wonende te Westzaandam voor een bedrag van 50 gulden aan Mr Jan Barentsz Pigge, wonende te Oostzaandam, een stukje rietland gelegen buiten de westerhem ald., belend ten westen Claes Nomen en ten zuidoosten Jan Cornelisse (RA Oostzaan inv.433 fol.140 d.d. 20.12.1661), koopt op 19.1.1671, voor een bedrag van 78 gulden van Jochem Isbrantsz Kleijnsorgh, regerend schepen, als mede voogd van de kinderen van zaliger Cornelis Joosten Smit en zich sterk makend voor de medevoogden, een erf gelegen te Zaandam opt stickels padt, belend ten esten Mighiel Kartensz Smit en ten oosten de koper (RA Westzaan inv.1585 fol.84 d.d. 19.1.1671), op 20.11.1674 worden voogden aangesteld over de nagelaten kinderen van Johan Couprie bij wijlen Maritie Pieters, te weten Jan Willemsz Backer over Pieter Couprie, Willem Claesz Backer over Grietie Jans, Pieter Claesz over Trijntie Jans, Oom Sijmon over Hillegunt Jans, Abram Beeckman over Isaac Couprie, Gerrit Claesz over IJtie Jans, Willem Willemsz over Maritie Jans (RA Westzaan inv.1909 d.d. 20.11.1674), wordt op 7.1.1681, dan burgemeester, aangesteld als voogd over Jacob Jansz Ommekommen, minderjarige zoon en nagelaten weeskind van Marij Jacobs, tot Zaandam overleden (RA Westzaan inv.1909 d.d. 7.1.1681), tr. Westzaandam (nederd. geref., hij jongman van t franse pad aan de oostzijde, zij wonende in de horn) 1652 met |
1899 | Marij Pieters |
1912 | Faes Gerritsz (Gertsz), ged. Jisp (nederd. geref.) 1.3.1632, zn. van Gerrit Willemsz en Neel Claes, tr. Jisp 26.3.1656 met |
1913 | Jannetien Jans, jongedochter van Wormer |
1916 | Andries Arentsz, tr. Jisp 24.2.1669 met |
1917 | Lijntien Lamberts, ged. Wormer (nederd. geref.) 1.7.1646, dr. van Lammert Claesz en Anne Simons |
1920 | Willem Pietersz vant Hoff alias Bolle, ged. Assendelft (nederd. geref.) 14.6.1637, overl. ca. 1692, zn. van Pieter Cornelisz vant Hoff en Guert Engels |
1924 | Jan Jansz de Graaff, wonende in Nauerna, zijn vrouw erft samen met Aris en Maerten Jansz Spiering in het bezit van Jan Maertsz, gelegen aan de Hogendijk in Nauerna, overl. voor 1691, zn. van Jan Maertsz, tr. met |
1925 | Immetje Dirks, leeft in 1695 |
1936 | Baart Aerians (Ariaansz, Adriaansz) Hos, timmerman, wonende te Westzaan in de krabbelbuurt, ged. Westzaan (nederd. geref.) 2.10.1633, zn. van Aerian Baertsz en Mari Claes, is vader van Adriaan ged. Westzaan (nederd. geref.) 16.12.1657, is vader van Maartje ged. Westzaan (nederd. geref.) 30.1.1661 (get. Marij Claes), is vader van Pieter ged. Westzaan (nederd. geref.) 22.10.1662 (get. Griet Abrahams), is vader van Abraham ged. Westzaan (nederd. geref.) 10.8.1664 (get. Griet Abrahams), is vader van Claas ged. Westzaan (nederd. geref.) 12.9.1666 (get. Trijn Sijmons), is vader van Claas ged. Westzaan (nederd. geref.) 17.6.1668 (get. Aafje Jans), is vader van Claas ged. Westzaan (nederd. geref.) 3.4.1672 (get. Aleth Jans), is vader van Neeltje ged. Westzaan (nederd. geref.) 4.2.1674 (get. Weijntjen Sijmons), is vader van Baart ged. Westzaan (nederd. geref.) 2.2.1676 (get. Neltje Gerrets), wordt op 11.1.1656 ouderlijk goed toebedeeld, te weten een half stuk land groot 666 1/3 roeden met een sloot daaraan, liggende in de krabbelbuijrt, belend ten noorden Cornelis Ariaensz Broers en ten zuiden Lijsje Pieters weduwe, alsmede een huis en erf staande en liggende in de krabbelbuijrt, belend ten zuiden Haijndrick Dircxz en ten noorden Lucas Claesz, aldus aangebracht door Jacob Claesz als voogd over het weeskind en ten overstaan van Gerrit Sijmonsz, Willem Jansz Joor, Willem Jansz en, Lucas Claesz en Jan Jansz Hoijhuijs (RA Westzaan inv.1917 fol.19 d.d. 11.1.1656), leent op 11.1.1656, als weeskind van zaliger Ariaen Baertsz, aan Cornelis Luijtsz Molenaar een bedrag van 100 gulden, waarover Cornelis Luijts belooft een jaarlijkse losrente te betalen van 4 gulden 10 stuivers (RA Westzaan inv.1901 fol.196v d.d. 11.1.1656; in de marge staat dat het bedrag is afgelost op 11.12.1662), bekent op 26.7.1661 schuldig te zijn aan Gerritje Gerrits, nagelaten weeskind van Gerrit Gerritsz Ham een losrente van 12 gulden over een som van 300 gulden, waarvoor hij in onderpand geeft een halve ven liggende op de weelsloot, belend ten zuiden Lijsje [onleesbaar] Olberts en ten noorden Kornelis Adriaensz Broers (RA Westzaan inv.1901 fol.312v d.d. 26.7.1661; in de marge staat dat de schuld is afgelost op 24.1.1665), koopt op 18.8.1661 voor een bedrag van 62 gulden van Jacobus Willemsz Silversmit, wonende te Zaandam, een hoekje werf gelegen achter het huis van de koper, strekkende achter het huis tot de palen, tot het einde geslagen toe strekkende zover zuid aan als het hek en de rooipalen staan, lopende west aan recht naar de zuijer pael en het schut aan de wechsloot toe, zodat het zuijer slootje mede bij deze gekochte worf hoort, na de rooiing van de zuijer pael, en het schut lijn recht uit zoals het schut nu staat (RA Westzaan inv.1583 fol.29v d.d. 18.8.1661), verkoopt op 13.10.1661 aan Christiaen Gerschouw, wonende te Westzaan, een erf groot 17 roeden, liggende te Westzaan in de kerkbuurt over de groote wech over den wegsloot, belend ten zuiden en ten noorden Heijndrick Dircxz (RA Westzaan inv.1583 fol.33v d.d. 13.10.1661), verkoopt op 11.5.1662 voor een bedrag van 252 gulden aan Jan Dircxz Groot, wonende in de krabbelbuert, een erf groot 48 roeden liggende in de krabbelbuert aan de wegh, belend ten noorden Cornelis Dircxz Boerejonge en ten zuiden Meester Christiaen Gerschouw (RA Westzaan inv.1583 fol.106v d.d. 11.5.1662), verkoopt op 5.2.1665 voor een bedrag van 1500 gulden aan Cornelis Dircxz Boer, wonente te Westzaan, een halve ven groot omtrent 700 roeden liggende op de waelsloot, zijnde de zuidzijde van de ven, belend ten zuiden Lijsje Pieters en ten noorden de koper (RA Westzaan inv.1583 fol.279v d.d. 5.2.1665), verkoopt op 19.11.1665 tezamen met Jan Dircxz Groot, wonende in de krabbelbuurt, voor een bedrag van 15 gulden aan Mr Cristiaen Gerschouw, wonende in de krabbelbuurt, een hoekje erf groot 2 en 3/4 roeden, gelegen aan de kopers erf, waarvan de koper tot zijn nut een slootje nu zijn vrij eigen is, belend ten oosten van het slootje Cornelis Dircxz Boere Jonge (RA Westzaan inv.1583 fol.322 d.d. 19.11.1665), op 7.8.1696 worden Cornelis Pietersz Broers en Willem Jacobsz Swart aangesteld tot voogden over Neeltje en Baart Baartsz Hos, nagelaten minderjarige kinderen van zaliger Baart Adriaensz Hos en Marij Pieters beide tot Westzaan overleden (RA Westzaan inv.1909 d.d. 7.8.1696), zijn zoon Baart Baartsz Hos wordt op 12.12.1713 tezamen met Jacob Jacobsz Nobel aangesteld als wettige voogden over de drie nagelaten kinderen van zaliger Claas Baartsz Hos de jonge en Grietje Jans, allen wonende te Westzaan (RA Westzaan inv.1710 d.d. 12.12.1713), tr. met |
1937 | Marij (Maretgen) Pieters, ged. Westzaan (nederd. geref.) 11.3.1635, dr. van Pieter Cornelisz Broers en Griet Abrahams, verkoopt op 24.3.1689, als weduwe van Baart Ariaensz, voor een bedrag van 6 gulden 6 stuivers aan Cornelis Dircksz Boerejongen, 6 duim erf tot een oosendrop tussen het erf van de koper en verkoopster, op voorwaarde dat de verkoopster het water van de pauwen? van de koper voor haar garen mag, en voorts dat de koper daar geen gang zal mogen magen (RA Westzaan inv.1589 fol.212 d.d. 24.3.1689) |
1938 | Pieter Dircksz Ooms alias Swart, jongman van de middel, nadien wonende in de zuideinde van Westzaan, ged. Westzaan (nederd. geref.) 9.10.1633, zn. van Dirck Gerretsz Rissen, is vader van Claas ged. Westzaan (nederd. geref.) 12.6.1667 (get. Baafje Dircks), is vader van Trijntje ged. Westzaan (nederd. geref.) 3.2.1669 (get. Baafje Dirx), is vader van Claas ged. Westzaan (nederd. geref.) 16.8.1671 (get. Steijn Dirx), is vader van Neltje ged. Westzaan (nederd. geref.) 24.12.1673 (get. Steijn Dircks), is vader van Neltje ged. Westzaan (nederd. geref.) 8.3.1676 (get. Stijn Dirx), koopt op 13.10.1667 van Guirt Willems weduwe van zaliger Pieter Claesz van Zanen, een streepje land groot 45 roeden, gelegen bewesten Westzaan over de reeff, belend ten noorden Claes Jacobsz Harthals en ten zuiden Aris Claesz (RA Westzaan inv.1584 fol.90 d.d. 13.10.1667), koopt op 15.2.1674 voor een bedrag van 1065 gulden van de kinderen en erfgenamen van zaliger Claes Jacobsz Decker een ven land groot 764 roeden gelegen beoosten de huizen in 't zuidend, belend ten zuiden Claes Cornelisz Backer en ten noorden Heijndrick Claesz Ris (RA Westzaan inv.1585 fol.267v d.d. 15.2.1674), koopt op 28.3.1675 voor een bedrag van 47 gulden van Claes Willemsz Kuijper een stuk land groot 305 roeden gelegen achter Cornelis Willemsz Nomes uit op en beoosten de reeff, belend ten zuiden Claes Jansz en ten noorden de verkoper (RA Westzaan inv.1586 fol.79v d.d. 28.3.1675), waarvoor hij in erfmangeling geeft aan Claes Willemsz Kuijper een hoekje land omtrent 50 roeden gelegen op de reeff bij de hoogendijck, belend ten noorden Aris Claesz en ten zuiden Jan Keesen (RA Westzaan inv.1586 fol.80 d.d. 28.3.1675), op 24.2.1678 koopt Jacob Jansz van der Helm van Gerrit Dirck Ooms, voor hemzelf en als voogd over de weduwe en kinderen van Pieter Dircs Swart, allen wonende te Westzaan, een pakhuis en erf staande en liggende in het zuideind over de wegsloot, belend ten zuiden Jasper de Boer en ten noorden Trijn Jans (RA Westzaan 1586 fol.309v d.d. 24.2.1678), op 24.3.1682 worden Dirck Jans Sijmons, Willem Jansz Verweel, Dirck Jansz en Pieter Cornelisz Swart aangesteld als voogden over Trijntje, Claes en Neltje Pieters, nagelaten minderjarige kinderen van zaliger Pieter Dircksz Swart en Impje Claes, tot Westzaan overleden (RA Westzaan inv.1909 d.d. 24.3.1682), op 28.4.1682 wordt inventaris van het bezit van Pieter Dircksz Swart en Impje Claes opgemaakt ten behoeve van hun kinderen Trijn oud 13 jaar, Claes oud 11 jaar, en Neltje Pieters oud omtrent 8 jaar, te weten een ven land genaamd alletjes ven groot 764 roeden, belend ten noorden Heijndrick Ris en ten zuiden Trijn Crelis weduwe, een stuk land genaamd kuijpers stucje groot 305 roeden, belend ten zuiden Dirck Jansz en ten noorden Cornelis Willemsz Noomes, een huis en erf staande en liggende in het zuidend van Westzaan (in de marge: den 1en maart 1689 is an weesmeesteren bekent gemaackt dat dit huijs was verkogt ende t gelt ontvangen tot genoege van weesmeesteren daar reecke te doen), een som van 400 gulden berustende onder Garbrant en Dirck Jan Sijmons, 220 gulden onder Jacob Jansz Boskop, 200 gulden berustende onder Sijmon Cornelis Noomes, 100 gulden onder Willem Jansz Verweel, een bezegelde rentebrief gehypothekeerd op het huis en erf ten laste van Willem Knapperts, en huisraad, te weten 5 bedden, 4 peulen (kussens), 8 sloopen, 10 oorkussens, 8 deekens, 10 hembden, 25 kussensloopen, 9 stoelen met kussens, 2 onderkussens, een klockjen, een kleijn schuijt, 6 kooperen ketels zo groot als kleijn, 8 leepels, 7 oude boecken, een tafel, een casperaet, 18 potielen, nog eenige andre koock ende drinck potjes, en een weijnig koe? gereetschap, en tenslotte de winkel bestaende in veelderleije zoorteringe van kramerije, het welcke onmogelijck niet pertinent kan werden opgestelt, aldus aangegeven en bekendgemaakt door Dirck Jan Sijmons en Pieter Cornelisz Swart, als voogden over de voornoemde kinderen (RA Westzaan 1918 fol.220v d.d. 28.4.1682), op 6.9.1685 verkopen Dirck Jan Sijmons en Willem Jansz Verweel als voogden over de nagelaten minderjarige kinderen van Pieter Dircsz Swart en Impje Claes, in het zuidend overleden, voor een bedrag van 435 gulden aan Garbrant Claesz, wonende in het zuideinde, een huis en erf staande en liggende in het zuidend bewesten de weg, belend ten zuiden Cornelis Willemsz Noomes en ten noorden de laen, voetstoots met zodanige vrij en onvrijheden als het heeft, en dat vervolgens door Garbrant Claesz voor een bedrag van 445 gulden wordt doorverkocht aan Neeltje Gerrits Backer, bijgestaan door haar broer Cornelis Gerritsz Backer (RA Westzaan inv.1588 fol.328 en 328v d.d. 6.9.1685), blijkens de gaardersboeken van de verponding van Westzaan zullen de stukken land nog tot 1742 in het bezit van de familie blijven en pas in 1742 worden verkocht door de erfgenamen van Claas Baartsz Hos (Ambacht Westzaan inv.66), tr. Westzaan (nederd. geref.) 13.6.1666 met |
1939 | Immetje (Impje, Imtgen, Impgen, IJmpje, Impie) Claes Olij alias Immen Griet, jongedochter van het zuideinde van Westzaan, ged. Westzaan (nederd. geref.) 3.7.1639, dr. van Claes Jansz Olij, leent, als weduwe van Pieter Dircs Swart op 2.3.1678 tezamen met Gerrit Dirck Ooms een bedrag van 250 gulden aan Willem Gerritsz Knappert, wonende in de middel, ter lossinge op zijn huis en erf staande en liggende in de middel, belend ten zuiden Gerrit Dircs en ten noorden Jan Jansz Grieten (RA Westzaan inv.1633 fol.73 d.d. 2.3.1678), haar nagelaten kinderen worden op 25.4.1686 genoemd als zuidbelenders (zij staat dan te boek als Immen Griet) bij transport van de woning van Cornelis Willemsz Noomen, schoolmeester in de zuiderschool te Westzaan, aan Cornelis Claesz Beucker (RA Westzaan inv.1589 fol.7 en 7v d.d. 25.4.1686; dat het hier om de nagelaten kinderen van Impje Claes Olij gaat wordt duidelijk uit de gaardersregisters der verponding van het ambacht Westzaan uit die periode) |
1940 | Havick (Havik) Claesz Timme, wonende in Assendelft in het woutvierendeel, diaken ald. (GAZ kerkarchief Assendelft inv.1, anno 1682), weesmeester ald. (GAZ OA Assendelft inv.139c, anno 1682; ibid., anno 1683; ibid., anno 1710; ibid., anno 1711; ibid., anno 1717; ibid., anno 1720), kerkmeester ald. (GAZ OA Assendelft inv.139d, anno 1687; ibid, anno 1688; ibid, anno 1698; ibid., anno 1702, ibid., anno 1703), ged. Assendelft (nederd. geref.) 19.5.1652, koopt op 5.5.1676 van Mr Claes Corver en Mr Jochum Wijnman chirurgijn te Assendelft als wettige curateurs over de verlaten boedel en goederen van Ariaentje Jans weduwe van wijlen Willem Gerrit Baerten, een huis en erf met een hooihuis daaraan staande en liggende in het noordend belend ten noordoosten dominee Willem Beijert ten zuidwesten Guijrt Jan Sijbeden, voor een bedrag van 850 gulden (RA Assendelft inv.2012 fol.226-226v d.d. 5.5.1676), verkoopt op 26.3.1677 aan Saertje Marijns een huis en erf in de kerkbuurt belend ten noordoosten Cornelis Claesz Glasemaker ten zuidwesten Hillegond Sijmons weduwe van Cornelis IJsbrantsz voor een bedrag van 360 gulden (RA Assendelft inv.2012 fol.255v d.d. 26.3.1677), verkoopt op 2.4.1677 aan Gerrit Pietersz van de Laen een lege werf met het hooihuis, staande en liggende in de banne van Assendelft in het noordeinde, belend ten noordoosten dominee Willem Beijert en ten zuidwesten Pieter Theunisz, en voldaan met een custingbrief (RA Assendelft inv.2013 fol.1v d.d. 2.4.1677), koopt op 24.5.1686 van Jan Claesz Stam een stuk land genaamd ruijden mad in de hemmen groot 240 roeden belend ten noordwesten de kinderen van Willem Jansz ten zuidoosten Aeltje Swagers van Oossanen voor een bedrag van 72 gulden (RA Assendelft inv.2014 fol.72v d.d. 25.4.1686), koopt op 5.3.1692 van de armevoogden over de nagelaten insolvente boedel en goederen van Jan Claesz Stam twee stukjes land genaamd de croftjes int blockweer groot 338 roeden belend ten noordoosten Trijn Havicx en ten zuidwesten de blocksloot voor een bedrag van 3 gulden 6 stuivers (RA Assendelft inv.2014 fol.211 d.d. 5.3.1692), koopt op 30.1.1693 IJsbrant Cornelisz Backer een stuk land genaamd de katte kamp in alkis weer groot 934 roeden belend ten noordoosten Jan van den Dam en ten zuidwesten Jannetje Jacobs, alsmede het halff madt in gerrit hendricx weer groot 256 roeden belend ten noordoosten Jacob Engelsz en ten zuidwesten Cornelis Claesz Korver, en betaalt dit aan IJsbrant Cornelisz Backer met een stuk land genaamd schouten meedtje int vroonweer groot 1012 roeden belend ten noordoosten de kinderen van Trijn Aelberts en ten zuidwesten Sijmon van Assendelft (RA Assendelft inv.2014 fol.239-239v d.d. 30.1.1693), koopt op 30.1.1693 van Trijn Jans een stuk land genaamd die stickel op de laijck groot 425 roeden belend ten zuidoosten de laijck ten noordwesten Claes Claesz Oot voor een bedrag van 60 gulden (RA Assendelft inv.2014 fol.240 d.d. 30.1.1693), zn. van Claes Jansz en Trijn Havix |
1944 | Pieter Claesz Oot, ged. Assendelft (nederd. geref.) 6.6.1649, overl. voor 1701 (GAZ RA 2016, fol.45), treedt in 1689 samen met Jan Claesz Oot als voogd van de nagelaten kinderen van Jacob Claesz Oot (GAZ RA 2014, fol.131v), in diezelfde hoedanigheid vermeld in 1692 maar dan met Cornelis Pietersz Tavenier (GAZ RA 2014, fol.207), zn. van Claes Ootgersz en Taetge Willems, tr. met |
1945 | Trijn Maertens Banck, ged. Assendelft (nederd. geref.)m5.5.1652, begr. Assendelft impost 4.4.1729 (aangifte Pieter Claasz Kieft), dr. van Maerten Claesz Banck en Engeltje Claes, verkoopt in 1728 haar huis en erf aan Trijntje Pieters Bruijn, de weduwe van Maarten Pietersz Oot |
1946 | Pieter Dirksz Bruijn, begr. Assendelft impost 12.1.1716 (aangifte Jan Claasz Grootsant, 3 gulden) |
1952 | Ide (IJde) Vreriksz (Vreeriksz, Vrericksz), wonende in de Beemster, is vader van Grietje ged. De Rijp (nederd. geref.) 2.11.1672, is vader van Annetjen ged. De Rijp (nederd. geref.) 2.12.1674, is vader van Vrerik ged. De Rijp (nederd. geref.) 22.12.1675, is vader van Anna ged. De Rijp (nederd. geref.) 23.1.1678 (ouders wonende in de Beemster op de buurt), is vader van Jan ged. De Rijp (nederd. geref.) 14.9.1681, is vader van Lijsbet ged. De Rijp (nederd. geref.) 9.12.1683, otr. Beemster (nederd. geref., hij jongman wonende aan de claterbuurt bij De Rijp, zij jongedochter wonende aan de wormerwegh) 10.1.1671, tr. ald. (nederd. geref.) 25.1.1671 met |
1953 | Lijsbet (Liisbet) Jans |
1954 | Tijmon (Tijman, Tijmen) Jansz Blocker (Blockert), wonende in de Beemster, belijdenis ald. (nederd. geref.) 1667 (wonende aan de rijperwegh), diaken ald. (nederd. geref.) 1671, begr. Beemster (nederd. geref.) 9.6.1682, zn. van Jan Tijmonsz Blocker en Griet Jacobs, is vader van Jan ged. Beemster (nederd. geref.) 20.12.1671 (get. Diewer Douwes), is vader van Aefje ged. Purmerend (nederd. geref., memorie te Beemster) 22.10.1673, is vader van Annetje ged. Beemster (nederd. geref.) 18.8.1675 (wonende aan de ringdijck bij 't spijkerboor), is vader van Samuel ged. De Rijp (nederd. geref.) 14.2.1677, is vader van Grietje ged. De Rijp (nederd. geref.) 9.10.1678 (wonende aan de ringdijck bij 't spijkerboor), tr. met |
1955 | Grietje (Griet) Samuels, ged. Beemster (nederd. geref.) 26.12.1670 (zij is de huijsvrouw van Tijman Jansz Blocker), wordt op 2.4.1702 (met attestatie van Beemster) lidmaat van de nederd. geref. kerk in De Rijp |
1956 | Reijnier Claesz Helderman, ged. Beverwijk (nederd. geref.) 6.3.1647 (getuigen Lucas Gerritsz en Geertge Gerrits), chirurgijn te Zwammerdam, koopt op 14.1.1683 een huis te Alphen van Hester Pieters Duijvevelt, weduwe van Arien Vrancken (SARM, protocollen Alphen 1679-1683 inv.23 fol.136), zn. van Claes Gerritsz Helderman en Geertge Reijniers Uiterwijck, tr. 2e met Jannetje Michiels, begr. Delft 26.11.1704, tr. 1e Breda 17.1.1678 met |
1957 | Digna (Dingena) van Vechelen, ged. Breda (nederd. geref.) 16.2.1654, dr. van Jacob Dielissen van Vechelen en Cateleijne Verstraten |
1958 | Mattheus Surgijn, koopt op 28.1.1701, dan wonende te Akersloot, voor een bedrag van 75 gulden van Trijntie Klaas, weduwe van Cornelis Reijerse, geassisteerd met Klaes Blaeu, oudschepen van Akersloot, een huis en erf staande en gelegen in de suijder kerckbuert, het erf groot 14 roeden, belend ten zuiden Gherit Dam en ten westen Odewijn Dircksz, ten noorden Adrijaen Kluijt en ten oosten de gemene weg (ORA Akersloot in.118 fol.402v d.d. 28.1.1701) |
1960 | Dirck Arentsz Admiraal, molenaar in de schermeer, broer van Cornelis Arentsz Admiraal (Waterschap Schermeer inv.413 anno 1663 scan 21: ontvangt geld over huur van de laenwegh), zn. van Arent Dircksz Admirael (Waterschap Schermeer inv.414 anno 1664 scan 22: ontvangt geld over huur van de bloemendalerwegh), is vader van een kind ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 22.8.1660, is vader van Maertjen ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 19.2.1662 (met aantekening dat dit de eerste doop is in de nieuwe kerk te Zuidschermer aan de suijdervaert), is vader van Claas ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 4.11.1665, is vader van Jacob ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 5.5.1666, is vader van een kind ged. Zuidschermer (nederd. geref.) januari 1667, is vader van Cornelis ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 26.5.1669, otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 20.6.1660 met |
1961 | Iefje Claas |
1964 | Jan Pietersz Olijweijer, jongman van Koedijk, zn. van Pieter Jansz Olijweijer en Maertje Jacobs, op 26.3.1681 compareren Mr. Olbrant Pietersz en Cornelis Cornelisz Broers, wettige voogden over het nagelaten weeskind van zaliger Jan Pietersz Olijweijer, geprocreëerd bij Maertje Cornelis, zijn nagelaten weduwvrouw, ter presentie van Pieter Cornelisz, stiefvader over het voorzeide weeskind, waarbij wordt bepaald dat het kind toekomt 2/3 deel in een stukje weiland onder de jurisdictie van Sint Maarten, onderdeel en gemeen met de moeder en stiefvader, en voorts beloven het kind te onderhouden tot zijn achttiende jaar (RA Kodijk inv.6245 akte 28 d.d. 26.3.1681), tr. Koedijk (nederd. geref.) 14.2.1672 met |
1965 | Maertje Cornelis, zij tr. Koedijk (nederd. geref.) 5.2.1668 als jongedochter van Sint Maarten met Gerrit Pietersz, jongman van Koedijk, op 13.2.1672 compareren Bertelmies Jansz Gleijnis en Hendrik Bouwensz Clercq, wettige voogden over Pieter Gerritsz, enige kind van zaliger Gerret Pietersz Boertje geprocreëerd bij Maertje Cornelis, nagelaten weduwe, ter presentie ven bijwezen van Jan Pietersz Olijweijer, toekomende bruidegom van Maertje Cornelis, Walich Cornelisz en Pieter Gleijnis als naaste bloedvrunden van wederzijden, die bepalen dat hij kind bij het bereiken van zijn achttiende jaar de som van 300 gulden zal ontvangen, en dat onder het weeskind zal blijven een stuk weiland groot omtrent 1 1/2 gars gelegen onder Sint Maarten aan sijp of de zeedijck, belend met de voornoemde dijk ten westen, Cornelis Pietersz Clercq ten zuiden en Cornelis Aerjansz ten oosten, voorts beloven moeder en toekomende stiefvader dat zij het kind zullen onderhouden etc. en de schulden op hen nemen (RA Koedijk inv.6245 akte 179 d.d. 13.2.1672), zij tr. Koedijk (nederd. geref.) 5.5.1680 met Pieter Cornelisz, jongman van Koedijk, is vader van Trijntje ged. Koedijk (nederd. geref.) 11.1.1682 |
1968 | Gerrit Maartensz, zn. van Maerten Gerritsz Stategaert, schipper op het schip genaamd zee-engel, machtigt op 12.1.1686 Jan Blocq en Dirck Blocq om een bedrag te vorderen van Jan van Rhijn inzake geleverde goederen na een reis vanuit Dantzig (ONA Amsterdam inv.5246A akte 156766 d.d. 12.1.1686), laat op 27.4.1683, dan biersteker van beroep, bij testamentaire dispositie vastleggen dat hij prelegateert aan zijn twee dochters genaamd Cuniertie en Annitje Gerrits, en de langstlevende van beiden, het bezit, inkomen en vruchtgebruik van zijn huis en erf waar hij in woont, met de bierkelder en andere appendentien daartoe behorende, om bij hen bezeten en gebruikt te worden hun leven lang, onder conditie dat degene die van hen mogen trouwen, ontruiming van het huis en erf met het aankleven van dien zal moeten doen, en in eigendom het hetzelfde huis en erf, mitsgaders van de inboedel en huisraad met alle verdere goederen die hij met de dood ontruimen en achterlaten zal, heeft hij tot zijn enige en universele erfgenamen genomineerd en geinstitueerd voornoemde Cuniertie en Annitje Gerrits, mitsgaders Thijs, Jan, Cornelis, Maerten en Pieter Gerritsz, zijn zeven kinderen, in gelijke porties en bij vooroverlijden van iemand van hen diens wettige kind of kinderen bij representatie van de overledene (ONA Alkmaar inv.202 akte 57 d.d. 27.4.1683), op 10.7.1696 compareert Ariaentje Jans Sluijs, als huisvrouw van Tijs Gerritsz, tezamen met Annitje Gerrits en met Ariaantje Jans, gewezen vrouw van Cornelis Gerritsz, kinderen en erfgenamen van Gerrit Maartensz, die voor een bedrag van 425 gulden verkopen aan Engel Hendricksz zekere schuur, droogveld met de gereedschappen daar aan behorende, steende en liggende te Egmond aan Zee, belend ten oosten Jacob Tijssen, ten zuiden Aris Crab, ten westen Gerrit Fransz en ten noorden de heerewegh (ORA Egmond aan Zee inv.2064 fol.14 d.d. 10.7.1696), op 30.3.1697 verkoopt Annitje Gerrits voor een bedrag van 300 gulden aan Olbrant Reijersz zekere huisinge en erve staande en liggende te Egmond aan Zee, belend ten oosten en noorden de heerewegh, ten zuiden het kerkhof en ten westen Cent Maartensz (ORA Egmond aan Zee inv.2064 fol.26 d.d. 30.3.1697) |
1970 | Jan Jacobsz Sluijs, schipper, schepen te Akersloot, zn. van Jacob Pietersz Sluijs en Duijfje Jans, koopt op 27.2.1676 voor een bedrag van 154 gulden 15 stuivers van Maritie Cornelis, bejaarde vrijster, geassisteerd met Gerrit Claesz Spanjaert, een akker zaadland, groot 10 voeten en 13 eenlopen, gelegen benoorden vierhuijsen, belend ten oosten de gemeenewech, ten zuiden Maritie Gerrits, ten westen de schoudijck en ten noorden Aris Pietersz Cromhaer (ORA Akersloloot inv.114 fol.869v d.d. 27.2.1676), koopt op 19.5.1676 voor een bedrag van 721 gulden 12 stuivers van Hillegont Willems en Claes Willemsz, geassisteerd met Rem Willemsz, hun voogd, buurlieden te Akersloot, een stuk land genaamd schoenmaeckers campie, groot 451 roeden, gelegen int polder buurengersen, belend ten oosten de geestackers, ten zuiden Pieter Cornelisz Cuijper, ten westen de swansloot en ten noorden Griete Dircks (ORA Akersloot inv.114 fol.885v d.d. 19.5.1676), koopt op 3.4.1677 voor een bedrag van 255 gulden van Anna Gerrits weduwe van zaliger Wouter Michielsz Volger, wonende te Akersloot, 3/24 deel van een fluitschip genaamd de st pieter, liggende tot Amsterdam, waar de koper zelf schipper op is (ORA Akersloot in.114 fol.907v d.d. 3.4.1677), koopt op 28.7.1678 tezamen met Dirck Cornelisz, wonende te Akersloot, en Timen Cornelisz, wonende te Velsen, voor een bedrag van 166 gulden van Jacob Jansz Stam, voor zichzelf en zich sterk makend voor zijn zwager Jan Cornelisz Krijsman, Cornelis Jansz, Grietie Jans en Maritie Jans, zijn broeder en zusters, allen wonende te Akersloot, 1/4 deel van een stuk land, groot dat vierde deel 468 roeden, gelegen in de polder sasscherleij, gemeen met de kopers, belend ten oosten Jacob Dircks Noort c.s., ten zuiden de lange meer, ten westen de erfgenamen van Jacob Jansz Bol en ten noorden de stad Haarlem (ORA Akersloot inv.115 fol.23v d.d. 28.7.1678), verkoopt op 10.5.1680 tezamen met Dirck Cornelisz, beide wonende te Akersloot, Timen Cornelis, wonende te Velsen, Jacob Jansz Stam en Cornelis Jansz, beide voor henzelf, alsmede voor hun zuster, Jan Cornelisz Krijsman, voor hemzelf, en Jacob Claesz Stierip voor zijn schoonmoeder Machteltie Bastiaens en voor Crijntie Bastiaens, alle wonende te Akersloot en erfgenamen van zaliger Claes Willemsz, aan Guierte Dircx, mede wonende te Akersloot, twee akkers zaadland, groot tezamen 165 1/2 roeden, naast elkaar gelegen inden dam noorden hoorenen, belend ten oosten de lage ven, ten zuiden de koopster zelf, ten westen de gemeenewech en ten noorden de armen van Akersloot (ORA Akersloot inv.115 fol.58v d.d. 10.5.1680; ORA Akersloot inv.105 fol.63 d.d.12.6.1680 maakt voorts duidelijk dat Machteltie Bastiaens weduwe was van Jan Jansz Schouten; op 26.1.1680 begint Jacob Claesz Stierip een procedure tegen Tijmen Cornelisz, Jan Jacobsz Sluijs en Dirck Cornelisz, Jacob Stam c.s. als erfgenamen van Claes Willemsz, waaruit duidelijk wordt dat Claes Willemsz een zoon was van Anna Dircx, en dat hij heeft geërfd van Claes en Griete Dircx, broer en zuster van Anna, ook is er geërfd van Pieter Dirckse, voorts wordt gesproken over zekere Guierte Cornelis en Rem Cornelisz, zie ORA Akersloot inv.105 fol.40 d.d. 26.1.1680, uitspraak op 24.5.1681; ORA Akersloot inv.105 d.d. 8.9.1690 maakt voorts duidelijk dat Machtelt Bastiaens een zuster was van Dirck Bastiaensz, die kinderen waren van Maertie Dircks en zodoende erfden van Klaes Dircksz, Grietie Dircks en Aechgie Dircks), zij verkopen in die kwaliteit op 23.6.1680 voor een bedrag van 80 gulden aan Jacob Claesz, wonende te Akersloot in lamoor, een akker zaadland, groot 72 1/2 roeden, gelegen bij de lamoorringherlaen, belend ten oosten de gemeenewech, ten zuiden Maerten Cornelisz Boet, ten westen de euverendijck en ten noorden Jan Willemsz Remkens (ORA Akersloot inv.115 fol.64 d.d. 23.6.1680), zij verkopen in die kwaliteit op 22.11.1680 voor een bedrag van 418 gulden 8 stuivers aan Claes Cornelisz Smit 1/4 deel in een stuk land genaamd spieringh, groot dat vierde deel 523 roeden, gelegen achter de geest int groote polder, gemeen met de koper zelf en met Claes Hemmen en Simen Dircksz, belend ten oosten den dam, ten zuiden Jan Jansz Huijsman, ten westen de mieusloot en ten noorden Claes Jacobsz erfgenamen (ORA Akersloot inv.115 fol.71v d.d. 22.11.1680), zij verkopen in die kwaliteit op 14.3.1681 voor een bedrag van 948 gulden 11 stuivers aan Jan Adriaensz Gorter een stuk land genaamd de hooge ven, groot 746 roeden, belend ten oosten de beltwech, ten zuiden Maritie en Lijsbet Isbrants, ten westen de gemeenewech en ten noorden Jacobs Claesz, alsmede een stuk land genaamd de belt groot 502 roeden, belend ten oosten de beltwech, ten zuiden Maerten Jansz c.s., ten westen Dirck Jacobsz Slijcker c.s. en ten noorden de kinderen van Ootger Simensz Schuier, beide gelegen bij de beltwech (ORA Akersloot inv.115 fol.73v d.d. 14.3.1681), koopt op 17.5.1682 voor een bedrag van 254 gulden 16 stuivers van Jacobje Jans, weduwe van zaliger Garbrant Jansz Pater, voor haarzelf, Gerrit Claesz secretaris en Rem Claesz als voogden van Annetie Garbrants, Machtelt Garbrants en Claes Garbrantsz, nagelaten kinderen van Garbrant Pater geprocreëerd bij zijn overleden huisvrouw Aechte Claes, en nog voor Jacob Garbrantsz Pater, Jan Garbrantsz Pater en Sijtje Garbrants, mede kinderen van Garbrant Jansz Pater geprocreëerd bij Jacobje Jans, alle wonende te Akersloot, een hofstee groot 10 roeden, gelegen aan de waterzij, belend ten oosten de schoudijck, ten zuiden het stedt, ten westen de kerckmeer en te noorden Jan Cornelisz Schee, alsmede een drechs acker gelegen bij de voornoemde hofstee, groot 78 1/2 roeden, belend ten oosten de camers, ten zuiden de predecant, Dieuwer Elijas en Jacob Meijndertsz, ten westen de schoudijck en ten noorden de stad Haarlem (ORA Akersloot inv.115 fol.76 d.d. 17.5.1682), koopt op 13.5.1683, volmacht gevende aan zijn zwager Dirck Cornelisz, van de erfgenamen van zaliger Zijtie Jans, een stuk land gelegen in de binnegeester polder, groot 2849 roeden, belend ten oosten de geest, ten zuiden Aerjaentien Huijberts, ten westen de wateringh en ten noorden Jeroen Maertensz, de voet voor 20 gulden 16 stuivers 4 penningen, alsmede een stuk land genaamd liefoogh, gelegen achter hongeest, groot 21324 roeden, belend ten oosten de vaert, ten zuiden Aerjaentien Huijberts, ten westen Pieter Cornelisz Huijsman en ten noorden de gemeene wech, de voet voor 20 gulden 12 stuivers 4 penningen (ORA Akersloot inv.115 fol.139v d.d. 13.5.1683), leent op 31.1.1684 aan Wouter Claesz, wonende te Akersloot een bedrag van 400 gulden (ORA Akersloot inv.115 fol.148 d.d. 31.1.1684), is vanaf 12.12.1687 tezamen met Reijndert Jacobsz Sluijs, Jan Willemsz Hooft, Jan Krijsman, de erfgenamen van Baertjan Cornelisz, de erfgenamen van Brantie Bolle, Klaes Spanjert, de weduwe van Wouter Spanjert, en Jacob Slicker, alle schippers, gedaagden in een proces aangespannen door Dirck Jacobsz Slicker inzake het verlies van diens schip (ORA 105 fol.160 d.d. 12.12.1687), koopt op 10.3.1687 voor een bedrag van 611 gulden van Aeght Jans, weduwe van wijlen Pieter van der Velde, geassisteerd met haar broer Louris Jansz, alsmede de voogden van de twee minderjarige kinderen van Pieter van der Velde, met name Jan Pietersz en Pieter Pietersz, allen wonende te Akersloot, een stukje land gelegen in de binnegeester polder, genaamd cornelis jacobs ven, groot 757 roeden, belend ten zuiden Reijndert Sluijs en ten noorden Aerjaentje Huijberts (ORA Akersloot inv.116 fol.41 d.d. 10.3.1687), koopt op 20.3.1687 van Maertie Willems, wduwe van wijlen Jacob Jansz Louwe, geassisteerd met Dingenoom Wijbrantsz, voor haarzelf, Claes Jansz als man en voogd van Trijn Jacobs, mede voor haarzelf en de rato caverende voor Willem Jacobsz, tegenwoordig in slavernij bij de turken, allen wonende te Akersloot, een stuk weijlant gelegen voor lamoor, genaamd de ven, groot 1300 roeden, belend ten oosten de schoudijck en ten zuiden Adrijaen Jacobsz Foppe, ten westen de veltlaen en ten noorden Claes Jansz Kortijck (ORA Akersloot inv.116 fol.41v d.d. 20.3.1687), koopt op 24.5.1688 voor een bedrag van 189 gulden van Jan Jacobsz de Vos de gerechte helft in een stuk land genaamd de hooge ven, gelegen in de hoorenen, groot de helft 242 roeden, belend ten oosten de schoudijck, ten zuiden Dirck Cornelisz Schoemaeker c.s., ten westen de watering en ten noorden de verkoper (ORA Akersloot inv.116 fol.71v d.d. 24.5.1688), koopt op 24.5.1689 voor een bedrag van 1240 gulden van Cornelis Mieuwsen van de Stierp een stuk land liggende in de wouderpolder genaamd wilkes ven, groot 58 snees, belend ten noorden de stierp, ten zuiden Jacob van de Caep, ten westen Reijer Teunisz en ten oosten Claes Luijtsz (ORA Uitgeest inv.207 fol.48v d.d. 24.5.1689), koopt op 23.4.1690 van de voogden over de boedel van Lambert Dircksz van der Velde, mitsgaders Klaes Klaesz Vet, voor hemzelf, geassisteerd met Cornelis Govertsz, zijn wettige voogd, 821 1/2 roeden in een stuk land gelegen in saskerleij in de banne van Akersloot, gemeen met de stad Haarlem, belend aan de langemeer (ORA Akersloot inv.116 fol.85 d.d. 23.4.1690), koopt op 16.5.1692 voor een bedrag van 460 gulden van Lansloot Sijmonse en Cornelis Janse Backer, mitsgaders Neel Adrijaens, in absentie van haar man Klaas Sijmonse, voor henzelf en de rato caverende voor andere geinteresseerden, een huis en erf, staande en gelegen in de kerckbuiert te Akkersloot, belend met de gemene wegh ten oosten, Saertien Heijndricks ten zuiden en westen en het kleijne laentie ten noorden (ORA Akersloot inv.116 fol.125 d.d. 16.5.1692), koopt op 30.3.1693 voor een bedrag van 275 gulden van Jacob Gerritsz een stuk land gelegen in de westwouderpolder, genaamd de groote ven en groot 1224 roeden, belend ten oosten Jan Kapies, ten westen heijke vaers ven, alsmede nog een stuk land genaamd de lange acker gelegen ald., groot 1001 roeden, belend ten oosten Dirck Cornelisz Smit en ten westen de weduwe van Jan Dircksz Louwe (ORA Akersloot inv.116 fol.151 d.d. 30.3.1693), op 18.7.1695 compareert de eerzame Jacob Bol, van Akersloot, die verklaart op 27.6.1695 verkocht te hebben aan de heer Mattijs Romswinkel, koopman binnen Amsterdam, voor rekening van schipper Jan Sijmonsze, een fluitschip genaamd de st pieter, met de gereedschappen, appendentiën, dependentiën en verdere toebehoren van dien, het voorsijde schip laatst door decomparant in plaats van wijlen Jan Jacobsze Sluijs, van Akersloot als schipper gevoerd, en nu door de koper ontvangen is, voor de som van 8100 gulden (ONA Amsterdam inv.5272 akte 613743 d.d. 18.7.1695), is vader van Cornelis ged. Akersloot (rk) 3.9.1671 (get. Dirk Krelisse), is vader van Ariaentje ged. Akersloot (rk) 1.1.1673 (get. Magteltje Bastiaans), is vader van Cornelis ged. Akersloot (rk) 20.8.1675 (get. Tijmen Crelissen), is vader van Claes ged. Akersloot (rk) 29.8.1677 (get. Grietie Dircks), is vader van Duifje ged. Akersloot (rk) 27.8.1679 (get. Lutie Jacobs), is vader van Cornelis ged. Akersloot (rk) 29.11.1680 (get. Dirk Crelissen), is vader van Duijfje en Maertie ged. Akersloot (rk) 25.7.1683 (get. Lutie Jacobs en Anna Jacobs), tr. Akersloot (kath.) 23.11.1670 (getuigen Reijndert Jacobsz en Huijgh Jansz) met |
1971 | Neeltje Cornelis Sluijs, katholiek, dr. van Cornelis Dirksz en Arien Timis, daagt op 6.9.1697, als weduwe van Jan Jacobsz Sluijs, Pieter Cornelisz Huijsman voor het betalen van achterstallige landhuur (ORA Akersloot inv.106 fol.118 d.d. 6.9.1697), daagt op 8.6.1699, als weduwe van Jan Jacobsz Sluijs en mede erfgenaam van Pieter Sluijs, en tezamen met Jacob Klaese Schaep als mede erfgenaam van zaliger Jacob Cornelisz Spiegel, Jan Cornelisz Krijsman, mede buurman te Akersloot, om voldoening van een som inzake verkoop van een fluitscheepje genaamd emerentie en emelia, door gedaagde als schipper gevoerd en verkocht (ORA Akersloot inv.106 fol.128v d.d. 8.6.1699), koopt op 2.11.1700 als weduwe van Jan Jacobsz Sluijs van de armvoogden van Akerslooot een akker saijlant gelegen voor de hoorenen, groot 70 roe, belend ten zuiden de koopster en ten noorden Krijntie Sijmons (ORA Akersloot inv.117 fol.395v d.d. 2.11.1700), koopt op 22.11.1701 voor een bedrag van 110 gulden van de armvoogden van Akersloot een akker zaailand ten noorden van de rommeldijck groot 20 voet, belend ten noorden Trijn Jans en ten zuiden Adrijaen Veltseer (RAA RA 117), koopt op 26.1.1702 als weduwe van Jan Jacobsz Sluijs van Cornelis Dircksz, woonachtig te Oostzaandam, voor hemzelf, en Dirck Cornelisz Pluijm, oudschepen te Akersloot, als voogd van Marij Jans, nagelaten dochter van Jan Dircksz, een akker saijlant gelegen voor de hoorenen, groot 61 roeden, belend ten zuiden Klaes Cornelisse Smit, ten noorden 't schrootie van pieter roose, ten oosten de middel wegh en ten westen de oeverendijck (ORA Akersloot inv.118 fol.417v d.d. 26.1.1702), koopt op 25.5.1702 voor een bedrag van 84 gulden 12 stuiver van Sijmon Maertensz Dubbelt, woonachtig in de bedijkte schermeer, een akker saijlant gelegen voor den hoorenen, groot 95 1/2 roe beoosten de middel wegh, belend ten zuiden de dam weijt, ten noorden de koopster zelf (ORA Akersloot inv.118 fol.427v d.d. 25.5.1702), op 4.6.1706 koopt ze 496 zaadland genaamd ritsevelt gelegen bij de saskerleijt (RAA RA 118), koopt op 23.3.1710 voor een bedrag van 52 gulden van de erfgenamen van zaliger Trijn Willems, met name Dirk Willemsz en Gerrit Zijse, een akker zaadlant gelegen voor middelbuiert, groot 113 roeden, belend ten zuiden Cornelis de Wit en ten noorden Trijn Jans (ORA Akersloot inv.118 fol.567v d.d. 23.3.1710), koopt op 5.2.1712 voor een bedrag van 113 gulden 14 stuiver van Claas Koningh een portie in een stuk land genaamd de binnen ven, gelegen binnen geesten, de portie groot 379 roeden, belend ten zuiden Jan Butter en ten noorden de koopster zelf (ORA Ak ersloot inv.118 fol.600v d.d. 5.2.1712), op 5.2.1712 compareert Cornelis Sluijs, voor hemzelf en zich sterk makend voor zijn moeder Neeltje Sluijs, die voor een bedrag van 134 gulden 6 stuiver transporteren aan Cornelis Assendelft, wonende te Akersloot, 188 roeden zaadlant, gelegen voor vier huijsen, belend ten noorden Jacob Schee en ten zuiden de koper (ORA Akersloot in.118 fol.601v d.d. 5.2.1712), op 17.4.1722 compareren de erfgenamen van Neeltje Sluijs en de voogden over de minderjarige kinderen van Cornelis Sluijs, die verkopen aan Willem Willemsz Bakker, wonende te Akersloot, een huis en erf staande en egelegen op mollenbuijrt, het erf groot 44 roeden, belend ten noorden Arien Schoenmaeker en ten zuiden de weduwe van Pieter Teunisz (ORA Akersloot inv.119 fol.89v d.d. 17.4.1722) |
1976 | Cornelis Jansz Duijtscheboer (Duijtseboer), wonende aan de driehuizerweg in de bedijkte Schermeer, koopt op 15.6.1647, dan wonende in de schermeer, van Jan Jansz Swan, eveneens wonende in de schermeer, een partij land gelegen in de schermeer in kavel no.19 in letter L, groot 5 morgen 595 roeden, belend de raadsheer Pauw ten westen en de driehuijserwech ten noorden (ORA Schermeer inv.6348 d.d. 15.6.1647), koopt op 1.5.1649, dan wonende in de schermeer, voor een bedrag van 2112 gulden van Jan Cornelisz Bloijs, eveneens wonende in de schermeer, een stuk land gelegen in de letter L in de kavel no.19, groot 3 morgen 327 roeden (ORA Schermeer inv.6348 d.d. 1.5.1649), koopt op 16.9.1651 voor een bedrag van 2988 gulden van Jacob Baertsz, secretaris van de schermeer, een portie land gelegen in de schermeer in de letter L in de kavel getekend met nummer 19, groot 3 morgen 309 roeden, belend de koper ten noorden (ORA Schermeer inv.6348 d.d. 16.9.1651), koopt op 10.5.1652 en 19.5.1652, dan wonende in de schermer, van Aerian Jansz voor hemzelf, Cornelis Pietersz Groteman voor hemzelf, Willem Cornelisz Groot als oom en voogd van Cornelis Cornelisz, innocent, Jacop Dircksz vanwege Anne Jacops zijn moeder, Cornelis Dircksz vanwege Sara Jacobs zijn moeder, tezamen erfgenamen van zaliger Areian Cornelisz Groteman en allen wonende te Graftdijk, een stuk land gelegen ald. groot 10 aglen 10 roeden genaamd comen knoffel, belend ten westen de dijcksloot en dijck, ten noorden Vien Pietersz erven, ten zuiden Laures Cornelisz en ten oosten Jan Pieter Taems (ORA Graft inv.6349 fol.107v d.d. 10.5.1652 en fol.110 d.d. 19.5.1652), koopt op 14.2.1660 van de schoolvoogden te Driehuizen een stukje grond nabij het brugpad te Driehuizen, belend ten zuiden Sijmon Claesz en benoorden het pad van de bregh (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6330 fol.14v d.d. 14.2.1660; zie voorts ibid. fol.36 d.d. 12.1.1661 wanneer het stukje grond wordt verkocht), koopt op 9.3.1662 van Pieter Jacobsz Olij, Jan Adriaensz Backer en Baert Pietersz, armvoogden te Graft, een stuk land groot 10 achlen 11 roeden, gelegen in de banne van Graft in de west, belend ten zuiden Vien Pietersz erven, ten oosten Jan Cornelisz Colles, ten westen de eijlantsdijck (ORA Graft inv.6440 fol.218v d.d. 9.3.1662), koopt op 19.4.1662 een custingbrief van Cornelis Ariaansz Backer (RAA RA 6330, fol.47v), koopt op 9.5.1671 van juffrouw Barbara Carel weduwe van Dr Jeronimy Ranst twee kavels land in de Schermeer genummerd L 22 en L 23 groot tezamen dertig morgen 312 roeden (RAA RA 6349) en die hij op 3.4.1683 verkoopt aan Laurens Jansz Pereboom (RAA RA 6349), koopt op 25.4.1675 van Cornelis Jansz Reus, erfgenaam van zaliger Jan Pietersz en zich sterk makend voor de mede erfgenamen een huis ald. met achter het huis een vrije open sloot en vrije overgang over de erven van Claes Jansz en Sijbout Bastiaensz en een gezamenlijke brug tussen de huizen van Claes Dircksz en Cornelis Jacobsz (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.105 d.d. 25.4.1675, verkoopt op diezelfde dag, dan wonende in de bedijkte schermeer, voor een bedrag van 37 gulden aan Cornelis Jacobsz Ton, wonende te Grootschermer, een huis en erf staande en liggende te Grootscherrmer, belend met de boomgaard van zaliger Herman Bosch ten noorden en het lege erf van zaliger Claes Jansz ten zuiden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.105v d.d. 25.4.1675), zijn erfgenamen Jan Cornelisz Duijtseboer en Willem Cornelisz van der Sluijs verkopen op 6.3.1690 voor een bedrag van 15 gulden aan Jacob Claasz Schipper 3/4 deel een agle land gelegen in de banne van Graft gelegen bij West-Graftdijk en genaamd de bartelven, met de koper gemeen, belend ten zuiden Pieter Auwelsz Prins en ten noorden Jan Arisz Helling (ORA Graft inv.6442 fol.248 d.d. 6.3.1690), tr. met |
1977 | Aafien Cornelis, overl. voor 3.4.1683 |
1980 | Jan Dirksz Vlaanderen (Vlanderen), jongman in de Schermer, afkomstig van De Rijp, zn. van Dirck Jansz (die testeert voor zijn zoon Jacob Dircksz Vlaanderen bij diens voorgenomen huwelijk met Trijntje Claes Gorter d.d. 23.5.1665, zie voorts doopboek De Rijp nederd. geref.), aangenomen als onderwijzer in de Schermeer op 11.10.1664 (Waterschap Schermeer inv.47 d.d. 11.10.1664), wordt op 25.4.1675 op zijn verzoek voor het oppassen van het horloge (de klok) in het schermeerkerkje aan de zuidervaart jaarlijks 15 gulden toegevoegd bovenop zijn traktement voor zijn schoolmeesterschap (Waterschap Schermeer inv.47 d.d. 25.4.1675), is koster en schoolmeester in de bedijkte Schermeer (doopboek Zuidschermer), onderwijzer en voorganger te Driehuizen (RAA RA 6332, fol.127v), is voogd over het kind van zijn dochter Guert Jans bij zaliger Cornelis Maartensz Koster, die in de bedijkte Schermeer is overleden (RAA RA 6339, 25.9.1692), is vader van Aarien ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 6.9.1665, is vader van Lijsbeth ged. Zuidschermer (nederd. geref.) juni 1667, is vader van Brecht ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 19.5.1669, is vader van Dirck ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 12.10.1670, is vader van Maartie ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 2.11.1672, is vader van Aarjen ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 1.1.1675, is vader van Willem ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 9.11.1681, tr. Zuidschermer (nederd. geref.) 16.11.1664 met |
1981 | Anna Adriaans, jongedochter van De Rijp, belijdenis samen met haar man te Zuidschermer op 8.3.1665 |
1982 | Joost Cornelis Joosten, wonende in de bedijkte Schermeer, belijdenis ald. 18.3.1663, zn. van Cornelis Joosten en Neel Jans, is vader van Neel ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 1.1.1679, is vader van een kind ged. Zuidschermer 22.6.1681, tr. met |
1983 | Trijn Jans, jongedochter uit de banne Oudkarspel |
1988 | Jacob Dirksz Slot, afkomstig van Oosthuizen, tr. 2e Oosthuizen (nederd. geref.) 1.12.1686 met Teuntje Jacobs, jongedochter van Durgerdam, tr. 1e ald. (nederd. geref.) 5.10.1681 met |
1989 | Neeltje Cornelis, jongedochter van Oosthuizen |
2000 | Aerjan (Adriaen, Ariaen) Jansz Kriek (Krieck, Crieck), ged. Noordeinde dg 4.2.1674, wonende in Noordeinde, zn. van Jan Jansz Kriek en Beertjen Arians, vermeld. ald. in het noorden van het Noordeinde in de gaarboeken van Graft, in het huis dat tot 1669 toebehoorde aan zijn vader, over de periode 1670 tot 1681 (OA Graft inv.131 anno 1670 scan 131 en inv.304 anno 1681 scan 123), verkoopt op 3.4.1682 aan Jan Bartelsz Bakker een huisje en erf in het Noordeinde (ORA Graft inv.6442), otr. 2e Graft civiel 31.1.1682 (hij weduwnaar en bijgestaan door zijn broer Jacob Jansz Kriek, zij bijgestaan door haar vriend Sijmon Claasz Bijnagt), tr. ald. civiel met Griet Tijs, weduwe van het Noordeinde, otr. 1e Graft civiel 25.1.1670 (hij bijgestaan door Willem Jansz Krieck, zijn oom, en zij door Cornelis Arisz, haar broer), tr. ald. civiel met |
2001 | Jantjen Aris, ged. Noordeinde dg 4.2.1674, jongedochter van het Noordeinde, dr. van Aris Lubbertsz en Trijn Cornelis |
2002 | Jan Pietersz Kalf, jongman van Wormer, verwerft in 1680 van zijn schoonmoeder het oude huis over sloot en de helft in de bogaert gelegen in het Noordeinde aan de hoge zijde (OA Graft inv.302 anno 1680 scan 107), overl. omstreeks 1685 (vergelijk OA Graft inv.307 anno 1684 scan 101 en inv.308 anno 1685 scan 97: vanaf 1685 wordt melding gemaakt van Jan Pietersz Kalfs kinderen, waaruit blijkt dat ook hun moeder reeds overleden is), op 13.4.1699 compareren Arent Aerjansz Kriek, wonende in het Noordeinde en gehuwd met Aagt Jans, alsmede voor haar zuster Trijn Jans, tezamen kinderen en erfgenamen van Jan Pietersz Kalf, die verkopen aan Maarten Claasz Kuijper, mede wonende in het Noordeinde, voor een bedrag van 135 gulden een huis en erf liggende in het Noordeinde over sloot, belend ten oosten, westen en noorden de vaarsloten en ten zuiden Cornelis Claasz Valk en Jan Dirksz (ORA Graft inv.6444 fol.20v d.d. 13.4.1699), otr. Graft civiel 22.10.1672 (hij bijgestaan door Pieter Pietersz zijn broer en zij door Jacob Pietersz Croon haar broer), tr. ald. civiel met |
2003 | Jantjen Jacobs, afkomstig van het Noordeinde, dr. van Jacob Pietersz Paeij en Aerjantjen Viens, begr. Graft (nederd. geref., grafnr. 33) 9.5.1684 |
2012 | Dirk Dirksz Bouman, wordt samen met zijn vrouw genoemd in de nederd. geref. lidmatenlijst van St. Annaparochie in het jaar 1699, tr. met |
2013 | Christina (Christine) Hendriks, lidmaat St. Annaparochie (nederd. geref.) in het jaar 1686, lidmaat ald. in het jaar 1707, dan wonende aan de smalle zijde van de warmoesstraat (lidmatenreg. nederd. geref.) |
2022 | Taams Heertjes, wonende in De Rijp, zn. van Heertje Jansz Kinnes en Marij Taams, op 16.2.1680 verkopen de wettelijke voogden over het kind van zaliger Taams Heertsz en de wettelijke voogden over het kind van Engel Heertjes aan Ariaan Jansz Backer een stukje land groot 4 agele 36 roe 8 voet, belend ten noorden Willem Jansz Vet en ten zuiden Jan Donder (ORA De Rijp inv.6376 fol.104 d.d. 16.2.1680), op 25.5.1679 worden Hendrick Willemsz en Garbrant Jansz aangesteld tot voogden over zijn nagelaten kinderen bij Neeltje Jans (ORA Graft inv.6415 scan 16), op 6.2.1681 leent Jan Jacobsz, oudschepen en vroedschap tot Schermer 200 gulden met 4 procent interest aan aan de weeskinderen van Taems en Neeltje en aan het weeskind van Pieter Volkers en Engel Heertjes, met als borgen Cornelis en Jacob Jansz tot Schermer (ibid. scan 18), op 16.5.1682 leent Andries van der Lijn aan de weeskinderen van Taems en Neeltje een bedrag van 550 gulden met 4 procent interest, met hypotheek op een huis en erf, belend ten oosten Jacob Allertsz en ten westen Willem Vet (ibid. scan 20), is vader van Marij ged. De Rijp (nederd. geref.) 13.2.1661, is vader van Maritje ged. De Rijp (nederd. geref.) 29.7.1663, is vader van Neeltjen ged. De Rijp (nederd. geref.) 17.1.1666, tr. met |
2023 | Neel Jans, gezien de voogdij van Garbrant Jansz bij haar kinderen gaat het hier waarschijnlijk om Neel Jans Swol (Swols), zuster van Garbrant (Garment), Jacob, Sijmen en Lijsbet, die eveneens kinderen in die periode laten dopen in De Rijp, en waarbij Neel drie maal optreedt als doopgetuige |
2024 | Olbrant Jansz Bergen, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.240) 24.11.1698, zn. van Jan Cornelisz Bergen de oude alias Molenaar en Aeltjen Jans, stierman (stuurman) ald., vermeld in de gaardersregisters van Graft vanaf 1660 tot 1698 (OA Graft inv.283 anno 1660 en inv.322 anno 1698 scan 61; uit de gaardersregisters blijkt tevens dat Olbrant in 1660 al wel op die plek woont maar geen huis bezit, dit verandert in 1664 wanneer hij wel een huis bezit ald., en verandert opnieuw in 1668 wanneer hij een huis en een klein huisje bezit ald.), presenteert op 2.1.1672 bij openbare veiling te verkopen drie nieuwe roeischuitjes (ORA Graft inv.6470 scan 83 d.d. 2.1.1672), presenteert op 26.2.1672 bij openbare veiling te verkopen een nieuw roeischuitje (ORA Graft inv.6470 scan 86 d.d. 26.2.1672), presenteert op 3.1.1676 bij openbare veiling te verkopen een nieuwe smak genaamd de axter, oud 2 jaar, die maar twee reizen heeft gevaren (ORA Graft inv.6470 scan 131 d.d. 3.1.1676), leent op 5.1.1676 van Pieter Jansz Ridder een bedrag van 225 gulden waarvoor hij twee naast elkaar gelegen huizen op de bangert te Graft in onderpand geeft, belend ten westen Adriaen Willemsz en ten oosten Pieter Jansz Kistemaker (ORA Graft inv.6458 fol.11 d.d. 5.1.1676), verkoopt op 19.7.1676 aan Jan Willemsz Jongelinck, poorter van de stad Amsterdam, een smakschip genaamd de exter (ORA 6441 fol.232 d.d. 19.7.1676), verkoopt op 12.9.1698 voor een bedrag van 80 gulden aan zijn zoon Jan Olbrantsz Beij voornoemde twee huizen gelegen naast elkaar tegen over de bongert, belend ten oosten Teunis Jansz en ten westen Jan Danser c.s. en ten zuiden en noorden de vaarsloten (ORA Graft inv.6443 fol.275v: dat het hier gaat om de zoon van Olbrant Jansz Bergen blijkt evident uit het gaardersregister van het jaar 1698, waar hij Jan Olbrantsz Bergen wordt genoemd), staat op 7.2.1665 Griete Pieters, jongedochter van Graft, bij als diens zwager bij haar civiele ondertrouw met Pieter Jansz Ridder, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.240) 28.8.1671, is vader van Arijan Ollebrantsz (zijn vrouw begr. nederd. geref. grafnr.240 d.d. 3.8.1697), tr. met |
2025 | NN Pieters, dr. van Pieter Cornelisz Baij, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.240) 9.1.1679 |
2026 | Pieter Jansz Vlottes, zn. van Jan Claesz Vlottes, vermeld in de gaarboeken van Graft vanaf 1650 tot 1685 (OA Graft inv.270 anno 1650 scan 65; ibid. inv.308 anno 1685 scan 47; in de jaren 1650 en 1651 betaalt hij waakgeld en paargeld, vanaf 1652 bezit hij een huis ald., in 1686 is het huis overgedragen aan zijn schoonzoon Jan Olbrantsz Bergen), begr. Graft (nederd. geref., grafnr.60) 23.1.1686, koopt op 2.4.1653 van Jan Evertsz Glasemaker een huis en erf met al hetgeen er aard- en nagelvast aan is, staande en liggende tot Graft op de dijck, belend ten oosten Jan Aertsz de Meelman, ten westen Aeltgen Heertges, ten zuiden de heerestraet en ten noorden de vaarsloot, alsmede een bleekveld voor de deur met een vrije gang aan de westzijde (ORA Graft inv.6439 fol.137 d.d. 2.4.1653), is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 2.12.1649, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 31.10.1656, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 27.4.1659, is vader van een dochter begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 27.4.1671, is vader van Kars Pietersz begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 9.4.1684, tr. met |
2027 | Anne Karsses, begr. Graft (nederd. geref., grafnr.160) 30.43.1682 |
2028 | Cornelis Karsz (Carsen, Carstens), zn. van Kars Cornelisz en Marij Jans, staat op 6.1.1657 Jannetje Jans, jongedochter van Graft bij als diens zwager bij haar civiele ondertrouw met Olof Jansz, staat op 2.2.1658 Geert Cornelis, jongedochter van het Noordeinde bij als diens vriend bij haar civiele ondertrouw met Gerrid Dircksz, tr. met |
2029 | Impje Jans, is in 1668 tezamen met Meijndert Rensen en Aagje Dircks getuige bij het huwelijk van Gerrit Jansz en Trijntje Jacobs alias Boijckes, wonende te Grootschermer (rk Noordeinde, thans statie De Rijp, 4.6.1668), is in datzelfde jaar ook getuige bij de doop van een kind van Jan Karsz en Guertje Jacobs (doopboek Noordeinde rk d.d. 8.8.1668) |
2030 | Cornelis Cornelisz Tuk (Tuck, Tuckes), leeft 15.5.1666 (ORA De Rijp inv.6375 fol.66 d.d. 15.5.1666), overl. voor 8.1.1678 (ORA De Rijp inv.6376 fol.66v d.d. 8.1.1678), tr. met |
2031 | Baaf Sijmens, verkoopt op 21.9.1676 als weduwe van Cornelis Cornelisz Tuckes, wonende in De Rijp, voor een bedrag van 90 gulden aan Rongh Dircksz, wonende te Graft, een huis en erf met al hetgeen er aard- en nagelvast aan is, staande en liggende te Graft op het schoutslantje, belend ten oosten de koper, ten westen Kees Maets weduwe of armvoogden, ten zuiden en ten noorden de respectieve sloten (ORA Graft inv.6441 fol.233 d.d. 21.9.1676), op 24.1.1699 verkopen Dieuwer Cornelis en Kars Cornelisz, kinderen van Baaf Sijmens [sic], wonende binnen De Rijp, voor een bedrag van 110 gulden aan Jacob Jansz Thijs, mede wonende te De Rijp, een huis en erf staande en liggende in het westendt, belend ten westen de koper zelf en ten oosten Albert Dircksz Roos, met aan de oostzijde van het huis een vrije gang, waarbij Jacob belooft de helft van het bedrag in het navolgende jaar te betalen (ORA Graft inv.6378 fol.55v d.d. 24.1.1699; daaronder verklaren Piet Heijn gehuwd met Dieuwer Cornelis en Kars Cornelisz gehuwd met Trijn Cornelis, voor henzelf en staande voor de andere kinderen van Baaf, dat de schuld is afgelost op 31.1.1700), haar man's naam blijkt uit transport van het westelijk aangrenzende huis op 14.3.1682 en (ORA De Rijp inv.6376 fol.158v d.d. 14.3.1682; ibid. inv.6378 fol.8v d.d. 22.6.1697) |
2040 | Cornelisz Florisz, timmerman te Graft, zn. van Floris Cornelisz Wigger, vermeld in de gaarboeken van Graft vanaf het jaar 1652 tot 1673 (OA Graft inv.274 anno 1652 scan 49; ibid. inv.296 anno 1673 scan 53), compareert op 6.2.1655 waarbij hij verklaart schuldig te zijn aan de diaconen van de gereformeerde kerk te Graft een som van 150 gulden inzake koop en leverantie van een vrij huis en erf, staande en liggende te Graft op de dijck, belend ten oosten Pieter Visjager en ten westen Kors Jansz Poel, door hem gekocht, waaraan hij verbindt hetzelfde huis en erf alsmede zijn persoon en zijn onroerende en roerende goederen (ORA Graft inv.6457 fol.41v d.d. 6.2.1655), reist in 1671 af naar Suriname, vanwaaruit hij een brief stuurt naar zijn vrouw, en waaruit blijkt dat zij op dat moment meerdere kinderen hebben (Nationaal Archief, Archief van het High Court of Admiralty, Kapitein Cornelis Bastiaensz, HCA30 inv.227/1 scan 571 d.d. 11.1.1672: looft godt booven al geschreven den 11 jannewarij 1672 in de revier van Sername, den vriendelijcke groetenisse sij geschreven aen mijn seer beminde huijsvrou Reijnst Melles, ick laat u weeten als dat ick noch gesont en wel te pas ben daer god voor danke, alsoo ick hoope dat het met u mijn lief en ons kinderen meede soo is waer het anders het soude mij van herten leet sijn om te hooren voort laet ick u weeten als dat wij den eersten dagh in het jaar van 1672 hier op de revier van Sername sijn gekoomen, wij hebben langh onder weegh geweest en hebben hier gebraght 47 paerden, ick hoop dat het niet heel langh met ons hier sal duren, ick make gissing om hier 5 a 6 a 7 maenden gemeenlick leggen, ick weet u noch soo geen tijt te seggen wanneer wij thuijs hoopen te weesen, ick hoop altijt van voor de winter soo het godt belieft, mijn lief weest niet swaarmoedigh, de tijt sal wel om koomen als wij leeven en gesont sijn draeght togh wat goede sorgen voor ons kinderen en voor u, ick heb het hier wel, ik eete wel en ons dranck kan ghij wel denken wat het is doch alte met noch wel een roemer wijn, ick wilde wel dat ick een brief van u hadde, wat sal ick u nu veel meer schrijven als ik wensche u mijn lief met ons kinderen veel goeden nacht, ick hoop wij sullen malkander in gesontheijt weder sien soo het godt belieft, seght alle vrienden veel sgoede nacht niet meer op dit pas dan sijt godt bevoolen en van herten gegroet en ick wensche u mijn lief met ons kinderen veel goeden nacht, bij mij Cornelis Florisz van Graft, den 11 jannewarij 1672; en op de envelop: te bestellen tot Amsterdam bij de haringhpackerstooren aen de grafter schuijten en voort aen de eerbare Reijnst Melles de huijsvrou van Cornelis Florisz, timmerman tot Graft), op 7.1.1681 presenteert de weduwe van Cornelis Florisz bij openbare veiling te verkopen een huisje en erf met al hetgeen er aard- en nagelvast op en aan is, staande en liggende te Graft op de dijk, belend ten oosten Cornelis Pietersz Kes en ten westen Jan Dirksz Mols weduwe en ten zuiden en noorden de vaarsloten (ORA Graft inv.6471 scan 40 d.d. 7.1.1681: het huisje is voor een bedrag van 25 gulden 4 stuivers gekocht door Hilbrant Claasz Gorter), is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.218) 5.5.1661, is vader van een kind begr. Graft (nederd. geref., grafnr.218) 23.7.1664, is vader van Melle ged. De Rijp (nederd. geref.) 1.11.1671, tr. met |
2041 | Reijnst Melles, vermeld in de gaarboeken van Graft als weduwe van Cornelis Florisz vanaf het jaar 1674 tot 1680 (OA Graft inv.297 anno 1674 scan 51; ibid. inv.302 anno 1680 scan 49) |
2042 | Maerten Cornelisz Mekannes, jongman van Graft, zn. van Cornelis Maertensz Mekannes, vermeld in de gaarboeken van Graft vanaf 1661 tot 1684 (OA Graft inv.284 anno 1661 scan 41; ibid. inv.307 anno 1684 scan 43; in 1661 betaalt hij paargeld, vanaf 1662 wordt hij genoemd als eigenaar van een huis dat daarvoor toebehoord heeft aan Marij Claes, zij is denkelijk een zuster van Claes Claesz Veringman, wiens huis vanaf 1674 eveneens in het bezit is van Maerten), begr. Graft (nederd. geref., grafnr.256) 16.4.1685, otr. Graft civiel 5.2.1661 (waarbij hij wordt bijgestaan door zijn vader Cornelis Maertensz en zij door haar vader Jan IJversz), tr. Graft nederd. geref. met |
2043 | Dieuwer Jans, jongedochter van De Rijp, vermeld in de gaarboeken van Graft vanaf 1685 tot 1695 (OA Graft inv.308 anno 1685 scan 39; ibid. inv.319 anno 1695 scan 45; in 1696 wordt het bezit niet meer genoemd) |
2044 | Minne (Meinert) Jansz, vermeld in de gaarboeken van Graft onder Oostgraftdijk van 1666 tot 1670 (OA Graft inv.289 anno 1666 scan 213 en inv.293 anno 1670 scan 181; betaalt paargeld ald.), vermeld ald. onder Graft vanaf 1671 tot 1693 (OA Graft inv.294 anno 1671 scan 13 en inv.317 anno 1693 scan 69), zn. van Jan Minnes, verkoopt op 26.1.1662 bij openbare veiling aan Floris Huijbertsz voor een bedrag van 105 gulden een huis en erf staande en liggende op Oostgraftdijk, met aan de westzijde van hetzelfde huis 10 voet erf, belend ten oosten Mieus Cornelisz, ten westen Adriaen Jacobsz, ten zuiden de ringsloot en ten noorden 's heerestraat (ORA Graft inv.6467 d.d. 26.1.1662 scan 142: uit de gaarboeken wordt duidelijk dat het gaat om het huis van Cornelis Claesz, die hier tot het jaar 1661 vermeld wordt, zie OA Graft inv.284 anno 1661 scan 210), treedt met attestatie van Oostgraftdijk op 27.12.1676 toe tot de nederd. geref. kerk te Graft, verkoopt op 27.11.1677 voor een bedrag van 240 gulden aan Cornelis Sijvartsz Swart een huis en erf staande te Graft in de noord, belend ten zuiden Simon Pietersz, ten noorden Simon Claasz de Wever en ten oosten en westen de vaarsloten, met aan de zuidzijde een vrije eigen gang van de 's heerestraat af tot het achterhuis toe (ORA Graft inv.6441 fol.255 d.d. 27.11.1677; aangezien van dit huis rond het jaar 1671 geen koopakte is aangetroffen zal het huis nieuw zijn gebouwd), koopt op 11.12.1677 voor een bedrag van 255 gulden van Abraham Jansz, koopman te Graft, een leeg erf waar een huis op heeft gestaan, gelegen tot Graft benoorden de kerk aan de lagezij, belend ten oosten de koper, ten westen Dirck Jacobsz, ten noorden Jan Jansz Snijder en ten zuiden de heerestraet (ORA Graft inv.6441 fol.255v d.d. 11.12.1677), verkoopt op 10.12.1690 voor een bedrag van 250 gulden aan Cornelis Claasz een vrij huis en erf te Graft benoorden de kerk, belend ten oosten Jan Claasz Bergen, ten westen Dirk Jacobsz Castricums weduwe, ten zuiden de vaarsloot en ten noorden de haven, hebbende dit huis een bleekveldje op het oostend van het buurtje beoosten Jan Claasz Bergens de wal of de houten kaeij op het oosteinde in onderhoud, met Jan Claasz Bergen gemeen, en heeft Dirk Jacobs Castricums weduwe een vrije waterhalinge op en over dezelve, aangaande de haven benoorden het huis, komt voor de helft dit huis toe zo ver het huis strekt (ORA Graft inv.6442 fol.266 d.d. 10.12.1690; dit zal het huis zijn dat volgens de gaarboeken eerst toebehoorde aan Anne Claas, de tweede vrouw van Minne), koopt op 25.11.1690 voor een bedrag van 200 gulden van Mr Andries Muurlink, chirurgijn te Graft, een huis en erf staande op de dam ald. aan de lage zij, belend ten zuiden de wijk of de vaarsloot, ten noorden Sijbrig Maertens, ten oosten het pakhuis van de verkoper en ten westen de heerestraat (ORA Graft inv.6442 fol.265v d.d. 25.11.1690) en dat hij op 14.5.1694 verkoopt aan Dirk Jansz Bergen (ORA Graft inv.6443 fol.119v d.d. 14.5.1694), koopt op 6.9.1693 voor een bedrag van 31 gulden van Jasper Cornelisz en Lourens Pietersz gehuwd met Grietje Cornelis, beide kooplieden te Zaandam en zich sterk makend voor de verdere erfgenamen van zaliger Stijn Cornelis, een half huis en erf, te weten de oostelijke helft, gelegen op pieter komes buurt, belend ten westen annex Trijn Piet Jels, ten oosten Claes Claasz en ten zuiden en noorden de vaasloten (ORA Graft inv.6443 fol.82v d.d. 6.9.1693) en dat hij verkoopt op 4.1.1695 –dan onder vermelding dat het gelegen is op de timmerbuurt- voor een bedrag van 42 gulden aan Cornelis Tijsz Bergen (ORA Graft inv.6443 fol.139 d.d. 4.1.1695), is vader van Jan ged. Oostgraftdijk (nederd. geref.) 12.7.1664, is vader van Cornelis ged. Oostgraftdijk (nederd. geref.) 22.7.1668, otr. 2e Graft civiel (zij bijgestaan door Abraham Jansz) 6.11.1677, tr. ald. nederd. geref. (testament zie ONA Graft iv.1612 fol.442 d.d. 24.3.1692: Minne Jansz benoemt tot zijn erfgenaam zijn zoon Cornelis Minnes, Anne Claes benoemt tot haar erfgenamen de dochters van haar broer Claes Claesz) met Anne Claes, weduwe van Dirck Baertsz Nantjes, zij is voorts de zuster van Aeffjen Claes en Guijrtjen Claes, tr. 1e met |
2045 | Marij Cornelis, mogelijk een dr. van Cornelis Claesz, voogd over haar kinderen is Gerrit Cornelisz Afterom (ORA Graft inv.6492 fol.232 23.11.1677: compareert Minne Jansz en Gerrid Cornelisz voogd over Cornelis Minnesz geprocreëerd bij Marij Cornelis, die bij uitkoop van zijn moeders erfenis zal ontvangen de som van 150 gulden, alsmede het beste bedt, peulen, kussens, dekens, lakens, slopen en een bed, met een root ruijchjen van moeders klederen, waarbij vader belooft het kind, thans omtrent 9 jaar, belooft te onderhouden; ibid. d.d. 24.3.1694: compareerde Cornelis Minnes, thans getrouwd en derhalve mondig, die een som van 40 gulden ontvangt, waarbij zijn vader Minne Jansz verklaart ten overstaan van zijn voogd Gerrit Cornelisz Afterom dat Cornelis het resterende geld zal ontvangen na dood van Minne Jansz en zijn vrouw Anne Claes, waarmede akkoord) |
2046 | Albert Dircksz Wever (de Wever), molenaar in de middenmolen aan de ringdijk van de Schermeer nabij Graftdijk, overl. 1670 (Schilstra), mogelijk een zn. van Dirck Claesz Wever (Schilstra), is vader van Immetien ged. Zuidschermer (nederd. geref.) april 1665, is vader van een kind ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 25.3.1668, tr. NN, overl. 1670 |
Generatie XII |
|
2112 | Jan Cornelisz Banning alias Jan Kees Gabben alias Jan Cornelisz Houwertjes, visser, aanvankelijk wonende in Assendelft, verkoopt op 5.3.1638 voor zichzelf alsmede voor zijn vader Cornelis Garbrantsz en zijn broers en zuster een veenakker land in jan baningen weer genaamd de suijder etveen groot 117 roeden belend ten noordoosten en zuidoosten Simon Claesz Wildeboer ten zuidwesten Aecht Willems en ten noordwesten Albert Engelsz Bieren voor een bedrag van 114 gulden (RA Assendelft inv.2006 fol.261v-262 d.d. 5.3.1638), verkoopt in die hoedanigheid op 5.3.1638 aan buurvrijer Pontiaen Dircxz een huis en erf belend ten noordwesten de wechsloot ten zuidoosten het achterland ten noordoosten Jan Engelsz Boeff en ten zuidwesten Neel Jans met haar kinderen, alsmede een stuk land in jan baningen weer groot 737 roeden belend ten noordwesten Jan Jansz Baning ten noordoosten Cornelis Aelbertsz ten zuidoosten Albert Engelsz Bieren c.s. en ten zuidwesten Aecht Willems voor een bedrag van 2009 gulden 6 stuivers (RA Assendelft inv.2006 fol.262v d.d. 5.3.1638), verkoopt in die hoedanigheid op 5.3.1638 aan Claes Jacobsz een stuk land genaamd de bincaijck groot 837 roeden belend tenn oordoosten Floris Pietersz met zijn kinderen ten zuidoosten Jan Jansz Baning ten zuidwesten Albert Engelsz Bieren c.s. ten noordwesten de kaijck voor een bedrag van 1146 gulden boven een opstal van 7 gulden 10 stuivers op de kerk en pastorie (RA Assendelft inv.2006 fol.263-263v d.d. 5.3.1638), verkoopt in die hoedanigheid op 5.4.1638 aan Trijn Pieters weduwe van Garbrant Cornelisz een stuk land genaamd de boveegh liggende achter aan de worven in jan baningen weer groot 3422 roeden belend ten noordwesten de worven ten noordoosten Griet Simons ten zuidoosten en ten zuidwesten de koopster, alsmede een akker land in de kerckweer groot 197 roeden belend ten noordwesten en noordoosten Cornelis Allertsz ten zuidoosten Heindrick Jansz Smidt en ten zuidwesten Willem Willemsz Korssen c.s. voor een bedrag van 868 gulden (RA Assendelft inv.2006 fol.280v en 283 d.d. 5.4.1638), verkoopt in die hoedanigheid op 5.4.1638 aan Jan Willemsz Schuijtvoerder een stuk land genaamd de cruijs camp liggende op de delft in jan baningen weer groot 395 roeden belend ten noordwesten de delft ten noordoosten Marten Jansz ten zuidoosten Griet Simons en ten zuidwesten Trijn Pietersz Schouten voor een bedrag van 440 gulden (RA Assendelft inv.2006 fol.283v-284 d.d. 5.4.1638), vertrekt in april 1638 samen met zijn vrouw naar Purmerend (lidmatenboek Assendelft nederd. geref.), woont ald. in het jaar 1649, verkoopt op 8.1.1649 voor zichzelf alsmede voor zijn erven en nakomelingen aan zijn broer Garbrant Cornelisz Banningh buurman te Assendelft een stukje land groot 329 roeden genaamd de drie ackers liggende in hillegondt roeloffs weer belend ten noordoosten de kinderen van Jacob Smit en ten zuidoosten Jan Auwelsz Moens ten zuidwesten Garbrant Laurusz en ten noordwesten Jan Willem Keessen (RA Assendelft inv.2009 fol.108 d.d. 8.1.1649), wordt op 3.3.1656 tezamen met Cornelis Bastiaensz, Jan Claesz Kaecken, Jelis Dircxz, Jan Engelsz Boeff met zijn zoon, Engel Pieter Allerden met zijn zoon, en Wouter Reijersz Visscher gedaagd door Lubbertus Thopas substituut officier te Assendelft omdat zij op 25 en 26 februari van dat jaar met te fijne netten zouden hebben gevist (RA Assendelft inv.1979 d.d. 3.3.1656), zoon van Cornelis Garbrantsz Banning en Marij Cornelisdr, tr. met |
2113 | Machtelt Florisdr, dr. van Floris Jan Floren en Duijff Engels (RA Assendelft inv.2005 fol.468-468v d.d. 16.6.1634: Jan Cornelisz nomine uxoris erfgenaam van Floris Jansz) |
2114 | Jan Heijndricx, wonende in Haarlem aan de boerenwegh, laat vanaf 1654 kinderen dopen te Assendelft (doopboek nederd. geref. ald.), koopt op 24.4.1673 van Jan Jacobsz Floren alias Vleugel een huis en erf in de kerkbuurt op het laentje, met een vrij pad over de werf tot voorbij het huis, belend ten noordoosten de kinderen van Jan Pietersz Ketelboeter ten zuidwesten Willem Cornelisz Keesmans voor een bedrag van 260 gulden (RA Assendelft inv.2012 fol.183v d.d. 24.4.1673), otr. Haarlem (nederd. geref.) 23.12.1640, tr. ald. (nederd. geref.) 6.1.1641 met |
2115 | Josina (Josijntje, Josijntge) Jans van Mierlo alias Josijntje Moer (Vroemoer), jongedochter van de grote houtstraet in Haarlem, ged. Haarlem (nederd. geref.) 13.12.1615 (get. Silvester Pietersz en Hester Sotier), verblijft in 1638 te Assendelft (lidmatenreg. Assendelft nederd. geref.), is na 1654 vroedvrouw te Assendelft (zie o.a. RA Assendelft inv.2011, fol.224v, d.d. 27.2.1666), dochter van Jan Jansz van Mierlo en Janneken Mattheus |
2120 | Pieter Jansz Korver (Corver) alias Backer, jongman van Assendelft, geb. ca. 1628 (GAZ ONA 155 d.d. 12.8.1663), wonende in de kerkbuurt ald., bakker ald., koopt op 20.4.1657 van Aechte Niels weduwe van Jacob Jansz Backer geassisteerd met Jacob Nielsz haar broer, voor de ene helft, en Claes Woutersz Rockje voor de andere helft, een huis en erf staande in de kerkbuurt belend ten noordoosten Jacob Jacobsz Leen te zuidoosten Claes Gijsen ten zuidwesten Marij Cornelis en ten noordwesten de weghsloot, voor een bedrag van 1138 gulden (RA Assendelft inv.2010 fol.157v d.d. 20.4.1657), overl. voor 20.12.1679 (RA Assendelft inv.2013 fol.77v-78 d.d. 20.12.1679), verkoopt op 10.4.1671 aan Mr Claes Corver schoolmeester een huis en erf in de kerkbuurt belend ten noordoosten Hendrick Jansz Peet ten zuidoosten Claes Ghijsz ten zuidwesten Jan Maertsz Peertjes en ten noordwesten de heerenwegh, voor een bedrag van 650 gulden (RA Assendelft inv.2012 fol.146v d.d. 10.4.1671), wordt meermalen vermaand door de kerkenraad van de nederd. geref. kerk ald. inzake zijn stevige drankgebruik (GAZ kerkarch. Assendelft inv.1, d.d. 15.11.1671. 5.1.1672, 17.4.1672, 4.11.1672, 30.7.1673), zn. van Jan Jansz Korver en Griet Cornelis, otr. Assendelft (nederd. geref.) 6.2.1656, tr. ald. (nederd. geref.) 20.2.1656 met |
2121 | Anna (Anne) Claes alias de Backster alias Corffer, jongedochter van Assendelft, bakster ald., verkoopt op 20.12.1679, tezamen met haar zoons Jan, Gerrit en Heinrick Korver, geassisteerd met Jan Claesz Backer, Harmanus Pas en Garbrant Claesz Leen als gekoren voogden voor de minderjarige kinderen van Pieter Korver, aan Mr Nicolaes Corver, alle zodanige erfenis als haar door het overlijden van Heinrick, Simon en Claessie Boet is toegekomen, alsmede datgene dat zij heeft geërfd van Neltie Boet, te weten 3/32 deel in het huis en erf dat Neltie Boet bewoont, belend ten noordoosten Gerrit Dircksz Boet en ten noordwesten voornoemde Neltje Boet c.s., 3/32 deel in de achterven groot 1142 roeden belend ten zuidwesten en ten noordwesten Neltie Boet, 3/32 deel in de buijtkaijck groot in het geheel 1564 roeden belend ten zuidoosten Neltie Boet, alles gelegen in boets weer, 3/32 deel in de split en rietveen groot tezamen 1008 roeden belend ten zuidoosten en noordwesten Gerrit Dircxz Boet, 3/32 deel van de twisch bij Nauerna groot in het geheel 798 roeden belend ten noordoosten Jan Willem Keesen en ten zuidwesten Claes Roelen, 3/32 deel in de suijder hoge veen groot in het geheel 350 roeden belend ten zuidoosten Gerrit Dircksz Boet, alles gelegen in boets weer, 3/32 deel van het scheppen twisch groot in het geheel 716 roeden liggende in flooren weer belend ten noordoosten Dirck Annes en ten zuidwesten Heinrick Wildeboers kinderen, 3/32 deel in een derde deel in de halve duijfies meed, groot in het geheel 901 roeden liggende in flooren weer belend ten noordoosten Trijn Gelbertsz en ten zuidwesten Maerten Engelsz, 3/32 deel int dijck campie groot 211 roeden liggende in cruijven weer, alsmede haar bestorven gedeelte in de nagelaten goederen van Claessie Gerrits, gelegen in de banne van Westzaan, en voorts als haar in die hoedanigheid is toegekomen van de inboedel en huisraad, te weten bedden, dekens, linnen, wollen, kas, ketels, bakkersgereedschap, voor een totaalbedrag van 320 gulden (RA Assendelft inv.2013 fol.77v-78 d.d. 20.12.1679; zie ook RA Assendelft inv.2014 fol.78v d.d. 17.1.1687), verkoopt op 10.2.1687 tezamen met Jan en Cornelis Claesz beide wonende in Assendelft alsmede voor hun broer Sijmon Claesz schoolmeester te Spaarnwoude alle erfgenamen van Claes Gerbrants zaliger twee stukken land in de banne van Assendelft het ene genaamd de achterven in roelen weer groot 1649 roeden belend ten noordoosten Lourus Jansz en ten zuidwesten Ootger Lourusz, het andere genaamd de schinkel in de hemmen groot 197 roeden belend ten noordoosten Guertje Jacob Thijssen en ten zuidoosten de koper zelf voor een totaalbedrag van 996 gulden (RA Assendelft inv.2014, fol.80v-81 d.d. 10.2.1687), verkoopt in die hoedanigheid op 14.2.1687 aan Gerrit Dircksz Boet een stuk land genaamd t madt in boets weer groot 502 roeden belend ten zuidwesten Trijn Havix en ten noordoosten Bartholomeus Willemsz voor een bedrag van 168 gulden (RA Assendelft inv.2014 fol.88 d.d. 14.2.1687), verkoopt in die hoedanigheid op 14.2.1687 aan Cornelis Claesz Wildeboer een stuk land genaamd de hooge veen in dirck jannen weer groot 743 roeden belend ten zuidoosten Cornelis Pieter Oomen en ten noordoosten Cornelis Smit voor het bedrag van 250 gulden (RA Assendelft inv.2014 fol.88v-89 d.d. 14.2.1687), verkoopt in die hoedanigheid op 14.2.1687 aan Aldert Cornelisz Kors twee stukjes land, ten eerste t ackertje in maerte jans weer groot 180 roeden belend ten noordoosten Claes Oot en ten zuidwesten Jan Carels, ten tweede t vijver campje in oftlaets weer groot 208 roeden belend ten noordoosten Guertje Ouwerijx en ten zuidwesten Trijntje Claes, voor een totaalbedrag van37 gulden (RA Assendelft inv.2014 fol.89v d.d. 14.2.1687), begr. Assendelft impost 1.8.1712 (aangifte door zoon Gerrit Korver), erft van Claes Garbrantsz zoon van Garbrant Claesz Backer (zie RA Assendelft inv.2012 fol.230v d.d. 14.5.1676; ibid. fol.238v d.d. 7.10.1676; verponding Assendelft inv.3 fol.461) en die op zijn beurt erfde van Alijdt Claes wier grootvader Engel Jan Franssen deelde in bezittingen van de familie Boet (zie o.a. verponding Assendelft inv.1 fol.114), wordt meermalen vermaand door de kerkenraad van de nederd. geref. kerk ald. inzake haar stevige drankgebruik (GAZ kerkarch. Assendelft inv.1 d.d. 31.10.1680; ibid. d.d. 6.8.1683), dr. van Claes Sijmonsz Backer en Griet Jans |
2124 | Isaack (Isack) Jansz Peet, wonende in Assendelft aan de hoogendijk en nadien in het woutvierendeel op peeten weer, ged. Assendelft (nederd. geref.) 25.10.1637, verkoopt op 17.2.1662 aan Gerrit Claesz Boschman een stuk land in de banne van buijtenhuijsen genaamd de cleijne gale ven groot 755 roeden belend ten noordoosten Cornelis Jansz Punt ten zuidoosten de heerenwech ten zuidwesten Jan Bouwisz en ten noordwesten de wijckermeer voor een bedrag van 850 gulden (RA Assendelft inv.2011 fol.105v d.d. 17.2.1662), verkoopt op 18.5.1664 tezamen met Jan Jansz Gooten voor zichzelf en uit naam van Jannitje Cornelis weduwe van Jan Cornelisz Gooten aan Claes Ootgersz de helft van een stuk land genaamd de wasselijck liggende met de koper onverdeeld en gemeen binnen de banne van Assendelft buitendijks, te weten Isack Jansz Peet voor 1/3 deel, Jan Jansz Gooten c.s. voor 1/6 deel, groot in het geheel 1605 roeden, belend ten noordoosten Frederijck Vroom ten zuidoosten de meerdijck ten zuidwesten Claes Gerritsz van Saenen en ten noordwesten de wijckermeer, voor een bedrag van 740 gulden (RA Assendelft inv.2011 fol.196v d.d. 18.5.1664), verkoopt op 2.4.1666 aan Jan Cornelisz Peet een stuk land genaamd de vijff geers groot 1120 roeden belend ten noordoosten Trijn Claes weduwe van Cornelis Willemsz Schimmelpenning ten zuidoosten Claes Ootgersz ten zuidwesten Aecht Ariaens weduwe en kinderen en ten noordwesten de hogendijck voor een bedrag van 1692 gulden (RA Assendelft inv.2011 fol.247v d.d. 2.4.1666), koopt op 21.6.1667 van de armvoogden een huis en erf staande aan de hoogendijck belend ten noordoosten de kinderen van Jan Cornelisz Gooten ten zuidwesten de koper zelf voor het bedrag van 157 gulden (RA Assendelft inv.2012 fol.34-34v d.d. 21.6.1667), koopt op 4.5.1668 samen met Bouwis Jansz Peet van Pieter Jansz Heijn, Ghijsz Pieter Ghijsz, Cornelis Ghijsz, Jan Claesz Lou als voogd voor Jannitje Ghijsz, Neeltje Pieters, de weesmeesters als oppervoogden van Pieter Cornelisz, en Pieter Cornelisz Lis die zich mede sterk maakt voor zijn zuster en broers een stuk buitendijks land in de banne van Assendelft genaamd wasselijck groot 1567 roe belend ten zuiden de wijckermeer en ten noorden Claes Gerritsz van Sanen en dat wordt betaald met een custingbrief (RA Assendelft inv.2012 fol.59v d.d.4.5.1668), verkoopt op 15.2.1669 aan Dirck Hercksz Grootsant een stuk land genaamd de roomse ven groot 1620 roeden liggen in jan barents weer belend ten noordoosten Jan Pieter Willemen weduwe ten zuidoosten Claes Gerritsz van Sanen ten zuidwesten de weduwe van Willem Willemsz Solderman en ten noordwesten de verkoper zelf voor een bedrag van 2400 gulden (RA Assendelft inv.2012 fol.71 d.d. 15.2.1669), koopt op 17.2.1673 van Cornelis Cornelisz Kist gehuwd met Trijn Pieter wonende in de poel de helft van een stuk land genaamd de wasselijck groot die helft 783 en een halve roeden belend ten noordoosten Claes Gerritsz van Sanen ten zuidoosten zuidwesten en noordwesten de hoogendijck waarvan voornoemde Isack Jansz Peet de andere helft reeds toebehoort, hij betaalt met een stukje land genaamd schippers ventje (RA Assendelft inv.2012 fol.179 d.d. 17.2.1673), in 1678 enkele keren vermeld als een van de erfgenamen van Gerrit Jacobsz (RA Assendelft inv.2013 fol.24v d.d. 26.2.1678; ibid. fol.25 d.d. 26.2.1678; ibid. fol.25v d.d. 26.2.1678; ibid. fol.26 d.d. 26.2.1678), verkoopt op 1.3.1678 aan Griet Jans Cleijne een stuk land genaamd ouwe jans kaag groot 437 roeden liggende in de buijtenkaag belend ten zuidoosten Gerrit Baert Huijgen c.s. ten zuidwesten Sijmon Jans Joosten voor een bedrag van 200 gulden (RA Assendelft inv.2013 fol.27 d.d. 1.3.1678), verkoopt op 14.3.1678 aan Willem Thomasz een huis en erf staande en liggende in de banne van Assendelft in de poel, belend ten noordoosten Jan Jansz Gooten en ten zuidwesten Jan Cornelisz Poel, alsmede een stuk land genaamd de wasselijck groot 1566 roeden, belend ten zuidwesten de wijckermeer en ten noordoosten Claes Gerritsz van Saenen, voor het bedrag van 500 gulden (RA Assendelft inv.2013 fol.30v-31 d.d. 14.3.1678), overl. voor 28.2.1682 (RA Assendelft inv.2013 fol.145v d.d. 28.2.1682), zn. van Jan Jacobsz Peet en Griet Lauwen, tr. met |
2125 | Maritje (Marij) Maerts, verkoopt op 28.2.1682 aan Willem Jansz Keesen c.s. Gerrit Jansz Boet een stuk land gelegen in het zuideinde van Assendelft groot 1280 roeden belend ten zuidwesten de meerdijck voor een bedrag van 410 gulden (RA Assendelft inv.2013 fol.145v d.d. 28.2.1682), verkoopt op 3.3.1682 aan Heijndrick Cornelis Heijnen een stuk land genaamd de onbedijckte wasselijck groot 592 roe belend ten zuidoosten de dijck en ten noordwesten de wijckermeer voor een bedrag van 110 gulden (RA Assendelft inv.2013 fol.146v d.d. 3.3.1682), verkoopt op 19.4.1682 aan Willem Pietersz Bollen een stuk land genaamd de halven uijterdijck over de camer ven groot 90 roeden belend ten noordoosten Aegt Gerrit Huijgen en ten zuidwesten Heijnrick Cornelis Heijnen voor een bedrag van 15 gulden 15 stuivers (RA Assendelft inv.2013 fol.154 d.d. 19.4.1682), op 17.2.1684 verkoopt Jan Maertsz Poel als voogd van de onmondige kinderen van Isack Jansz Peet aan Gijsbert Pietersz vant Hoff een stuk land genaamd t ventje in buijtenhuijssen groot 711 roeden belend ten noordoosten en zuidwesten de kinderen van Claes Grootsant voor een bedrag van 425 gulden (RA Assendelft inv.2013 fol.219v-220 d.d. 17.2.1684) |
2144 | Pieter Pietersz Ploijer, op 28.12.1674 compareren Bartel Hendricksz Sluijter, Chrispiaen Dircksz en Germand Allertsz, voor henzelf en gelast zijnde van Hillegont Jonckers weduwe, Antge Pieters Gerritooms, Pieter Pietersz Ploijer, Jan Abramsz, Pieter IJsbrantsz, Aechte Baerts, Aris Michielsz, Jan Jacobsz Mostert, alle wonende te Krommenie als bezitters van zekere huizen en erven staande te Krommenie op het mat, aan de personen van Pieter Jansz, Allert Jansz Schouten en Cornelis Gerbrantsz, mede wonende te Krommenie, als bezitters van zekere huizen en erven ald., dat zij de middelste brug van 't madt op de heijlige wech, aangezien deze zeer vervallen is, om bij te dragen aan het herstel van de brug (ONA Krommenie inv.3047 akte 37 d.d. 28.12.1674), bekent op 12.8.1682 schuldig te zijn aan Jannetje Piet Bommes, weduwe van Pieter Claesz Hardt, een som van 164 gulden, verhypothekeerd op zijn huis en erf staande en liggende op het madt, belend ten westen de erfgenamen van Jan Abrahamsz en ten oosten Garmet Allertsz en voorts op zijn persoon en zijn goederen (ORA Krommenie inv.1403 fol.192v d.d. 12.8.1682), is vader van Aafje ged. Krommenie (nederd. geref.) 4.5.1659, is vader van Aagt ged. Krommenie (nederd. geref.) 15.5.1661, is vader van Michiel ged. Krommenie (nederd. geref.) 13.8.1662, is vader van Sijmon ged. Krommenie (nederd. geref.) 29.8.1666, is vader van Preijne ged. Krommenie (nederd. geref.) 23.2.1668, tr. met |
2145 | Risje Willems, jongedochter van Krommenie |
2150 | Gerrit Jelisz, bakker, wonende te Oostzaan in de hael, belooft op 30.3.1677 aan Adriaen Jacobsz gedurende de rest van zijn leven wekelijks een roggebrood van zes pond te laten toekomen voor het eigendom van een half huis en erf gelegen in de hael belend ten zuiden Albert Jansz ten noorden Jacob Jansz (OA Oostzaan inv.443 fol.34v d.d. 30.3.1677) |
2180 | Jacob Claesz Stierman alias Zeman alias Jacob Claes Philips, geb. ca. 1593 (ONA Uitgeest inv.5016 akte 161 d.d. 8.9.1639: attestatie door Cornelis Pietersz, oud 61 jaren, en Jacob Claesz oud 46 jaren, beiden woonachtig te Markenbinnen, die testeren op verzoek van Garbrant Claesz Backer), zn. van Claes Phillipsz (eenmalig Jacob Claesz Philips aangetroffen als belender van een stuk land in het marckervelt, doch vergeten te noteren!), op 10.6.1629 compareren Pieter Gerritsz te Knollendam, Jacob Jacobsz van Krommenie, mede voor Cornelis Cornelisz van Jisp, die transporteren aan Jacop Claesz van Markenbinnen een stuk land genaamd after broijkes, groot omtrent 12 snees, belend ten oosten Meijnert Sijmonsz ten zuiden de vaersloot ten westen Cornelis Claesz Backer en ten noorden Neel Jans (ORA Uitgeest inv.195 fol.152 d.d. 10.6.1629), op 22.5.1633 compareert Sijmon Jansz als zoon en voogd van Neel Claes, weduwe van zaliger Jan Cornelisz Backers, die bekent verkocht te hebben aan Jacob Claesz Stierman, beide buurlieden te Markenbinnen, een huis en erf staande en liggende aldaar, met een halve sloot liggende achter het voorzeide huis tot op het marckermeertge toe, belend ten oosten Pieter Claesz ten zuiden Hillegont Claes ten westen Aechte Reijers en ten noorden de gemeene weg (ORA Uitgeest inv.197 fol.72 d.d. 22.5.1633), verklaart op 20.2.1639 op verzoek van schout en schepenen van de banne van Uitgeest inzake de voorgenomen aanleg van een vaart door de de heeren bedijkers van de starnmeer waarbij de keuze wordt voorgelegd of de vaart bewesten of beoosten de marcken gemaakt moet worden, waarbij vele inwoners van Markenbinnen worden ondervraagd, waarbij zijn vrouw gezien Jacob niet thuis is meent dat haar man de vaart het liefst beoosten heeft en niet weet hoeveel land hij heeft, doch later thuisgekomen geeft Jacob aan de vaart het liefste bewesten te hebben en dat hij omtrent 25 snees land heeft (ONA Uitgeest inv.5016 akte 144 d.d. 20.1.1639), op 9.6.1643 compareert Thijs Pietersz, wonende te Markenbinnen, als voogd van Marij Jans weduwe van wijlen Heertje Jansz, mede te Markenbinnen, die bekent verkocht te hebben aan Jacob Claesz, mede aldaar, een akkertje land liggende int marckervelt genaamd de havercamp, groot 7 1/2 snees min 1 1/12 roede, belend ten oosten de buttersloot ten zuiden Jan Dirck Reijers ten westen de koper en ten noorden Cornelis Claesz Schoenmaecker (ORA Uitgeest inv.198 fol.106v d.d. 9.6.1643), op 21.5.1647 compareert Dirck Cornelisz Boocke, oud-schepen te Markenbinnen, die bekent verkocht te hebben aan Jacob Claesz, buurman te Markenbinnen, een stukje land liggende op de marcken genaamd heijnen saet, groot 1 gars 1 1/2 snees en 6 roeden, belend ten oosten Jacob Claeses hofstede ten zuiden de dob ten westen Cornelis Claesz en ten noorden de vaersloot (ORA Uitgeest inv.209 fol.24v d.d. 21.5.1647), op 27.10.1655 compareert Gerrit Pietersz, wonende te Markenbinnen, als oom en bloedvoogd van de nagelaten kinderen van Claes Sijmonsz, die in die kwaliteit bekent verkocht te hebben aan Jacob Claesz, mede wonende aldaar, een stuk land in de marckerpolder genaamd smitsven, groot omtrent 8 1/2 snees, belend ten oosten Neel Cornelis, ten zuiden Sijmon Dircxz kinderen ten westen Jacob Phillipsz en ten noorden de dob sloot (ORA Uitgeest inv.200 fol.87 d.d. 27.10.1655), is vader van Jacob Jacobsz Busch, is vader van Cornelis Jacobsz Priester geb. ca. 1635 (hij was commandeur op een walvisvaarder, zie ONA Krommenie inv.3043 akte 19 d.d. 16.10.1663; impost begr. Krommenie 19.6.1707, tr. met Duijf Sijmons, testament zie ONA Zaandijk inv.6398 akte 119 d.d. 17.4.1690, hertr. met Trijn Sijmons, zie ONA Zaandijk inv.6402 akte 22 d.d. 18.9.1701, na zijn overlijden worden zijn bezittingen volgens testamentaire dispositie verkocht door zijn naaste bloed, wat blijkt te gaan om de kinderen van Jacob Jacobsz Busch, zie ORA Uitgeest inv.210 fol.67 d.d. 20.5.1710 en ORA Krommenie inv.1406 fol.107 d.d. 27.4.1714), is vader van Claes Jacobsz Zeeman geb. ca. 1635 (ONA Krommenie inv.3043 akte 19 d.d. 16.10.1663), is schoonvader van Gerrit Maertsz wonende in De Woude (ORA Uitgeest inv.209 fol.36 en fol.51), is schoonvader van Jan Dircxz Louwen wonende in De Woude (ORA Uitgeest inv.206 fol.67-68 en fol.115v), is vader van Dieuwer Jacobs die trouwt met Reijer Jansz (ORA Uitgeest inv.253 fol.131 anno 1669), is vader van Jannetgen Jacobs en Marijtgen Jacobs (zij zijn wellicht gehuwd met Gerrit Maertsz en Jan Dircxz Louwen), tr. met Neltje Jans, moeder van Jannetje Jacobs, dr. van Jan Maertsz en Aechte Reijers (ONA Uitgeest inv.5020 fol.4v d.d. 22.6.1645; ibid. fol.99 d.d. 18.6.1653: Aechte Reijers bepaalt dat de 300 gulden die Jacob Claesz aan haar schuldig is zal komen aan de kinderen van Jacob Claesz bij Neltgen Jans, haar overleden dochter, en dat in voldoening van een vierde deel van het huis waar zij in woont, dat 100 gulden naar Jannetje Jacobs zal gaan en ingeval zij mocht overlijden aan Marijtgen Jacobs, de jongste dochter van Jacob Claesz, en ingeval haar zoon Maerten Jansz voor haar mocht komen te overlijden, zijn kinderen in zijn plaats zullen erven), tr. voorts met |
2181 | NN, dr. van Cornelis Heijndricxz (ORA Uitgeest inv.204 fol.195v d.d. 20.5.1677: Jacob Claesz Zeman c.s. erfgenamen van zaliger Cornelis Heijndricxz) |
2184 | Pieter Jacobsz Gooren (Gores), zn. van Jacob Pietersz Gooren, op 4.5.1651 compareren Cornelis Pietersz en diens zoon Jan Cornelisz, voor henzelf en zich tezamen sterk makende voor Engel Cornelisz, wonende te Alkmaar, en Claes Cornelisz, wonende te Krommenie, mitsgaders Anna en Marijtgen Cornelis, alle kinderen van voornoemde Cornelis Pietersz, die bekennen verkocht te hebben aan Pieter Jacobsz Gores, mede wonende te Markenbinnen, een huis en erf staande en gelegen ald., belend ten oosten Gerrit Jan Leckers hofstede, ten zuiden de voorsloot, ten westen Jan Meijndertsz en ten noorden leelijke halich (ORA Uitgeest inv.199 fol.110v d.d. 4.5.1651), op 30.5.1662 compareren Claes Cornelisz Alckemade en Dirck Jansz Speciael, wonende te Markenbinnen, als wettelijk gekoren voogden over de kinderen van Pieter Jacobsz Gores, in zijn leven buurman te Markenbinnen, die bekennen verkocht te hebben aan Claes Jansz, mede wonende ald., een huis en erf staande en gelegen te Markenbinnen, het erf groot 1 1/2 snees, belend ten oosten Pieter Jacobsz, ten zuiden de vaersloot en ten westen Jan Meijndertsz (ORA Uitgeest inv.202 fol.64 d.d. 30.5.1662), op 3.8.1666 compareren Pieter Mieusz, Jan Mieusz en Cornelis Jacobsz Biersteecker, omen en bloedvoogden, en Claes Cornelisz Welbooren, wettelijk gekoren voogd van Diewer Pieters en Jacob Pietersz, minderjarige achtergelaten kinderen van zaliger Pieter Jacobsz Goores en Aechte Mieus, in hun leven wonende te Markenbinnen, die hebben laten registreren de goederen van de voornoemde kinderen, zo tot hun zaliger vaders en moeders erfenis competerende, te weten en stuk land gelegen in de marckerpolder genaamd grooven, groot omtrent 6 snees, belend ten oosten Pieter Mieusz, ten zuiden de vaersloot, ten westen Trijn Keessen en ten noorden de kinderen van zaliger Pieter Dircxz Blaeu, alsmede een custingbrief van het huis en erf van voornoemde Pieter Jacobsz Gores en Aechte Mieus achtergelaten en na hun overlijden verkocht aan Claes Jansz, waar nog op staat te betalen 200 gulden [in de marge: deze 200 gulden met de intrest vandien betaald op 7.6.1672, is wederom gesteld aan Dirck Dircxz als man en voogd van Dieuwer Pieters], alsmede 107 gulden berustende onder Claes Cornelisz Welbooren, wettige voogd van de kinderen [in de marge: daarvan is 75 gulden aan IJsbrant IJsbrantsz op Assum uitgezet], tenslotte verklaart Dirck Dircxz gehuwd met Dieuwer Pieters dat is voldaan op 15.5.1674 (ORA Uitgeest inv.243 fol.122 d.d. 3.8.1666), tr. met |
2185 | Aechte Mieus, overl. voor 3.8.1666 (ORA Uitgeest inv.243 fol.1087 en 108v d.d. 3.8.1666),dr. van Mieus Claesz, verkoopt op 20.1.1654, dan weduwe van zaliger Pieter Jacobsz Gores, geassisteerd met Jan Dircxz en Maerten Pieter Smitses, haar gecoren voogden, in dezen Pieter Mieusz, oom en bloedvoogd van Maijnsgen, Dieuwertgen en Jacob Pietersz, achtergelaten kinderen van voornoemde Pieter Jacobsz Gooren geprocreëerd bij Aechte Mieus, aan Willem Leendertsz Pelt een stukje land gelegen in de banne van Uitgeest in de wouderpolder genaamd robberts ven, groot omtrent 11 snees, belend ten oosten Dirck Pietersz den Uijl, ten zuiden Pieter Heijndricxz, ten westen Gerrit Jansz Leckers en ten noorden de westent sloot (ORA Uitgeest inv.200 fol.3v d.d. 20.1.1654), op 28.4.1654 compareren Willem Claesz, buurman in De Woude, voor hemzelf, en Pieter Mieusz als voogd van Aechte Mieus, zijn zuster, die bekennen verkocht te hebben aan Duijff Pieters, weduwe van zaliger Dirck Reijersz, buurvrouw in De Rijp, een stukje land liggende in de marckerpolder genaamd smits noort, groot 1 gars 3 roeden, belend ten oosten Cornelis Heijndricxz, ten zuiden Jacob Claesz, ten westen Duijff Pieters zelf en ten noorden de starrenmeer (ORA Uitgeest inv.200 fol.28 d.d. 28.4.1654) |
2186 | Gerrit Allertsz Kiel, zn. van Allert Gerritsz Kiel, op 29.8.1651 compareren Michiel Jacobsz, wonende op het Assendelver veer, en Cornelis Jacobsz, buurman op Markenbinnen, elk voor henzelf, Claes Dircxz Wissert, man en voogd van Neel Jacobs, mede wonende te Markenbinnen, Cornelis Dircxz man en voogd van Goortgen Jacobs, wonende te Krommenie, hen sterk makende voor de andere erfgenamen van wijlen Jacob Pietersz Gooren, in zijn leven wonende te Markenbinnen, die transporteren aan Dirck Jansz en Gerrit Allertsz Kiel, beide wonende ald., een huis en erf, mits dat het erf achter het huis niet verder strekt dan 6 voeten van het huis, voorts met de conditie dat de comparanten de sloot aan de westzijde van het huis omtrent de hooideur mochten maken dat er twee pramen voorbij elkaar mogen varen, tot gerief van de achtergelegen erven, het huis en erf belend ten oosten Jacob Phillipsz, ten zuiden het markermeertje, ten westen Jan Mieusz en ten noorden Claes Dircxz (ORA Uitgeest inv.199 fol.118 d.d. 29.8.1651), op 26.5.1667 compareren Immetje Gerrits, weduwe van wijlen Dirck Jansz Speciael, geassisteerd met Pieter Jansz Stierp haar gekoren voogd, mitsgaders Reijer Jansz, als oom en bloedvoogd van de achtergelaten kinderen van Dirck Jansz Speciael, alle wonende te Markenbinnen, die voor een bedrag van 528 gulden transporteren aan Gerrit Allertsz Kiel, mede wonende ald., een akker land gelegen in de wouderpolder genaamd damweer, groot omtrent 16 snees, belend ten oosten IJsbrant Fransz, ten zuiden de westendt sloot, ten westen Trijn Jans en ten noorden de weduwe van Jacob Philipsz (ORA Uitgeest inv.203 fol.42 d.d. 26.5.1667), op 17.8.1670 bekent Gerrit Allertsz Kiel schuldig te zijn aan Garbrant Claesz Visser, schepen te Uitgeest, een jaarlijkse losrente van 18 gulden over een hoofdsom van 200 gulden, belast op een stuk land in de wouderpolder, groot 16 snees, belend ten oosten IJsbrant Fransz, ten zuiden de westentsloot, ten westen [niet ingevuld] en ten noorden Trijn Jacobs (ORA Uitgeest inv.221 fol.221 d.d. 17.8.1670), op 14.12.1671 bepalen Gerrit Allertsz en Marij Gerrits, wonende te Markenbinnen, bij testamentaire dispositie dat na het overlijden van de laatst stervende aan ieder van hun dan levende kinderen zal worden uitgereikt de som van 6 gulden (ONA Uitgeest inv.5031 fol.14 d.d. 14.12.1671) |
2187 | Marij Gerrits, dr. van Gerrit Cornelisz en Dieuwer Jans, op 31.5.1667 compareren Marij Gerrits, voor haarzelf, Cornelis Jacobsz als man en voogd van Neel Gerrits, en IJsbrant Gerritsz als man en voogd van Aechte Gerrits, alle kinderen en erfgenamen van zaliger Dieuwer Jans, in haar leven wonende te Markenbinnen, die verkopen aan Jeroen Jansz en Mieus Cornelisz, beide buurlieden op de stierop in de banne van Akersloot, een huis en erf staande en gelegen te Markenbinnen, belend ten oosten de weduwe van Gerrit Jansz Leckers, ten zuiden de vaersloot, ten westen Trijn Jacobs en ten noorden boocken acker (ORA Uitgeest inv.203 fol.43v d.d. 31.5.1667; dit huis is op 4.6.1638 aangekocht door Gerrit Cornelisz, die daarmee als vader van drie gezusters kan worden aangemerkt, zie ORA Uitgeest inv.197 fol.189 d.d. 4.6.1638; uit ORA Uitgeest inv.221 fol.129 d.d. 28.6.1658 en ONA Uitgeest inv.5018 akte 137 anno 1666 blijkt voorts dat er naast Marij, Neel en Achte nog een vierde dochter was genaamd Griete Gerrits en gehuwd met IJsaeck Aertsz, woonachtig in de Beemster), op 11.5.1685 compareert Marij Gerrits, weduwe van zaliger Gerrit Allertsz Kiel, wonende op Knollendam, die bekent voor een bedrag van 237 gulden 2 stuivers verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Slooth, wonende op Markenbinnen, een stuk land liggende in de wouderpolder, genaamd damweer, groot omtrent 16 snees, belend ten noorden Arijen Hendricxz van de Stierp, ten oosten IJsbrant Fransz, ten zuiden de vaersloot en ten westen Claes Oosten bruikwaer (ORA Uitgeest inv.206 fol.79v d.d. 11.5.1685) |
2192 | Cornelis Claesz, jongman afkomstig van Warmenhuizen, ged. Warmenhuizen (nederd. geref.) 28.10.1631, zn. van Claes Jacobsz Cuijper, is vader van Trijntjen ged. Alkmaar (nederd. geref.) 15.8.1660, is vader van Claes ged. ald. (nederd. geref.) 25.9.1661, is vader van Hillegondt ged. ald. (nederd. geref.) 26.1.1663, is vader van Jan ged. ald. (nederd. geref.) 25.6.1666, is vader van Jan ged. ald. (nederd. geref.) 22.4.1668, is vader van Jan ged. ald. (nederd. geref.) 16.2.1670, is vader van Dirk ged. ald. (nederd. geref.) 12.6.1672, is vader van Hillegont ged. ald. (nederd. geref.) 6.6.1673, is vader van Cornelis ged. ald. (nederd. geref.) 2.2.1676, otr. Alkmaar (nederd. geref.) 29.4.1657 met |
2193 | Neeltje (Neeltien, Neeltgen) Krijnen (Crijnen), weduwe wonende op dronckenoort, ged. Alkmaar (nederd. geref.) 19.9.1632, dr. van Krijn Carssen en Trijntken Jans, otr. Alkmaar (nederd. geref.) 18.12.1650, dan wonende op dronckenoort, tr. ald. (nederd. geref.) 1.1.1651 met Pieter Cornelisz, jongman, mandemaker wonende op de laet, is moeder van Crijn ged. Alkmaar (nederd. geref.) 12.5.1652, is moeder van Cornelis ged. Alkmaar (nederd. geref.) 24.1.1655, otr. Alkmaar (nederd. geref.) 3.10.1677, dan weduwe op dronken-noort, tr. ald. (nederd. geref.) 17.10.1677 met Maerten Laurensz Metselaer, weduwnaar in de nieuwe-straet |
2194 | Mr Johannis (Joannes) Bant (Bandt, Banth), secretaris, chirurgijn, zn. van Petrus Bant en Dieutgen Volckerts (hoewel expliciet bewijs van filiatie ontbreekt is het, aangezien onder zijn kleinkinderen de namen Dieuwertje en ook IJtje voorkomen, aannemelijk dat hij een zoon was uit het tweede huwelijk van Petrus Bant), niet te verwarren met Jan Evertsz Bant, koster, schoolmeester, schotvanger, secretaris en burgemeester te Winkel en ald. vermeld vanaf omstreeks 1696 (ORA Winkel inv.5632 fol.271; hij was in het jaar 1695 te Winkel gehuwd met Neeltje Volckerts, dr. van Volckert Jansz Boijkis, en was een zoon van Evert Jansz Bant en Grietje Jacobs, erft als zodanig in 2/3 deel van een huis staande te Zuid-Scharwoude alwaar eerder zijn vader Evert Jansz Bandt en voordien de erfgenamen van Vokel Pieters worden genoemd, zie ORA Zuid-Scharwoude inv.6157 fol.53v d.d. 8.7.1681 en ORA Zuid-Scharwoude inv.6176 fol.84 d.d. 24.11.1688; we gaan ervan uit dat Grietje Jacobs voorkomt als Grietje Jacobs Hoogh in een lijst van gezinnen wonende te Noord-Scharwoude in het jaar 1680, tezamen met een kind jonger dan 10 jaar, juist onder Pleuntgen Jacobs die mogelijk een zuster was van Grietje, zie OA Noord-Scharwoude inv.57B; aangezien Grietje Jacobs in 1685 wordt bijgestaan door voogd Huijbert van Brederode, die gezien het transport van herberg de jonge prins te Oudkarspel eveneens in verband kan worden gebracht met Catharina Stuijlingh, weduwe van Petrus Bant, zoon uit het eerste huwelijk van de vader van Johannis Bant, is het voorstelbaar dat Evert Jansz Bandt een zoon was van Jan Adriaensz Muijs, die als oom van vader's zijde wordt aangesteld als voogd over de kinderen van Catharina Stuijlingh en Petrus Bant en derhalve gehuwd kan zijn geweest met Metgen Bant of met Aeltgen Bant, zie ONA Alkmaar inv.141 fol.54 d.d. 20.9.1652; zekere Jan Muusz laat in het jaar 1634 een zoon Eduaert dopen te Hoorn; voorts was Cornelis Jansz Bant, in 1665 gehuwd te Hoorn, geboren te Wieringen en bij zijn trouwen wonende te Langedijk, mogelijk een broer van Evert Jansz Bandt), op 5.5.1665 consenteren schepenen van Winkel Mr Johannis Bant van Sijbekarspel om binnen de stad metterwoon te komen (ORA Winkel inv.5619 d.d. 5.5.1665 scan 283), koopt op 9.1.1666, dan chirurgijn te Winkel, voor een bedrag van 490 gulden van Sijvert Cornelisz Grotewal, poorter van Winkel, een half huis en erf staande en gelegen in de bosch, waarvan de wederhelft toekomt Pieter Jansz, wonende te Amsterdam, belend Pieter Luijtges ten westen, Jacob Claesz Dwangh ten zuiden Neel Doeves ten noorden (ORA Winkel 5631 fol.5 d.d. 9.1.1666; zie voorts ORA Winkel inv.15619 d.d. 26.1.1666, waarbij koper door verkoper wordt gedaagd voor het passeren van de custingbrief die verband houdt met de koop), wordt op 13.1.1671 gedaagd door Theunis Willemsz Schoenmaker, voor zijn moeder Trijn Sijmons, die door Petrus Bant, zoon van gedaagde, tijdens voorleden paardemarkt met het paard onvoorzichtig onder de voet is gereden, waar zij aan haar arm bezeerd is, daarna verscheidene dagen in bed heeft gelegen en daardoor de meid uit Moerbeek lang heeft moeten gebruiken en zij daaraan grote pijn heeft geleden en verzuim heeft gehad (ORA Winkel 5619 d.d. 13.1.1671; Johannis Bant is uiteindelijk vooroordeeld tot betaling van 5 gulden smartengeld; Petrus Bant oefende net als zijn vader het beroep van chirurgijn uit te Niedorp en wordt als zodanig vermeld in ORA 5620 d.d. 3.3.1676; het nederd. geref. lidmatenreg. van Nieuwe-Niedorp vermeldt dat Petrus Bant en zijn vrouw Guurt Dirks ald. belijdenis doen in april 1676), koopt op 21.3.1682, dan chirurgijn te Winkel, van Cornelis Cornelisz Backer een half huis en erf, te weten de noorderhelft van de schoorsteen af, waarvan de andere helft toekomt aan de koper, staande en gelegen te Winkel in de bosch, naast Harmen Jansz Smiths (ORA Winkel inv.5632 fol.8 d.d. 21.3.1682), koopt op 25.9.1684 voor een bedrag van 80 gulden van Pieter Jansz van Lutjewinkel en Sijvert Schagen, secretaris te Winkel, als vrienden en bloedvoogden van Maerten Jacopsz, enig kind van Jacop Pietersz Graeff, wonende te Winkel, een huis en erf staande en gelegen te Winkel in de bosch, belend Jacop Jansz Backer ten zuidoosten en Aeff Dircks met haar land ten noordwesten (ORA Winkel inv.5632 fol.74v d.d. 25.9.1684), koopt op 24.4.1685 voor een bedrag van 411 gulden van Bruijn Claesz van Niedorp, als last en procuratie hebbende van de edele Samuel a Domslaer, wonende tegenwoordig tot Alkmaar, een boomgaard, groot omtrent 2 gars drie snees, gelegen in het westeinde van Winkel over de weijdebregh bij de weg langs, belend de scheijterswegh ten oosten en Cornelis Cornelisz Langedijck en Bruijn Claesz met de grote boomgaard ten westen (ORA Winkel inv.5632 fol.85v d.d. 24.4.1685), koopt op 25.1.1689 voor een bedrag van 690 gulden van Cornelis Cornelisz Langedijck, burgemeester te Niedorp, een stuk land, zijnde een boomgaard, groot omtrent 2 gars 11 snees, belend de koper zelf ten oosten en de banscheidingssloot tussen Niedorp en Winkel ten westen (ORA Winkel inv.5632 fol.141 d.d. 25.1.1689), koopt op 22.2.1689 van Sijvert Schagen, secretaris te Winkel, als curateur van de boedel van Pieter Sijvertsz de Jonge, overleden te Winkel, een stukje groetland genaamd de bosch, groot 5 gars 19 roeden, belend aalt reijners bosch ten noordoosten en Maartjen Hendricks ten zuidwesten (ORA Winkel inv.5632 fol.142 d.d. 22.2.1689), verklaart op 17.5.1690, op verzoek van de burgemeesters en regeerders van Sijbekarspel en Benningbroek, dat hij in het jaar 1654 de overleden secretaris Jacop Jacopsz Sem heeft opgevolgd bij meerderheid van stemmen van de vroedschap, waarbij hij als secretaris in uitoefening van zijn ambt niet verantwoordelijk is geweest voor het bijhouden van de ontvangsten en uitgaven van de schotboeken daar er al een schotvanger was, dat hij altijd trouw naar de kerk ging en dat hij als secretaris nooit bij de vergaderingen van de vroedschap aanwezig was maar de resoluties later ter schrift stelde (ONA Winkel inv.5591 d.d. 17.5.1690; voorts blijkt uit ORA Sijbekarspel inv.5468 fol.11 dat hij ald. vanaf 1654 tot ca. 1659 in functie was), koopt op 20.4.1696 voor een bedrag van 32 gulden van Jan Jacobsz Kuijsman, poorter van Winkel, bij dadelijke overneming van Sijmon Abramsz, wonende te Winkel, het vooreind van een oud huisje en het gehele erfje, in eigendom van Cornelis Jacobsz Taadt, staande en gelegen over de meijdebreg te Winkel, het erfje belast met 10 stuivers jaarlijkse erfpacht aan de kerk van Winkel (ORA Winkel inv.5632 fol.271 d.d. 20.4.1696), koopt op 1.6.1696 voor een bedrag van 279 gulden van Claas Jorisz, wonende te Winkel, een stuk groetland genaamd de keijserven, groot 4 gars (ORA Winkel inv.5632 fol.279 d.d. 1.6.1696), op 20.4.1698 compareert Neeltien Jans Bants, weduwe van Cornelis Jansz Tol, wonende tot Winkel, die bij testamentaire dispositie benoemt tot haar universele erfgenamen haar broer Pieter Jansz Bant of bij vooroverlijden van hem zijn kinderen, voor de ene helft, mitsgaders de kinderen van haar overleden broer Arijaen Jansz Bant, voor de ander helft, van al haar nagelaten goederen, roerend en onroerend, geld, actien en kredieten, op voorwaarde dat de kinderen van haar broer Ariaen van hun helft zolang zij minderjarig zijn zullen trekken de rente en vruchten, en bepaalt in het bijzonder dat IJtje, het overleden dochtertje van haar broer Pieter uit diens helft tot een gedachtenis zal genieten 50 gulden, en dat Jan Arijaensz, het zoontje van haar broer Arijaen, vooraf zal genieten een bedrag van 50 gulden (ONA Winkel inv.5591 d.d. 20.4.1698), op 31.3.1699 compareren Jacop Cornelisz en Cornelis Gerritsz als voogden van Maertien Jans, en Cornelis Pietersz Groot als in huwelijk hebbende gehad Guurt Jans en zich sterk makend voor zijn voorzoon Claes Cornelisz Kistemaker, voor de ene helft, mitsgaders Pieter Jansz Bant, voor hemzelf en zich sterk makend voor de kinderen van zijn overleden broer Arijaen Jansz Bant, voor de andere helft, erfgenamen van zaliger Cornelis Jansz Tol en Neeltien Bants, overleden tot Winkel, die gezamenlijk voor een bedrag van 103 gulden verkopen aan Cornelis Cornelisz Mars, poorter te Winkel, een huisje met een erf, genaamd 't vroetwijfs huijs (ORA Winkel inv.5632 fol.332v d.d. 31.3.1699), zij verkopen in de hoedanigheid op 31.3.1699 voorts voor een bedrag van 99 gulden aan Claes Cornelisz Kistemaker, poorter van Winkel, een akkertje zaadland, groot 5 snees 10 roeden, gelegen tot Winkel aan de zuidzijde achteraan Cornelis Tols boomgaard, belend Jacop Sander ten westen en Sijvert Steenkoper ten oosten (ORA Winkel inv.5632 fol.333 d.d. 31.3.1699; de huwelijkse voorwaarden van Guurt Jans, jongedochter, en Cornelis Claesz Kistemaker, jongman, waarbij Guurt wordt bijgestaan door haar schoonvader Jan Adriaensz Tol, zijn opgesteld 17.4.1675, zie ONA Winkel 5592 fol.137; zie voorts ibid. d.d. 14.12.1678, waaruit blijkt dat Guurt dan inmiddels weduwe is van Cornelis en dat zij erft van haar schoonmoeder Trijn Arijaens, weduwe van Claes Cornelisz Kistemaker; zie tevens ibid. d.d. 17.2.1679, testament van Trijntje Arijaens Schager; zie voorts ibid. d.d. 18.2.1682, huwelijkse voorwaarden van Cornelis Pietersz Groot en Guurt Jans), op 15.9.1699 compareren Jan Aldertsz de Graeff gehuwd met Zara Bants, en Abram Jansz Bant, beide wonende tot Winkel, Mr Claes Warmenhuijsen, chirurgijn op de Koog, in huwelijk hebbende Maertien Jans Bant, en Willem Jansz Schipper van Oosthuizen, getrouwd met Rebecca Bants, voor henzelf en zich sterk makende voor Dieuwertien Pieters, nagelaten weeskind van Petrus Bant, gezamenlijk in kwaliteit als kinderen van Mr Johannis Bant, overleden tot Winkel, en verklaren volmachtig te maken Jacop Cornelisz Kaeskooper, regerend burgemeester en notaris Sijvert Schagen, secretaris tot Winkel, om in hun naam in een publieke veiling tot Barsingerhorn, Winkel en/of Oude-Niedorp, zodanige vaste goederen van huis en landerijen, op heden met hun moeder en grootmoeder Zijtien Maertens gemaakt en schriftelijk voltrokken (ONA Winkel inv.5691 d.d. 15.9.1699), op op 12.4.1701 compareert Abram Jansz Bant, poorter van Winkel, voor hemzelf en zich sterk makende voor alle andere kinderen van Mr Johannes Bant, overleden te Winkel, die vermangeld hebben met Arijaen Pietersz Arijaen Maat Slotemaker, mede poorter tot Winkel, een huis en erf staande en gelegen tot Winkel in de bosch, belend Jacob Jansz Backer ten zuidoosten en 't land van Aaf Dirks ten noordwesten, in ruil voor een oud huisje met zijn erfje en een som van 140 gulden (ORA Winkel inv.5633 fol.24 d.d. 12.4.1701), is vader van Maria ged. Benningbroek (nederd. geref.) 30.7.1656 (de vader secretaris Johannes Bant), is vader van Abraham ged. Winkel (nederd. geref.) 20.12.1665, is vader van Isack ged. Winkel (nederd. geref.) 13.4.1670, is vader van Sara ged. Winkel (nederd. geref.) 1.1.1673, is vader van Rebecka ged. Winkel (nederd. geref.) 4.11.1674, voorts zullen voor het jaar 1665 geboren zijn Petrus, Guurtje, Adriaen en Neeltje, die we eveneens tegenkomen in de archieven van Winkel, tr. met |
2195 | Sijtien (Zijtien) Maertens, impost begr. Winkel 6.5.1709 (aangifte door Jan Aldertsz de Graef voor 3 gulden), dr. van Maarten Jansz Schuijtemaker en Volckje Claas, compareert op 15.9.1699 als weduwe van Mr Johannis Bant, wonende tot Winkel, ter eenre, en Mr Claes Warmenhuijsen, chirurgijn op de Koog en in huwelijk hebbende Maertien Jans Bant, Willem Jansz Schipper van Oosthuizen in huwelijk hebbende Rebecca Bants, en Abram Jansz Bant, beide wonende tot Winkel [sic], voor henzelf en zich sterk makende voor Dieuwertjen Pieters, nagelaten weeskind van Petrus Bant, gazamenlijk kinderen en erfgenamen van Mr Johannis Bant, ter andere zijde, die met elkaar door tussenspreken van Jacop Cornelisz Kaeskooper, burgemeester, en Sijvert Schagen, secretaris tot Winkel, overeengekomen zijn de erfenis van hun vader, hetwelk zij van hun moeder Sijtien Maertens ontvangen, te weten een stuk groetland gelegen tot Barsingerhorn, groot omtrent 5 gars, alsmede een stuk groetland gelegen in de oudeniedorper boome, groot omtrent 13 gars, alsmede een stukje groetland gelegen tot Winkel genaamd bigges bosch, groot omtrent 5 gars, alsmede een stuk bouwland gelegen omtrent de niedorper boome en genaamd de velino, groot ruim 4 1/2 gars, alsmede het huisje met zijn erf, staande en gelegen tot Winkel in de bosch waar Griet Gerrits in woont, alsmede 100 gulden onbetaalde custingpenningen die Jan Jacops Knol nog schuldig is aan de boedel, alsmede 100 gulden van Cornelis Dircksz Leeck, alsmede 100 gulden van Jan Dircksz Dan, en 100 gulden van Jacop Droncken, op voorwaarde dat Sijtien Maertens alle huren en renten tot het jaar 1700 toe van het voorzeide land zal ontvangen, mits dat zij ook de onkosten voor haar rekening neemt, en ten aanzien van Mr Isaac Bant, die op dit akkoord niet present is geweest, verklaarde Zijtien Maertens dat hij zijn vaders erfdeel al eerder heeft ontvangen omdat hij het hard nodig had, ten bedrage van 175 gulden (ONA Winkel inv.5691 d.d. 15.9.1699) |
2224 | Jan Pietersz Buijs, wonende in de kathoek te Oostzaan, broer van Mari Pieters Buijs die tr. met Jan Pietersz, tr. met |
2225 | Griette Claes |
2240 | Auwel Pietersz Prins, zn. van Pieter Jacobsz en Neel Auwels, wonende in de Rijp aan de heerestraat bewesten de dam, koopman ald., schepen en vroedschap ald., waarsman (1670), wonende ald. in de heerestraat (RAA RA 6375), koopt op 22.1.1649 van de edele Cornelis Reijnties en zijn broer Jan Reijnties, wonende op de laen in de banne van Graft, een vrije akker land gelegen in de blocker in schoutelant, groot omtrent 7 vierling, belend ten oosten de koper en ten oosten Jacop Jacopsz Moes (ORA Graft inv.6439 fol.45v d.d. 22.1.1649), koopt op 28.4.1649 van Jan Claesz eertijds wonende in Assendelft thans in de Beemster een huis en erf in Assendelft benoorden de kerk dat werd bewoond door Willem Claesz broer van de verkoper belend ten noordoosten Claes Jacobsz en ten zuidwesten Niel Cornelisz en strekkende voorts van de wechsloot af tot de achtersloot, alsmede een stukje land genaamd aechte joncken ventgen groot omtrent een half morgen liggende achter Niel Jansz Kuijpers uit binnendelft belend ten noordoosten Jan Allertsz ten zuidwesten Dirck Willemsz erfgenamen ten zuidwesten Cleijn Jan en ten noordwesten Jan Allertsz, een stukje land genaamd het breetgen groot omtrent 124 roeden liggende mede achter Niel Jansz Kuijper uit belend ten noordoosten Jacob Claesz Jan Baerts erf ten noorwesten en zuidwesten de erfgenamen van Claes Huijberden en ten zuidoosten de reeff, een stukje land genaamd het omloopje groot 284 roeden liggende mede achter Niel Jansz Kuijper belend ten noordoosten Gerrit Heijnis erfgenamen ten zuidoosten Jacob Claes Jan Baerts erfgenamen ten zuidwesten Pieter Allertsz Coning en ten noordwesten t voornoemde breetgen (RA Assendelft inv.2009 fol.139-140 d.d. 28.4.1649), verkoopt op 18.3.1650 aan Pieter Allertsz Coninck een stuk land genaamd aecht joncken veentge in gerrit claes paulus weer groot 440 roeden belend ten noordoosten en noordwesten Jan Allerstz Coninck ten zuidoosten Maarijtgen Pieters weduwe en ten zuidwesten Claes Jacob Claes Jan Baerts (RA Assendelft inv.2009 fol.190v d.d. 18.3.1650), verkoopt op 18.3.1650 aan Gerrit Jelisz een huis en erf belend ten noordoosten en zuidoosten Claes Jacob Claes Jan Baerts en zuidwesten Niel Cornelisz en ten noordwesten de weghsloot (RA Assendelft inv.2009 fol.191-191v d.d. 18.3.1650), koopt op 14.6.1667 van Jan Jacobsz Router een stuk land groot ruim 2 agele aan de noordzijde van De Rijp (RAA RA 6375), koopt op 10.12.1672 van Cornelis Jacobsz Vermeulen een stuk land groot 8 agele 12 roeden 6 voet en 9 duim bezuiden en in de banne van De Rijp (RAA RA 6375), koopt op 6.2.1674 van de erfgenamen van Louris Melchers en Trijn Jasperts een stuk land groot 4 agele 14 roe in de banne van De Rijp nabij de gouw (RAA RA 6375), koopt op 26.1.1678 van de erfgenamen van Willem Paus en erf en hofstede beoosten de dam in De Rijp (RAA RA 6376), koopt op 23.3.1679 van Gerrit Claesz Bosch een stuk land groot 13 agele 12 roe in de oostervenne in de banne van De Rijp (RAA RA 6376), overl. voor 7.3.1681 (RAA RA 6376), otr. Beemster (nederd. geref.) 2.9.1645, tr. De Rijp (nederd. geref.) 22.3.1647 met |
2241 | Anna Floris Coen,dr. van Floris Claesz Coen |
2242 | Meijndert (Meijnard) Willemsz Pelt alias Backer, koopman in De Rijp, geb. ca. 1627 (ONA De Rijp inv.4471 d.d. 26.8.1682), zn. van Willem Leendertsz Pelt (ONA Alkmaar inv.184 fol.126 d.d. 4.4.1658), koopt op 15.11.1664 van Jan Willemsz Goudt, als voogd van het weeskind Steven Jacobsz en Jan Willemsz getrouwd met Grietje Jacobs, kinderen en erfgenamen van Jacob Pietersz Pluijmgraef, de boomgaardjes met een huisje gelegen benoorden De Rijp, belend met de gouw ten oosten, Jan Willemsz Goudt ten westen, Willem Pietersz Lakeman ten zuiden en een taanhuis ten noorden (ORA De Rijp inv.6375 fol.42 d.d. 15.11.1664), verkoopt tezamen met Jacob Frericsz en Mr Cornelis Arijaensz aan Daniel Jansz Guldemaen een erf gelegen op de tuinbuurt, strekkende van de ene haven naar de andere, met de 's heerestraet, belend met de weduwe van Dirck Cornelisz Cuijper ten oosten, de koper zelf voor en achter, en Jan Pietersz Beets ten westen (ORA De Rijp inv.6375 fol.93 d.d. 3.2.1668), koopt op 6.5.1671 voor een bedrag van 1292 gulden van Jacob Pietersz Decker, wantmaker te Graft, en Claes Jacobsz, stierman in het Noordeinde, een haringschip, te weten een garing genaamd de boer, groot 24 lasten met de halfvaten, oud 12 teelten, met al zijn toebehoren en aankleven vandien (ORA Graft inv.6441 fol.137v d.d. 6.5.1671), koopt op 27.1.1674 voor een bedrag van 377 gulden 4 stuiver van Jan Maartensz Mars een stukje land groot 4 agele 4 roe benoorden en in het dorp beoosten de gouw, belend de goouw ten westen, Willem Cornelisz Ooms ten zuiden en Aachte Claas ten noorden (ORA De Rijp inv.6375 fol.170v d.d. 27.1.1674), koopt op 6.3.1676 van Cornelis Sijmonsz van Edam en Tijmon Jansz Schoenmaker, beiden wonende in De Rijp, mede voor Griet Sijmons weduwe van Albert Jansz voor 2/3 en Jan Matroos voor 1/3 een erf of hofstede bewesten de dam, belend met een gang gemeen met de kinderen van Cornelis Jasperts ten oosten en de koper ten westen (ORA De Rijp inv.6376 fol.63 d.d. 6.3.1676), koopt op 6.3.1676 voor een bedrag van 45 gulden 8 stuiver van Jan Claasz Stoel, commandeur op de walvisvangst, een erf over sloot op 't westend, belend met Joseph Pietersz ten oosten en de wijken en vaarsloten ten westen (ORA De Rijp inv.6376 fol.32v d.d. 6.3.1676), koopt op 10.3.1677 voor een bedrag van 599 gulden 5 stuiver van Jan Maartensz Marts, koopman, een stuk land groot 5 agele 335 roe benoorden het dorp, deels in De Rijp en deels in Graft, belend met Hendrik Hagen ten noorden en Jacob Sijmonsz Smit ten zuiden (ORA De Rijp inv.6376 fol.50v d.d. 10.3.1677), koopt op 6.5.1679 tezamen met Jan Jansz IJves voor een bedrag van 620 gulden van de curateuren over de geabandonneerde boedel van Jobjen Jacobs, weduwe, een huis en erf op de cralingbuurt, belend met Sijmon Gerrits Ruts ten oosten en Claas Maartensz Koen ten westen (ORA De Rijp inv.6376 fol.90 d.d. 6.5.1679), koopt op 5.2.1680 voor een bedrag van 195 gulden 6 stuiver 4 penning van Pieter en Jan Sijmonsz Smit en Pieter Jansz Prins gehuwd met Anna Sijmons, erfgenamen van Jacob Sijmonsz Smit, een stukje land groot 3 agele 33 roe 3 voet benoorden en in de banne, belend met de koper ten noorden en het kind van Jan Ridder ten zuiden (ORA De Rijp inv.6376 fol.102 d.d. 5.2.1680), tr. De Rijp (afk. comm.) 7.4.1669 (hij bijgestaan door Mr Cornelis Arijaensz, zij door haar broer Willem Arisz Gorter) met Trijn Aris weduwe tot De Rijp, tr. met |
2243 | Trijntje Segers |
2248 | |
2249 | |
2250 | |
2268 | Louris (Louweris, Louwerus, Lauris) Jacobsz Vet (Veth), geb. ca. 1643, zn. van Jacob Dircksz Vet en Aechjen Louwes (ORA Graft inv.6491 fol.132v d.d. 13.4.1659), vermeld in de gaarboeken van Graft onder West-Graftdijk vanaf 1654 tot 1672 (OA Graft iv.277 anno 1654 scan 200 waarbij hij eigenaar wordt van het huis dat eerder toebehoorde aan zijn vader Jacob Dircksz Vet; ibid. inv.295 anno 1672 scan 159), verkoopt op 15.3.1667 voor een bedrag van 188 gulden aan Claes Dircksz Cramer een akker land genaamd het achterlandt, groot 1 achle 36 roeden, gelegen in bij Graftdijk, belend ten oosten de koper, ten westen Guijrt Jacobs en ten zuiden en noorden de respectieve vaarsloten (ORA Graft inv.6441 fol.49 d.d. 15.3.1667), verkoopt op 24.5.1667 tezamen met Jacob Rongsz, hen sterk makend en de rato caverende voor hun mede participanten, voor een bedrag van 502 gulden 3 stuivers 12 penningen aan Bastiaen Lammertsz en Dirck Lammertsz Schoenmaecker, beide buurlieden te Akersloot, de helft van een stuk land genaamd de vier maedt, gelegen in de banne van Akersloot int polder sascerleij, gemeen met de stad Haarlem en de kerk van Akersloot, groot de zelfde helft, 803 1/2 roeden, belend ten oosten den dielecks, ten zuiden Rem Willemsz, ten noorden de kopers zelf (ORA Akersloot inv.113 fol.718 d.d. 24.5.1667), presenteert op 13.1.1672 bij openbare veiling te verkopen een huis en erf, met al hetgeen er aard- en nagelvast op en aan is, staande en liggende te Graftdijk, belend ten zuiden Cornelis Willemsz en ten noorden de erfgenamen van Cornelis Harcksz, het huis hebbende aan de zuidzijde een vrije gang van voor af tot het achterhuis, en voorts van het achterhuis tot de wal (ORA Graft inv.6470 scan 74 d.d. 13.1.1672), presenteert op 23.1.1673 bij openbare veiling te verkopen een huis en erf, met al hetgeen er aard- en nagelvast op en aan is, staande en liggende te Graftdijk, belend ten zuiden Cornelis Willemsz, ten noorden Pieter Adriaensz, en ten oosten en westen de vaarsloten, hebbende de huis aan de zuidzijde een vrije gang van 's heerestraet tot het achterhuis en voorts van het achterhuis tot de wal (ORA Graft inv.6470 scan 89 d.d. 23.1.1673: het huis is gekocht door Sijmon Jansz IJperen), op 2.12.1682 compareren Jacob Rongsz, Klaas en Jan Dircksz Mackes, Jakele Adriaansz, allen wonende te Graftdijk, die als borgen zekere koopman te Amsterdam constitueren om te kopen de persoon van Louris Jacobsz Vet, tegenwoordig gevangen slaaf te Tunis in Barbarijen, om weer terug te komen naar zijn vaderland (ONA West-Graftdijk inv.1641 fol.76 d.d. 2.12.1682), is vader van Cornelis ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 28.1.1666, is vader van Aecht ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 13.11.1667, is vader van Neeltjen ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 20.11.1669, is vader van Jacob ged. West-Graftdijk (nederd. geref.) 17.11.1671 |
2270 | Baart Maartensz Dubbelt, veehouder aan de ringdijk van de Schermeer, belijdenis Zuidschermer 21.7.1675 samen met zijn vrouw, huurt op 4.1.1676 van Henrick Brant te Alkmaar 227 morgen land in de bedijkte Schermeer aan de ringdijk voor een periode van 5 jaar voor een jaarlijks bedrag van 510 gulden, op voorwaarde dat de verhuurder de boet behoudt waar de paarden gestaan hebben alsmede de zolder daarboven, en de huurder niet meer dan 7 1/2 morgen mag hooien nochtans het hooiland te mogen etten (RAA NA 265, akte 231), koopt op 12.3.1676 samen met zijn broer Gijsbert Maartensz Dubbelt van de erfgenamen van Jan Jacobsz te Boekel 3/4 deel in een halve kavel land in de Schermeer grenzend aan de boekelerweg (RAA RA 161, fol.243), overl. voor 3.6.1692 (RAA RA 130, 3.6.1692 en 31.1.1698), zn. van Maerten Maertensz Dubbelt, is vader van Aaf ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 4.2.1674, is vader van Fokeltie ged. Zuidschermer (nederd. geref.) 27.2.1676, otr. Zuidschermer (nederd. geref.) 1.1.1673 met |
2271 | Grietje Maertens Koster, jongedochter van de ringdijk in de Schermeer, otr. 2e Zuidschermer 24.1.1694 (huwelijkse voorwaarden zie RAA NA 291, akte 45 4.2.1694) met Pieter Otsen, koopt op 27.9.1692 van Gijsbert Maartensz Dubbelt de gerechte helft in een huis, boomgaard en 15 morgen land in de Schermeer letter L nr. 33 (RAA RA 6349) en dat op 27.4.1737 door de erfgenamen wordt verkocht aan Arent Klaver (RAA RA 6352, fol.26v), in 1694 wordt bepaald dat haar een kavel land in de Schermeer aan de zuidervaart toekomt uit het bezit dat zij samen met Baart Maartensz Dubbelt had, alsmede twee stukjes land aan de boekelerweg, verstrekte leningen van in totaal 1250 gulden, 861 gulden contant geld en 22 koeien (RAA NA 1642, akte 55, 5.2.1694 en 17.4.1694), haar erfgenamen verkopen op 6.6.1722 aan Pieter Jansz een huis en erf te West-Graftdijk (RAA RA 6446), dr. van Maerten Claesz Koster en Neel Claes |
2276 | Claas Claasz Kuijper, wonende te Wormer, laat tussen 1671 en 1687 kinderen dopen ald., tr. met |
2277 | Trijn Cornelis |
2278 | Jan Claasz (Claesz), wonende te Wormer, laat tussen 1671 en 1676 kinderen dopen ald., tr. met |
2279 | Guurt Jans |
2282 | Nanning (Nanninck, Nanningh) Tuenisz, wonende in Oostgraftdijk, vermeld ald. vanaf 1617 (RAA RA 228), eigenaar van grafnr.114 en 115 in de nederd. geref. kerk te Graft, overl. voor 1660, vermoedelijk een broer van Maretien Tuenis, Cornelis Tuenisz en van Jacob Tuenisz (RAA RA 251), koopt op 31.1.1634 van Dirck Cornelisz Lauwes, wonende te Graft, een vrij akkertje land gelegen in het suijder authoeft in de banne van Graft, groot omtrent 33 roeden 7 voeten land, belend ten zuiden Jannetien Heijnes en ten noorden Cornelis Pietersz Kan (ORA Graft aanvullen!), koopt op 18.4.1640 van Jacop Cornelis Cruller, Jacop Jacopsz als man van Anne Cornelis, Pieter Gerretsz voor hemzelf en voor zijn kinderen bij zaliger Neel Cornelis, alle kinderen en erfgenamen van zaliger Cornelis Jacopsz Cruller, alle buurlieden te Graftdijk, een stukje land gelegen in broerslant in de banne van Graft, groot 4 achlen 26 roeden, belend ten noorden Allert Willemsz weduwe, ten zuiden Reijntien Tijmensz en Sijmon Pietersz (ORA Graft inv.6438 fol.242v d.d. 18.4.1640), koopt op 21.4.1640 van Meijnert Cornelisz, wonende te Graft, een akker land gelegen in de blocker in de banne van Graft in tanthooft, groot 47 roe 10 voet, belend ten zuiden Claes Tuenisz, ten noorden Nanning Tuenisz zelf, ten oosten Marij Lamberts (ORA Graft inv.6438 fol.243 d.d. 21.4.1640), koopt op 29.4.1640 van Cornelis Reijnties, buurman op de laen in de banne van Graft, zijn gedeelte in een akker land gelegen in de blocker in tanthooft, groot zijn gedeelte 38 roeden, belend ten zuiden en noorden Nanningh zelf (ORA Graft inv.6438 fol.244v d.d. 29.4.1640), koopt op 28.5.1640 van Pieter Jansz een stukje land gelegen in de blocker in de banne van Graft genaamd sickelant, groot 5 achlen 25 roeden 8 voet, belend ten zuiden de vaert, ten oosten Arent Dircksz Pelkewaer en ten noorden Cornelis Cornelisz Jelles (ORA Graft inv.6438 fol.248v d.d. 28.5.1640), koopt op 10.5.1640 van Cornelis Sijmensz de Boer, Johannes Woutersz en Cornelis Pietersz Kan een stuk land genaamd de vordercamp, gelegen tussen de osterbuiert en vinckhuijsen, groot 7 achlen 29 roeden 5 voet (ORA Graft inv.6438 fol.262 d.d. 10.5.1640), koopt op 20.6.1642 van Allert Albertsz Schoemaker voor hemzelf en voor zijn kinderen, Albert Jacopsz voor hezelf en voor zijn zuster Marijtien Jacops en haar kinderen bij zaliger Willem Dircksz Backer, 4 akker zaadland gelegen in de blocker, groot 4 achlen 22 roeden 1 voet, belend ten oosten Areian IJsebrants, ten westen Heijn Allertsz, ten zuiden tandijck (ORA Graft inv.6438 fol.279v d.d. 20.6.1642), koopt op 22.2.1643 van Cornelis Cornelisz en Claes Jacopsz als man van Neel Cornelis, Guert Reijnties weduwe van Areian Cornelisz gesterkt met Jan Reijnties haar broer, alle buurlieden van de laen en oosterbuiert in de banne van Graft, al tezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Cornelis Dircksz, in zijn leven wonende op de oosterbuiert, een huis en erf staande en liggende in de oosterbuiert, belend ten westen Jacop Tuenisz, ten oosten Claes Jacopsz, ten zuiden de ringhsloot en ten noorden de heerewegh (ORA Graft inv.6438 fol.285v d.d. 22.2.1643), daagt op 9.1.1648 Dirck Willemsz Lakencoper voor betaling van 25 gulden 4 stuiver in verband met leverantie van verscheidene waren (ORA Graft inv.6428 d.d. 9.1.1648 scan 224), tr. met |
2283 | Leentje Crijnen, compareert op 29.4.1660 als weduwe van Nanning Teunisz, in zijn leven koopman wonende op Oostgraftdijk, geassisteerd met Cornelis Teunisz haar zwager, ter eenre, en Sijmon Nanningsz, haar zoon, koopman mede ald., waarbij Leentje verklaart voor enige jaren aan Sijmon Nanningsz heeft uitgereikt voor boelgaeff in plaatse van zijn vaderlijke erfenis, een som van penningen als zij aan haar andere getrouwde kinderen in dier voege heeft uitgereikt, en verklaarde verder dat zij met haar zoon van die tijd af, waarbij hij buiten de gemeenschap van haar boedel en alle winst, baten, profijten of schade blijft, en verklaart dat Sijmon vanaf die tijd zijn kostgeld aan haar heeft betaald (ONA De Rijp inv.4460 d.d. 29.4.1660, scan 15) |
2320 | Jan Luesinck, tr. met |
2321 | Griete ten Gronde |
2328 | Harmen Brabender, ged. Lochem (nederd. geref.) 30.10.1614 (get. Jan Tonhus), zn. van Henderick Braebender en Goelle |
2332 | Henric Slaghman, wonende in Eecsel, leeft 1683 |
2368 | Jacob Heijnis, geb. ca. 1604 (ONA Zuid- en Noord-Schermer inv.6564 scan 212 d.d. 29.5.1665), stuurman (RAA RA 6329, fol.6), wettelijk landmeter (RAA NA 6563, 17.9.1658), schepen in de banne Zuid-Schermer 1654,1659 en 1665, heemraad ald. (RAA NA 6563, 17.9.1658), op 23.3.1653 compareren IJve Pietersz voor hemzelf, Dieuwer Cornelis, weduwe van wijlen Cornelis Heijnes, in zijn leven vroedschap te Grootschermer, voor haarzelf, Reijnste Cornelis Biersteeckster in plaats van haar zaliger zoon Ariaen Pitersz, wonende te Noordschermer, Dirck Cornelisz Houtkoper tot Schermerhorn als natuurlijke voogd van zalige Neel Cornelis kinderen, Jacob Heijnes, stuurman te Grootschermer, als oom en natuurlijke voogd van Hendrick Cornelisz, Maarten Crijnsz, armvoogd te Groootschermer, als man en voogd van Maritien Cornelis, welke bekenden verkocht te hebben aan Piter Crijnsz Braken, een stuk land gelegen in de zuijder cooge, belend met Cornelis Jansz Verweelen ten noorden en Claas Jansz Grim ten zuiden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6329 fol.6 d.d. 23.3.1653), koopt in 1658 een huis (RAA RA 6328, fol.143), ontvangt op 28.2.1663 van zijn oomzegger Heijn Cornelisz 15 gulden voor geleverd bier (RAA RA 6322), op 17.1.1671 verkopen de mede-erfgenamen aan Krijn Jacobsz Heijnis 5/6 deel in het ouderlijk huis en een evengroot deel in een stukje land achter het huis genaamd varcken lant (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.17 d.d. 17.1.1671), op 12.3.1671 verkopen Crijn Jacobsz Heijnis, voor hemzelf, en Jacob Claesz Leenman, buurman te Noordschermer, als oom en voogd van Cornelis Jacobsz Heijnis, en hen mede tezamen sterk makende voor de weduwe en de erfgenamen van wijlen Heijndrick Jacobsz, aan Cornelis Pietersz Rooleeuw, wonende in het Noordeinde, voor de helft mitsgaders Mr Jan van der Bussche, chirurgijn, en Pieter Jansz Tijsz, mede wonende in het Noordeinde, elk voor een vierde deel, een stuk land genaamd het busje, groot 7 achele in de menningweer, belend met Cornelis Cornelisz Schouts Keelen erven ten noorden en Maertje Jacobs ten zuiden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.24 d.d. 12.3.1671), op 12.3.1671 verkopen Crijn Jacobsz Heijnis, wonende te Grootschermer, en Jacob Claesz Leenman, buurman te Noordschermer, als omen en voogden van het nagelaten onmondige zoontje van wijlen Heijndrick Jacobsz bij Dirckje Aris, wonende te Schermerhorn, aan Krijn Cornelisz Bas, wonende te Grootschermer, een stuk land genaamd aecht schippertjes, groot omtrent 4 achelen 1 1/2 viertel, ggelegen in binnendijk, belend Claes Dircksz Wever ten noorden en Pieter Dircksz Kath ten zuiden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.28 d.d. 12.3.1671), zij verkopen in die hoedanigheid op 12.3.1671 aan Jan Louwrensz, wonende te Grootschermer, een huis en erf staande en liggende te Grootschermer, belend met het land van de officier Pot ten zuiden en ten westen, mitsgaders de kinderen van Cornelis Visscher ten noorden (ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6331 fol.28v d.d. 12.3.1671), mogelijk een zn. van Heijn Cornelis Heijnes die op 25.12.1617 van Trijn Cornelis en haar zoon Cornelis Cornelisz een stukje land koopt genaamd de laenacker (RAA RA 6327, fol.18) en die schepen is van de banne Zuid-Schermer in 1618 (RAA RA 6327, fol.36 en 92), tr. met |
2369 | Aeltien (Alijt) Klaas, geb. ca. 1606, laat op 29.5.1665 vastleggen dat zij bij testamentaire dispositie prelegateert aan haar twee jongste zoons Klaes en Cornelis tezamen het huis en erf dat zij en haar man bewonen, belend met Klaes Dircksz ten noorden en Dingnom Maertensz ten zuiden, mitsgaders het derde part in t vercken lant achter het huis, belend met Dingnoms erven ten westen en Maerten Reijersz ten oosten, alsmede ieder een van het beste bed een peluw en elk vier van de beste hoofdkussens en slopen, alsmede twee van de beste dekens en elk vier van de beste linnen lakens uit haar ouders boedel, voorts insitueert zij tot universeel erfgenaam haar vier zonen, met name Heijndrick Jacobsz, Krijn Jacobsz, Claes Jacobsz en Cornelis Jacobsz, elk een gerechte vierde deel (ONA Zuid- en Noord-Schermer inv.6564 scan 212 d.d. 29.5.1665) |
2384 | Cornelis Dircksz van de Volger, zn. van Dirck Gerretsz van de Volger, verkoopt op 27.3.1639 ten behoeve van Trijn Jacobs, zijn moeder, weduwe van wijlen Dirck Gerretsz wonende op de volger in de banne van De Rijp, aan Jasper Cornelisz wonende te Driehuizen een stuk land groot omtrent 3 achlen gelegen in de banne van Graft bij de laij genaamd wigger, belend ten oosten Lau Tuenes, ten westen Jan Lijkels, ten zuiden Jantien Cornelis en ten noorden Cornelis Colles (ORA Graft inv.6438 fol.229 d.d. 27.3.1639), is een van de erfgenamen van zaliger Pieter Cornelisz Backer en Marij Dircks, wonende in Noordeinde, die op 14.3.1652 ten behoeve van Pieter Cornelisz Schipper tot Graftdijk en Jan Cornelisz Bloijs wonende aan de schermerdijk land verkopen (ORA Graft inv.6439 fol.100 d.d. 14.3.1652; zie voorts ORA Zuid- en Noord-Schermer inv.6438 fol.270 d.d. 12.3.1652, waarbij de erfgenamen van Pieter Cornelisz Backer aan Jasper Cornelisz opdragen een hoekje land genaamd oudians lant) |
2422 | Jacob (Jaep) Jelliszen (Jellesz, Jellis), jongman van Jisp, tr. Wormer (nederd. geref.) 6.1.1636 met |
2423 | Aeltje Maertens, jongedochter van Jisp, is mogelijk een zuster van Trijn Maartens (o.a. doopboek Jisp nederd, geref. 21.1.1643) |
2424 | Gerret Aelbertsz (Albertsz) van Straten alias Cuijper, jongman van Straatsburg, tr. Jisp 25.10.1643 met |
2425 | Maijken Jans Smits, ged. Jisp (nederd. geref.) 20.3.1616, dr. van Jan Jansz Smidt en Judith (Judich) Bastiaens |
2432 | Jan Reijnen (Reijnnen, Reinen), op 18.5.1617 compareert Jan Reijnen, wonende te Krommeniedijk, die bekent verkocht te hebben aan Bruijn Willems een stuk land genaamd de lage ven, groot omtrent 4 1/2 gars 14 roeden, gelegen in de broeck in de banne van Uitgeest, belend ten oosten Willem Aemkes, ten zuiden Hendrick Dircxz, ten westen sijcke broeck en ten noorden de tochtsloot (ORA Uitgeest inv.179 d.d. 18.5.1617), op 14.1.1618 compareren Jan Jansz wonende te Oostknollendam, voor hemzelf, alsmede Claes Jacobsz als man en voogd van Guijert Jans, Frans Baertsz als voogd van Pieter Jansz, Jan Claesz Stoeldraijers als voogd van Gerrijt Jansz, alle kinderen en erfgenamen van zaliger Jan Maertsz, in zijn leven wonende te Krommeniedijk, die kwijtschelden aan Jan Reijnen, mede buurman te Krommeniedijk, een stuk land genaamd den hem, groot omtrent 4 madt?, gelegen buiten doch binnen de banne van Uitgeest, belend ten oosten de crommenije, ten zuiden voornoemde Frans Claesz, ten westen die buijtendijcksmeer en ten noorden Gerrijt Cornelisz Maten (ORA Uitgeest inv.195 fol.180 d.d. 14.1.1618), overl. voor 22.1.1630 (ORA Uitgeest inv.196 fol.166 d.d. 22.1.1630: transport van land, belend ten noorden Jan Reijnen weduwe en ten westen de geestmeer), op 9.2.1634 compareert Heijndrick Jansz, als oudste zoon en voogd van Trijn Sijmons, zijn moeder, weduwe van zaliger Jan Reijnen, zich sterk makende voor zijn broer en zusters, die bekent verkocht te hebben aan de nagelaten kinderen van zaliger Gerrit Cornelisz Maten, alle wonende te Krommeniedijk, een stuk land gelegen in de banne van Uitgeest genaamd den hem, groot 33 snees, belend ten oosten de crommenie, ten zuiden Frans Claesz Meijer, ten westen de geestmeer en ten noorden de kopers (ORA Uitgeest inv.197 fol.59 d.d. 9.2.1634), op 8.2.1663 koopt Willem Jansz Reijnen van Cornelis Woutersz, wonende te Krommeniedijk en hem sterk makend voor zijn broer Jan Woutersz, een akkertje land gelegen in de wouderpolder genaamd gerrit willems camp, groot omtrent 6 snees min 10 roeden, belend ten oosten Claes Jacob Jansz, ten zuiden Aegje Aecht Arents, ten westen Heertje Allert Heeres en ten noorden Aerjen Jansz Stoeldraijer (ORA Uitgeest inv.202 fol.79v d.d. 8.2.1663), op 17.8.1668 is Willem Jansz Reijn, wonende te Krommeniedijk, koper gebleken van een stuk land gelegen in de banne van Uitgeest in de broeck, genaamd het bagijnenlandt, groot omtrent 4 1/2 gars, 1 1/2 snees en 11 1/2 roeden, belend ten oosten de lagendijck, ten zuiden Anna Cornelis, ten westen Dirck Cornelisz Gorter en ten noorden Griet Willems, toebehorende Aecht Arents, wonende te Krommeniedijk, geexecuteerde, waarvoor Willem Jansz Reijnen een bedrag biedt van 644 gulden, met als borgen Heijndrick Jansz Reijnen, wonende te Krommenie, zijn broer, en Dirck Jansz Speer, wonende te Krommeniedijk (ORA Uitgeest inv.203 fol.79v d.d. 17.8.1668), voorts blijkt hij op soortgelijke wijze in het bezit gekomen te zijn van een stuk land ald., genaamd de bagijne meed, groot omtrent 5 1/2 gars 4 1/2 snees en 9 roeden, belend ten oosten Dirck Cornelisz Gorter, ten zuiden het hertvelt, ten westen de erfgenamen van Gerrit Bruijnsz Alckemade en het noorden het bagijnelant toebehorende Dirck Claesz wonende op Krommeniedijk, waarvoor Willem een bedrag van 700 gulden biedt (ORA Uitgeest inv.203 fol.81 d.d. 17.8.1668), koopt op 15.1.1669 voor een bedrag van 115 gulden van Dirck Jansz Louwen, veerman, als voogd van de achtergelaten kinderen van zaliger Cornelis Woutersz, in zijn leven buurman op Krommeniedijk, de helft van een uiterdijkje gelegen buiten de laegendijck achter Krommeniedijk, genaamd de schapenacker, groot de helft 3 snees, belend ten oosten Pieter Jan Otses met de andere helft van de uiterdijk, ten zuiden Reijer Jansz, ten westen de laegendijck en ten noorden Griet Willems (ORA Uitgeest inv.203 fol.91 d.d. 15.1.1669), Willem Jansz Reijnen koopt op 28.4.1671 voor een bedrag van 2850 gulden van Trijn Huijberts, weduwe van zaliger Claes Clasen Ruijg en Claes Clasen Ruijg, haar zoon, mitsgaders de overige meerderjarige en minderjarige kinderen van Claes Ruijg de oude, alle op Krommeniedijk woonachtig, een stuk land gelegen voor de krommenieërdijck, groot omtrent 56 snees, belend ten zuiden Claes Ares en ten noorden Claes Dircxz (ORA Krommenie inv.1402 fol.68v d.d. 28.4.1671), wordt op 1.5.1676 genoemd als belender benoorden een huis en erf dat door Catharijna Dircx, weduwe van zaliger Jan Adriaensz Ceijser, in zijn leven schoolmeester op Krommeniedijk, wordt gekocht van Cornelis Dircksz uijt de Sijl, in huwelijk hebbende Neeltgen Huijberts, wonende tot Uitgeest, als erfgenamen van Huijbert Dircksz Schipper, voorts ten zuiden belend door Pieter Claesz uijt de Waegh (ORA Krommenie inv.1403 fol.10 d.d. 1.5.1676), op 1.4.1678 worden Claes Hendericxz Smit, Jan Pietersz Veer gehuwd met Engeltje Henderix en Duijff Henderix vermeld als erfgenamen van Willem Jansz Reijnen (ORA Krommenie inv.1403 fol.65v d.d. 1.4.1678), op 5.4.1678 compareren Jan Pietersz en Duijffie Hendrix als erfgenamen van Willem Jansz Reijnen wonende te Krommeniedijk, die bekennen voor een bedrag van 59 gulden 15 stuivers verkocht te hebben aan Pieter Cornelisz Duijt, wonende te Krommeniedijk, een hoekje land liggende in de banne van Uitgeest in de wouderpolder, genaamd gerrit willems kamp, groot 8 1/2 snees 6 1/2 roe, belend ten oosten de kerk van Uitgeest, ten westen Heertien Allert Heres, ten noorden Aerjan Jansz Stoeldraeijer (ORA Uitgeest inv.205 fol.9v d.d. 5.4.1678), tr. met |
2433 | Trijn Sijmons, zij legt op 9.1.1637, dan vermeld als Jan Reijnen weduwe wonende te Krommeniedijk, tezamen met andere inwoners van Krommeniedijk die land bezitten in de uitgeesterbroeck in de banne van Uitgeest, een verklaring af over de watermolen ald. (ONA Uitgeest inv.5016 akte 105 d.d. 9.1.1637), zij wordt op 12.4.1658, dan vermeld als Jan Reijnen weduwe, vermeld als zuidbelendster bij transport van een stuk land genaamd sijmon heijnen ven in de uitgeesterbroek, dat we nadien tegenkomen in het bezit van Willem Jansz Reijnen (ORA Uitgeest inv.201 fol.9v d.d. 12.4.1658), op 1.4.1660 compareert Dirck Jansz Speer, wonende te Krommeniedijk, die bekent verkocht te hebben aan Trijn Sijmons, weduwe van Jan Reijnen, wonende te Krommeniedijk, een akker land liggende in de wouderpolder genaamd de noort, met de voet te stoten, belend ten oosten Aeff Engels, ten zuiden de notsloot, ten westen Trijn Sijmons zelf en ten noorden het cruijshop (ORA Uitgeest inv.201 fol.104v d.d. 1.4.1660) |
2434 | Jasper Cornelisz, koopt op 20.5.1633 voor een bedrag van 55 gulden van Cornelis Cornelisz, wonende te Wormerveer in de banne van Westzaan, een huis en erf staande en liggende te Krommenie op 't madt, belend ten oosten Gerrit Claesz en ten westen Cornelis Claesz (ORA Krommenie inv.1396 fol.26 d.d. 20.5.1633), op 11.3.1654 wordt ten behoeve van de onmondige kinderen van Wijbrech Dircxs en zaliger Jasper Cornelissen, te weten Trijn, Aecht en Cornelis, inventaris van de nagelaten goederen vastgesteld, te weten een huis en erf staande en gelegen op 't madt, belend ten oosten Poulus Gerritsz en ten westen Pieter Christiaensz, een som van omtrent 600 gulden aan geld, berustende onder diverse debiteuren, alsmede de inboedel en huisraad die door hen samen wordt bezeten (ORA Krommenie inv.1486 d.d. 11.3.1654), tr. met |
2435 | Wijburg (Wijbrech) Dircxs, op 8.5.1664 compareert Hendrik Jansz Reijnen, oud-schepen in de banne van Krommenie, zich sterk makend voor Wijburg Dirxs, weduwe van zaliger Jasper Cornelesz, zijn schoonmoeder, en haar kinderen, die voor een bedrag van 536 gulden transporteren aan Jan Jacobsz Wen, wonende te Krommenie, een huis en erf staande en liggende te Krommenie op 't madt, belend ten westen de weduwe en kinderen van zaliger Pieter Christiaensz en ten oosten Poulus Gerritsz van der Laen (ORA Krommenie inv.1400 fol.131 d.d. 8.5.1664) |
2440 | Gerrit (Gert) Reijersz Slommer, bezit blijkens het verpondingskohier van de banne Oudkarspel over het jaar 1630 de volgende stukken land, te weten onder de polderlanden van de zomersloot west op bij de ringsloot van de diepsmeer langs en van de banne van Koedijk tot aan de veer een stuk land genaamd het ooster sasker oort alsmede een akker genaamd de noorderste buijn, een akker genaamd ooije lant, twee akkers liggende naast elkaar genaamd de bree tuijn, onder landen gelegen van de botsool af oost aan een weiland genaamd gabele weijdt, een stuk land genaamd het buijntje, onder de landen gelegen bewesten het sloff en beoosten de ringsloot van de greb uit de zuid in noord aan tot aan de banne van Warmenhuizen een akker genaamd den acker, onder de landen van de suijdersloot af beoosten de ringsloot van de greb, het groot bon sloff en bewesten de ringsloot van de diepsmeer het ooster grontgadt door noord op tot aan de banne van Warmenhuizen een akker genaamd den acker (OA Koedijk inv.104), op 21.6.1646 compareert Pieter Reijersz Snijder, buurman te Koedijk, die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Reijersz Slommer, mede wonende te Koedijk, een achterhuis en erf staande en liggende te Koedijk annex met Neel Jans ten westen, de koper ten zuiden en Jan Huijbertsz ten noorden (RA Koedijk inv.6219 fol.175 d.d. 21.6.1646; zie voorts ibid. fol.177 d.d. 4.10.1646 waarbij Jan Pietersz Ruijter, wonende te Schagen bekent verkocht te hebben aan Pieter Reijersz Snijder een huis en erf liggende te Koedijk op het noortendt, belend met Jan Huijbertsz ten noorden en Gerrit Slommer ten zuiden; zie voorts RA Koedijk inv.6219 fol.181d.d. 24.5.1623 waarbij Pieter Jansz van grootewal tot Schagen in onderpand stelt een huis en erf staande in de banne van Koedijk op de cooch, belend met Pieter Reijersz weduwe en kinderen ten zuiden en Reijer Snijers erven ten noorden; dit leidt tot tot het vermoeden dat Gerrit Reijersz Slommer wel eens een zoon kan zijn geweest van Reijer IJssebrantsz Snijer maar zeker is dat niet; meer over Reijer IJssebrantsz Snijer zie OA Oudkarspel inv.102 fol.52v, anno 1615, RA Oudkarspel inv.6055 fol.100 d.d. 13.4.1616, RA Koedijk RA Koedijk inv.6218 fol.191, februari 1626, en zijdelings ook RA Oudkarspel inv.6056 fol.142 d.d. 7.3.1623), op 20.1.1650 wordt hij gedaagd door Willemtge Jans, waardin te Koedijk, inzake een veiling d.d. 1.1.1649 waarbij Gerrit tijdens een veiling te haren huize uit naam van Aelbert Cornelisz en Cornelis Jansz, beide buurlieden te oedijk, een half stuk land zou hebben gekocht maar waarvoor hij nogniet heeft betaald, compareerde tevens Aelbert Cornelisz en Cornelis Jansz die beloven Gerrit hiervoor kosteloos en schadeloos te vrijen aangezien, zo later bleek, dat het land niet verkocht had mogen worden (RA Koedijk inv.6213 scan 266 d.d. 20.1.1650), op 3.6.1650 compareert Pieter Cornelisz Schoorel, secretaris van Koedijk, als last hebbende van Sijmen Ariensz Pap, Jan Vredericxz, Jan Sijmes Pap en Jan Janssen, altezamen vrienden van Dirck Sijmonsz Pap, voorzeide procuratie gepasseerd voor de schepenen van Koedijk d.d. 2.6.1650, die bekennen opgedragen te hebben aan Gerrit Reijersz Slommer, wonende te Koedijk, een akker zaadland gelegen bewesten de diepsmeer in de banne van Oudkarspel, groot omtrent 9 snees, nutertijd belend de heijstholle ten oosten en noorden en Jan Pietersz ten zuiden (RA Oudkarspel inv.6057 fol.54 d.d. 3.6.1650), op 16.1.1651 compareert Aelbert Cornelisz, wonende te Zuid-Scharwoude, die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Reijersz Slommer, wonende te Koedijk, een gerechte vierdedeel in een stuk weiland genaamd gabelle weijt gelegen in de banne van Oudkarspel, gemeen en onderdeel met Aechte Gerrits c.s. wonende te Zuid-Scharwoude, groot in het geheel 10 geers, nutertijd belend Mr Ariaen Cooren wonende te Alkmaar ten zuiden, Garbrant Jacobsz Tessel wonende op het noordeinde van Koedijk ten noorden en de gemene vaert ten westen (RA Oudkarspel inv.6057 fol.65 d.d. 16.1.1651), op 2.5.1658 compareert Jan Bartelmies, buurman te Koedijk, die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Reijersz Slommer, mede te Koedijk, een huis en erf staande en liggende op de kooch binnen Koedijk, belend met Gerrit Reijersz Hopman ten noorden en Aechte Gerrits ten zuiden (RA Koedijk inv.6220 fol.13 d.d. 2.5.1658), op 31.5.1661 compareert de edele heer Nicolaes du Jardin, here van Heemsrode, Hanoeghem, Nijenhove eetc. en wonende te Gent, die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Reijersz Slommer wonende te Koedijk twee stukken land in de diepsmeer, groot tezamen 13 gars 15 snees 16 roeden, belend met het hoeckstuck gekocht door Rijpelant ten westen, de polders ringsloot ten zuiden en vrouw IJda Cromhout ten noorden en oosten (RA Oudkarspel 6057 fol.362 d.d. 31.5.1661), op 9.6.1661 compareert Bertelmies Willemsz die bekent verkocht te hebben aan Gerrit Reijersz een akkertje zaadland in de banne van Koedijk, groot 3 snees 10 roeden, belend met de grafelijkheid ten oosten en de nieuwe tocht ten westen (RA Koedijk inv.6220 fol.94 d.d. 9.6.1661), op 1.7.1661 compareren Cornelis Claesz en Pieter Claesz Verburgh, wonende te Koedijk, die bekennen verkocht te hebben aan Gerrit Reijersz Slommer en Huijbert Gerritsz, zijn zoon, buurlieden te Koedijk, een akker zaadland groot 13 snees 8 roeden 4 voet, gelegen in de banne van Oudkarspel beoosten de grep int clooster, belend Griet Pieters ten zuiden en noorden en de kerk van Oudkarspel ten westen (RA Oudkarspel inv.6057 fol.366 d.d. 1.7.1661), op 29.12.1661 compareren voor Cornelis Willemsz Klercq, notaris op huijswaert in de banne van Koedijk, de echtelieden Gerrit Reijersz Slommer en Griet Huijberts, die bij testamentaire dispositie begeren dat Maritie Pieters, hun kleinkind geprocreëerd door Pieter Gerritsz Slommer en Trijn Jacobs, beide gewoond hebbende te Koedijk, de goederen uitgezonderd daarin de legitieme portie die zij comparanten vrij nalatende zijn die dezelve Maritie Pieters van hun comparanten te eniger tijd zal komen te erven of genieten hetzij bij testamente of uit krachte van ordonnantie op het stuk van successie ab intestato geëmaneerd tot genen tijden zal mogen verkopen, verbinden, belasten of bezwaren maar laten gaan erven en besterven op hun comparanten naaste bloede als dan in leven zijn (ONA Koedijk inv.3018 akte 9 d.d. 29.12.1661), tr. met |
2441 | Griet Huijberts, dr. van Huijbert Pietersz en Maertge Jans |
2444 | Jan Pietersz Beets, tr. Beets (nederd. geref.) 22.4.1647 met |
2445 | Marije Jans Doets |
2448 | Ariaen Cornelisz Velsen, tr. met |
2449 | Trijn Jans, op 14.2.1670 compareert Trijn Jans, weduwe van Ariaen Cornelisz Velsen, geassisteerd met haar zoon Cornelis Ariensz de Caper als haar gecoren voogd, die bekent aan de diakonen van de gereformeerde kerk te Krommenie verkocht te hebben een huis en erf, staande en gelegen op het kattepadt, belend ten oosten Cornelis Theunisz alias Cnelia en ten westen Maartie Heeren (ORA Krommenie inv.1402 fol.27 d.d. 14.2.1670) |
2452 | Cornelis Jansz Sloot (Slooth, Sloet), vrachtschipper (OA Uitgeest inv.1045 anno 1670), op 26.5.1656 compareert Jan Jansz, buurknecht te Markenbinnen, uit naam en vanwege Jan Jansz van den Bos, die transporteert aan Cornelis Jansz Sloot, wonende te Markenbinnen, een huis en erf aldaar, belend ten oosten Jan Mieusz, ten zuiden het marckermeertje, ten westen Claes Hout en ten noorden het gemene padt, met een halve sloot tussen het padt en het erf van Jan Dircxz, op welke sloot voornoemde Jan Mieusz een vrije watergang heeft (ORA Uitgeest inv.200 fol.121 d.d. 26.5.1656), op 17.6.1666 compareren Dirck Cornelisz, Claes Cornelisz Backer, Guijrt Jans huisvrouw van Dirck Cornelisz Steijl, Pieter Jansz Stierp als voogd van Aeff Cornelis weduwe van zaliger Jan Pietersz Hilgonts, Marij Pieters huisvrouw van Cornelis Gerritsz, Griete Gerrits weduwe van IJsaack Aertsz, alle buurlieden te Markenbinnen, Guijrt Jacobs weduwe van Rongh Sijmons, Jan Jansz voor hemzelf en vanwege Aecht Jacobs zijn zuster, Trijn Claes weduwe van Pieter Jansz, Jan Cornelisz, Duijff Fredericx weduwe van Maerten Jacobsz, alle buurlieden te Graftdijk, Cornelis Jacobsz Cock en Jan Tijssen, buurlieden te Knollendam, IJsbrant Gerritsz, buurman in de Woude, Marij Gerrits wonende te Krommenie, Cornelis Jansz Smit wonende te Wormer, Heijndrick Pietersz Heijn en Dirck Dircxz buurlieden tot Westzaan, als voogden van Jan Reijersz en Neel Reijers, minderjarige kinderen van zaliger Reijer Jansz, en Lijsbet Gerrits huisvrouw van Ghijsbert Jacobsz de Wit, wonende aan de Assendelver dijk, hen tezamen sterk makende en de rato caverende voor iedereen die het verder aan mocht gaan, verklaren te constitueren en machtig te maken Jan Pietersz Schouten, buurman te Markenbinnen, en Jan Gerritsz, buurman te Knollendam, om in hun naam voor schout en schepenen te Akersloot te transporteren aan Cornelis Jansz Sloot, buurman te Markenbinnen, een stuk land gelegen in de oosterwouderpolder in de banne van Akersloot genaamd de hoeff, groot omtrent 1 morgen, belend ten oosten de starmeer ten zuiden Pieter Kuijper ten westen de starmeerdijck en ten zuiden Jan Dircxz de Wit, uitgezonderd een erfpacht van 1 gulden 14 stuivers 6 penningen per jaar, de school van Markenbinnen competerende, ten overstaan van onder meer Jan Mieusz, wonende te Markenbinnen (ONA Uitgeest inv.5018 akte 137 d.d. 27.6.1666), op 23.2.1669 compareert Tobias van Heijst Pietersz, wonende te Amsterdam, die bekent voor een bedrag van 230 gulden verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Sloot een stukje land gelegen in de marckerpolder, genaamd in jan paapjes, groot 6 snees 9 roeden, belend ten oosten het kerckelandt, ten zuiden de dob, ten westen en noorden Maarten Jansz (ORA Uitgeest inv.203 fol.97 d.d. 23.2.1669), op 18.4.1676 compareren Sijmen Gerritsz, wonende te Markenbinnen voor 1/10 deel, Jacob Dircxz, wonende op Knollendam als vader en voogd van zijn drie kinderen voor 3/10 deel, Claes Cornelisz voor 1/10 deel, Hillegont Jans voor 1/10 deel, Willem Arentsz en Cornelis Engelsz, voor henzelf en instaande voor Aagt Jans en Neel Jans, voor 4/10 deel, als erfgenamen van Engeltie ?, die bekennen voor een bedrag van 553 gulden 10 stuivers verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Sloot twee stukken land gelegen in de marckerpolder, het ene genaamd het garst, groot 11 snees 9 roeden, belend ten zuiden Aerjan Jansz Stoeldraaijer en ten noorden Aris Dirc Pieter Boers erfgenamen, alsmede een akker land liggende ald., groot 5 snees min 5 roeden, belend ten oosten Pijeter Mieussen en ten westen Pijeter Schagen (ORA Uitgeest inv.204 fol.127 d.d. 18.4.1676), op 6.5.1677 compareren Mieus Willemsz, voor hemzelf alsmede voor Marij, Jacob en Dieuwer Willems, alsmede Dirck Dirxe Melck en Jacob Pietersz, alle erfgenamen van zaliger Pieter Mieussen, op Markenbinnen overleden, die bekennen voor een bedrag van 524 gulden 8 stuivers verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Sloot, alle wonende te Markenbinnen, een stuk land liggende in de marckerpolder, genaamd groves, groot 16 snees min 4 roeden, belend ten oosten de buttersloots ackers, ten zuiden Maerten Pietersz Smitses, ten westen Dirck Dirckxe Melck en ten noorden Pieter Dircxe Blaewes erfgenamen (ORA Uitgeest inv.204 fol.188 d.d. 6.5.1677), op 1.2.1678 compareert Aris Allertsz Kiel, wonende te Markenbinnen, die bekent voor een bedrag van 100 gulden verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Sloot, mede wonende te Markenbinnen, een hoekje land liggende in de wouderpolder en genaamd damweer, groot 4 1/2 snees 2 1/2 roe (ORA Uitgeest inv.205 fol.3 d.d. 1.2.1678), op 14.8.1681 compareert Aeltjen Heijndricx, weduwe van zaliger Cornelis van Edam, alsmede Claes Sijmens, oom en voogd van de kinderen van Cornelis van Edam, geprocreëerd bij Aeltjen Heijndricx, die bekennen verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Sloot, wonende op Markenbinnen, eerst 698 roeden in een stuk land liggende in de wouderpolder, genaamd in damweer, belend ten oosten Maerten Pietersz erfgenamen, ten noorden de stierp, ten zuiden Gerrit Maertsz en ten westen Arijaentie Cornelis erfgenamen, alsmede nog 6 snees 9 roeden in een stuk land liggende ald., genaamd de grote ven, belend ten oosten Cornelis Pietersz Bloem en ten westen Aeghte Gerrits (ORA Uitgeest inv.205 fol.133 d.d. 14.8.1681), op 11.5.1685 compareert Marij Gerrits, weduwe van zaliger Gerrit Allertsz Kiel, wonende op Knollendam, die bekent voor een bedrag van 237 gulden 2 stuivers verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Slooth, wonende op Markenbinnen, een stuk land liggende in de wouderpolder, genaamd damweer, groot omtrent 16 snees, belend ten noorden Arijen Hendricxz van de Stierp, ten oosten IJsbrant Fransz, ten zuiden de vaersloot en ten westen Claes Oosten bruikwaer (ORA Uitgeest inv.206 fol.79v d.d. 11.5.1685), tr. (mutueel testament, waarbij aan hun kinderen ieder een bedrag van 600 gulden wordt toegekend, zie ONA Uitgeest inv.5027 akte 66 d.d. 8.9.1677) met |
2453 | Trijntje Pieters |
2466 | Cornelis Maartz (Maerttes, Maertses, Maertensz) Groenvelt, vermeld aan de middelwegh in de Beemster (lidmatenregister ald. nederd. geref.), tr. met |
2467 | NN, begr. ald. (nederd. geref.) 16.1.1640 |
2468 | Cornelis Cornelisz Dubbelt (Dubbeldt), vanaf 1651 vermeld in de Beemster aan de oostringdijk nabij Hobrede (doopboek Beemster nederd. geref.), lidmaat ald. in 1665, dan gehuwd met Geert Rems (lidmatenboek Beemster nederd. geref.) |
2528 | Walle Wijtses, afkomstig van IJlst, otr. IJlst (nederd. geref.) 1.1.1660, tr. ald. (nederd. geref.) 14.1.1660 met |
2529 | Jeldouw Hiddes, afkomstig van Heeg |
2530 | Tiamcke (Tijamcke, Tjamke) Abes, afkomstig van IJlst, ged. IJlst (nederd. geref.) 10.7.1642 (getuige Ale Tijamckes), zn. van Abbe Tijamckes en Thiets Ipes, tr. IJlst (nederd. geref.) 15.1.1664 met |
2531 | Martsen Hijssels, afkomstig van IJsbrechtum |
2532 | Wierd (Wierdt) Ages, laat tussen 1651 en 1655 kinderen dopen in Kimswerd, is in 1666 executeur van Wonseradeel, dan wonende te Wons, otr. 2e Bolsward (nederd. geref.) 30.9.1666 met Trijntje Wijntjes, afkomstig van Bolsward, tr. 1e met |
2533 | Icke Jacobs |
2536 | Abraham (Abram) Lenards (Leenards, Leenaerts), op 27.5.1655 samen met Trijntje Lenards met attestatie van Nijega naar Heeg (lidmatenreg. Heeg nederd. geref.), vermeld lidmatenlijst ald. 1664, in januari 1668 van Broek naar Joure (lidmatenreg. Joure nederd. geref.), in 1672 koopman op ’t sand, vanaf 1684 fiscaal (een soort gerechtsdienaar), in 1684 van Terkaple naar Oldeboorn-Nes (lidmatenboek Oldeboorn-Nes nederd. geref.), vertrekt nadien naar Akkrum, vermeld ald. 1709 (lidmatenboek Akkrum-Terhorne nederd. geref.), tr. 2e Joure (nederd. geref.) 20.10.1672 met Gerbrich Jans, afkomstig van Terkaple, tr. 3e met Trijntje Riemers, tr. 1e Wymbritseradeel (nederd. geref.) 4.1.1657 met |
2537 | Gooits (Gooitske, Goijtske) Asses, op 17.8.1656 met attestatie van Garijp naar Heeg (lidmatenboek Heeg nederd. geref.) |
2804 | Lou (Low) Markus (Merckes, Mircks), jongman afkomstig van Sint Annaparochie, wonende in de Beemster, tr. Sint Annaparochie (nederd. geref.) 10.5.1618 met |
2805 | Anna (Anne, Antje) Wobkes (Wopkes), jongedochter van Sint Jacobiparochie, op 1.6.1643 vermeld als weduwe wonende aan de rijperwegh (lidmaten Beemster nederd. geref.), begr. Beemster (nederd. geref.) 11.3.1680 |
3072 | Lambrecht Claesz, tr. Nieuw Helvoet (nederd. geref.) 9.5.1627 met |
3073 | Dingenum Witte |
3096 | Cornelis Jansz Breeman, wonende in de heerlijkheid van Zuidland, zn. van Jan Cornelisz Breeman en Grietgen Gerrits Boerendrinckers, compareert op 10.10.1653 en op 19.12.1653 naast Jacob Jansz Breeman als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van Jacob Pietersz Houckman inzake de verkoop van 14 gemet land in de polder van oude stadt in de stee van Jacob Jansz Breeman, die groot is omtrent 82 gemet 200 roe (SAGO RA Stad aan het Haringvliet inv.7 fol.114v d.d. 10.10.1653), machtigt op 1.8.1654 Jacob Jansz Breeman, wonend in de polder van de oude stadt, om voor hem te verkopen een gerechte vierde deel van zekere woningen staande en gelegen aan de zeedijk binnen het dorp van Sommelsdijk (SAGO RA Stad aan het Haringvliet inv.7 fol.131v d.d. 1.8.1654), bekent op 27.11.1658 schuldig te zijn aan de heilige geest armen van Stad aan het Haringvliet een bedrag van 600 gulden, waarbij hij in onderpand geeft 21 gemet 284 roe land in de polder oude stadt (SAGO RA Stad aan het Haringvliet inv.22 d.d. 27.11.1658), verkoopt op 11.1.1664 aan Corvinck Arents Kromdijk 22 gemet land waarvan 16 gemet kostbaar land in de polder oude stadt (SAGO RA Stad aan het Haringvliet inv.1 d.d. 11.1.1664), tr. met |
3097 | Lijntgen Enghebrechts (Engberts), dr. van Engebrecht Cornelisz van der Sluijs en Aechtgen Jacobs (Erfgoedcentrum DiEP, ORA Piershil inv.3 d.d. 27.11.1636) |
3102 | Lodewijck (Lodewijk) Dirksz (Dircxe, Dircxsse) de Vos (van de Vos), wonende in Geervliet, ged. Geervliet (nederd. geref.) 1.4.1635 (get. Jan Arentsz Verhouf burgemeester, Aert Lodewijcksz, Lijsebet Hendricks weduwe van Hendrick Dirricksz), koopt op 20.4.1681 van Jan Aldertsz de Bois een huis en erf aan het eind van de anthonisplaats ald. belend ten oosten de landpoortstraat ten zuiden het kerkhof ten noorden de anthonisstraat (SAVPR Geervliet inv.212 d.d. 20.4.1681), koopt op 5.4.1683 van Cornelis Jansz twee erfpachtboomgaarden aaneengelegen buiten de tolpoort in het tolland belend ten noorden Engel Nootdorp ten zuiden Jan Tonisz en Engel Nootdorp en ten westen de toldam voor 67 gulden 10 stuivers (SAVPR Geervliet inv.212 d.d. 5.4.1683), koopt op 3.1.1685 van de erfgenamen van Hendrik Willemsz een erfpachtboomgaard buiten de tolpoort groot 25 roe belend ten oosten Crijn Claesz Compeer ten oosten [sic] de laatste meet van de zuidzijde van alle boomgaarden (SAVPR Geervliet inv.212 d.d. 3.1.1685), is vader van Magdaleentje ged. Geervliet (nederd. geref.) 31.3.1659 (get. de vader, Neeltje Tomas), is vader van Maertje ged. Geervliet (nederd. geref.) 22.10.1662 (get. de vader, Heijltje Dirx), is vader van Jannetie ged. Geervliet (nederd. geref.) 22.11.1665 (get. Dirckcrina Cornelisse Cuijper), is vader van Dirck ged. Geervliet (nederd. geref.) 2.8.1667 (get. Heijltje Dirx), is vader van Neeltie ged. Geervliet (nederd. geref.) 7.12.1670 (get. Heijltie Dirks), is vader van Maertje ged. Geervliet (nederd. geref.) 24.12.1673 (get. Heijltje Dirckx), zn. van Dirk Lodewijksz van der Vos en Neeltje Dirks, tr. met |
3103 | Jobje (Jopie) Jans |
3106 | Wilm Janse Sijdervelt (Zijdervelt) alias Otte (Ot), wonende te Zwartewaal, geb. ca. 1633, koopt op 3.3.1661, dan wonende te Zwartewaal, voor een bedrag van 1100 gulden van Leendert Heijnderickxe, herbergier op de heenvlietse dam, een kaagschuit (RA Heenvliet inv.1 d.d. 3.3.1661), compareert op 13.5.1675, dan 42 jaar oud, en tezamen met Leendert Hendrijcxz den Baes, oud ca. 39 jaar, en Soetje Theunis, huisvrouw van Cruijne Stevensz, oud 52 jaar, allen wonende onder de heerlijkheid Heenvliet op de dam, die op verzoek an Joris Victoorsz van Oostende, gewezen molenaar te Zwartewaal, dat zolang zij op de dam gewoond hebben (Leendert den Baes ca. 18 jaar, Willem Jansz Sijdervelt ca. 12 jaar en Soetje Theunis 15 jaar), het altijd gebruikelijk is geweest dat de pachter van het gemaal over Heenvliet altijd in Zwartewaal een collecteur heeft gehad, waaraan zij altijd betaalden zonder ooit iets met de pachter van het gemaal te Brielle te maken gehad te hebben en dat zij in al die jaren gewoonlijk hun koren in Zwartewaal hebben laten malen (RA Brielle inv.64 d.d. 13.5.1675), verkoopt op 23.9.1679 voor 180 gulden aan Jan Palm een huis en erf op de heenvlietse dam, belend ten noorden Kruijn Stevensz en ten zuiden Leendert Hendriksz den Baes, de betaling van de koopsom geschiedt met aanwijzingen ten laste van Jan Ewoutsz den Bink voor een som van 151 gulden 14 stuivers en ten laste van Joris Jacobsz voor een som van 28 gulden 6 stuivers (ONA Rotterdam inv.1044 akte 27 p.58, d.d. 23.9.1679; dit zal inhouden dat Wilm Jansz Sijdervelt vanaf ca. 1663 tot aan het jaar van verkoop op de heenvlietse dam heeft gewoond), is vader van Leendert ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.5.1674 (get. Krijntje Leenderts), is vader van Ot ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 14.2.1677 (get. Neeltje Harrents), is vader van Wijventje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 21.5.1679 (get. Lijsbet Klerk), is vader van Wijventje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.3.1681 (get. Jan Jansz Pruijt, Josijntje Kornelis), een mogelijke hint naar zijn afkomst is dat Jan Harrensz, de broer van Neeltje Harrens die in 1677 als doopgetuige optreedt, en die waarschijnlijk afstammen van Harrent (Harnt) Pietersz die te Zwartewaal kinderen laat dopen vanaf ca. 1655, te Brielle eveneens de familienaam Sijdervelt is gaan dragen (voorts blijkt uit RA Maassluis inv.181 d.d. 13.11.1660 dat Harrent Pietersz het beroep van visser uitoefende, en op zeker moment te Zwartewaal een huis en erf van Arent Pietersz Staelman heeft gekocht, die het op zijn beurt in het jaar 1645 heeft gekocht van Jorden Jobsz), tr. met |
3107 | Ariaantje Leenderts, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.3.1643 (getuige Leentje Isebrants), dr. van Leendert Kornelisse en Maartje Korsen |
3108 | Pieter Gillisse (Jillisse) van der Meer, familienaam blijkend uit lidmatenboek Zwartewaal, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 16.3.1625, zn. van Gillis (Jillis) Jans en Aagje Witte, is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 30.6.1647 (get. Jan Jansz, Geesje Witte), is vader van Leendert ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.11.1648 (get. Gillis Janse, Aagje Witte), is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.10.1651 (get. Jan Janse, Maartje Gillis), is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.8.1655, tr. met |
3109 | Maartje Jakobs |
3110 | Cornelis (Kornelis) Jansz Arkenbout, geb. ca. 1635, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 2.11.1659 (24 jaar oud, getuige is Jan Arense Buere), broer van Ingetje Jans, zn. van Jan Ame, koopt tezamen met Willem Cornelisz Lis voor de som van 200 gulden van de erfgenamen van wijlen Maerten Cornelisz Lems twee huizen met bijbehorende roerende goederen, waarvan de waarde van de roerende goederen, te weten de taanketel met het hout en de turf wordt getaxeerd op 50 gulden (RA Zwartewaal inv.13 d.d. 27.8.1671), is vader van Maarten ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.8.1673 (get. Neeltje Pieters), is vader van Neeltje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.9.1675 (get. Neeltje Pieters), is vader van Leentje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.1.1677 (get.Ingetje Jans), tr. 2e met Pleuntje Kruijne, tr. 1e met |
3111 | Maartje Jans |
3112 | Mr Pieter Pietersz Landmeter (Lantmeter), jongman van Biert, chirurgijn te Geervliet, overl. voor 10.10.1668, vanaf ca. 1652 vermeld te Zuidland (SAVPR, toegang 45 inv.87, regest 427, 24.5.1656), koopt op 16.1.1659 twee gemet 206 roe land onder Biert aan de biertse heijndijck waarvoor hij een schuld aangaat bij Aeriaentie Jans de Laet (SAVPR toegang 29 inv.17 regest 43 30.6.1673; regest 92), is op 5.5.1662, dan wonende te Zuidland, borg voor zijn broer Jan Pietersz Landmeter (RA Maassluis inv.181 d.d. 5.5.1662), zijn broer Aert Pieterse Lantmeter transporteert op 10.10.1668 aan Pieter’s minderjarige kinderen, die bijgestaan worden door hun oom Jan Pietersz Lantmeter, 1 gemet 116 roe weiland onder Biert en waarvoor de weeskinderen een schuld bekennen van 350 carolus gulden aan Arij Willemse van der Hout of aan Jan Arense Lakencooper wonende te Spijkenisse wegens doding van twee obligaties die hij op de weeskinderen sprekende heeft en dat op 17.3.1687 wordt verkocht aan Jacob van Munster wonende in Brielle (SAVPR toegang 29 inv.17 regesten 24 en 25), zn. van Pieter Jansz Lantmeter, tr. Rockanje (nederd. geref.) 14.4.1647 met |
3113 | Lijsbet Cornelis, dr. van Cornelis Jobsz en Neeltje Kruijne (SAVPR toegang 45 inv.87, regest 524, 24.10.1661) |
3114 | Pieter Wessels (Wissels), ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 24.2.1630, zn. van Wessel Harmanse, stierman ald. (RA Maassluis inv.181 d.d. 17.8.1660), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 25.6.1653 (get. Annetje Jochums), is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 23.8.1654, is vader van Wessel ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.12.1658 (get. Annetje Wessels), tr. met |
3115 | Kruijniertje Kornelis |
3116 | Huijge Janse, is vader van Klaas ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 14.3.1660, tr. met |
3117 | Maartje Klaas |
3120 | Maerten Jansz de Cloet (Cloet), wonende te Schiedam, begr. ald. 31.8.1681 (overl. gasthuis), zn. van Jan Maertensz, is vader van Lijsbet ged. Schiedam (nederd. geref.) 26.12.1640 (get. Arijen Cornelisz, Jannetge Tijsse, Maertge Jans), is vader van Jannetje ged. Schiedam (nederd. geref.) 28.10.1646 (get. Dirc Tonisz, Aefje Tijsz, Sara Pietersz), tr. Schiedam (gerecht) 22.11.1636 (hij bijgestaan door Jan Maertens zijn vader, zij door Maertgen Michiels haar moeder) met |
3121 | Aeltgen Tijssen, dr. van Thijs Jansz en Maritgen Michiels |
3122 | Gerrit Andriesz (Anderijesz, Anderiesz) Mack (Macq), zeevarende man, wonende te Schiedam, zn. van Anderies Gerritsz en Jopgen Huijgen, is vader van Neeltge ged. Schiedam (nederd. geref.) 3.8.1640 (get. Jan Cornelisz, Neeltge Cornelis, Pieterge Ariens), is vader van Dieuwertge ged. Schiedam (nederd. geref.) 5.6.1643 (get. Huijgh Andriesz, Maertge Andries, Aeltge Sijbrants), is vader van Maertje ged. Schiedam (nederd. geref.) 14.10.1648 (get. Andries Gerritsz, Trijntje Arents, Neeltje Corsse), is vader van Maria ged. Schiedam (nederd. geref.) 8.5.1650 (get. Andries Gerritsz, Jan Cornelisz, Magdalena Diemen, Aeltgen Sijbrants), is vader van Cornelis ged. Schiedam (nederd. geref.) 25.9.1652 (get. Michiel Cornelisz, Susanna Willems, Saertje Huijghe), koopt op 7.5.1644 van Cornelis Gilbersz vishacker een huis en erf gelegen voor de raem, strekkende van de straat tot aan de vuijcksloot toe (ORA Schiedam inv.342 d.d. 7.5.1644), bekent op 13.5.1645 schuld aan Cornelis Reijniersz (ORA Schiedam inv.342 d.d. 13.5.1645), dienende tijdens de tweede Engelse zeeoorlog onder admiraal Michiel Adriaensz de Ruijter als commandeur van een brander genaamd schiedam (Saken van Staet en Oorlogh in ende omtrent de Vereenigde Nederlanden beginnende met het jaer 1664 en eindigende met het jaer 1666, Lieuwe van Aitzema, ’s-Gravenhage, 1670), tr. Schiedam (nederd. geref) 14.12.1641 (hij bijgestaan door Anderies Gerritsz zijn vader, zij bijgestaan door Neeltgen Voochten haar zuster), tr. ald. 26.12.1641 met |
3123 | Pleuntgen Cornelis, in 1667 weduwe, betaalt in dat jaar haardstedengeld waarbij wordt vermeld dat ze in het sint anna susterhuijs woont (OA Schiedam inv.1485), is zuster van Neeltgen Cornelis Voochte gehuwd met Cornelis Reijniersz en later is gehuwd met Barent van der Elst (ORA Schiedam inv.344, 20.1.1657), dr. van Cornelis Pietersz en Dieuwertge Willems |
3124 | Leendert Jansz den Beeng (de Bink), zeeman (lidmatenboek Zwartewaal nederd. geref.), verblijft in 1641 in West-Indië, mogelijk een zn. van Jan Arentsz den Beeng (getuige in doopboek Zwartewaal d.d. 21.4.1630), is vader van Annetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.5.1631 (get. Maritje Dammis), is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 12.12.1632, is vader van Anna ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 24.11.1641 (de vader in West-Indiën verblijvende), tr. met |
3125 | Katrijne Pieters |
3126 | Joost Bouwense Stierman, stierman (stuurman), is vader van Leentje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.7.1631 (get. Leentje Isebrands), is vader van Isbrant ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 13.1.1636, is vader van Ariaantje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 28.8.1639 (get. zijn boekhouwer en zijn vrouws zuster), is vader van Bouwen ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 29.11.1643 (get. Neeltje Joppe, Leentje Jooste) |
3128 | Kruijn (Kruijning, Cruijningh) Stevensz, verkoopt omstreeks het jaar 1659 aan Barent Dircksz van der Velde zijn huis, staande te Zwartewaal op het zuid (RA Zwartewaal inv.27 d.d. 18.4.1684) en betrekt vermoedelijk omstreeks die tijd een woning op de heenvlietse dam, is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 16.10.1644 (get. Bijatris Kornelisse, Ariaantje Klaas), is vader van Teunis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.4.1654, is vader van Pleuntje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 15.8.1655, is vader van een kind ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.9.1658, is vader van Neeltje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 1.10.1660 (get. Jakobus), tr. met |
3129 | Soetge Teunis, geb. ca. 1623 (RA Brielle inv.64 d.d. 13.5.1675) |
3132 | Jan Arense Buere (Bueren, Buren), is vader van Fennetje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.3.1648 (get. Margrietje Jans), is vader van Kornelis ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.1.1650 (get. Angenietje Jacobs, Kornelia Kornelis), is vader van Heijman ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 11.8.1652, is vader van Arij ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 22.2.1654, is vader van Angenietje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 8.3.1656 (get. Kornelia Kornelis), is vader van Heijman ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.9.1657, is vader van Angenietje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 9.2.1659 (de moeder Jannetje Kornelis, get. Jan Leendertse, Kornelia Kornelis), is vader van Angenietje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 4.7.1660 (get. Kornelia Kornelis), tr. met |
3133 | Jannetje Kornelis, ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 5.8.1626 (get. Ariaantje Reins, Mr. Leendert Arense Jonge Bruijn), dr. van Kornelis Reinse Delft en Angenietje Jacobs |
3134 | Witte Jobs, zeeman wonende te Zwartewaal, maakt op 30.11.1642 samen met zijn vrouw testament waarin onder meer wordt bepaald dat zijn kleding wordt geprelegateerd aan zijn moeder Margrietje IJsbrands, en waarin zij tot haar universele erfgenaam benoemt Leendert Jans de Bink, stuurman te Zwartewaal, haar neef van vaderszijde (SAVPR inv.1012 toegang 110 d.d. 30.11.1642), is vader van Job ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 18.2.1646 (get. Eegje Jobs), is vader van Laaurens ged. Zwartewaal (nederd. geref.). 22.11.1648 (get. Leendert Janse den Beeng en zijn huisvrouw Katrijne Pieters), is vader van Geesje ged. Zwartewaal (nederd. geref. 31.12.1651 (get. Neeltje Jobs), tr. met |
3135 | Maartje (Marijtje) Laurens |
3144 | Philips Philipsz Vermaet (Vermate, Jonge Vermaet), wonende in Spijkenisse, koopt op 14.8.1631 van Maertgen Doenen, weduwe van Aijen Cornelisz Crouff, 1 gemet 222 roe weiland in barckenshouck in Spijkenisse benoorden de weg tussen de hartelse welleweg en de laenwech (SAVPR toegang 48 inv.219 regest 415 d.d. 14.8.1631), koopt op 30.11.1631 van Mr. Gerraerdt Berck advocaat te Oud-Beijerland 3 gemet teelland in nieuw-hongerland inclusief het gevolg met aanwassen, visserijen en vogelarijen en waarvoor hij een schuld bekent van 565 pond 3 schellingen en nog eens 331 pond (SAVPR toegang 48 inv.219 regest 428-430), koopt op 27.1.1634 van Heijndrick Arensz Coon wonende in Spijkenisse 3 gemet 33 roe en nog 3 gemet 48 roe 6 voet teelland in nieuw-hongerland (SAVPR toegang 48 inv.219 regest 459 d.d. 27.1.1634), bekent op 31.8.1641 aan Jacob Duijnker Eduwaert en Jan Jacobsz Feijtema een schuld van 600 pond waartoe hij verbindt de helft van zijn boomgaard ten zuiden van het dorp Spijkenisse groot 159 r. en waarvan de andere helft de Bronckhorsten toebehoort (SAVPR toegang 48 inv.220 regest 495 d.d. 31.8.1641), overl. 20.2.1655, begr. Spijkenisse (Ons Voorgeslacht jrg. 20 (1965) Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken van het Beneden Maasgebied, niet beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins – Spijkenisse), zn. van Philips Philipsz Vermaet de Oude, tr. Spijkenisse (nederd. geref.) 26.1.1614 met |
3145 | Geertien Jans, dr. van Jan Jansz Bos en Maritgen Gerrits |
3146 | Pieter Jansz Lantmeter, wonende in Biert, leeft 10.7.1630 (SAVPR toegang 32 inv.210 regest 500 d.d. 10.7.1630), zn. van Jan Cornelisz Lantmeter, verkrijgt op 27.5.1617 samen met Soetje Jans Lantmeter de helft in 8 gemet 225 roe land in oud hoenderhoek dat eerder toebehoorde aan hun broer Jan Jansz Lantmeter (SAVPR toegang 32 inv.210 regest 307 d.d. 27.5.1617) |
3148 | Arijen Dircxz Visscher, overl. voor 28.4.1680, zn. van Dirck Pietersz en Commertgen Bouwens, bezit huis, schuur, berg en erf aan de spijkenissenhouck (SAVPR regest 775, 23.10.1655, regest 776, 23.10.1655, regest 802, 19.7.1656), komt in het bezit van 4 gemet 225 roe teelland aan de mallendijk in Spijkenisse, dat eerder bij openbare veiling te verkopen eerst gekocht door Bouwen Dircxsz voor zijn moeder Commertgen Bouwensdr (regest 817, 6.3.1656), stelt zich in 1662 samen met Heerman Jansz Visscher borg voor zijn broer Bouwen Dircksz (regest 958, 1.5.1662), overl. voor 8.4.1680, wanneer zijn weduwe huis, schuur en erf aan de spijckenissenhouck, een partij bruikland, een partij hooi, een grote partij mest, tilbalken, planken enz. verkoopt aan Cornelis Oirbersz van Engelandt (regest 984 d.d. 8.4.1680), tr. met |
3149 | Annetge Leenderts, overl. na 28.4.1680, tr. 2e Spijkenisse (gerecht) 12.1.1676 met Cornelis Oirbersz van Engelandt, jongman van Spijkenisse |
3154 | Jan Abrahamsz Buijck, jongman van Vlaardingerambacht, leeft 26.6.1672, zn. van Abraham Leendertsz Buijck en Lijdewij Jans (ORA Vlaardingerambacht inv.25 fol.270v, d.d. 27.5.1675), behoort in 1652/53 tot de personen wonende in de stad Vlaardingen die in staat zijn een geweer te dragen en te gebruiken (archief van de Staten van Holland inv.1355, monsterrollen van de weerbare mannen in de Hollandse dorpen, Nationaal Archief), woont in 1672 te Vlaardingerambacht in het huis dat toebehoort aan vrouwe Alijda Jonckheijn ambachtsvrouw der stad Vlaardingen en Vlaardingerambacht, en gebruikt tevens land dat haar toebehoort, te weten 3 morgen 5 hond 81 roe alloidaal en patrimoniaal land gelegen aan het einde van de boomgaard van haar woning gelegen aan de groenewech, een stuk land groot 4 hond 50 roe gelegen naast het voornoemde land, een stuk land groot 1 morgen 3 hond 22.5 roe liggende ggemeen in een kamp weiland grenzend aan de voornoemde woning genaamd de rietdijckse weijde, een stuk land groot 1 morgen 5 hond teelland mede gelegen naast het voornoemde stuk land, een stuk land groot 1 hond 71 roe liggende gemeen met een morgen aan de voornoemde groenewech, een stuk land groot 1 morgen 4 hond 22 roe leenland zijnde de helft van de rietdijckse weijde te leen ontvangen van de grafelijkheid van Holland, drie kampen land met een gezamenlijke grootte van 4 morgen 2 hond leenland gelegen aan de noordzijde van voornoemde woning te leen gehouden van de heer van Hodenpijl, een stuk land zijnde het oostelijke deel van de kampen genaamd de ses margen groot 3 morgen 3 hond 85 roe gelegen in de polder van hoogstadt, en een stuk land groot 5 morgen 1 hond 10 roe alloidaal en patrimoniaal land gelegen aan twee kampen in de kleijne vette (ORA Vlaardingerambacht inv.25 fol.243, d.d. 26.6.1672), koopt op 13.5.1675 tezamen met zijn broer Leendert Abramsz Buijck van de overige erfgenamen van zijn vader 2 morgen 94 roe land in het nieuwlant en een strookje land met daarop een huis, schuur en berg op staat en dat verder beplant is tot boomgaard en dat vanouds lag tussen de landen van hun vader en de boomgaard gekomen van Cornelis Jacobsz Biemans erfgenamen (ORA Vlaardingerambacht inv.25 fol.268v, d.d. 13.5.1675), alsmede 1 morgen land gekomen van Cornelis Cornelisz Stelman en de erfgenamen van Cornelis Jacobsz Bieman en zekere boomgaard en plantage die eerder op 27.6.1653 is gekocht door hun vader (ORA Zouteveen inv.19 fol.114 en 115 d.d. 27.6.1653), zij bekennen op 5.10.1675 een schuld van 1500 gulden aan hun zwager Pieter Willemsz van den Bosch waaraan zij verbinden 2 morgen weiland aan de kethelweg en een tuintje en plantage gelegen aan de holierhoekseweg en benoorden de kethelweg te Zouteveen (ORA Zouteveen inv.19 fol.118 d.d. 5.10.1675), verkoopt op 20.5.1681 zijn helft in de boomgaard en plantage aan zijn broer Leendert Claesz Buijck alsmede zijn helft in het huis, schuur, erf, barg en geboomte, in de wandeling genaamd Emaus, alsmede een boomgaard daar annex aan, waarbij wordt vermeld dat de boerderij en een gedeelte van de boomgaard zijn gelegen in Vlaardingerambacht, een gedeelte van de boomgaard in Zouteveen en het resterende deel valt onder de jurisdictie van Vlaardingen, het geheel is gelegen benoorden de maasdijk, beoosten de heerweg en bezuiden en bewesten de openbare weg genoemd de ommering (ORA Zouteveen inv.19 fol.138v-139 d.d. 20.5.1681), is samen met Pieter Jacobsz van der Vaert voogd over de kinderen van Maertje Abrams Buijck en Pieter Willemsz van den Bosch (ORA Vlaardingerambacht, weeskamerarchief, 20.6.1676), otr. Vlaardingen (stadstrouw) 14.4.1656 (hij geassisteerd met zijn vader, zij met Arij Willemsz van der Bosch haar stiefvader en Matge Claes haar moeder) met |
3155 | Belijtge Claes, jongedochter van Overschie, ged. Overschie 30.5.1632 (getuigen Joris Claesse, Belijtgen Gerrits, Lidewij Jans), bij haar huwelijk wonende te Vlaardingerambacht, dr. van Claes Gerritse en Maghteltie (Matge) Claes |
3156 | Cornelis Pietersz Naijerboer (Naaierboer, Najerboer), wonende te Geervliet in de voorstraet (ook genoemd kerckstraet) in het huis genaamd het moriaenshooft en dat eerder toebehoorde aan Martje Dirks de weduwe van Hendrick Lodewijksz (zie: Lidmatenlijst en Genalogische Aantekeningen uit de achtergebleven Kerkelijke Archieven in Voorne-Putten – Geervliet, door: A.A. Arkenbout, Ons Voorgeslacht 1951; Inkomsten van het Kapittel Geervliet in het land van Putten, door: S.M. Auwerda, nationaal archief toegang 3.01.34 inv.352-354 en inv.511), in 1675-1676 betrokken in een geschil over de impost op het klein zegel (Stadsarchief Geervliet), overl. ald. maart 1677 (Begraven te Geervliet, door: F. van Hoorn, Ons Voorgeslacht 1983), tr. 2e ca. 1663 met Grietje (Greetje) Jans van Es (van Essen), overl. 17.8.1687, begr. Spijkenisse (Genealogische Gedenkwaardigheden in en uit de Kerken van het Beneden Maasgebied, niet beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins – Spijkenisse, Ons Voorgeslacht (1965)), oorspronkelijk afkomstig van Mjnsheerenland, eerder gehuwd geweest met Willem Cornelisz Goutswaert wonende te Goudswaard, op 8.7.1663 met attestatie komende van Goudswaard tot Geervliet, zij tr. daarna Geervliet (nederd. geref.) juni 1678 met Isaac Maertensz Vermaat wonende te Spijkenisse, overl. 2.2.1701, begr. Spijkenisse (Genealogische Gedenkwaardigheden in en uit de Kerken van het Beneden Maasgebied, niet beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins – Spijkenisse, Ons Voorgeslacht (1965)), impost begr. ald. 9.2.1701 (aangifte door zijn oomzegger Laurens Jansz Hoochwerff), dan weduwnaar van Grietje (Grietie) Jans, hij is vader (moeder onvermeld) van Grietje ged. Geervliet (nederd. geref.) 13.6.1655 (get. Ariaentje Huijgen), hij is vader (moeder onvermeld) van Bastiaen ged. Geervliet (nederd. geref.) 25.11.1657 (get. Leentje Keisers), Cornelis en Grietje Jans van Es zijn de ouders van Neltge ged. Geervliet (nederd. geref.) 29.6.1664, van een niet bij naam genoemd kind ged. Geervliet (nederd. geref.) in het jaar 1666, van Catharina ged. Geervliet (nederd. geref.) 14.12.1670 (get. Cornelis Theunisse, Grietie Daniels), en van Maria ged. Geervliet (nederd. geref.) 28.1.1673 (get. Aerjaentje Dirckx), mogelijk zn. van Pieter Bastiaensz, wiens naam genoemd wordt op 6.3.1624 in de particuliere notulen van de vergaderingen der Staten van Holland, en waaraan pensionaris Jacob Cats –dan residerende te Dordrecht- toevoegt dat hij de familienaam Nayerboer droeg (N. Stellingwerff en S. Schot, Particuliere Notulen van de Vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640, deel II september 1623 – mei 1625, artikel 517), tr. 1e met |
3157 | NN, overl. na 25.11.1657 |
3158 | |
3159 | |
3164 | Mr. Arijen Maertensz (Mertensz) Bornklerck, schoolmeester te Spijkenisse, zn. van Merten Cornelisz, stelt zich op 27.1.1647 samen met Willem Jansz Veerman borg voor Dirck Aertsz (SAVPR toegang 048 inv.220 regest 585 d.d. 27.1.1647), koopt op 14.1.1651 een erfje met een gang die uitkomt in de kerkstraat (regest 727 d.d. 14.1.1651), koopt op 5.7.1653 een huis en erf in de kerkstraat in Spijkenisse (regest 727 d.d. 5.7.1653), koopt op 8.10.1660 een boomgaard in de polder Braband van Mr. Dyngeman van Goederheijden die chirurgijn is in Sommelsdijk (regest 916 d.d. 8.10.1660), overl. voor 7.8.1681 (regest 1008 d.d. 7.8.1681), tr. 1e Spijkenisse (nederd. geref.) 21.10.1626 met |
3165 | Jannetgen (Janneken) Jans, overl. na 29.10.1684 (regest 1099 d.d. 29.10.1684) |
3166 | Cornelis Philipsz Vermaet, schipper, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 16.9.1607 (getuigen Dierck Jansz wonende te Poortugaal, Cornelis Pietersz, Dierck Cornelisz, Trijntgen Cornelis), bekent op 14.6.1643 aan Leendert Arensz Daes wonende te Simonshaven een schuld van 175 pond wegens koop van een kromstevenschuit met toebehoren (SAVPR toegang 48 inv.220 d.d. 14.6.1643), zn. van Philip Philipsz Vermaet de Oude, overl. voor 8.3.1662, tr. Spijkenisse (nederd. geref.) 19.3.1636 met |
3167 | Maertjen (Maertien) Pieters, ged. Spijkenisse (nederd. geref.) 31.10.1621 (gepresenteerd door de vader en door Ariaentgen Engebrechts), verkoopt op 8.3.1662 aan Arijen Gerbrantsz wonende op Hoogvliet een schuld van 225 pond wegens koop van een kromstevenschuit met toebehoren (SAVPR toegang 48 inv.221 d.d. 8.3.1662), zuster van Commer Pietersz van Wijngaerden, dr. van Pieter Commersz en Mettien Leenderts |
3170 | Arij (Arent) Bastiaensz, jongman van Zuidland, otr. Zuidland (nederd. geref.) 20.4.1642, tr. ald. 25.5.1642 met |
3171 | Trijntgen Willems, jongedochter van Zuidland |
3172 | |
3173 | |
3180 | Lauwerens Kornelisz, wonende in Zuidland, tr. 2e Zuidland (nederd. geref.) 3.10.1638 met Ariaantje Pieters, afkomstig van Pernis, tr. 1e met |
3181 | Maartjen Ariens |
3184 | |
3185 | |
3186 | |
3187 | |
3188 | |
3189 | |
3196 | Dirck Barentsz Waecker, wonende te Zwartewaal, leeft 1658 (lidmatenregister nederd. geref. ald.), is vader van Barent ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 27.10.1630, is vader van Wouter ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 21.11.1632, is vader van Jan ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 30.12.1635, is vader van Maartje ged. Zwartewaal (nederd. geref.) 17.5.1637 |
3198 | Cornelis Cornelisz Ouwe Kees, wonende te Zwartewaal, geb. ca. 1599, compareert op 30.10.1645, dan 46 jaar oud, waarbij hij verklaart op verzoek van Neeltge Jans, weduwe van Cornelis Cornelisz de Jonge Graeff, wonende te Maassluis, dat hij uit hoofde van zijn huisvrouw evenals Neeltge Jans erfgenaam is geweest van Maertge Cornelis, hun moei, overleden te Zwartewaal, en dat zij van Maertge Cornelis hebben geërfd uit een som van 90 gulden elk de som van 36 gulden die zekere Neeltge Huijgen op den dam tot Zwartewaal aan Maertge Cornelis schuldig was, en verklaart hij dat omtrent 21 jaar geleden, toen Neeltge nog getrouwd was, heeft gezien en gehoord dat zekere Lambrecht Jacobsz, lakenkoper tot Zwartewaal, Neeltge Jans aansprak om betaling te hebben van 34 gulden vanwege betaling van geleverde lakens, en dat Neeltge Jans toen met Lambrecht Jacobsz is overeengekomen dat zij hem zou betalen zodra het geld van Neeltge Huijgen ontvangen zou zijn, dat zij vervolgens een aanbetaling heeft gedaan, en dat hij haar nadien meermalen heeft horen zeggen dat de schuld aan Lambrecht voldaan was (RA Maassluis inv.176 d.d. 30.10.1645) |
3216 | Crijn Pietersz van Adrichem (van Adrigem), wonende te Vlaardingen, wagenmaker ald., behoort in 1652/1653 tot de weerbare mannen ald. (NA inv.1355, Monsterrollen van de weerbare mannen in de Hollandse dorpen), stelt zich op 19.5.1665 tezamen met Maertgen Pouwels Broeck borg voor Willem de Jongh voor een bedrag schuldig aan Mr. Jan de Wit (SAV ORA Vlaardingen inv.154 fol.3 d.d. 19.5.1665), bekent op 28.6.1664 een schuld van 195 gulden aan houtkoper Leendert Pieters Cruijt in verband met geleverd hout (ONA Rotterdam inv.378 akte 273, p.577 d.d. 28.6.1664), leeft 17.4.1689 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), zn. van Pieter Vrancken van Adrichem en Celijtgen Jans, tr. 2e Vlaardingen 2.4.1662 (gerecht) met Haesje Jans Ketelaer, jongedochter van Vlaardingen, otr. 3e Vlaardingen (gerecht) 15.4.1668 met Geertie Cornelis, jongedochter van Vlaardingen, zij leeft 17.4.1689 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), otr. 1e Vlaardingen (gerecht) 17.10.1654 met |
3217 | Grietgen (Gritgen) Arents, jongedochter van Vlaardingerambacht, dr. van Arent Cornelisz Nieuwelant en Brechgen Cornelis |
3218 | Fop (Fob) Jacobsz de Willige (de Wilge, de Wilgen), jongman uit het ambacht Zouteveen, leeft 17.5.1689 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), zn. van Jacob Gerritsz de Willigen, otr. Vlaardingen (gerecht) 8.3.1652 met |
3219 | Maartie (Maertie, Mertie, Mertien) Claas (Claes) van der Starre, jongedochter van Vlaardingen, leeft 7.5.1689 (doopboek Vlaardingen nederd. geref.), dr. van Claes Claesz van der Starre en Maertgen Mees (SAV ORA Vlaardingen inv.149, fol.22, d.d. 16.5.1651) |
3220 | Dirck Vrancken van Dorp, bouwman in Vlaardingerambacht (SAV ORA Vlaardingerambacht inv.154, fol.10v, d.d. 18.4.1668), wordt aangeslagen voor de 200e penning ald. (OA Schiedam inv.1451, 1638; inv.1453, 1644; inv.1454, 1646; inv.1455, 1652), leenman ald. (ORA Vlaardingerambacht inv.25, fol.143, d.d. 8.9.1659), gasthuismeester te Vlaardingen (SAV ORA Vlaardingen inv.149, fol.91v, d.d. 16.11.1666; ibid., fol.107, d.d. 18.12.1667), compareert op 10.7.1651, dan wonende in Vlaardingerambacht, tezamen met Arij Vrancken Metael, bierschipper, als voogden van Leuntge Jans, oud 12 jaar, nagelaten weeskind van Geertgen Ariens, weduwe van Jan Vrancken, in zijn leven stierman te Maassluis, waarbij Geertgen belooft het kind te alimenteren en te onderhouden, alsmede het geld dat volgt uit de verkoop van de wollen en linnen kleren die toebehoord hebben aan haar vader en aan Vranck Jansz en Willem Jansz, ter profijt van de kinderen, en dat zij zal blijven bezitten de overige goederen en schulden (RA Maassluis inv.5 fol.30 d.d. 10.7.1651), compareert op 14.7.1653 als broer van Adriaen Vrancken Metael, weduwnaar van Leentge Gillis, om de voogdij te regelen over Maertge Jans, nagelaten weeskind van Leentge Gillis bij haar eerste man Jan Pietersz Backer (RA Maassluis inv.5 fol.69v d.d. 14.7.1653), koopt op 4.5.1668 van Jan van Vliet als erfgenaam van Maertie Meesse die weduwe was van Jacob Burgersz een weiland groot 3 morgen, alsmede een stuk weiland groot 1 morgen 1 hond 25 roe, beide gelegen in de Vlaardingerambacht (ORA Vlaardingerambacht inv.25 fol.199-201 d.d. 4.5.1668), tr. met |
3221 | Annetge Jans, zuster van Dirck Jansz van Opmeer raad en vroedschap van Vlaardingen (ORA Vlaardingen inv.154 nr.44 fol.10v d.d. 18.4.1668), dr. van Jan Jansz Opmeer |
3228 | Anthonis (Teunis, Theunis, Thonis) Willemsz Olshoorn, afkomstig van Zevenhuizen, geb. ca. 1627, bij zijn huwelijk wonende te Nieuwerkerk aan den IJssel, zn. van Willem Tonisz van Olshoorn en Lijntge Dircx, verklaart op 20.5.1652, dan 25 jaar oud, tezamen met Dirck Willemsz de Jonge, oud omtrent 48 jaar, op verzoek van Leendert Adriaensz Buijck, op datum van heden, ten huize van Adriaen Leendertsz, waard aan de zevenhuijzenhoeck geweest te zijn, alwaar mede waren de requirant en Frans Teunisz Scheepmaker, waarbij laatstgenoemde een woordenwisseling hadden aangaande de koop van een huis en erf aldaar (ONA Nieuwerkerk aan den IJssel 6179 fol.67 d.d. 20.5.1652), op 30.5.1655 compareert Crijn Pietersz Mammesuijger die bekent verkocht te hebben aan Teunis Willemsz Olshoorn een stuk heermeesich land liggende in de cortlantsse polder voor af in de woninge van Arij Leendertsz Fuijck, groot omtrent 5 hont, strekkende van de dwerssloot waar Arij Gerritsz Vosch land aan komt zuid op tot in de dwerssloot waar Claes Arijensz Schippers weduwe land aan komt, belend ten oosten Dirck Willemsz de Jong en ten westen Arijen Arijensz Zeeuw (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.39 fol.159v d.d. 30.5.1655; custingbrief zie inv.40 fol.150v d.d. 30.5.1655), op 11.3.1656 compareert Jan Aertsz de Jonge die bekent verkocht te hebben aan Teunis Willemsz Olshoorn een stuk land liggende in cortlantse polder, strekkende van de dwerssloot waar Frans Pieter Fransz land aan komt noord op tot de dwerssloot waar de erfgenamen van Melt Teunisz land aan komt, belend ten oosten Cornelis Leendert Hubrechtsz en ten westen Henrick Dircxz Vossenburch c.s., betaald met een custingbrief van 50 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.39 fol.206v d.d. 11.3.1656; custingbrief zie inv.40 fol.171 d.d. 11.3.1656), op 26.12.1658 compareert Teunis Willemsz Olshoorn die bekent verkocht te hebben aan Adriaen Gerritsz Vosch een stukje veenland gelegen in de cortlantse polder, strekkende van de halve dwerssloot waar de akkers van de verkoper aan komen zuid op tot den kopers land toe, voor de som van 30 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.39 fol.68 scan 304 d.d. 26.12.1658), op 4.10.1660 compareert Anthonis Willemsz Olshoren die bekent verkocht te hebben aan Heijnderick Pietersz Goethart een kerfje veenland zo land als water gelegen aan de drie ackeren in cortlants polder, strekkende van Pieter Fransz van Dijck zijn eigen af noord op tot Willem Joosten eigen toe, belend ten oosten Cornelis Lenert Huijbertsz c.s. en ten westen Alewijn Pietersz Groenevelt c.s., voor de som van 40 gulden gereed geld (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.43 fol.8v scan 60 d.d. 4.10.1660), op 3.1.1663 compareert Anthonis Willemsz Olshoren, die bekent op 19.12.1662 verkocht te hebben aan Jan Jansz Doncker de Jonge een stuk veenland gelegen in verscheiden gebroken akkeren in de cortlantsche polder, strekkende van de kopers eigen af noord op tot het eigen van Cornelis Reijmbrantsz van Velsen, belend ten oosten dezelve van Velsen en ten westen de koper en Lenert Jansz Doncker, voor de som van 200 gulden 16 stuivers gereed geld (RA Nieuwerkeerk aan den IJssel inv.43 scan 178 d.d. 3.1.1663), op 23.2.1665 compareert Anthonis Willemsz Olshoren die bekent verkocht te hebben aan Adriaen Woutersz Trigelandius, burger van de stad Gouda, een stuk veenland gelegen in de cortlantsche polder aan drie gebroken ackeren, strekkende uit de halve dwerssloot waar het land van Adriaen Gerritsz Vosch aan komt noord op tot in de halve dwerssloot waar het land van Dirck Lenertsz Doncker aan komt, belend ten oosten Dirck Willemsz de Jongh en ten westen de nazaten van zaliger Adriaen Adriaensz den ouden Zeeuw tot Capelle, voor de som vanan 150 gulden contant geld en 12 stuivers voor de armen (RA Nieuwerkerk aan den IJssel scan 248 d.d. 23.2.1665), wordt op 16.4.1667 gedaagd door Pieter Aelwijnsz Groenevelt in verband met betaling van 36 gulden 12 stuivers vor leverantie van een half koebeest (RA Nieuwerkerk aaan den IJssel inv.15 scan 104 d.d. 16.4.1667), wordt op 16.9.1667 gedaagd door Jan Cornelisz Boschcooper in verband met betaling van 10 gulden in verband met leverantie van turf (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.15 scan 119 d.d. 16.9.1667), op 30.11.1668 wordt hij gedaagd door Adriaen Willemsz Hopcooper om te kennen of ontkennen een obligatie van 62 gulden, verschenen st. jacob 1666 en 1667 met rente (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.15 scan 150 d.d. 30.11.1668; schepenen condemneren eiser), daagt op 30.11.1668 Maerten Fransz aangaande een lening van 21 gulden te rekenen vanaf 1668 (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.15 scan 154 d.d. 30.11.1668), wordt op 22.2.1669 gedaagd door Eeuwout Willemsz Steenbacker te Ouderkerk om betaling van 9 gulden ter zake van overkopen van puin (RA Nieuwerkerk inv.15 scan 156 d.d. 22.2.1669), otr. Zevenhuizen (nederd. geref.) 4.12.1650 met |
3229 | Neeltje Fransen, dr. van Frans Pietersz van Dijk (zie doopboek Nieuwerkerk a/d IJssel 12.12.1668) |
3230 | Gerrit Gerritsz Benninxhoff, jongman van Rheede, wonende te Zevenhuizen, otr. Zevenhuizen (nederd. geref.) 6.10.1641, tr. ald. (nederd. geref.) 27.10.1641 met |
3231 | Marritge Frans, jongedochter van Nieuwerkerk, op 1.12.1676 compareert Marritge Frans, weduwe van Gerrit Gerritsz Benninxhoff, geassisteerd met Maerten Fransz van Dijck, haar gecoren voogd, die bekent schuldig te zijn aan Cornelis van Dijck de som van 163 gulden 14 stuivers, spruitende per reste van meerdere somme den voorzeide van Dijck contant over het maken en opbouwen van haar huis waarin zij tegenwoordig woont, waaraan zij verbindt hetzelfde huis en erf met schuur, bepoting en beplanting daarop, staande en gelegen in cortlandpolder, strekkende van de veenwegh af noord op tot Jan Ariensz Groot zijn eigen, belend ten oosten Burrit Cornelisz Broeder en ten westen de comparant (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.45 fol.134 d.d. 1.12.1676), op 11.6.1678 compareren Marritgen Frans, weduwe van wijlen Gerrit Gerritsz Benninxhoff, geassisteerd met Cornelis Maertensz Vis haar gecoren vogd en Jan Gerritsz van Benninxhoff als voogd over de nagelaten weeskinderen van voorzeide Gerrit Gerritsz van Benninxhoff, die gezamenlijk bekennen verkocht te hebben aan Leendert Jansz Snoeck een huis en erf met alles daarop staande aard- en nagelvast, de verkopers toebehorende, strekkende uit de veenweghs wateringhe noord op tot Jan Ariensz Groen zijn eigen toe, belend ten oosten Barrit Cornelisz Broeder en ten westen Jan Ariensz Groen, voor de som van 350 gulden (RA Nieuwerkerk aan den IJssel inv.45 fol.176v d.d. 11.6.1678; rentebrief zie ibid. fol.177 d.d. 11.6 1678) |
3236 | Louwijs (Lauwijs, Lowijs, Lovijs, Louijs) Abrahamsz (Abramsz, Abramse, Abrahamse, Abramssen, Abramsse, Abrahamsse), jongman van Rotterdam aan de knollemansteeg achter ’t klooster, ged. Rotterdam (nederd. geref.) 10.5.1628, zn. van Abraham Claessoon en Sijtge Louwijsse, is vader van Sijtge ged. Rotterdam (nederd. geref.) 27.12.1654 (get. Claes Abrahamse, Aeltge Claes, Sijtge Louwijs), is vader van Aeltje ged. Rotterdam (nederd. geref.) 9.1.1657 (get. Jan Willemse, Aaltje Jans, Maertje Jans), is vader van Aeltgen ged. Rotterdam (nederd. geref.) 17.4.1659 (get. Aeltgen Jans, Maertgen Jans, Aeltgen Lowijs), is vader van Aeltje ged. Rotterdam (nederd. geref.) 23.5.1660 (get. Aeltje Jans, Maertje Jans), is vader van Abraham ged. Rotterdam (nederd. geref.) 10.4.1663 (get. Jan Willemsse, Marijtie Jans), is vader van Dirck ged. 12.11.1665 (get. Aeltge Jans, Fijtie Jans), is vader van Johannis ged. Rotterdam (nederd. geref.) 18.9.1668 (get. Catelijne Jans, Marijtie Jans), is vader van Willem ged. Rotterdam (nederd. geref.) 7.1.1671 (get. Sijtie Louwijs, Marij Theijse), is vader van Maartje ged. Rotterdam (nederd. geref.) 20.2.1674 (get. Annetje Jans, Sijtje Lowijsen), otr. Rotterdam (nederd. geref.) 10.5.1654, tr. Kralingen (nederd. geref.) 25.5.1654 met |
3237 | Metje (Metie, Metgen) Dirckx, jongedochter van Rotterdam aan de nieuwe vranckestraet |
3240 | Jacob Meese (Meessen, Meesz) van Assendelft, geb. ca. 1618 (ORA Vlaardingen inv.150, fol.121v, 23.2.1641), vroedschap te Vlaardingen (1654, 1664, 1665), raad en schepen ald. (1666-1670, 1677), burgemeester ald. (1675), stelt zich op 21.9.1654 tezamen met Pouwels Moens borg voor Maerten Kouwenhoven notaris en secretaris van de weeskamer van Schiedam voor verantwoording en betaling ten behoeve van het gemene land van de 20e, 40e en 80e penning, die door hem als secretaris van het dorp en ambacht Kethel en half Spaland, alsmede de heerlijkheid van langebackers oord, deijsselbrouck en maerdoel zullen worden ontvangen (SAV ORA Vlaardingen inv.153 fol.11v d.d. 21.9.1654), bekent op 14.5.1658 aan het nagelaten weeskind van Gerrit Willemsz Meuch een bedrag van 1400 gulden schuldig te zijn, waarvan 1190 gulden spruitende uit de koop van 1 morgen 1 hond land gemeen in een kamp van 7 morgen 1 hond (SAV ORA Vlaardinerambacht inv.25 f.106 d.d. 14.5.1658), is eigenaar van een hoekerschip genaamd de prins van orangien, die is bemachtigd door Schotse commissievaarder kapitein Jan Robbrechtsz en daarna door een Zeeuwse commissievaarder is ontzet, in Zeeland is opgebracht en ald. is verkocht (ORA Vlaardingen inv.154 fol.99 d.d. 20.5.1667; ibid. fol.100 d.d. 2.6.1667), ontvangt op 27.6.1676 een bedrag van 49 gulden inzake de bevoorrading van het schip van Jan Jacobsz Verhaes (SAV ORA Vlaardingen inv.154 fol.32v d.d. 27.6.1676), begr. Vlaardingen in de grote kerk ald. (Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de keren van het Beneden-Maasgebied, niet beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins – Vlaardingen, eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 20 (1965)), zn. van Mees Cornelisz Assendelft en Annitgen Cornelis, otr. Vlaardingen (gerecht) 28.6.1642, tr. ald. (gerecht) 20.7.1642 met |
3241 | Trijntge Willems Meuch, mede-erfgenaam van haar tante Maertge Gerrits gehuwd met Vranck Jaspers, dr. van Willem Cornelisz Meuch en Annetge Gerrits (ONA Schiedam inv.769, p.300, d.d. 30.1.1658; SAV ORA Vlaardingerambacht inv.25, f.108, d.d. 14.5.1658) |
3242 | Pouwels (Paulus) Jansz Brouck (Broeck), scheepstimmerman en reder te Vlaardingen, lid van de vroedschap van ald. (1644-1657), schepen ald. (1646-1657), thesaurier ald. (1656), huwelijkscommissaris ald. (1650-1652), koopt 31.5.1641 een huis met erf, timmerschuur, werfhelling en dok aan de oostzijde van de nieuwe havenstraat (RAV 99-107 d.d. 31.5.1641), verkoopt 7.12.1649 tuin en plantage aan het zwarteveld ald. (RAV 99-355v d.d. 7.12.1649), koopt 20.2.1651 een erf aan de oostzijde van de haven (RAV 100-24 d.d. 20.2.1651), overl. voor 12.1.1658 (OA Vlaardingen inv.275 d.d. 12.1.1658), zn. van Jan Pouwelsz Brouck en Maertge Jacobs, otr. Vlaardingen (gerecht) 1.5.1633 met |
3243 | Nelletje (Neeltje) Teunis (Theunis) Fouser, stelt zich op 22.11.1663 borg voor haar zoon Pieter Paulusz Broeck scheepstimmerman te Vlaardingen voor een bedrag dat Pieter schuldig is aan Leendert Jacobsz de Vries houtkoper aan de hoge rijndijk in Zoeterwoude (SAV ORA Vlaardingen inv.154 fol.1v d.d. 22.11.1663), constitueert op 8.8.1668 Abraham Hoogenhoeck raad en schepen te Vlaardingen om te ontvangen van Mr Maerten Pauw ontvanger-generaal te ’s-Gravenhage de jaren interest van een rentebrief staande op naam van Neeltje Arents Heermans (SAV ORA Vlaardingen inv.149 fol.111 d.d. 8.8.1668), begr. Vlaardingen juli 1679, dr. van Thonis Cornelisz Fouser en Annetje Pieters (ORA Vlaardingen inv.99, d.d. 18.6.1644) |
3248 | Dirck Gerritsz ’t Jong, jongman van Schipluiden, zn. van Gerrit Leendertsz ’t Jong en Maertge Lambrechts, otr. Schipluiden (nederd. geref.) 1638 met |
3249 | Maritgen Jacobs van Dijck, jongedochter van het ambacht Dorp, zuster van Aerje Jacobs van Dijck en Annetge Jacobs van Dijck (doopboek Schipluiden nederd. geref., d.d. 6.10.1638), komt op 14.7.1680 met attestatie van Schipluiden naar Maasland, onder vermelding dat zij is getr. met Claes Cornelisz de Bie wonende ald. (lidmatenreg. nederd. geref. Maasland) |
3252 | Pieter Maertensz Hoogendam, overl. voor 26.2.1691 (weeskamerarchief Vlaardingerambacht inv.1 fol.52v d.d. 26.2.1691), zn. van Maerten Jansz en Neeltgen Pieters, otr. Vlaardingen (nederd. geref.) 25.7.1643, tr. ald. (stadstrouw) 9.8.1643 met |
3253 | Arijaentgen (Arijaentge) Pieters, jongedochter van Vlaardingerambacht |
3254 | |
3255 | |
3256 | Joris Leendertsz Quant, overl. voor 25.4.1671, huurt weiland in het ambacht Kethel gelegen in de oost-abtspolder van Mr Wilhelm Nieupoort (ONA Schiedam inv.770 blz.871 d.d. 10.4.1652), is tezamen met Claes Pietersz aen de Schie voogd over Neeltgen Teunis gehuwd met Cornelis Pouwelsz wonende in de oost-abtspolder in het ambacht van Kethel (ONA Schiedam inv.778 blz.273 d.d. 7.6.1662), is tezamen met Joris Cornelisz Poldervaert en Arijen Cornelisz Poldervaert testamentair voogd over de kinderen van Maertgen Joppen weduwe van Cornelis Cornelisz Poldervaert (ONA Schiedam inv.763 blz.341 d.d. 8.4.1670), verkrijgt het ouderlijk bezit in de noordketelpolder bij de schans in het ambacht van Kethel te weten het huis, bijhuis, schuur, bargen, geboomte alsmede zes morgen land (ONA Schiedam inv.763 blz.1117 d.d. 2.5.1672), overl. voor 3.9.1677 (ONA Schiedam inv.765 blz.469 d.d. 3.9.1677), is vader van Wilhem ged. Kethel (kath.) 7.4.1666 (get. Trijntie Leenderse), is vader van Georgius ged. Kethel (kath.) 25.4.1671 (vader reeds overl., get. Jacob Jorissen, Annitie Leenders), zn. van Leendert Jacobsz Quant, tr. met |
3257 | Liedewij Cornelis Poldervaert, dr. van Cornelis Jorisz Poldervaert en Trijntge Leenders |
3260 | Cornelis Jan Hendrick Jan Claes, alias Cornelis Haubraecken, ged. Veghel (kath.) 24.9.1642 (get. Jacobis Joannis, Anna Arnoldi Gerlaci), zn. van Jan Hendrick Jan Claes en Elisabeth Aert Ariens, is vader van Joannes ged. Veghel (kath.) 4.6.1674 (get. Petrus Henrici, Elisabetha Joannes Adriani, Margaretha Joannis de zus van de vader, onder voorwaarden gedoopt vanwege nooddoop door vroedvrouw Petronella Boorts uit Boekel), is vader van Marij ged. Veghel (kath.) 2.2.1678 (get. Arnoldus Adriani, Genovefa Theodori), is vader van Adrianus ged. Veghel (kath.) 29.11.1680 (get. Godefridus Joannis, Adriani Antonij, Genoveva Theodori, Anna Leonij), is vader van Henricus ged. Veghel (kath.) 16.12.1683 (get. Theodorus Joannis, Walterus Theodori de Leien, Agnes Martini, Joanna Henrici), is vader van Jenneken die een dochter is uit het huwelijk met zijn tweede vrouw, verklaart op 24.2.1687 tezamen met zijn broer Goort Jan Hendrick Jan Claes een bedrag van 100 gulden schuldig te zijn aan Peter Jan Tibos (RA Veghel iv.61 fol.142 d.d. 24.2.1687), komt op 5.11.1714 erfdeling overeen met zijn kinderen en erfgenamen, waarbij zoon Jan toekomt een huis en erf ter grootte van ongeveer 3 lopensaet grond gelegen aan de doorenhoeck, waarbij zoon Henrick toekomt een akker teelland groot anderhalf lopensaet in Veghel in de haeverthiende, alsmede een stuk teelland omtrent drie lopensaet grond gelegen te Veghel genaamd de quadencoop, waarbij dochter Marij toekomt een akkertje teelland gelegen te Veghel genaamd den hemel groot omtrent 2 lopensaet, alsmede het voorste gedeelte van het euselvelt, alsmede een buendervelt gelegen in de geerbuenders groot omtrent een karre hoijgewas rijdende tegen Daniel Jan Rutten, waarbij zoon Ariaen toekomt het achterste eusel, de stelt en het rondvelt tezamen groes en teelland ter grootte van 3 lopensaet, en waarbij dochter Jenneken toekomt een hoijbeemt gelegen aan het steenwegs schoor groot omtrent twee karren of daaromtrent hoijgewas, hooiende met Dirsken weduwe van Henrick Marttens (RA Veghel inv.96 d.d. 5.11.1714), hertr. met Anneken Philips Jan Rutten, tr. Veghel (kath.) 17.6.1672 (met dispensatie vanwege verwantschap in de vierde graad, get. Laurentius Arnoldi, Arnoldus Godofridi) met |
3261 | Joanna (Jenneken) Aeriaen Aert Geerlings, ged. Veghel (kath.) 4.3.1645 (get. Gerardus Arnoldi, Elisabetha Joannis), dr. van Ariaen Arnt Geerlincx en Sijken Arnt Donckers, zij krijgt op 4.6.1671 goed uit het ouderlijk bezit toegedeeld, te weten een stuk land genaamd den geeracker over de straet groot omtrent 4 lopensaet gelegen op Zijtaart, alsmede den beemt achter ham groot omtrent 8 karren hoijwas (RA Veghel inv.55 fol.316-323 d.d. 4.6.1671) |
3262 | Rutger (Rut) Jan Cluijtmans (Cluetmans), alias Rutger (Rudt) Jan Rutten, wonende te Veghel, burgemeester ald., zn. van Jan Rut Cluijtmans en Hilleken Marten Donckers, is vader van Joannes ged. Veghel (kath.) 20.11.1659 (get. Theodorus Martini, Catharina Anthoni loco Theodori comparuit Rutgerus filius suit et loco Catharini Antoni Jacobi comparuit Elizabeta Joannis Joannis Adriani), is vader van Hildegonda ged. Veghel (kath.) 6.11.1661 (get. Hendricus Martini, Elisabetha Joannis Adriani, Emerentiana Hendrici Gerardi, nooddoop door de vroedvrouw), is vader van Wilhelma ged. Veghel (kath.) 20.2.1664 (get. Maria Henrici Antonii, cuius loco comparuit Petronella Adriani patrinus suis nominatis Gerardus Scheepers, cuis corum suppleuit Arnoldus Laurentii, nooddoop door vroedvrouw Maria Huberti), is vader van Heijlwigis ged. Veghel (kath.) 1.2.1667 (get. Petrus Henrici cuius locum suppleuit Andreas Arnoldi, Margaretha Lambregti), is vader van Henricus ged. Veghel (kath.) 1.1.1670 (get. Joannis Rolandi, Elisabetha Jan Adriaens), is vader van Maria ged. Veghel (kath.) 19.2.1672 (get. Joannis Adriani et uxor Elisabeth, loco Joannes Jordani, et Elisabetha Henrici), is vader van Catharina ged. Veghel (kath.) 23.4.1675 (get. Henricus Petri afk. uit Erp, cuius locum suppleuit, Joannes Danielis, Anna Joannis Cluijtmans), koopt op 19.2.1660 van Henrick Gerijtssen man van Emken Jan Rut Cluijtmans 1/3 deel in een huis, hof, boomgaard en aangelegen landerijen, groese, heideveld als weiland, poterijen en gerechtigheden liggende op Zijtaart uit het goed van Maerten Aertss Donckers, en leenroerig aan de edele leenhove van Geffen, alsmede het gerechte deel in een hooibeemd leenroerig aan de soevereine leenhove van Brabant in 's-Gravenhage (RA Veghel inv.52 fol.322-323 d.d. 19.2.1660), verkoopt op 24.5.1660 aan Dirck Martenss twee delen in een hooibeemd dat leenroerig is aan de soevereinde leenhove van Brabant (RA Veghel inv.52 fol.52 fol.344-345 d.d. 24.5.1660), verwerft op 12.1.1661 het kindsdeel van Tijs Jan Rutten in de voornoemde bezittingen die leenroerig zijn aan de leenhove van Geffen (RA Veghel inv.52 fol.53 fol.97-98 d.d. 12.1.1661), verklaart op 12.1.1661 een schuld van 700 gulden aan Hendrick Hendrick Martens inzake geleend goed (RA Veghel inv.59 fol.218-219 d.d. 12.1.161), neemt op 17.10.1668 de zorg over over zijn broer Mathijs Jan Jan Rut Cluijtmans, met consent van zijn broer Hendrick Jan Rutten Cluijtmans en met hem geassisteerd Dirck Martens en Hendrick Martens, omen en momboren van Mathijs (RA Veghel inv.55 fol.183-184 d.d. 17.10.1668), pacht op 1.5.1682 voor een periode van Gerit Hendirck Lambertss voor de periode van 4 jaar een stuk teelland gelegen in de valstraet (RA Veghel inv.64 fol.131-132 d.d. 1.5.1682), verklaart op 3.5.1700 een bedrag van 100 gulden schuldig te zijn aan Harmen Bijmans (RA Veghel inv.71 fol.548-549 d.d. 3.5.1700), verklaart op 20.12.1701 een bedrag van 200 gulden schuldig te zijn aan Jacob Boor (RA Veghel inv.72 fol.93-94 d.d. 2.12.1701), tr. met |
3263 | Jenneken Peters van den Elssen, dr. van Peter Hendricx van den Elssen en Catharina |
3272 | Dirck Cornelisz Segwaert (Zegwaert, van Segwaert), wonende in Zouteveen, schepen ald., aangeslagen voor de 200e penning ald. (OA inv.1449, anno 1631; inv.1450, anno 1635; inv.1451, 1638; inv.1453, 1644; inv.1454, 1646; inv.1455, 1652), overl. voor 1.7.1654 (RA Zouteveen inv.13 nr.464 fol.141v d.d. 1.7.1654), geeft op 19.10.1639 gifte aan zijn schoonzoon [sic, moet zijn stiefzoon] Mees Dircxz Leeuwerschilt gehuwd met Neeltgen Frans 3 morgen 5 hond 71 roeden land aan de gatweg belend ten noorden de gatweg ten zuiden de zwet ten oosten Maertgen Willems en ten westen de geinstitueerde erfgenamen van Clara van Sperwoude (RA Zouteveen inv.13 nr.380 fol.116v d.d. 19.10.1639), geeft op 4.1.1640 gifte aan Mees Dircxz Leeuwerschilt 5 hond 71 roeden land aan de gatweg gemeen met nog 3 morgen die de koper en zijn huisvrouw ten huwelijk zijn gegeven belend ten oosten de weduwe van Frans Sijmonsz ten westen Jan Arentsz van Rijn strekkende van de gatweg tot aan de zwet (RA Zouteveen inv.13 nr.386 fol.118v d.d. 4.1.1640; RA Zouteveen inv.18 nr.81 fol.73 d.d. 4.1.1640), geeft op 3.7.1649 gifte aan Mees Dircxz Leeuwerschilt van een kamp land van 5 morgen gelegen aan de gatweg belend ten oosten Mees Dirckxz Leeuwerschilt zelf ten westen Arien Joosten met bruikwaar strekkende voor uit de gatweg tot achter in de stinksloot (RA Zouteveen inv.13 nr.445 fol.135v d.d. 3.7.1649; RA Zouteveen inv.19 nr.2 fol.1v d.d. 3.7.1649), bekent op 3.4.1640 aan Cornelis Jorisz Bloemendael wonende in Vlaardingen een schuld van 800 gulden, waarbij hij belooft kapitaal en rente te zullen betalen op 3.4.1641 (ONA Rotterdam inv.200 akte 118 p.159, d.d. 3.4.1640: akte is opgemaakt in het huis van getuige Jacob Sijmonsz, brandewijnbrander wonende in de vogelesangh, in de kantlijn staat een aantekening dat de obligatie tenietgedaan is en vervangen door een andere d.d. 19.11.1647), is oom en bloedvoogd van Pieter en Cornelis Arentsz Oostermeer, die tezamen met Jacob Arentsz Oostermeer, Grietgen Arents Oostermeer en Liedewij Arents Oostermeer en hun vader Arent Jacobsz Oostermeer weduwnaar van Neeltgen Hillebrants aan de edele Gerardus de Cocq,secretaris van Sommelsdijk, een woning als huis, schuur, bargen etc. alsmede een aantal stukken grond onder Ruijven en onder Pijnacker verkopen (ORA Pijnacker inv.119 fol.160, d..d. 25.3.1642), bekent op 19.11.1647 een schuld van 1200 gulden aan Cornelis Jorisz Bloemendael wonende in Vlaardingen (ON Rotterdam inv.241, akte 121 p.200, d.d. 19.11.1647), bekent op 1.9.1653 ee schuld van 2000 gulden aan Cornelis Jorisz Bloemendael waaraan hij verbindt zijn woning als huis, schuur, bargen en geboomte met de grond waar het op staat en nog 12 morgen land gemeen met het st. joris gasthuis te Delft belend ten oosten Gillis Leendersz met bruikwaar ten westen de weduwe van Cornelis Aelbrechtsz c.s. strekkende van de zwet af noordwaarts op tot aan de stinksloot (RA Zouteveen inv.19 nr.20 fol.14v d.d. 1.9.1653), tr. met |
3273 | Maertgen (Marretgen) Hillebrants (Hillebrandts), weduwe van Dirck Meesz, koopt in 1626 haar kinderen bij haar overleden man Dirck Meesz uit waarbij zij wordt bijgestaan door haar broer Pieter Hillebrantsz en haar zwager Arent Jacobsz, haar voogden, waaraan zij verbindt de woning en landen als huis, bargen, schuren en plantage met 21 morgen 96 roeden land zoals Dirck Meesz in leven bezeten heeft, te weten 12 morgen 96 roeden met nog 12 morgen toekomende het st. joris gasthuis te Delft waar de boerderij op staat belend ten noorden de stinksloot ten zuiden de zwet ten oosten Gillis Leendertsz met bruikwaar en ten westen het ambachtskade, en 9 morgen belend is ten noorden de stinksloot ten westen de zwet ten oosten Frans Sijmonsz met eigen en bruikwaar en ten westen Willem Jansz Tou met eigen en bruikwaar en Arijen van Rijn mede met eigen en bruikwaar (RA Zouteveen inv.17 nr.216 fol.189 anno 1626), haar zoon Mees Dirckxz Leeuwerschilt, met procuratie van zijn moeder die laatst weduwe was van Dirck Cornelisz Zegwaert, de procuratie verleden voor schepenen te Zouteveen, mitsgaders Cornelis Dircxz Zegwaert zoon en enig erfgenaam van Dirck Cornelisz Zegwaert, geven op 29.4.1655 gifte aan Pieter Ariensz Neusge van een woning als huis, bijhuis, schuur, bargen, erven en plantage met de vrije eigendom van 12 morgen 2 hond 89 roeden patrimoniaal land waarop de woning staat, gelegen aan de gatweg gemeen met de bruikwaar daarbij zijnde belend in het geheel ten oosten Gillis Leendertsz met eigen en bruikwaar ten westen het ambachtskade met de huizen daarop staande en ander getimmerte strekkende van de stinksloot af zuidwaarts op over de gatweg tot de zwet toe, komende daartussen binnen dezelve weg de weduwe van Cornelis Aelbrechtsz van der Meer met 14 hond en daar over de weduwe van Jan van Rhijn met 6 morgen land, belast met 2000 pond kapitaal die Cornelis Bloemendael daarop sprekende heeft, de woning is belast met een rente van 3 gulden per jaar op het st. joris gasthuis te Delft (RA Zouteveen inv.13 nr.468 fol.142v d.d. 29.4.1655), zuster van Pieter Hillebrantsz gehuwd met Barber Sijmons wonende in Noukoop (Nieuwkoop nabij Pijnacker), zuster van Neeltgen Hillebrants gehuwd met Arent Jacobsz Oostermeer wonende in Ruijven |
3274 | Pieter Pietersz Slooff alias Pieter Pietersz jonge Slooff, jongman van Vlaardingerambacht, wonende in Kethel, schepen ald. (RA Kethel en Spaland inv.84, nr.801 fol.228 d.d. 10.12.1642; RA Kethel en Spaland inv.132 nr.37 fol.156 d.d. 5.11.1645), koopt op 2.7.1608 van Sijtgen Ridders weduwe van Jacob Fredericxz Noorlander een woning als huis, schuur, barg en geboomte in het dorp Kethel op het land van Cornelis Duijst van Santen, waarvan omtrent 25 morgen bruikwaar behorende verschillende eigenaren, die de koper in huur zal overnemen, zoals de verkoopster dit zelf heeft gebruikt, borgen zijn Pieter Jansz Slooff en Jan Jacobsz Noorlander (RA Kethel en Spaland inv.91, nr.120 fol.103v; ibid. nr.121 fol.104 d.d. 2.7.1608), wordt op 5.11.1608 gedaagd door Vranck Willemsz Verbael in verband met het verongelukken en verdrinken van een van Verbael’s paarden toen deze op verzoek van Slooff met een aantal andere paarden van het land van Slooff gelegen langs de kerklaan werden verjaagd (RA Kethel en Spaland inv.84 nr.258 fol.61v d.d. 5.11.1608; ibid. nr.265 fol.62 d.d. 3.12.1608; ibid. nr.267 fol.62v d.d. 17.12.1608; ibid. nr.272 fol.63v d.d. 21.1.1609; ibid. nr.278 fol.64v d.d. 18.3.1609; ibid. nr.286 fol.66 d.d. 1.4.1609), is gebruiker van land langs de kerklaan dat in het bezit is van Cornelis Duijst van Santen (RA Kethel en Spaland inv.84 nr.401 fol.92 d.d. 29.6.1611), zn. van Pieter Jansz Slooff, tr. 1e Vlaardingen (stadstrouw) 23.5.1607 met Sijtgen Jans, weduwe van Commer Ewoudsz, afkomstig van Vlaardingerambacht, overl. voor 16.1.1613, dr. van Jan Jacobsz Noorlander en waaruit twee kinderen (OA Kethel en Spaland inv.84, nr.476 fol.117 d.d. 16.1.1613), tot voogden over de twee weeskinderen worden benoemd Jan Jacobsz Noorlander grootvader en Jacob Jansz Hoijcaes oudoom van de weeskinderen (RA Kethel en Spaland inv.84 nr.482 fol.119 d.d. 27.2.1613), tr. 2e met |
3275 | NN, dr. van Dammis Jansz en Crijntgen Joris (RA Kethel en Spaland inv.84, nr.666 fol.168v d.d. 1.1.1622; RA Kethel en Spaland inv.132 nr.12 fol.73 d.d. 3.10.1627) |
3276 | Dirck Jansz Opmeer alias Noorlander (Noortlander), wonende in het ambacht Kethel in de harchpolder, aangeslagen voor de 1000e penning ald. (OA Schiedam inv.1443, anno 1622), aangeslagen voor de 200e penning ald. (OA Schiedam inv.1445, 1625; inv.1447, anno 1628; inv.1448 en 1449, anno 1631; inv.1450, anno 1635; inv.1451, anno 1638; inv.1453, anno 1644), koopt op 1.11.1598 voor 127 pond 10 stuivers 4 morgen land in het nieuwelant belend ten noorden de erfgenamen van Jan de Boot ten zuiden Dirck Ariensz Gorter zich uitstrekkend van de schravelantschen coepadt tot de oudendijck, de betaling wordt gedaan door Pieter van Bergen en vermeld wordt dat met de koop het land vrij patrimoniaal land is geworden (A. Gordijn, Registers van landpachten van de heilige geestmeesters in de Kethel 1566-1605, ORA Kethel inv.1154, Ons Voorgeslacht jrg. 35 (1980)), wordt op 20.10.1610 gedaagd door Frans Cornelisz timmerman voor betaling van 21 gulden voor arbeidsloon, leverantie van hout en reparatie aan de kerk van Kethel (RA Kethel en Spaland inv.84 nr.366 fol.83 d.d. 20.10.1610), verwerft op 8.5.1636 na overdracht door de leenman 1 morgen land ald. die vroeger van de pastorie van de Ketel was (C. Hoek, Repertorium op de lenen van de Lek en Polanen in Delfland, Schieland, op het eiland IJsselmonde en in de Lek, ca. 1290-1650, Ons Voorgeslacht jrg. 35, 37, 40 en 44 (1980, 1982, 1985 en 1989)), verwerft op 18.8.1636 na overdracht door Adriaen Hogenhouck de oom van Huijch Lucasz van der Dussen een woning met 4 ½ morgen land en een kennipwerf ald. belend ten westen de oude harchwetering ten oosten het op 8.5.1636 verworven land ten noorden Jacob Jansz Hoeijcaes en ten zuiden Ariaen Jorisz Beijs brouwer te Schiedam (C. Hoek, Repertorium op de lenen van de Lek en Polanen in Delfland, Schieland, op het eiland IJsselmonde en in de Lek, ca. 1290-1650, Ons Voorgeslacht jrg. 35, 37, 40 en 44 (1980, 1982, 1985 en 1989)), bezit op 7.4.1641 een woning als huis, schuur, barg en geboomte op 5 morgen leen van het huis van der Leck en Polanen en 1 morgen geestelijk land gelegen in de hargpolder belend ten noorden Jacob Jansz Hoijcaes ten zuiden de weduwe van Adriaen Jorisz Beijs ten oosten de navolgende 4 ½ morgen en ten westen de oude harg, de voornoemde 4 ½ morgen belend ten noorden Mr Alewijn van Groenewegen en ten zuiden Bruijn en Cornelis van der Dusse strekkende uit de poldervaart tot de oude harg toe, nog 4 morgen land in de nieuwlandse polder belend ten noorden Arent Jansz ten zuiden de weduwe van Dr Maeslant strekkende voor van het coepad met zijn uiterdijk over de oudendijk, alsmede 10 morgen bruikland van de weduwe van Arijen Jorisz Beijs, 3 morgen 3 hond bruikland gebruikt van Mr Alewijn van Groenewegen, en tenslotte 2 morgen 3 hond bruikland van Ceuntgen Dircx dochter van Dirck Jansz Opmeer (RA Kethel en Spaland inv.132 nr.30 fol.137 d.d. 7.4.1641), overl. 21.6.1643, begr. Kethel (C. Hoek, Grafschriften in Zuid-Hollandse kerken, niet beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins, Ons Voorgeslacht jrg. 23, (1968)), tr. 1e met Cuentgen (Ceuntgen) Ariens, overl. voor 7.12.1605 (RA Kethel en Spaland inv.84, nr.93 fol.23 d.d. 7.12.1605), begr. Kethel 1605 (J.H. Brakke, Kerkrekeningen van Kethel, Ons Voorgeslacht jrg. 25 (1970)), moeder van Arijen Dircxz geb. ca. 1595, Jan Dircxz geb. ca. 1597, Pieter Dircksz geb. ca. 1599, Niesgen Dircx geb. ca. 1601 en Aechgen Dircx geb. ca. 1604, zuster van Gerrit Ariensz waard te Schiedam (RA Kethel en Spaland inv.91, nr.76 fol.69v, d.d. 12.4.1606: voogden over de weeskinderen zijn Gerrit Ariensz waard te Schiedam, en Cornelis Jansz n.u. wonende in Naaldwijkerbroek), tr. 2e (testament ONA Schiedam inv.756 blz.947 d.d. 16.11.1644) met |
3277 | Maertgen (Maertghen) Pieters, overl. 20.5.1639, begr. Kethel (C. Hoek, Grafschriften in Zuid-Hollandse kerken, niet beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins, Ons Voorgeslacht jrg. 23, (1968)), moeder van Wijffge Dircx, Michiel Dircxz Opmeer, en van Cuentge Dircx |
3278 | Jacob Arijensz (Arentsz) Coppert, jongman van Kethel, heiligegeestmeester ald. (RA Kethel en Spaland inv.85, nr.48 fol.18v, d.d. 17.5.1656), windasmeester ald. (RA Kethel en Spaland inv.85, nr.76 fol.27v anno 1659: Jacobs Arijensz Coppert gewezene windasmeester contra Isbrant Jansz Quackesteijn metselaar), wordt aangeslagen voor de 200e penning ald. (OA Schiedam inv.1455, 1652), overl. voor 29.1.1664, bezit dan een huis, erf, schuur, barg en geboomte ald., met twee boomgaarden daar annex aan gelegen in het ambacht Spaland, belend volgens de oude brieven, met de bruikwaar van 22 morgen 3 hond land, bezit nog een huisje aan de harreweg ald., bezit nog 2 morgen 1 hond land in Spaland belend ten noorden Jacob Jansz de Jonge schout en ten zuiden Jacob Maertensz Carel en strekkende van de vlaardingseweg tot aan het land van de heer van Mathenesse, bezit nog 2 mogen 3 hond land in Vlaardingerambacht belend ten noorden de keursloot en ten zuiden Arijen Arijensz met bruikwaar en strekkende van de woudweg tot aan het land van Cornelis Cornelisz Prins, is vader van Cornelis Jacobsz Coppert, is vader van Arijen Jacobsz Coppert, is vader van Annetje Jacobs gehuwd met Michiel Dircxz Opmeer, is vader van Maertje Jacobs gehuwd met Otto Ottensz van der Meij, is vader van Dirckje Jacobs gehuwd met Cornelis Arijensz Noortdam, is vader van Jorisgen Jacobs en Trijntgen Jacobs die worden bijgestaan door hun voogden Heijndrick Cornelisz Coppert en Sijmon Pietersz Romeijn (RA Kethel en Spaland inv.132, nr.53 fol.227 d.d. 29.1.1664; Heijndrick Coppert is de neef van Jorisgen Jacobs en is woonachtig in Schiedam en voogd Sijmon Romeijn is woonachtig in Vlaardingerambacht, zie OA Kethel en Spaland inv.85 nr.135 fol.52 d.d. 6.2.1664), zn. van Arijen Arijensz Coppert, otr. Kethel (nederd. geref.) 2.10.1623, tr. ald. (nederd. geref.) 14.10.1623 (testament ONA Schiedam inv.760 p.1319 d.d. 18.11.1661) met |
3279 | Ariaentge Cornelis, jongedochter van Maasland, overl. na 18.11.1661 |
3290 | Thijs Aertsz 't Hoen alias van Proijen, jongman van de wateringervliet, geb. ca. 1618 (RA Maassluis inv.155 fol.58 d.d. 30.6.1648), ged. Maassluis (nederd. geref.) 20.1.1619, zn. van Aert Thijssen 't Hoen en Sara, bootsgezel ald., stierman ald., begr. Maassluis (nederd. geref.) 24.12.1681, constitueert op 5.4.1652 zijn vrouw Sara Leenders om ten behoeve van Jan Cornelisz Ouwe Jan, steenbakker op de ijssel te presseren een custing van 800 gulden, te lossen met 50 gulden per jaar, waaraanhij verbindt zijn gekochte huizing en erve staande in de marelstraet, alsmede zijn persoon (RA Maassluis inv.178 d.d. 5.4.1652), bekent op 11.6.1653 schuldig te zijn aaan Jan Cornelisz Ouwe Jan, steenbakker op de ijssel, een bedrag van 800 gulden voor geleverde materialen en aan arbeidsloon door Joost Willemsz, timmerman, tot opbouwing van een huis, waaraan hij verbindt het nieuw gebouwde huis staande in de marelstraet (RA Maassluis inv.60 fol.12v d.d. 11.6.1653), compareert op 12.4.1666 voor de weeskamer als weduwnaar van Sara Leenderts van der Kade voor hun kinderen Aert oud 22 jaren. Leendert oud 20 jaar, Frans oud 17 jaar, Claes oud 14 jaar, Arijaentje oud 8 jaar en Maertje oud 3 jaar, waaruit blijkt dat zij gezamenlijk bezaten een huis en erf aan de westzijde van de marelstraet op de noordhoek van dezelfde straat, belend ten noorden de nieuwe goutsteen en ten zuiden Pieter Gerritsz van Reijnsburch en strekkende van de heerestraet tot achter aan de huizinge van Meijnsje Pieters, weduwe van Jan Louwerusz de Jongh, volgens een koopbrief d.d. 11.6.1653 te Maassluis gepasseerd, 1/16 deel in zeker houckerschip met al zijn toebehoren, oud 6 jaar en groot omtrent 20 lasten, 100 gulden aan geld, meubelen, kleren van Thijs, 1/7 deel in een obligatie van 870 gulden ten laste van Gillis Leendertsz van der Cade, kleren van Sara, schulden aan Jan Cornelisz Ouwe Jan, Jan Leendertsz van der Cade, Meijnsje Pieters voornoemd, Maertje Joosten en Ghijsbert IJsbrantsz, en belooft hij ten overstaan van Dirck Arentsz van Proijen, Sijmon Leendertsz van der Cade en Jan Leendertsz Vercade, de kinderen te onderhouden en te alimenteren (RA Maassluis weesboek inv.6 fol.80 d.d. 12.4.1666), is vader van Arent ged. Maassluis (nederd. geref.) 25.2.1643, is vader van Leendert ged. Maassluis (nederd. geref.) 22.10.1644, is vader van Frans ged. Maassluis (nederd. geref.) 16.8.1648, is vader van Aelbrecht ged. Maassluis (nederd. geref.) 5.2.1651, is vader van Claes ged. Maassluis (nederd. geref.) 10.11.1652, is vader van Tijmon ged. Maassluis (nederd. geref.) 30.4.1656, is vader van Timon ged. Maassluis (nederd. geref.) 7.7.1658, is vader van Ariaentje ged. Maassluis (nederd. geref.) 3.12.1659, is vader van Maertie ged. Maassluis (nederd. geref.) 11.2.1663, tr. Maassluis (nederd. geref.) 7.5.1642 met |
3291 | Sara Leenderts van der Kade, jongedochter van de wagenstraat, ged. Maassluis (nederd. geref.) 12.8.1623, overl. voor 12.4.1666, dr. van Leendert Gillisz van der Cade en Arijaentgen Gerrits |
3292 | Philips (Phillips) Lenaertsz (Leendertsz) Roodenburch, wonende onder de parochie van De Lier in het ambacht van Maasland, betaalt parochieschreven in de periode 1624-1635 (HAW De Lier inv.25-28), zn. van Lenaert Philipsz en Beli Adrijaens, tr. Vlaardingen (gerecht) 8.8.1614 (zij bijgestaan door haar vader) met |
3293 | Maritgen (Maertgen) Jans, betaalt parochieschreven in de periode 1636-1664 (HAW De Lier inv.25-28), dr. van Jan Sijmonsz Hoochstadt en Trijntgen Aelbrechts |
3294 | Teunis Adamsz van Dijck, wonende in De Lier, betaalt parochieschreven in de periode 1635-1694 (HAW De Lier inv.25-28), lidmaat nederd. geref. De Lier in 1682, begr. De Lier 21.8.1694, zn. van Aem Cornelisz, koopt op 27.6.1635 van Arent Cornelisz zekere huizinge en erf met al hetgeen aard- en nagelvast is, alsmede enige meubelen, staande en liggende in het dorp van De Lier achter de kerk, belend ten oosten Jan Gielisz en ten westen het schoolslop (RA De Lier inv.2 fol.304 d.d. 27.6.1635), koopt op 18.5.1650 voor een bedrag van 1505 gulden van Jacob Jansz van der Baars, wonende over maes, Pieter Jansz Cuijper wonende te Naaldwijk en Mr Adriaen van Valckenis, als voogd van Neeltgen Jans, alle erfgenamen van zaliger Jan Pietersz Cuijper, zeker huis en erf en boomgaard genaamd de swerte poort, toebehoord hebbende aan voornoemde Jan Pietersz Cuijper, staande en liggende in het oosteinde buiten het dorp van De Lier, belent ten oosten Jacob Pietersz Versijden, ten zuiden de lijer heerwecht, ten westen de roopoort of de erfgenamen van jouffrouwe Elisabet Jans van der Chijs en ten noorden de lee wateringe (RA De Lier inv.3 fol.187v d.d. 18.5.1650), verkoopt op 20.5.1650 voor een bedrag van 500 gulden aan Joris Cornelisz van der Houve zekere huizinge en erf met al hetgeen aard- en nagelvast is, met enige losse goederen, staande en liggende in het dorp van De Lier achter de kerk, belend en belast volgende de oude brief daarvan zijnde van 16.10.1614 en van 1.10.1636 (RA De Lier fol.192v d.d. 20.5.1650), verkoopt op 14.5.1664 voor een bedrag van 400 gulden aan Lintgen Jans, weduwe van zaliger Cornelis Isbrantsz Vergoude, zekere huizinge en erve met al hetgeen daarin aard- en nagelvast is, staande en gelegen in het oosteinde van het dorp De Lier, belend ten oosten Arij Joppen Kuijningh, ten westen Pieter Mesen Brassert en de sloot, ten zuiden de lier heerwecht met een vrij slop en ten noorden Willem Cornelisz Spieringshouck (RA De Lier inv.4 fol.76 d.d. 14.5.1664) |
3296 | David Melsen (Ments, Melser), is vader van Ments ged. Culemborg (nederd. geref.) 28.11.1639, is vader van Kasper ged. Culemborg (nederd. geref.) 8.7.1641, is vader van Gerritgen ged. Culemborg (nederd. geref.) 18.2.1647 |
3298 | Beernt Hermsen, is vader van Anneken ged. Culemborg (nederd. geref.) 17.2.1639, is vader van Hermken ged. Culemborg (nederd. geref.) 15.11.1640 |
3312 | Cornelis Jansz Vinck, jongman van Zoelmond, zn. van Jan Cornelisz Vinck en Emmeken Anthonis Goes, is vader van Jan ged. Beusichem (nederd. geref.) 8.10.1665, is vader van Dirckje ged. Beusichem (nederd. geref.) 6.2.1668, is vader van Aelbert ged. Beusichem (nederd. geref.) 20.3.1670, otr. Beusichem (nederd. geref.) 21.12.1656, tr. ald. (nederd. geref.) 9.1.1657 met |
3313 | Aeltje Ariens (Adriaens) Verlee, jongedochter van Beusichem, dr. van Adriaen Jansz Verlee en Emmeken Jelis Verkerck, ontvangt op 19.6.1657, waarbij ze wordt bijgestaan door haar man Cornelis Jansz Vinck, als enige en universele erfgename van zaliger Emmeken Jelis, die weduwe was van zaliger Adriaen Jansen Verlee, omtrent 4 hont bouwland gelegen op Zoelmond op de hooch engh, belend door Aertien Willems aan de ene zijde en de kinderen van Stoffel Jaspers aan de andere zijde (RA Beusichem inv.230 fol.88 d.d. 19.6.1657), otr. Beusichem 29.3.1674 met Dirck Sam, schepen te Beusichem, overl. augustus 1694, zn. van Allert Sam, is vader van Allert ged. Beusichem (nederd. geref.) 20.6.1675, is vader van Neeltie ged. Beusichem (nederd. geref.) 19.11.1677 |
3314 | Jacob Michielsz van den Ende (van den Enden), jongman wonende te Delft in de huijtersteeg (thans huyterstraat), ged. Delft (nederd. geref.) 29.10.1628 (get. Gerrit Aelbrechtsz, Jan Jansz, Neeltge Corstiaens, Maertge Claes), in 1661 wonende in de pisteeg [sic] ald. (thans de bonte ossteeg), vanaf 1662 wonende te Delfshaven, leeft 19.1.1695 (doopboek Vlaardingen nederd. geref), zn. van Michiel Jacobsz en Grietge Jacobs, is vader van Marguerieta ged. Delft (nederd. geref.) 18.2.1659 (get. Gijsbrecht Moerkerck, Magdalena Jacobs), is vader van Dirck ged. Delft (nederd. geref.) 9.1.1661 (get. Adriaen Westrick, Heijndrickge Sam, Catharina Moerkercke), is vader van Dirck ged. Delfshaven (nederd. geref.) 16.4.1662 (get. Adriaen Westrick, Trijntje van der Mulen, Aeltje Ham), is vader van Lijsebet ged. Delfshaven (nederd. geref.) 3.8.1664 (get. Adriaen Westrick, Heijndrickje Ham, Pleuntje Cornelis), is vader van Michiel ged. Delfshaven (nederd. geref.) 27.3.1667 (get. Adriaan Westrik, Hendrikjen Jans, Pleuntje Cornelis), is vader van Adriaen ged. Delfshaven (nederd. geref.) 11.6.1673 (get. Adriaen Westrick, Hendrickje Sant, Catharina Aelbrechts), otr. Delft (nederd. geref.) 20.4.1658, attestatie Zoetermeer 5.5.1658 met |
3315 | Maria Dircks Sam (Samt, Ham, Jans), jongedochter bij haar huwelijk wonende te Delft aan de oude delft, leeft 19.1.1695 (doopboek Vlaardingen nederd. geref), dr. van Dirck Huijbertsz Sam en Elisabet Thonis Verkerck |
3316 | Adriaen (Arien, Adriaan) Henderikusz van de Langstraet (van de Langhstraet, van Langhstraet, van de Langstraat), jongman van IJsselstein, wonende ald., schepen ald. (1666, 1669), verleent op 19.5.1669 tezamen met Gerbrandus Scagen predikant tot Lopik aan Bernard Schagen secretaris tot Wijk bij Duurstede een vergoeding voor geleden schade in verband met betaling aan eerste partij van een deel van het bedrag dat Abigel Schagen toekomt vanwege de nalatenschap van Ludia Gerbrants Scagen (Utrechts Archief, toegang 34-4 Notarissen in de stad Utrecht, inv.U048a003 d.d. 19.5.1669), zijn dochters Cornelia, Margareta en Elisabeth wordt, als mede-erfgenamen van hun vader, op 5.12.1692 procuratie verleend om voor het gerecht van Harmelen land te transporteren aan Claas van den Bosch en Johanna de Vogel (Utrechts Archief, toegang 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905, inv.U118a001 d.d. 5.12.1692), mogelijk een oomzegger van Pieter Adriaensz van de Langhstraet, wiens erfgenaam Hendrick Pietersz van de Langhstraet anderhalve morgen wei- en bouwland aan de oeverslooth in het gerecht van IJsselstein overdraagt aan Johan Tilborgh (Utrechts Archief, toegang 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905, inv.U117a001), tr. Lopik (nederd. geref.) 24.8.1656 met |
3317 | Agatha Schagen, ged. Lopik (nederd. geref.) 21.9.1634 (get. Jan Gerbransz Schaghen, Daniel Wijckertoorn, peet Agata Wouters), dr. van Daniel Schagen |
3322 | Pauwels Cornelisz Taets, jongman van Rhenen, raad ald. (1670), otr. 2e Rhenen 24.4.1670 met Neeltjen Dircks, jongedochter van Worcum, otr. 1e Rhenen (nederd. geref.) 19.11.1637, tr. ald. (nederd. geref.) 6.12.1637 met |
3323 | Geertje Jans, jongedochter van Rhenen |
3324 | Jacob Gillesz Manneken, begr. Vlaardingen juni 1673, zn. van Gilles Arijensz Manneken en Reijmpje Vrancken van der Velden, otr. Vlaardingen 12.8.1659, tr. ald. 28.9.1659 met |
3325 | Heijltje Cornelis Fortuijn, dr. van Cornelis Abrahamsz Fortuijn, hertr. met Cornelis van der Linde, hertr. otr. Vlaardingen (gerecht) 21.3.1694 met Cornelis Huijbrechtsz Persoon weduwnaar van Brechje Jacobs Bisdommer |
3326 | Willem Pietersz Dijckshoorn (Dijcxhoorn), bouwman in Vlaardingerambacht, wordt op 9.5.1659 beleend met met 4 1/2 morgen in wasselijnscamp in heer aelbrechts ambacht van wateringe tot vlaerdingen, bij dode van zijn vader Pieter Blasius Dijcxhoorn (repertorium op de lenen van de hofstad Polanen te Monster,1359-1770, J.C. Kort, gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 21 (1966), jrg. 26 (1971)), koopt op 14.5.1667 uit handen van de erfgenamen van Pieter Philipsz Heemskerck en Neeltie Willems Touw van der Burch een stuk land groot omtrent 1 morgen 1 hont gelegen in Vlaardingerambacht in de holierhoecksche polder (SAV, ORA Vlaardingerambacht inv.25 d.d. 14.5.1667), koopt op 16.1.1671 uit handen van juffr. Constantia van den Hove weduwe van meester Gerrit Graswinckel in zijn leven secretaris tot ’s-Gravenhage een stuk een stuk wei- of hooiland in de Vlaardingerambacht genaamd backweer (ORA Vlaardingerambacht inv.25 d.d 18.6.1671), begr. Vlaardingen maart 1685, zn. van Pieter Blasiusz Dijkshoorn en Annetgen Jacobs de Zeeuw, tr. 1e met Trijntje Claes, tr. 2e, testament verleden op 2.6.1658 voor notaris Mr. Arent van Dwinglo te Vlaardingen (Weeskamerarchief Vlaardingerambacht inv.1 fol.43 d.d. 21.4.1685), met |
3327 | Trijntje Cornelis Suijthoorn, begr. Vlaardingen november 1700, zuster van Maerten Cornelisz Suijthoorn (SAV, ORA Vlaardingerambacht inv.25, d.d. 18.6.1671), dr. van Cornelis Jansz Tanthof en Weijntje Maertens |
3328 | Adriaen (Arijen) Jansz Sandertsz (Sanderse, Sandersen), zn. van Jan Arien Sanders, aangenomen tot lidmaat Tienhoven ca. 1663 (lidmatenreg. nederd. geref. ald.), daagt op 20.3.1656 Pijter Aertse Verkerck n verband met betaling van 24 gulden 10 stuivers arbeidsloon dat hij hem heeft gediend voor de tijd van 2 maanden in de verleden zomer, en nog met hakken van rijs verdiend 15 stuivers en verzoekt derhalve dat de gedaagde gecondemneerd zal worden, de gedaagde bekent schuld (RA Tienhoven inv.13 scan 443 d.d. 20.3.1656: schepenen ordonneren gedaagde te betalen), wordt op 26.10.1665 gedaagd door de heer Heijmen Ottelander, schout van de heerlijkheid Tienhoven, voor betaling van 18 gulden 18 stuivers over de huur van zekere woning door gedaagde in het erfhuis van Dirck Gijsbortsz Verkerck geleverd cum expensis (RA Tienhoven inv.13 sdcan 489 d.d. 26.10.1665: schepenen ordonneren gedaagde, na het bestuderen van de huurcedulle, het verschuldigde huurbedrag aan eiser te betalen), daagt op 11.5.1668 Gerrit Gijsbertsz inzake een af te lossen schuld van 300 gulden kapitaal (RA Tienhoven inv.13 scan 519 d.d. 11.5.1668: schepenen ordonneren te betalen in 14 dagen; zie voorts ibid. scan 522 d.d. 2.7.1668), alzo Mecheltjen Jans, in haar leven huisvrouw van Adriaen Jan Sandertsz, alhier in de heerlijkheid van Tienhoven is komen te overlijden, haar drie kinderen zijnde Jan Adriaensz, nu meerderjarig, Gerrigen Adriaens getrouwd aan Hendrick Adriaensz van Wouwenberch, en Corstiaen Adriaensz, oud omtrent 23 jaren, zo compareren op 17.5.1681 Adriaen Jan Sandertsz, weduwnaar, ter eenre, en Jan Adriaensz en Hendrick Adriaensz man van Gerrigen Adriaensz nevens Cornelis Sandertsz als neef en voogd over Corstiaen Adriaensz, mede compareerden andere erfgenamen van Mecheltjen Jans, ter andere zijde, en zij comparanten verklaarden op approbatie van de heren drossaard dezer heerlijkheid als oppvervoogd van Corstiaen Adriaensz, dat overeengekomen is dat de weduwnaar in vrije eigendom zal hebben de gehele boedel, roerend en onroerend, geld, goud, zilver, gemunt en ongemunt, actien en kredieten geen uitgezonderd, door zijn vrouw nagelaten, en dat hij daartegen voor de overige comparanten last zal dragen en schadloos zal stellen, en zal zijn kinderen van hun moederlijke goederen geven ieder de somme van 150 gulden (RA Tienhoven inv.8 scan 31 d.d. 17.5.1681), tr. met |
3329 | Mecheltjen (Megtelt, Mechtelt) Jans, aangenomen tot lidmaat Tienhoven ca. 1663 (lidmatenreg. nederd. geref. ald.), leeft 18.11.1680 (doopboek Tienhoven nederd. geref. ald.) |
3330 | Gerrit Jansz Hack, zn. van Jan Jansz Hack de Jonge en Barbera Gerrits, leeft 27.7.1700 (RA Meerkerk inv.5 d.d. 27.7.1700), op 16.6.1659 compareert Gerrit Jansz Hack, nu mondig en getrouwd zijnde, die verklaart dat op heden de heer Floris van Oij, schout van de heerlijkheid Meerkerk, als gehad hebbende de administratie van ontvangst en uitgaaf van de goederen hem comparant toebehorende en aankomende door het overlijden van zijn grootvader Jan Jansz Hack, heeft gedaan rekening, bewijs en relequa en alle penningen en schriften aan hem comparant heeft overgegeven, waarin ook mede is afgerekend de eerste termijn van het land tot Acquoij, die bedragende was 112 gulden 10 stuivers (RA Meerkerk inv.23 d.d. 16.6.1659; zie voor zijn broer Cornelis ibid. d.d. 30.9.1664), op 6.6.1662 compareren Annegen Jacobs, Lijsbet en Hilligen Jacobs Vermeij, dochter van Jacob Govertsz Vermeij en Ariaentjen Bastiaens, Gijsbert Bastiae |